deLex najaarsagenda 2020

deLex najaarsagenda 2020
Blijf ook dit najaar op de hoogte met de actualiteitenlunches, webinars en congressen van deLex. Met actuele, interactieve programma’s en volop gelegenheid tot netwerken!
Waar mogelijk organiseren we bijeenkomsten op locatie, waar nodig gaan we online.
De agenda:
- Dinsdag 8 september: Nederlands Octrooicongres deel 2, Online
- Dinsdag 6 oktober: Benelux Merkencongres deel 2, Hybride (onilne en op locatie)
- Woensdag 18 november: Jurisprudentielunch Merken- Modellen- en Auteursrecht
- Donderdag 26 november: Nationaal Mediarechtcongres 2020
- Woensdag 2 december: Jurisprudentielunch Octrooirecht
- Donderdag 10 december: Nationaal Reclamerechtcongres 2020, Hotel Jakarta Amsterdam
Het najaarsprogramma belooft nog veel meer, met een Kunst & IE maand, meer actualiteitenlunches, een Retailmiddag, en - in herhaling - een actualiteitenmiddag Entertainment & Muziek. Kijk voor meer informatie op de website of mail naar info@delex.nl
Uitspraak ingestuurd door Robbert Sjoersma, Holla Advocaten.
Observatoire studie als wetenschappelijke onderbouwing vergelijkende claim

CGR 30 juni 2020, RB 3428, LS&R 1836; B20.01 (Janssen tegen Astellas) Reclamerecht. Beslissing van de Commissie van Beroep van de Stichting Code Geneesmiddelenreclame. De Codecommissie heeft op verzoek van Astellas, Janssen bevolen de vergelijkende reclame - De uitkomsten van de interim analyse tonen voor de AQUARiUS studie betere resultaten aan op vlak van cognitieve & vermoeidheidsgerelateerde eindpunten voor abiraterone + prednison in vergelijking met enzalutamide - in de toekomst niet meer te gebruiken. Janssen gaat hiertegen in beroep. Geen van de door Janssen aangevoerde gronden slaagt. Interessant aan deze uitspraak is dat de Commissie van Beroep overweegt dat vergelijkbare claims in beginsel gebaseerd dienen te zijn op onderzoek naar de effectiviteit van de vergeleken geneesmiddelen en dat een observatoire studie in beginsel kan dienen als wetenschappelijke onderbouwing van een vergelijkende claim.
Wijziging toelichting bij de Gedragscode Geneesmiddelenreclame

Jaarlijks wordt de Toelichting op de Code geactualiseerd. In deze nieuwsbrief van de Stichting Code Geneesmiddelen Reclame worden de wijzigingen die per 1 juli 2020 in werking treden, nader toegelicht. De wijzigingen zelf zijn in de bijlage gevoegd en worden per 1 juli 2020 in de Code geïntegreerd.
Inhoudsopgave Intellectuele Eigendom en Reclamerecht (IER)

Inhoudsopgave van het tijdschrift Intellectuele Eigendom en Reclamerecht (IER) 2020-3.
Vizier
Nr. 15 De coronacrisis: ongewenst interessant / Mr. drs. A.M.E. Verschuur p. 131
Artikelen
Nr. 16 Octrooirecht in noodsituaties / Mr. D.M. Mulder p. 133
Jurisprudentie
Merkenrecht
Nr. 17 27-02-2020 Hof van Justitie van de Europese Unie (Constantin/EUIPO), m.nt. AMEV p. 140
Octrooirecht
Nr. 18 30-07-2019 Hof Den Haag (Biogen/Celltrion), m.nt. mr. J.M. Boelens p. 148
Reclamerecht
Nr. 19 17-12-2019 Reclame Code Commissie (EPOA/The Flower Farm), m.nt. mr. W.J.H. Leppink p. 161
VMC webinar Corona apps - how-to (not) make one

Sinds de uitbraak van het nieuwe coronavirus is het maatschappelijk en economisch leven op zijn kop gezet. Om een te snelle verspreiding van het virus te remmen zijn er ongeëvenaarde vrijheidsbeperkingen opgelegd. Totdat er een vaccin of behandeling is lijkt het onwaarschijnlijk dat het leven snel weer wordt ‘zoals het was’.
Om in de tussentijd de verdere verspreiding van het virus zo goed als mogelijk te beheersen, zo veel mogelijk vrijheid terug te geven aan mensen, en nieuwe grootschalige uitbraken te voorkomen, worden wereldwijd tal van maatregelen getroffen of overwogen. Eén daarvan is de inzet van één of meerdere apps. Ter ondersteuning van (zelf)diagnoses, ter ondersteuning van contactonderzoek door GGD’s, of in de meer extreme gevallen ter handhaving van vrijheidsbeperkende maatregelen.
Uitspraak ingezonden door Jaap Bremer, BarentsKrans.
Misleidende vergelijkende reclame in de telecombranche

Vzr. Rechtbank Den Haag 19 juni 2020, IEF 19283, RB 3424; C/09/593895 (KPN tegen T-Mobile) Kort geding. De zaak betreft een radiocommercial die T-Mobile in het kader van haar campagne “Break-Up Weken” heeft uitgezonden. Er wordt geoordeeld dat deze commercial misleidend is, nu T-Mobile daarmee suggereert dat zij, in tegenstelling tot KPN, geen prijsverhogingen doorvoert, terwijl zij dat jaarlijks wel doet door een inflatiecorrectie toe te passen. Vorig jaar werd T-Mobile in kort geding op de vingers getikt wegens het uitzenden van een radiocommercial met een vergelijkbare boodschap. Nu T-Mobile de misleidende suggestie dat zij geen prijsverhogingen doorvoert opnieuw in een commercial heeft verwerkt, ziet de voorzieningenrechter aanleiding om een breed geformuleerd verbod op te leggen, dat niet alleen op de specifieke commercial betrekking heeft (waarvan de uitzending enkele dagen vóór de zitting door T-Mobile was gestaakt), maar ook op andere commercials waarin de misleidende uiting wordt gedaan. Daarnaast moet T-Mobile een rectificatie op haar website plaatsen.
Drukwerk Jumbo Arnhem in strijd met artikel 3.1 Code VOR

SCR 8 april 2020, RB 3409; 2020/00052 (Klaagster tegen Jumbo Arnhem) Klaagster maakt bezwaar tegen het feit dat het drukwerk ‘Arnhem de genoeglijkste’ in haar brievenbus is bezorgd. Het betreft een boek waarin op diverse pagina’s plaatjes dienen te worden geplakt. Deze plaatjes ontvangt men bij het doen van boodschappen bij Jumbo Arnhem. Klaagster stelt dat het boek hierdoor ongeadresseerd reclamedrukwerk betreft en dat de bezorging om die reden in strijd is met de Nee/Ja-sticker op haar brievenbus. Beoordeeld dient te worden of het drukwerk ‘Arnhem de genoeglijkste’ een reclamedrukwerk in de zin van de Code Verspreiding Ongeadresseerd Reclamedrukwerk (Code VOR) is.
De commissie oordeelt dat Jumbo Arnhem in strijd heeft gehandeld met het bepaalde in artikel 3.1 Code VOR. Er is namelijk sprake van een vorm van uitlokking of beïnvloeding in de zin van artikel 1 NRC, omdat het drukwerk indirect tot aanprijzing van Jumbo Arnhem strekt. Dit impliceert dat het drukwerk onder de reikwijdte van het begrip reclame als bedoeld in artikel 1 NRC in verbinding met artikel 1.1.a Code VOR valt en dat het om die reden reclamedrukwerk in de zin van de Code VOR betreft. Dit heeft tot gevolg dat bij de verspreiding van ‘Arnhem de genoeglijkste’ de brievenbusstickers van de Code VOR in acht hadden dienen te worden genomen. Door de bezorging van dit reclamedrukwerk in de brievenbus van klaagster, die is voorzien van een Nee/Ja-sticker, heeft Jumbo Arnhem gehandeld in strijd met artikel 3.1 Code VOR.
Televisiereclame voor de Toyota Hybrid niet misleidend

SRC 29 april 2020, RB 3415; 2020/00129 (Televisiereclame Toyota Hybrid) De klacht is gericht tegen een televisiereclame voor de Toyota Hybrid. Daarin toont een vrouw dat zij vindt dat haar vader zich milieubewuster zou kunnen gedragen: zo sluit zij de lopende kraan terwijl hij tanden poetst, zet ze de verwarming lager en sluit ze een openstaande koelkast. Vervolgens rijdt de vrouw met enige kracht weg in een Toyota Hybrid. Daarbij verschijnt in beeld: “De nieuwe generatie hybrid” en “Heel zuinig en toch krachtig”. Ten slotte wordt gezegd: “Dat is de power van Toyota”. Klager vindt dat de wijze waarop de jonge vrouw wegrijdt in haar Toyota Hybrid, uit oogpunt van milieubewustzijn niet valt te verenigen met de daaraan voorafgaande beelden van deze vrouw, die haar vader wijst op het belang van een (meer) milieubewust gedrag. Hij vindt de uiting misleidend en kwetsend. De klacht wordt afgewezen:
Er wordt als volgt overwogen:
Klacht reclame wifi van online.nl afgewezen

SRC 29 april 2020, RB 3416; 2020/00154 (Reclame online.nl) Klacht gericht tegen een uiting op https://www.online.nl/internet/wifi/. Klager vindt de reclame misleidend. Adverteerder suggereert dat zij bovengemiddeld goede apparatuur in bruikleen geeft, die “storingsvrij” en “optimaal” wifi levert. In de praktijk levert adverteerder echter apparatuur die in 2020 niet meer marktconform kan worden genoemd. Adverteerder wekt daarnaast de indruk dergelijke apparatuur te leveren, door haar Wifi aan te duiden als “storingsvrij” en “optimaal”, terwijl zij deze apparatuur in werkelijkheid niet levert, zo stelt klager. De klacht wordt afgewezen.
Artikel ingezonden door Remco Klöters, Van Kaam advocaten.
Lookalike-race: Max Verstappen (3) vs Katja Schuurman (2) vs Michiel Muller (1)

Nu we nog een kleine maand op de start van het Formule 1 seizoen moeten wachten komt het nieuws over de recente juridische crash van Verstappen als geroepen. Verstappen lag comfortabel op winst toen hij Picnic via de Rechtbank Amsterdam tot een schadevergoeding van € 150.000,- aan gederfde reclame-inkomsten dwong. Het Hof Amsterdam zet hier deze week een streep door [IEF 19239].
Verstappen kan geen beroep doen op zijn portretrecht en dus zal de schadevergoeding aan Picnic en dus aan winnaar Michiel Muller terugbetaald moeten worden.
Verstappen zette in op het leerstuk dat het portretrecht niet is voorbehouden voor kwesties waarin alle gelaatstrekken zichtbaar zijn en zich ook uit kan strekken tot lookalikes. Hij nam dus een lift van Katja Schuurman, het voormalige boegbeeld van de Gouden Gids, wiens kapsel, houding en hoge hakken vijftien jaar geleden al eens werden misbruikt door het concurrerende bedrijf iLocal.