RB
Gepubliceerd op maandag 18 april 2011
RB 820
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Niet-commerciële werving valt onder de NRC

RCC 8 maart 2011, Dossiernr. 2011/00017 (Ongeadresseerde uitnodiging kerkdienst valt onder NRC)

Reclamerecht. Ongeadresseerde uitnodiging voor bijwonen kerkdienst in brievenbus met Nee/Nee-sticker. Volgens voorzitter heeft deze uiting een wervend karakter dus valt het onder de NRC. Overtreding van art. 3.1 en 1.2 Code VOR. Voorzitter beveelt voortaan niet meer op dergelijke wijze reclamedrukwerk te verspreiden.

 

Met betrekking tot adverteerders verweer dat de bewuste uiting geen reclame-uiting is, overweegt de voorzitter dat de onderhavige uiting een wervend karakter heeft ten aanzien van (het bijwonen van) de in de uiting vermelde en (mede) door hem georganiseerde kerstdiensten. Gelet hierop dient de uiting te worden aangemerkt als een reclame-uiting als bedoeld in artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Dat geen sprake is van een commercieel doel, leidt -gelet op het bepaalde in artikel 1 NRC-niet tot een ander oordeel. De voorzitter is derhalve bevoegd de uiting aan de NRC te toetsen.
 
Met betrekking tot  de door klager geuite bezwaren overweegt de voorzitter als volgt:
ad a. Adverteerder heeft niet weersproken dat de bewuste reclame-uiting is gedeponeerd in klagers brievenbus, die -naar uit klagers bezwaar blijkt- is voorzien van een Nee/Nee-sticker als vermeld in bijlage 1 bij de Code VOR. Dit betekent dat, nu adverteerder de bewuste uiting desondanks in klagers brievenbus heeft laten deponeren, adverteerder niet heeft voldaan aan het bepaalde in artikel 3.1 Code VOR.

Adverteerder laat weten de verspreider(s) te zullen vragen om voortaan een adres op de uiting aan te brengen zodat het geen ongeadresseerde uitnodiging meer is, doch (uitvoering van) dit voornemen meent niet weg dat de onderhavige bezorging plaatsvond in strijd met artikel 3.1 Code VOR.

ad b. In de uiting ontbreken naam, adres en woonplaats van adverteerder. Adverteerder voert aan dat in de uiting zijn e-mailadres en website zijn vermeld, doch daarmee is niet voldaan het bepaalde in artikel 1.2 Code VOR.

Lees de volledige uitspraak hier en hier.

Regeling 
NRC 1
Code VOR 3.1