Misleidende en vergelijkende reclame over hoortoestellen
Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 19 april 2021, IEF 19906, RB 3506, ECLI:NL:RBMNE:2021:1567 (Kwaliteitsaudiciëns tegen gedaagde) Gedaagde is als audicien een verkoper van hoortoestellen. Zij heeft onlangs een reclamecampagne gelanceerd voor op televisie, radio, internet en in kranten waarin zij een aantal gewaagde claims maakt. Zo stelt zij de eigen bijdrage - het bedrag dat niet door een zorgverzekeraar wordt vergoed - van hun hoortoestellen vóór de klant te betalen. Daarnaast beweert zij dat er veel andere audiciens zijn die hoortoestellen aan hun klanten adviseren die niet door zorgverzekeraars worden vergoed. Branchevereniging de Kwaliteitsaudiciens vindt de uitingen te ver gaan en stelt dat gedaagde zich schuldig maakt aan het verspreiden van misleidende en vergelijkende reclame. De voorzieningenrechter gaat hierin mee en verbiedt de reclamecampagne van gedaagde wegens het creëren van misleidende reclame, van een ontoelaatbare vergelijkende reclame en van een misleidende handelspraktijk. Zij ziet echter geen noodzaak voor Kwaliteitsaudiciëns om een rectificatie op te leggen aan gedaagde.
Suggestie commerciële band is ten onrechte

Vzr. Rechtbank Den Haag 29 maart 2021, IEF 19898, RB 3505; ECLI:NL:RBDHA:2021:2986 (Schlumberger en ITT Controls) Kort geding. Het Schlumberger-concern is leverancier van producten en diensten in de olie- en gasindustrie. ITT Controls verkoopt als wederverkoper meet- en regelsystemen voor de olie- en gasindustrie aan professionele afnemers, waaronder producten van het Schlumberger-concern. Geoordeeld wordt onder meer dat ITT Controls inbreuk maakt op de merkrechten van Schlumberger, omdat ten onrechte een commerciële band met Schlumberger wordt gesuggeerd. De vermelding 'exclusieve leverancier' op de website van gedaagde is misleidende reclame in de zin van artikel 6:194 lid 1 sub i BW omdat ITT Controls geen officiële wederverkoper is van Schlumberger. Ook is sprake van auteursrechtinbreuk op handleidingen en afbeeldingen. De op het auteursrecht op de ‘look and feel’ van de website van Schlumberger gebaseerde vorderingen worden afgewezen.
RCC wijst klachten over vaccinatiecampagne af

RCC 23 maart 2021, RB 3504, LS&R 1936, Dossier 2021/00051 (A) (B) (Klagers tegen VWS) De Reclame Code Commissie heeft een aantal klachten ontvangen en in behandeling genomen over de vaccinatiecampagne van de Rijksoverheid. Het betreft klachten tegen de tv- en radiocommercial en tegen drukwerkuitingen. Klagers stellen voornamelijk dat de uitingen in de vaccinatiecampagne onwaar en misleidend zijn. De Reclame Code Commissie heeft alle klachten afgewezen.
Auteursrechtinbreuk door advertenties voor mondkapjes op Bol.com

Vzr. Rechtbank Den Haag 16 maart 2021, IEF 19893, RB 3503, LS&R 1935; ECLI:NL:RBDHA:2021:3326 (VOF tegen MoMo Allround) Kort geding. MoMo Allround biedt onder de naam ‘Toys & Gadgets’ mondkapjes aan in advertenties op Bol.com, waarbij hij gebruik maakt van door VOF geregistreerde en gebruikte EAN-codes. De door VOF aan de EAN-codes gekoppelde informatie, waaronder Beneluxmerk, foto’s, logo, productbeschrijving en handelsnaam, wordt hierdoor overgenomen in de advertenties. VOF stelt dat MoMo Allround inbreuk maakt op haar Beneluxmerk en het handelsnaamrecht. De vorderingen worden niet weersproken en toegewezen. MoMo Allround betwist ook niet dat het gebruik van foto’s, logo en productbeschrijving auteursrechtinbreuk oplevert, zodat ook het daarop gegronde inbreukverbod wordt toegewezen.
Homeopathie aanprijzende claims zijn misleidend

RCC 2 maart 2021, RB 3499, 2020/00172 (Klager tegen KVHN) De Koninklijke Vereniging Homeopathie Nederland (KVHN) heeft op haar site een claim staan waarin wordt gesteld dat er vele wetenschappelijke onderzoeken zijn die aantonen dat homeopathie werkzaam is bij vele kwalen en aandoeningen. Klager stelt dat er geen enkel wetenschappelijk bewijs is voor de werking van homeopathie en dat er “pseudowetenschappelijke onderzoeken” worden genoemd. De RCC oordeelt dat de claim van de KVHN moet worden gezien als misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Zij beveelt de KVHN aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Facebook moet gegevens advertentie-accounts afgeven

Rechtbank Den Haag 17 maart 2021, IEF 19857, RB 3498, IT 3460; ECLI:NL:RBDHA:2021:2422 (PVH tegen Facebook) [Vervolg op IEF 18172, RB 3273, IT 2694]. PVH is een groot kleding- en modebedrijf dat verschillende merken exploiteert, waaronder Tommy Hilfiger. Op Facebook en Instagram constateerde PVH een aantal advertenties voor kleding en schoeisel met de naam "Tommy Hilfiger" die niet van haar afkomstig waren, terwijl zij met Facebook al een advertentieovereenkomst had gesloten ten behoeve van haar eigen merk. Dit leidde tot een bevel van de voorzieningenrechter jegens Facebook om de nodige maatregelen te nemen tegen de inbreukmakende advertenties. Facebook is hiertegen in beroep gegaan en heeft o.a. geweigerd om de gegevens van de advertentie-accounts aan PVH te geven. De rechtbank oordeelt dat Facebook deze gegevens alsnog moet afgeven en benadrukt daarbij dat zij het plaatsen van de inbreukmakende advertenties gestaakt dient te houden. Daarnaast stelt zij ook dat Facebook niet aansprakelijk is voor inbreuken gemaakt door klanten, maar dat zij zich wel succesvol mag beroepen op de hosting vrijstelling. Tot slot wordt Facebook ook een beperkte filterverplichting met betrekking tot de advertenties opgelegd.
Vacature: hoofd klachtenbehandeling / jurist bij Stichting Reclame Code

De Stichting Reclame Code (SRC) zoekt een hoofd klachtenbehandeling / jurist (m/v/x) voor 37,5 uur in de week voor de afdeling die de klachten afhandelt en die kan bijdragen aan de verdere professionalisering en ontwikkeling van de organisatie en het klachtenafhandelingsproces. Iemand met affiniteit met reclamerecht die beschikt over aantoonbare leidinggevende en organisatorische capaciteiten.
Lees verder.
Jaarverslag CGR

De Stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR) heeft haar jaarverslag 2020 gepubliceerd.
Lees verder.
Claims Novartis ook in beroep in strijd geacht met Gedragscode

CGR 1 maart 2021, IEF 19832, RB 3495, LS&R 1923, B20.006/B20.03 (Novartis tegen Bayer) [Vervolg op IEF 19593, RB 3460, LS&R 1883]. Beroepszaak van Novartis tegen de beslissing van de Codecommissie waarmee een advertentie van Novartis voor haar geneesmiddel Beovu in strijd werd geacht met de Gedragscode Geneesmiddelenreclame. De Commissie van Beroep is van oordeel dat de Codecommissie hierin geen onjuiste kijk op de zaak heeft gehad. De claims die Novartis in haar advertentie maakt zijn onvoldoende wetenschappelijk onderbouwd.
Commissie van Beroep volgt CGR in haar uitspraak

CGR 1 maart 2021, IEF 19831, RB 3494, LS&R 1922, B20.005/B20.02 (Bayer tegen Novartis) Vervolg op [IEF 19553], [RB 3453] en [LS&R 1876]. Bayer heeft in een advertentie voor haar geneesmiddel Eylea een aantal claims gedaan die volgens de Codecommissie in strijd zijn met de Gedragscode Geneesmiddelenreclame. Bayer is tegen deze uitspraak in beroep gegaan, maar hier wederom in het ongelijk gesteld. De gemaakte claims schetsen in de gegeven context een te eenzijdig en te rooskleurig beeld, waardoor de gemiddelde beroepsoefenaar op het verkeerde been kan worden gezet, aldus de Commissie van Beroep. Deze bekrachtigt dan ook de beslissing van de Codecommissie.