RB
Gepubliceerd op woensdag 18 mei 2011
RB 903
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

NL Energie Maatschappij - vergelijking met andere energiebedrijven

RCC 29 maart 2011, Dossiernrs. 2011/00160, 2011/00160A, 2011/00171

Reclamerecht. Uitingen van de Nederlandse Energie Maatschappij. Vergelijking met Essent en Nuon waar verband wordt gelegd tussen overnames en omhoog gaan prijzen. Klagers achten deze uitingen oneerlijk, misleidend en discriminerend. Commissie oordeelt dat verweerder onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat verband tusen overname en prijsverhoging bestaat. Acht de suggestie daarom onjuist (art. 8.2 onder d NRC). Oordeelt uitingen in strijd met art. 7 en art. 13 aanhef en sub a NRC. Doet aanbeveling en wijst klacht voor het overige af, want geen sprake van discriminatie.

Klacht over vergelijking met Essent. Klager vindt dit geen stijl hebben. Commissie oordeelt dat er sprake is van vergelijkende reclame, maar of reclame aan voorwaarden hiervoor voldoet is niet in geschil. Indien klager uiting in strijd acht met art. 2 NRC (goede smaak/fatsoen) of art. 4 NRC (onnodig kwetsend), moet Commissie zich terughoudend opstellen bij beoordeling i.v.m. subjectiviteit criteria. Acht grens van het toelaatbare niet overschreden. Wijst klacht af.

2011/00160. De Commissie is van oordeel dat adverteerder onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat, zoals in de commercials wordt gesuggereerd, de overname van Essent door het Duitse bedrijf RWE en de overname van NUON door het Zweedse bedrijf Vattenfall tot gevolg hebben dat de tarieven van Essent dan wel de NUON daadwerkelijk worden of zijn verhoogd en dat het daardoor voor de klanten van Essent en de NUON ‘honderden euro’s scheelt’ wanneer men overstapt naar adverteerder. Derhalve acht de Commissie de in de commercials gewekte suggestie onjuist.

Gelet op het voorgaande gaan de commercials naar het oordeel van de Commissie gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de prijs van het product als bedoeld in artikel 8.2 onder d NRC. De Commissie is voorts van oordeel dat de gemiddelde consument, naar aanleiding van deze onjuiste informatie, ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Op grond van voorgaande zijn de commercials misleidend in de zin van artikel 8 NRC en daarom oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Voorts is sprake van ontoelaatbare vergelijkende reclame in de zin van artikel 13 aanhef en sub a NRC.

Lees de gehele uitspraak 2011/00160 hier (link en pdf).

2011/00160A.De Commissie is van oordeel dat adverteerder echter onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat, zoals in de commercial wordt gesuggereerd, de overname van NUON door het Zweedse bedrijf Vattenfall tot gevolg heeft dat de tarieven van de NUON daadwerkelijk worden of zijn verhoogd (en dat het daardoor voor de klanten van NUON ‘honderden euro’s scheelt’ wanneer men overstapt naar adverteerder). Derhalve acht de Commissie deze in de commercial gewekte suggestie onjuist.

Gelet op het voorgaande gaat de commercial naar het oordeel van de Commissie gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de prijs van het product als bedoeld in artikel 8.2 onder d NRC. De Commissie is voorts van oordeel dat de gemiddelde consument, naar aanleiding van deze onjuiste informatie, ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen.

Op grond van voorgaande is de commercial misleidend in de zin van artikel 8 NRC en daarom oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Voorts is sprake van ontoelaatbare vergelijkende reclame in de zin van artikel 13 aanhef en sub a NRC.

Lees de gehele uitspraak 2011/00160A hier (link en pdf)

2011/00171. De Commissie stelt voorop dat sprake is van vergelijkende reclame. Het maken van vergelijkende reclame is op zichzelf niet ontoelaatbaar, mits deze voldoet aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 13 a tot en met h. Of de reclame aan deze voorwaarden voldoet is in het onderhavige geval niet in geschil.

Voor zover klager de reclame in strijd acht met de goede smaak of het fatsoen zoals bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) dan wel onnodig kwetsend acht in de zin van artikel 4 NRC, oordeelt de Commissie als volgt.

Gelet op het subjectieve karakter van deze criteria, stelt de Commissie zich, bij de beantwoording van de vraag of reclame daarmee in strijd is, terughoudend op. De Commissie acht de commercial, mede gelet op deze terughoudendheid, niet van dien aard, dat de grens van het toelaatbare wordt overschreden.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 2, art. 4, art. 7, art. 8.2 onder d, art. 13 aanhef en onder a
Vergelijkbare zaak: RB 678