Lotto-abonnee blijkt toch een voorwaarde bij winactie
Vzr. RCC 28 juli 2015, RB 2483; dossiernr. 2015/00614 2015/00614/l (Facebook uiting Lotto en Jumbo)
Voorzittersafwijzing. Kansspel. Detailhandel. De uiting: Het betreft een via facebook openbaar gemaakte uiting waarin onder “Lotto, dat is win, win!” en naast afbeeldingen waarop het Jumbo-logo staat, vermeld is: “Je kunt nu kans maken op een jaar lang gratis boodschappen! t.w.v. € 4.500,- bij Jumbo”. Tot slot wordt gevraagd om adres en telefoonnummer in te vullen, waarbij wordt “Vul uw telefoonnummer in en ontvang eenmalig een telefonisch aanbod van De Lotto om mee te spelen”. De klacht: Klaagster verkeerde in de veronderstelling dat zij, door haar gegevens achter te laten, door de Lotto met een aanbod zou worden benaderd. Er stond niet dat zij eerst Lotto-abonnee diende te worden om kans te maken op de gratis boodschappen. Toen klaagster enige tijd later telefonisch werd benaderd, werd haar gevraagd om 6 nummers op te noemen Lotto-abonnee te worden en daardoor kans te maken op gratis boodschappen. Nu niet vermeld is dat men deel moet nemen aan De Lotto om kans te maken op gratis boodschappen, acht klaagster de uiting misleidend.
Het oordeel van de voorzitter:
In de eerste plaats overweegt de voorzitter dat in de uiting de indruk wordt gewekt dat deze zowel van De Lotto als van Jumbo afkomstig is. Niet is bestreden dat de uiting alleen van de Lotto is en dat Jumbo daarbij op geen enkele wijze betrokken is (geweest). De voorzitter acht derhalve De Lotto voor deze uiting verantwoordelijk en wijst de klacht jegens Jumbo af. Ten aanzien van de klacht overweegt de voorzitter dat uit de uiting niet blijkt dat deelname aan De Lotto voorwaarde is om kans te maken op gratis boodschappen. Door deze essentiële informatie onvermeld te laten, acht de voorzitter de uiting onvolledig en daardoor misleidend. Blijkens het voorgaande is door het te laat verstrekken van essentiële informatie de uiting onduidelijke volledige informatie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De voorzitter is van oordeel dat De Lotto voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat passende maatregelen zijn genomen om herhaling te voorkomen en om die reden zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep en een aanbeveling achterwege laten.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het hierboven overwogene acht de voorzitter de uiting in strijd met de artikel 7 NRC.
De voorzitter wijst de klacht tegen Jumbo af.