RB
Gepubliceerd op dinsdag 31 mei 2011
RB 943
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Nestlé Groeie Start reclame voldoet aan zuigelingenvoeding richtlijn

RCC 10 mei 2011, Dossiernr. 2011/00165 (Nestlé)

Reclamerecht. Televisiereclame voor Nestlé Groeie Start met L.Comfortis. Klaagster stelt dat het lijkt alsof reclame voor jonge baby's bedoeld is en dat mededeling over borstvoeding beter dan kunstvoeding bijna onleesbaar is en kort in beeld. Lijkt volgens klaagster in strijd met WHO regels. Verweerder stelt dat verbod reclame voor jonge baby's niet volgt uit WHO regels maar uit art. 14 Richtlijn 2006/141/EG. Baby's in uiting zijn ouder dan 6 maanden, onderbouwd met e-mail reclamebureau. Uiting over borstvoeding is volgens verweerder 6 seconden in beeld.

Commissie oordeelt dat verbod uit art. 14 Richtlijn niet is overtreden omdat in uiting meerdere malen wordt gesproken over opvolgmelk. Geen reden om aan mededeling verweerder over leeftijd baby's te twijfelen. In uiting duidt geen mededeling in het bijzonder op baby's jonger dan 6 maanden. Geen wettelijke verplichting uiting over borstvoeding te vermelden bij opvolgmelk, dus klacht ongegrond. Wijst klacht af.

Ad 1. Tussen partijen staat vast dat geen reclame mag worden gemaakt voor volledige zuigelingenvoeding voor baby’s jonger dan 6 maanden. Naar adverteerder onweersproken heeft meegedeeld, volgt dit verbod niet uit “de WHO regels”, maar uit artikel 14 van de Europese Richtlijn over zuigelingenvoeding, richtlijn 2006/141/EG, welke regelgeving is geïmplementeerd in de “Warenwetregeling Zuigelingenvoeding 2007”.
In artikel 14 van voornoemde richtlijn staat onder meer:
“Voor volledige zuigelingenvoeding mag slechts reclame worden gemaakt in gespecialiseerde publicaties op het gebied van babyverzorging en in wetenschappelijke publicaties”
en
in artikel 2 van voornoemde Warenwetregeling staat onder meer:
“Het (…) verhandelen van:
a.    volledige zuigelingenvoeding
(…)
geschiedt met inachtneming van de artikelen (…) tot en met 14, van richtlijn 2006/141/EG”. 

Naar het oordeel van de Commissie wordt bovenbedoeld verbod in dit geval niet overtreden, omdat in de uiting meermalen wordt gesproken over “opvolgmelk”. Hierdoor is voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk dat de uiting een aanprijzing inhoudt van “opvolgmelk” en niet van volledige zuigelingenvoeding.

Ad 2. Ingevolge artikel 13 lid 4 van richtlijn 2006/141/EG dient de etikettering van volledige zuigelingenvoeding onder meer de volgende vermelding te bevatten:
“a) een verklaring dat borstvoeding te verkiezen is”. Ingevolge artikel 13 lid 8 sub b van de richtlijn geldt deze eis ook voor “de reclame”. Een dergelijke verplichting is niet in de richtlijn opgenomen voor opvolgmelk, ofwel, zoals in de richtlijn aangeduid, “opvolgzuigelingenvoeding”.
Adverteerder heeft meegedeeld dat zij heeft besloten om bovenbedoelde verklaring ook toe te voegen aan haar communicatie over opvolgmelk, zonder dat daartoe een wettelijke verplichting bestaat. Naar adverteerder stelt, is aan het begin van de bestreden televisiereclame 6 seconden in beeld:
“borstvoeding is de meest geschikte voeding voor zuigelingen”.
Naar het oordeel van de Commissie kan men van mening verschillen over de leesbaarheid van deze mededeling, maar dat leidt, nu niet is gebleken van een (wettelijke) verplichting tot zodanige vermelding, niet tot het oordeel dat de klacht, dat wat dit betreft “de WHO regels” worden overtreden, gegrond is.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: Richtlijn Zuigelingenvoeding (2006/141/EG) art. 13 lid 4, art. 14