Uitspraak ingezonden door Jaap Bremer, BarentsKrans.
Misleidende vergelijkende reclame in de telecombranche
Vzr. Rechtbank Den Haag 19 juni 2020, IEF 19283, RB 3424; C/09/593895 (KPN tegen T-Mobile) Kort geding. De zaak betreft een radiocommercial die T-Mobile in het kader van haar campagne “Break-Up Weken” heeft uitgezonden. Er wordt geoordeeld dat deze commercial misleidend is, nu T-Mobile daarmee suggereert dat zij, in tegenstelling tot KPN, geen prijsverhogingen doorvoert, terwijl zij dat jaarlijks wel doet door een inflatiecorrectie toe te passen. Vorig jaar werd T-Mobile in kort geding op de vingers getikt wegens het uitzenden van een radiocommercial met een vergelijkbare boodschap. Nu T-Mobile de misleidende suggestie dat zij geen prijsverhogingen doorvoert opnieuw in een commercial heeft verwerkt, ziet de voorzieningenrechter aanleiding om een breed geformuleerd verbod op te leggen, dat niet alleen op de specifieke commercial betrekking heeft (waarvan de uitzending enkele dagen vóór de zitting door T-Mobile was gestaakt), maar ook op andere commercials waarin de misleidende uiting wordt gedaan. Daarnaast moet T-Mobile een rectificatie op haar website plaatsen.
Drukwerk Jumbo Arnhem in strijd met artikel 3.1 Code VOR
SCR 8 april 2020, RB 3409; 2020/00052 (Klaagster tegen Jumbo Arnhem) Klaagster maakt bezwaar tegen het feit dat het drukwerk ‘Arnhem de genoeglijkste’ in haar brievenbus is bezorgd. Het betreft een boek waarin op diverse pagina’s plaatjes dienen te worden geplakt. Deze plaatjes ontvangt men bij het doen van boodschappen bij Jumbo Arnhem. Klaagster stelt dat het boek hierdoor ongeadresseerd reclamedrukwerk betreft en dat de bezorging om die reden in strijd is met de Nee/Ja-sticker op haar brievenbus. Beoordeeld dient te worden of het drukwerk ‘Arnhem de genoeglijkste’ een reclamedrukwerk in de zin van de Code Verspreiding Ongeadresseerd Reclamedrukwerk (Code VOR) is.
De commissie oordeelt dat Jumbo Arnhem in strijd heeft gehandeld met het bepaalde in artikel 3.1 Code VOR. Er is namelijk sprake van een vorm van uitlokking of beïnvloeding in de zin van artikel 1 NRC, omdat het drukwerk indirect tot aanprijzing van Jumbo Arnhem strekt. Dit impliceert dat het drukwerk onder de reikwijdte van het begrip reclame als bedoeld in artikel 1 NRC in verbinding met artikel 1.1.a Code VOR valt en dat het om die reden reclamedrukwerk in de zin van de Code VOR betreft. Dit heeft tot gevolg dat bij de verspreiding van ‘Arnhem de genoeglijkste’ de brievenbusstickers van de Code VOR in acht hadden dienen te worden genomen. Door de bezorging van dit reclamedrukwerk in de brievenbus van klaagster, die is voorzien van een Nee/Ja-sticker, heeft Jumbo Arnhem gehandeld in strijd met artikel 3.1 Code VOR.
Televisiereclame voor de Toyota Hybrid niet misleidend
SRC 29 april 2020, RB 3415; 2020/00129 (Televisiereclame Toyota Hybrid) De klacht is gericht tegen een televisiereclame voor de Toyota Hybrid. Daarin toont een vrouw dat zij vindt dat haar vader zich milieubewuster zou kunnen gedragen: zo sluit zij de lopende kraan terwijl hij tanden poetst, zet ze de verwarming lager en sluit ze een openstaande koelkast. Vervolgens rijdt de vrouw met enige kracht weg in een Toyota Hybrid. Daarbij verschijnt in beeld: “De nieuwe generatie hybrid” en “Heel zuinig en toch krachtig”. Ten slotte wordt gezegd: “Dat is de power van Toyota”. Klager vindt dat de wijze waarop de jonge vrouw wegrijdt in haar Toyota Hybrid, uit oogpunt van milieubewustzijn niet valt te verenigen met de daaraan voorafgaande beelden van deze vrouw, die haar vader wijst op het belang van een (meer) milieubewust gedrag. Hij vindt de uiting misleidend en kwetsend. De klacht wordt afgewezen:
Er wordt als volgt overwogen:
Klacht reclame wifi van online.nl afgewezen
SRC 29 april 2020, RB 3416; 2020/00154 (Reclame online.nl) Klacht gericht tegen een uiting op https://www.online.nl/internet/wifi/. Klager vindt de reclame misleidend. Adverteerder suggereert dat zij bovengemiddeld goede apparatuur in bruikleen geeft, die “storingsvrij” en “optimaal” wifi levert. In de praktijk levert adverteerder echter apparatuur die in 2020 niet meer marktconform kan worden genoemd. Adverteerder wekt daarnaast de indruk dergelijke apparatuur te leveren, door haar Wifi aan te duiden als “storingsvrij” en “optimaal”, terwijl zij deze apparatuur in werkelijkheid niet levert, zo stelt klager. De klacht wordt afgewezen.
Artikel ingezonden door Remco Klöters, Van Kaam advocaten.
Lookalike-race: Max Verstappen (3) vs Katja Schuurman (2) vs Michiel Muller (1)
Nu we nog een kleine maand op de start van het Formule 1 seizoen moeten wachten komt het nieuws over de recente juridische crash van Verstappen als geroepen. Verstappen lag comfortabel op winst toen hij Picnic via de Rechtbank Amsterdam tot een schadevergoeding van € 150.000,- aan gederfde reclame-inkomsten dwong. Het Hof Amsterdam zet hier deze week een streep door [IEF 19239].
Verstappen kan geen beroep doen op zijn portretrecht en dus zal de schadevergoeding aan Picnic en dus aan winnaar Michiel Muller terugbetaald moeten worden.
Verstappen zette in op het leerstuk dat het portretrecht niet is voorbehouden voor kwesties waarin alle gelaatstrekken zichtbaar zijn en zich ook uit kan strekken tot lookalikes. Hij nam dus een lift van Katja Schuurman, het voormalige boegbeeld van de Gouden Gids, wiens kapsel, houding en hoge hakken vijftien jaar geleden al eens werden misbruikt door het concurrerende bedrijf iLocal.
Picnic maakte geen inbreuk op portretrecht Verstappen
Hof Amsterdam 2 juni 2020, IEF 19239, RB 3422; ECLI:NL:GHAMS:2020:1410 (Picnic tegen Mavic en Verstappen) Mavic behartigt de zakelijke belangen van autocoureur Max Verstappen en heeft een exclusieve licentie om de intellectuele eigendomsrechten en het portretrecht van Verstappen te promoten en te exploiteren. Picnic is een online supermarkt en publiceerde op Facebook een veelbekeken commercial met een Verstappen-lookalike. De rechtbank Amsterdam oordeelde eerder dat er sprake was van inbreuk op het portretrecht van Verstappen en veroordeelde Picnic tot een schadevergoeding [IEF 17658]. Het hof concludeert dat er geen sprake van inbreuk op het portretrecht van Verstappen is. Het is voor de aanschouwer van de film van Picnic duidelijk dat het niet Verstappen zelf betreft maar dat het gaat om een persiflage. Het enkele feit dat een bekende persoon verzilverbare populariteit geniet brengt niet zonder meer met zich mee dat het in een (reclame)filmpje nadoen van die persoon (zonder dat verwarring optreedt) als onrechtmatig moet worden gekwalificeerd.
Bestuurder is niet aansprakelijk voor inbreuk op reclametekst
Hof Den Bosch 19 mei 2020, IEF 19232; RB 3421; ECLI:NL:GHSHE:2020:1588 (Eiser tegen Local Online Marketing) Local Online Marketing (LOM) is gespecialiseerd in zoekmachinemarketing. LOM heeft met de besloten vennootschap Keukenmanagement een overeenkomst voor zoekmachinemarketing gesloten. Eiser is enig bestuurder en aandeelhouder van Keukenmanagement. Omdat Keukenmanagement haar betalingsverplichtingen niet is nagekomen, is LOM een dagvaardingsprocedure gestart. LOM heeft voorts tegen eiser een vordering ingesteld wegens inbreuk op het auteursrecht van door haar aangeleverde teksten.
In het tussenvonnis van 29 maart 2017 heeft de kantonrechter in de eerste plaats vastgesteld dat de teksten op de website van Keukenmanagement afkomstig zijn van LOM. Vervolgens is geoordeeld dat de teksten auteursrechtelijk beschermd zijn waarbij in het bijzonder is overwogen dat de teksten “origineel” zijn. LOM heeft in haar algemene voorwaarden melding gemaakt van het feit dat het auteursrecht aan haar toekomt. Volgens de kantonrechter heeft LOM echter onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld waaruit volgt dat eiser persoonlijk aansprakelijk gehouden kan worden voor een door Keukenmanagement bv gepleegde inbreuk.
Het hof deelt het oordeel van de kantonrechter dat LOM onvoldoende heeft gesteld om aansprakelijkheid van eiser aan te nemen. Voor zover LOM al tegen dit oordeel heeft willen opkomen, heeft zij niet voldoende specifiek en concreet aangevoerd waarom deze uitspraak onjuist zou zijn. Het hoger beroep wordt verworpen.
Benelux Merkencongres 2020: net even anders!
Als altijd volledig, actueel en praktijkgericht: het Benelux Merkencongres van deLex!
We pakken het dit jaar iets anders aan, met een programma dat is verdeeld over twee dagen. Op donderdag 11 juni organiseren we een online sessie. Op dinsdag 6 oktober volgt deel twee, hopelijk offline in hotel Jakarta, met aansluitend een borrel.
Dagvoorzitters Martin Senftleben en Tobias Cohen Jehoram staan garant voor boeiende en inspirerende dagen met experts uit binnen- en buitenland. De sessies zijn persoonlijk gericht en interactief. We zorgen voor pauzes en natuurlijk krijgt u ruimte om vragen te stellen.
Programma donderdag 11 juni
12.00 – 15.30 uur, online
- Actualiteiten Merkenrecht, Martin Senftleben
- Merkwaardering in de praktijk, door experts van Duff & Phelps
- Verwijzend merkgebruik, nieuwe wetgeving en nieuwe jurisprudentie, Adonna Alkema
Programma dinsdag 6 oktober
12.30 – 17.00 uur, Hotel Jakarta
- Merkdepots te kwader trouw, vanuit het gezichtspunt van rechter Sir Richard Arnold, High Court of Justice / Court of Appeal
- Hoe verder na Red Bull/Adidas/Hartwell? Bas Kist (Chiever) biedt perspectief
- Reparatie en hervullen van gemerkte waren, Tobias Cohen Jehoram
Kunt u niet op één van deze dagen? Geen probleem: het is ook mogelijk om alleen in juni of september deel te nemen. Neem daarvoor rechtstreeks contact op via info@delex.nl
We kijken uit naar twee inspirerende middagen en verwelkomen u graag!
Actualiteitenlunch Reclamerecht - Aanmelden nog mogelijk!
Zet lunch en laptop klaar en schuif aan tijdens de Actualiteitenlunch Reclamerecht van deLex op woensdag 27 mei! Bram Duivenvoorde (Universiteit Utrecht) en Ebba Hoogenraad (Hoogenraad & Haak) loodsen u in hoog tempo door de relevante rechtspraak en nieuwe Europese regelgeving.
De onderwerpen zijn onder meer: reclame en misleiding in games en apps, prijspersonalisering in Europa, duurzaamheidsclaims, reclame versus de vrijheid van meningsuiting, reclame in coronatijd, en nog veel meer....
Ook online zorgen we voor een persoonlijk gerichte, interactieve sessie, met ruimte voor vragen. Let op: het aantal plaatsen is beperkt.
Accreditatie: 2 opleidingspunten
Tijd: 12.15 – 14.30 uur
Uitspraak ingezonden door Jordi Bierens, Pels Rijcken.
Herstelvonnis: in rectificatie ontbraken aanhalingstekens
Vzr. Rechtbank Oost-Brabant 14 mei 2020, RB; ECLI:NL:RBOBR:2020:2623 (Hit tegen Scholt Energy) Kort geding. Herstelvonnis, [RB 3406]. In de tekst van de rectificatie zijn abusievelijk aanhalingstekens weggelaten. De zin De verkoper van HIT Profit heeft bij de digitale ondertekening van een contract namens een klant gebruik gemaakt van een digitaal gegenereerde handtekening in handschriftstijl. Wordt gewijzigd in: De verkoper van HIT Profit heeft bij de digitale ondertekening van een contract ‘namens een klant’ gebruik gemaakt van een digitaal gegenereerde handtekening in handschriftstijl.