Benelux Merkencongres, kijk online mee of neem deel op locatie

Mis deze editie niet van het Benelux Merkencongres van deLex. Op 17 juni en op 5 oktober strijken we neer in het Auditorium van De Brauw Blackstone Westbroek, met alle technische faciliteiten voor een hybride congres. Zo heeft u de optie om online mee te kijken of op locatie deel te nemen.
Ook deze keer hebben dagvoorzitters Tobias Cohen Jehoram (De Brauw Blackstone Westbroek, EUR) en Martin Senftleben (IViR, Bird&Bird) een actueel programma samengesteld, met diverse (internationale) experts.
Enkele sprekers en onderwerpen:
- "EU trade mark protection at the interface between the real and virtual world", Anke Moerland, Associate Professor of Intellectual Property Law, Universiteit Maastricht
- “Digital Due Process Principles for Online Platforms in the Light of the Digital Services Act", Professor dr. Frederick Mostert, Dickson Poon School of Law, King’s College, London; Of Counsel, Bird & Bird
- Dairy Partners [IEF19633], Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht bespreekt de prejudiciële vragen en de conclusie van de A-G terzake.
Natuurlijk komen meer actualiteiten aan bod evenals het overzicht van rechtspraak. Kortom: voldoende ingrediënten voor een boeiende en inspirerende dag, met volop ruimte voor netwerken, vragen en discussie.
Meer weten of aanmelden? Kijk op de website of mail naar info@delex.nl.
Aantal plaatsen op locatie is beperkt.
Tekenen 'voor akkoord' op voorstel betekent akkoord gaan mét voorstel
Rechtbank Midden-Nederland 24 maart 2021, IT 3524, RB 3521; ECLI:NL:RBMNE:2021:1908 (VO-content tegen gedaagden) VO-content is een stichting die het gebruik van digitale leermiddelen in het voortgezet onderwijs stimuleert. Daartoe is de stichting met gedaagden een gebruiksrecht van de website Eindexamensite.nl overeengekomen voor alle vo-scholen die bij de stichting aangesloten zijn. Gedaagde betwist dit en heeft tegelijkertijd ook een aantal bij de stichting aangesloten vo-scholen commercieel benaderd, terwijl dit niet de afspraak was. De rechtbank bevestigt het bestaan van de overeenkomst nu gedaagde het voorstel heeft ondertekend en beveelt partijen om overeenstemming te bereiken over de wijze waarop gedaagde reclame maakt voor Examensite.nl.
JUROU: Influencers houden zich onvoldoende aan advertentieregels op Instagram

Er komen steeds meer klachten bij de ASA (Advertising Standards Authority) binnen over de vraag of influencer-advertenties op de juiste manier worden vermeld op sociale media. De ASA heeft proactief een selecte groep influencers gecontroleerd met wie zij eerder contact hebben gehad over de manier waarop zij content als reclame vermelden. Zij hebben dit gedaan om vast te stellen in hoeverre zij zich houden aan de regels die vereisen dat advertenties duidelijk als zodanig herkenbaar moeten zijn.
De drie weken durende controleperiode was gericht op inhoud op Instagram, omdat klachten bij de ASA over de openbaarmaking van advertenties van influencers meestal over dit specifieke platform gingen. De regels voor de openbaarmaking van advertenties gelden voor alle platforms en media waar influencers ervoor kiezen om reclame te maken.
Inhoudsopgave Mediaforum 2021-2

Inhoudsopgave van de nieuwe editie Mediaforum 2-2021.
41 Opinie
Mag ik u wat vragen? * Thomas Bruning
42 Rechtspraktijk
De Digital Services Package als beoogd wereldwijd rolmodel (deel 1 – Digital Services Act) * Marjolein Geus en Feyo Sickinghe
Inhoudsopgave Mediaforum 2021-1

Inhoudsopgave Mediaforum aflevering 1, 2021.
1 Opinie
Wie beslist of Trump weer online mag? * Anke Strijbos
2 Rechtspraktijk
De nasleep van Schrems II houdt niet over – De gevolgen van de uitspraak van het HvJ EU in Schrems II en de daaropvolgende (concept)aanbevelingen van de EDPD onder de loep genomen * Chloë Baartmans en Manuela Cox
8 Rechtspraktijk
Openbaarheid en auteursrecht anno 2021 * Paul Kreijger
Vier vragen aan Polo van der Putt

In een serie interviews stellen we graag een aantal vrouwen en mannen achter de deLex-platforms aan jullie voor. Als eerste: Polo van der Putt. Partner bij Vondst en vanaf het eerste uur betrokken bij IT en Recht. Hoog tijd voor een paar vragen.
U bent in 1996 begonnen in de advocatuur. Was u toen al direct actief binnen de IT-sector of is deze interesse pas later tot uiting gekomen?
Ja, ik ben meteen binnen de IT-praktijk gaan werken, maar het had ook net zo goed iets anders kunnen zijn. Ik werd wel direct gegrepen en heb de IT-praktijk nooit meer verlaten. Het leuke vind ik nog steeds de opwinding bij trajecten dat het allemaal beter gaat worden (al mislukt er natuurlijk wel heel erg veel). Tijdens mijn studie had ik overigens al IT-vakken gevolgd. Het inleidende vak was in feite een cursus Word en Excel. Bij het verdiepingsvak hebben we geprogrammeerd in een hogere programmeertaal. Doel was om een programma te schrijven dat een rechtsvraag kon oplossen. Dat was leuk. De docent vertelde vol trots dat, met de nodige subsidie, door de universiteit software was ontwikkeld om wetten te toetsen. Belangrijkste wapenfeit was dat die software een fout in de Wegenverkeerswet had gevonden. Als je die letterlijk las, mochten trams op de stoep rijden. Een blunder van jewelste, aldus de docent. Dat ik ondanks dit succesverhaal toch nog open stond voor de IT-praktijk mag eigenlijk een wonder heten.
Wat is de meest spraakmakende zaak die u heeft meegemaakt?
Vacature: merkengemachtigde bij DLA Piper

DLA Piper zoekt een Merkengemachtigde ter versterking en uitbreiding van het IP-team en in het bijzonder het merkenbureau. In deze rol adviseer je over de bescherming van merken, modellen, domeinnamen en auteursrecht. Je dagelijkse werkzaamheden bestaan o.a. uit het uitvoeren van merkonderzoeken, merkregistraties en merkbewakingen, wereldwijd. Je bent betrokken bij onderhandelingen, het opstellen en beoordelen van juridische documenten, zoals verklaringen en overeenkomsten, het voeren van opposities en het begeleiden of opstarten van andere juridische procedures, zowel in binnenland als buitenland (via DLA Piper collega’s of correspondenten). Als Merkengemachtigde werk je intensief samen met DLA kantoorgenoten in binnen- en buitenland en ben je samen met de Partner, een medewerker en de twee merkassistenten verantwoordelijk voor de uitvoering van het merkenbureau.
Lees verder.
Het bijzondere van octrooirechtelijke vertalingen

Hendriks & James Legal Translations is in 2002 opgericht door Nynke Hendriks en Ian James Gaukroger. Zij vertalen vaak in IE-zaken en hebben uitgebreide ervaring met octrooizaken.
Nynke Hendriks heeft in Engeland gestudeerd en is afgestudeerd in Nederlands Recht. Zij heeft haar eindscriptie over de octrooirechtelijke bepalingen in het TRIPs-verdrag geschreven dat in artikelvorm in IER is gepubliceerd.
Ian James Gaukroger is Engels en opgegroeid in Zimbabwe. Op 18-jarige leeftijd is hij naar Londen vertrokken om te studeren. Hij blonk op school uit in natuur- en scheikunde en heeft zijn belangstelling voor de techniek altijd behouden.
Hoe gaan jullie te werk bij octrooirechtelijke vertalingen?
Ian: het eerste wat we doen bij een octrooirechtelijke vertaling is op zoek gaan naar het onderliggende octrooi. En dan in bijzonder naar conclusie 1 van dat octrooi. Een goed begrip van die conclusie is ons anker tijdens de verdere rechtsprocedure.
Nynke: het blijft interessant hoe juristen op grond van hetzelfde octrooi de meest tegenstrijdige posities kunnen verdedigen. Die posities zijn doorgaans gestoeld op zeer technische details. Het is zaak om die ook helder te houden bij het vertalen van de juridische argumentatie, anders sla je al snel de plank mis.
P-G Wassink: opt-in systeem huis-aan-huisbladen is in strijd met art. 10 EVRM
HR 7 mei 2021, IEF 19936, RB 3511; ECLI:NL:PHR:2021:447 (Gemeente Utrecht tegen DPG) In de Afvalstoffenverordening van de gemeente Utrecht is met ingang van 1 januari 2020 bepaald dat ongeadresseerd reclamedrukwerk en huis-aan-huisbladen alleen mogen worden bezorgd bij inwoners die met een JA/JA- of NEE/JA-sticker hebben aangegeven dat zij dit drukwerk willen ontvangen (het opt-in systeem). De uitgever van een huis-aan-huisblad heeft in een kort geding tegen de gemeente een verbod tot handhaving van deze regeling gevorderd. In cassatie spitst het geschil zich toe op de vraag of het hof heeft kunnen oordelen dat het opt-in-systeem jegens deze uitgever in strijd is met art. 10 EVRM omdat niet voldaan is aan het noodzakelijkheidsvereiste. P-G Wissink concludeert dat het hof dit terecht heeft mogen doen en adviseert tot verwerping van het cassatieberoep van de gemeente.
Informatieboekje varkenshouderij in strijd met artikel 11.1 NRC

RCC College van Beroep 16 maart 2021, RB 3508; 2020/00480 - CVB (Informatieboekje Varkenshouderij) De klacht van Varkens in Nood luidt kort samengevat als volgt: Het Informatieboekje Varkenshouderij is onderdeel van de PR-campagne “The Pig Story”. Het boekje is door POV naar basisscholen gestuurd in de vorm van ‘lesmateriaal’, maar het betreft in werkelijkheid reclame in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Op grond van artikel 11.1 NRC moet reclame duidelijk herkenbaar zijn voor het publiek waarvoor het is bedoeld. Het woord ‘reclame’ of ‘advertentie’ komt in het boekje echter niet voor, hetgeen volgens ViN in strijd is met artikel 11.1 NRC en/of artikel 4a van de Kinder- en Jeugdreclamecode (KJC). Door het boekje als ‘lesmateriaal’ op te sturen naar basisscholen is volgens ViN bovendien sprake van strijd met artikel 2 lid 1 sub c KJC, waarin is bepaald dat reclame gericht op kinderen niet mag profiteren van het speciale vertrouwen dat kinderen in leraren hebben. Het boekje geeft daarbij een eenzijdig beeld van de varkenshouderij, waarbij dierenwelzijns- en milieuproblemen volledig worden verzwegen. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 11.1 NRC.