Korting op alles is niet absoluut
Vz. RCC 11 september 2013, dossiernr. 2013/00574 (vakantiekorting)
Voorzitterstoewijzing, misleidende, ontbrekende informatie. Het betreft adverteerders reclamefolder, geldend voor de periode 3 tot en met 9 juni 2013, op de voorzijde waarvan onder meer staat: “Uw 8% vakantiegeld is bij ons…16% voordeel op alles*”.
De klacht - In de folder wordt 16% korting op alles beloofd. Toen klager echter bij Media Markt een lifecam HD3000 V2 kocht, bleek daarop geen korting te worden gegeven omdat de kortingsactie niet geldt voor accessoires. Volgens klager is sprake van valse voorlichting van consumenten.
Het oordeel van de voorzitter
De mededeling “16% korting op alles*” wekt de indruk van een nagenoeg absolute mededeling. Een aanzienlijk aantal productgroepen, waaronder kennelijk – naar adverteerder niet heeft weersproken – accessoires, blijkt echter van de actie uitgesloten te zijn. Dit is een belangrijke beperking van het aanbod die, nu de consument door de aanduiding “korting op alles” daarop niet bedacht zal zijn, duidelijk in de uiting moet worden meegedeeld. Dat is naar het oordeel van de voorzitter niet het geval.Weliswaar wordt met een asterisk verwezen naar de ‘disclaimer’, maar deze valt door het zeer kleine lettertype ervan en de verticale plaatsing aan de zijkant van de folder nauwelijks op in verhouding tot de door de lettergrootte sterk de aandacht trekkende mededeling “16% korting op alles”. Bovendien is de inhoud van de mededeling waarnaar door middel van de asterisk verwezen wordt onvoldoende duidelijk. Deze mededeling begint met het uitdrukkelijk noemen van twee beperkingen, te weten “Aanbiedingen max. 1 per klant. Geen verkoop aan handelaren” en wordt gevolgd door andere informatie. Hierdoor wordt de indruk gewekt dat dit de twee van toepassing zijnde beperkingen zijn. Aan het eind van de mededeling wordt men voor de “zondagopeningen en actievoorwaarden” nog naar adverteerders website verwezen, maar niet duidelijk is dat daar nog meer beperkingen staan die op deze voordeelactie van toepassing zijn.
Gelet op het voorgaande is sprake van het op een onduidelijke wijze verstrekken van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in de aanhef en onder c van artikel 8.3 NRC. Omdat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de Commissie de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.
De beslissing van de voorzitter
De voorzitter acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Hij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.Regeling: NRC (nieuw) art. 7
NRC (nieuw) art. 8.3 aanhef
NRc (nieuw) art. 8.3 onder c.