Geurclaim Ambi Pur alsnog voldoende aannemelijk
SRC College van Beroep 11 februari 2020, RB 3381; 2019/00643 - CVB (Televisiecommercial Ambi Pur) Klacht betreft een commercial van Procter & Gamble waarin de luchtverfrisser ‘Ambi Pur badkamer & toilet’ wordt aangeprezen. Het zou technisch onmogelijk zijn dat het product toiletgeuren verwijdert door deze te onttrekken aan zachte badkameroppervlakken, zoals de reclamespot suggereert. De Commissie oordeelde dat Procter & Gamble onvoldoende heeft onderbouwd dat geuren die ontstaan bij het doortrekken van het toilet in zachte materialen kunnen blijven hangen. Daarnaast is de enkele mededeling van Procter & Gamble dat volgens haar eigen onderzoek de Ambi Pur luchtverfrisser geuren op zachte oppervlakken verwijdert en verwijderd houdt, onvoldoende om als verifieerbaar bewijs te gelden voor de werking die in de commercial wordt geclaimd. Het College wijst de klacht alsnog af. Op grond van in beroep overgelegde stukken, waarover de Commissie niet kon beschikken en die niet door geïntimeerde zijn betwist, is voldoende aannemelijk dat het aangeprezen product in staat is toiletgeuren in de lucht en op zachte oppervlakken te verwijderen in plaats van deze uitsluitend te maskeren.
Facebookreclame Staatsloterijrad is misleidend
SRC College van Beroep 13 februari 2020, RB 3380; 2019/00694 - CVB (Staatsloterij-rad) Klacht gericht tegen reclame van Staatsloterij op Facebook in de vorm van een ronddraaiend rad. De inleidende klacht komt erop neer dat de reclame misleidend is omdat door de indeling van de vakjes op het rad de indruk wordt gewekt dat de kans om te winnen op tien loten 1 op 16 is en de kans op honderd loten ook 1 op 16. Dus een kans van 1 op 8 om tien of honderd loten te winnen. De indruk dat het rad bepaalt of extra loten worden gewonnen, wordt versterkt door de oproep om aan het rad te draaien. Pas uit de actievoorwaarden blijkt dat het toekennen van loten niet door het draaien aan het rad gebeurt, maar op een geheel andere wijze met een veel lagere winkans. De Commissie heeft de klacht gegrond verklaard. Deze beslissing wordt bevestigd.
Voorjaarsbijeenkomst VvRr op donderdag 5 maart
Duurzaamheid is niet alleen een trend maar ook gewoon noodzakelijk. Steeds meer bedrijven profileren zichzelf of hun producten via reclame en marketing als bijdragend aan duurzame ontwikkeling. Elk streven naar duurzaamheid is toe te juichen. Maar waar moet je rekening mee houden bij het doen van claims? Wanneer is een claim terecht? En wanneer misleidend?
Hierover gaat de voorjaarsvergadering van de Vereniging voor Reclamerecht op 5 maart op het kantoor van NautaDutilh in Amsterdam. Bekijk hier het programma.
Terugbetalingsregeling van Boehringer Ingelheim is ontoelaatbaar
Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 29 januari 2020, LS&R 1783, RB 3378; ECLI:NL:RBMNE:2020:295 (Novo Nordisk tegen Boehringer Ingelheim) Novo Nordisk en Boehringer Ingelheim zijn producenten van geneesmiddelen en brengen allebei geregistreerde geneesmiddelen voor de behandeling van diabetes type 2 op de Nederlandse markt. Het draait in deze zaak om de beantwoording van de vraag of de terugbetalingsregeling van Boehringer Ingelheim toelaatbaar is. Geoordeeld wordt dat dit niet zo is. De terugbetalingsregeling van Boehringer Ingelheim moet worden aangemerkt als reclame in de zin van de Geneesmiddelenwet. Het is op grond van artikel 84 lid 3 Geneesmiddelenwet verboden om reclame te maken die het rationele gebruik van een geneesmiddel niet bevordert wegens het ontbreken van een objectieve voorstelling van zaken. Boehringer Ingelheim heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hun reclame is gebaseerd op rationele gronden, waardoor hun reclame over de terugbetalingsregeling ontoelaatbaar is.
Advertentie katoenen broek misleidend
RCC 19 december 2019, RB 3377; 2019/00728 (Klager tegen Oslo Brands) Oslo Brands heeft op Instagram een advertentie geplaatst voor een broek genaamd SWAT Pants. Daarbij wordt onder meer vermeld dat de broek gemaakt is met 65% nylon, 35% katoen én dat het waterafstotend is. Klager heeft ondervonden dat de broek echter 97% katoen en 3% spaander bevat. Tevens is hij niet waterdicht. Dit leidt tot het oordeel dat de uiting onjuiste informatie bevat en daarom misleidend en oneerlijk is tegenover de gemiddelde consument.
Misleiding ABN AMRO omtrent hypotheekaflossing
RCC 1 november 2019, IEF 3373; 2019/00533 (Klager tegen ABN AMRO) ABN AMRO biedt haar klanten de optie om de hypotheek extra af te lossen. De klacht richt zich tegen de volgende uitingen van ABN-Amro op haar website: “Meestal een lager maandbedrag” onder “Voordelen extra aflossen” en de vermelding “Soms geen lager maandbedrag bij gekoppelde spaarrekening of verzekering” onder “Nadelen extra aflossen”. De suggestie dat het negatief zou zijn voor de klant als het maandbedrag niet omlaag gaat, vindt klager misleidend. Extra aflossing op een hypotheek kan tot lagere maandlasten leiden, maar de mogelijkheid bestaat dat de maanlasten niet omlaag gaan. De mededelingen daaromtrent zijn op een juiste manier gedaan. Er is echter nog een andere optie, namelijk een verkorting van de looptijd van de hypotheek met behoud van hetzelfde maandbedrag. Deze mogelijkheid wordt niet aangeboden onder “zelf regelen” op de website. In het kader van “Extra aflossen op uw hypotheek” wordt deze optie wel als dermate essentieel geacht, dat de consument hier uitdrukkelijk op had moeten worden gewezen. Het ontbreken van deze optie in de uiting zorgt voor onduidelijkheid ten aanzien van de voordelen van het product. De gemiddelde consument kan er toe worden gebracht een besluit te nemen die hij anders niet had genomen, waardoor de uiting misleidend en oneerlijk is in de zin van artikel 7 NRC.
Betaalde samenwerking vlogger en Hoeksche Hoeve resulteert wél in reclame-uiting
Reclame Code Commissie 20 december 2019, IE 18928, IT 2996; 2019/00696 (Aanklager tegen Vlogger en Hoeksche Hoeve) Vlogger en Hoeksche Hoeve worden aangeklaagd omdat zij volgens aanklager in een vlog reclame maken voor het merk Boerderijchips, zonder te vermelden dat er sprake is van een betaalde samenwerking. Hoeksche Hoeve verweert zich met de stelling dat de vlog een informatief karakter heeft. Dit treft echter geen doel, omdat voor de vraag of er sprake is van reclame niet relevant is of er continu of alleen op bepaalde momenten in de vlog reclame in de zin van artikel 1 Nederlandse Reclame Code wordt gemaakt. De vlog is meer dan alleen informatief, omdat het Boerderijchips-logo meerdere malen duidelijk zichtbaar is. Daarnaast volgt uit de overeenkomst tussen vlogger en Hoeksche Hoeve dat vlogger een bepaald geldbedrag zou ontvangen voor de gemaakte reclame. Dit toont aan dat er sprake is van een Relevante Relatie in de zin van artikel 3 Reclame Code Social Media (RSM) tussen vlogger en Hoeksche Hoeve. Deze relatie moet volgens datzelfde artikel worden genoemd in de vlog of in de beschrijving ervan. Tot slot heeft Hoeksche Hoeve zich niet gehouden aan de zorgplicht beschreven in artikel 6 RSM. Dat Hoeksche Hoeve naar eigen zeggen geen invloed heeft kunnen uitoefenen op de inhoud van de vlog doet hier niet aan af.
Boete KPN, Tele2, Vodafone en T-Mobile voor onduidelijke websites
ACM 30 december 2019 (ACM tegen KPN, Tele2, Vodafone en T-Mobile) Internet. Onvolledige informatie. Concurrentie. De vier telecomaanbieders worden door de ACM beboet wegens onjuiste en onvolledige informatie over hun aanbod op hun webistes. Dit kan leiden tot oneerlijke concurrentie.
Website Booking.com moet duidelijker
ACM 20 december 2019, RB 3371, IT&R 2979 (Booking.com tegen ACM) Online misleiding. Na optreden van de ACM en andere Europese consumententoezichthouders moet Booking.com haar website aanpassen. De website moet duidelijker zijn om misleiding van consumenten de voorkomen. Booking.com heeft toegezegd de aanpassingen door te zullen voeren.
Kosten KLM Package Deals naar Las Vegas niet transparant
CvB RCC 17 december 2019, RB 3370; 2019/00541 (KLM Package Deals) De klacht betreft de website klmpackagedeals.klm.nl waarop een resort-fee ten onrechte niet is opgenomen in de geadverteerde totaalprijs. Hierdoor is de prijs kunstmatig laag en kan deze niet eerlijk worden vergeleken met die van andere reisaanbieders. Het verweer dat de fee niet in de prijs kan worden opgenomen, omdat het ter plekke bij het hotel moet worden betaald, treft geen doel. Het ontslaat adverteerder niet van de verplichting om in haar uitingen duidelijke prijzen te hanteren en onvermijdbare kosten in de prijs op te nemen indien deze vast zijn, of op het moment dat de hoogte daarvan per persoon bekend is. De wijze waarop de onvermijdbare kosten van de ‘Resort Fee’ bekend zijn gemaakt, wordt niet transparant geacht.
Het verweer dat het bedrag van € 227,60 niet in de prijs kan worden opgenomen, omdat het ter plekke bij het hotel moet worden betaald, treft geen doel. Dat een deel van de hotelkosten (de ‘Resort Fee’) kennelijk ter plekke betaald moet worden, ontslaat adverteerder niet van de verplichting om in haar uitingen duidelijke prijzen te hanteren en onvermijdbare kosten in de prijs op te nemen indien deze vast zijn, of op het moment dat de hoogte daarvan per persoon bekend is. De wijze waarop Airtrade de onvermijdbare kosten van de ‘Resort Fee’ bekend maakt acht de Commissie overigens niet transparant als bedoeld in artikel III onder 1 RR. Die kostenpost is namelijk niet direct naast of onder de geadverteerde prijs opgenomen, maar achter een button die de consument moet aanklikken voordat de hoogte van de Resort Fee bekend wordt. Gelet op dit alles is sprake van het hanteren van een onduidelijke prijs als bedoeld in de RR, en is de uiting in strijd met artikel IV onder 1 RR, in combinatie met artikel III onder 1 RR.