RB
Gepubliceerd op dinsdag 31 mei 2011
RB 944
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Weer aanprijzing Q10 als middel tegen paradontitis

RCC 11 mei 2011, Dossiernr. 2011/00333 (Co-enzym Q10)

Reclamerecht. Aanprijzing product Co-enzym Q10 op website: goed middel tegen paradontitis. Klager stelt dat uiting misleidend is, want geen geneesmiddel terwijl die suggestie wel wordt gewekt. Ook geen bewijs dat Q10 helpt tegen paradontitis. Verweerder heeft geconstateerd dat informatie op site niet aan eisen Keuringsraad KOAG/KAG voldoet en heeft na ontvangst klacht deze informatie verwijderd.

Commissie oordeelt dat het aangeprezen product onder de Warenwet valt. Sprake van verboden medische claim (art. 20 lid 2 onder a Warenwet). Ook wordt het zodanig aangeprezen dat het onder art. 1 onder b Geneesmiddelenwet valt en is het verbod art. 84 Geneesmiddelenwet overtreden. Leidt tot strijd met art. 2 NRC. Nu verweerder werking Q10 t.a.v. paradontitis niet aannemelijk heeft gemaakt is er sprake van onjuiste informatie (art. 8.2 aanhef en onder b NRC). Daarom strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling.

1) Op het in de bestreden uiting aangeprezen product Co-enzym Q10 van Elvitaal, dat in de vorm van capsules in de handel wordt gebracht en om die reden kan worden aangemerkt als een voor orale nuttiging door de mens bestemd middel, is de Warenwet van toepassing. Ingevolge artikel 20 lid 2 onder a van de Warenwet is het verboden eet- en drinkwaar aan te prijzen met gebruikmaking van vermeldingen of voorstellingen, die aan de waar eigenschappen toeschrijven inzake het voorkomen, behandelen of genezen van een ziek­te van de mens, of die toespelingen maken op zodanige eigenschappen. De mededeling “Co-enzym Q10 is onder meer een goed middel tegen paradontitis: bloedend of ontstoken tandvlees” dient naar het oordeel van de Commissie te worden opgevat als een verboden medische claim in de zin van artikel 20 lid 2 onder a van de Warenwet. De uiting is daarom in strijd met artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

2) Voorts is de Commissie van oordeel dat het product Co-enzym Q10 van Elvitaal op zodanige wijze wordt aanbevolen, dat het dient te worden aangemerkt als een geneesmiddel in de zin van artikel 1 onder b van de Geneesmiddelenwet. Op grond van artikel 84 van de Geneesmiddelenwet is het verboden om reclame te maken voor geneesmiddelen waarvoor geen handelsvergunning is verleend. Niet is gesteld of gebleken dat ten aanzien van Co-enzym Q10 van Elvitaal een dergelijke vergunning is verleend. Ook om deze reden is de uiting in strijd met artikel 2 NRC.

3) Op klagers stelling dat er geen bewijs is voor een heilzame werking van Q10 bij parodontitis, heeft adverteerder niet aannemelijk gemaakt dat het product Co-enzym Q10 van Elvitaal  wel de in de uiting daaraan toegeschreven heilzame werking ten aanzien van parodontitis heeft. Dit impliceert dat de uiting onjuiste informatie bevat over de van het product te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC, welke resultaten als een van de voornaamste kenmerken van het product moeten worden beschouwd. Om die reden is de uiting tevens misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regelingen: NRC art. 2, art. 7, art. 8.2 aanhef en onder b; Warenwet art. 20 lid 2 onder a; Geneesmiddelenwet art. 1 onder b, art. 84
Soortgelijke uitspraken: RB 896; RB 919