RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Misleidende en vergelijkende reclame  

RB 3527

“Geef een veilig thuis” is geen misleidende reclame

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 9 jun 2021, RB 3527; (Klager tegen Stichting Kinderpostzegels), https://reclameboek.nl/artikelen/geef-een-veilig-thuis-is-geen-misleidende-reclame

CvB RCC 9 juni 2021, RB 3527; 2020/00544 (Klager tegen Stichting Kinderpostzegels) Klager vindt de uiting “Geef een veilig thuis” misleidend omdat volgens hem de opbrengst van de betreffende actie niet direct gaat naar organisaties die de veiligheid van gezinnen zal vergroten maar naar eigen projecten van adverteerder waarmee zij kwetsbare kinderen zegt te helpen. De voorzitter gaat er echter van uit dat de gemiddelde consument het gecommuniceerde doel zo zal opvatten dat met een donatie een of meer projecten worden gesteund die ertoe dienen kinderen in probleemsituaties een veilige thuissituatie te bieden. Ook heeft de stichting voldoende aangetoond, dat met de donaties de juiste projecten worden gesteund.

RB 3523

Aanduiding 'vernieuwde smaak' voor tandpasta is niet voldoende

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 5 mei 2021, RB 3523; (Parodontax Original), https://reclameboek.nl/artikelen/aanduiding-vernieuwde-smaak-voor-tandpasta-is-niet-voldoende

RCC College van Beroep 5 mei 2021, RB 3523, 2020/00591 - CVB (Parodontax Original) Farmaceutisch bedrijf GSK produceert tubes tandpasta van het type Parodontax Original. Deze hebben sinds kort een 'vernieuwde smaak', wat ook als zodanig op de tube staat vermeld. Klager vond dat de smaak dusdanig was veranderd dat er feitelijk sprake was van een nieuw product, waardoor de aanduiding 'vernieuwde smaak' volgens hem niet voldoende was om de consument hiervoor te waarschuwen. De RCC was het hiermee eens en wees de klacht dan ook toe. GSK heeft hiertegen beroep ingesteld omdat zij van mening is dat de wijzigingen die zij heeft doorgevoerd te gering zijn om het product een andere benaming te moeten geven. Het College van Beroep gaat hier echter niet in mee en bevestigt de beslissing van de RCC.

RB 3506

Misleidende en vergelijkende reclame over hoortoestellen

Rechtspraak (NL/EU) 19 apr 2021, RB 3506; ECLI:NL:RBMNE:2021:1567 (Kwaliteitsaudiciëns tegen gedaagde), https://reclameboek.nl/artikelen/misleidende-en-vergelijkende-reclame-over-hoortoestellen

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 19 april 2021, IEF 19906, RB 3506, ECLI:NL:RBMNE:2021:1567 (Kwaliteitsaudiciëns tegen gedaagde) Gedaagde is als audicien een verkoper van hoortoestellen. Zij heeft onlangs een reclamecampagne gelanceerd voor op televisie, radio, internet en in kranten waarin zij een aantal gewaagde claims maakt. Zo stelt zij de eigen bijdrage - het bedrag dat niet door een zorgverzekeraar wordt vergoed - van hun hoortoestellen vóór de klant te betalen. Daarnaast beweert zij dat er veel andere audiciens zijn die hoortoestellen aan hun klanten adviseren die niet door zorgverzekeraars worden vergoed. Branchevereniging de Kwaliteitsaudiciens vindt de uitingen te ver gaan en stelt dat gedaagde zich schuldig maakt aan het verspreiden van misleidende en vergelijkende reclame. De voorzieningenrechter gaat hierin mee en verbiedt de reclamecampagne van gedaagde wegens het creëren van misleidende reclame, van een ontoelaatbare vergelijkende reclame en van een misleidende handelspraktijk. Zij ziet echter geen noodzaak voor Kwaliteitsaudiciëns om een rectificatie op te leggen aan gedaagde.

RB 3499

Homeopathie aanprijzende claims zijn misleidend

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 2 mrt 2021, RB 3499; (Klager tegen KVHN), https://reclameboek.nl/artikelen/homeopathie-aanprijzende-claims-zijn-misleidend

RCC 2 maart 2021, RB 3499, 2020/00172 (Klager tegen KVHN) De Koninklijke Vereniging Homeopathie Nederland (KVHN) heeft op haar site een claim staan waarin wordt gesteld dat er vele wetenschappelijke onderzoeken zijn die aantonen dat homeopathie werkzaam is bij vele kwalen en aandoeningen. Klager stelt dat er geen enkel wetenschappelijk bewijs is voor de werking van homeopathie en dat er “pseudowetenschappelijke onderzoeken” worden genoemd. De RCC oordeelt dat de claim van de KVHN moet worden gezien als misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Zij beveelt de KVHN aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 3437

Applicatie is geen misleidende of ongeoorloofde vergelijkende reclame

Rechtspraak (NL/EU) 12 mei 2020, RB 3437; ECLI:NL:GHDHA:2020:1623 (Cosanta tegen Caesar en Chemrade), https://reclameboek.nl/artikelen/applicatie-is-geen-misleidende-of-ongeoorloofde-vergelijkende-reclame

Hof Den Haag 12 mei 2020, IEF 19428, RB 3437, IT 3247; ECLI:NL:GHDHA:2020:1623 (Cosanta tegen Caesar en Chemrade) Misleidende reclame. Zie eerder [IEF 17613]. Cosanta levert een softwareapplicatie onder de naam STOFFENMANAGER, waarin informatie wordt gegeven op het gebied van gevaarlijke stoffen. Cosanta meent dat sprake is van misleidende en ongeoorloofde vergelijkende reclame door Caesar en Chemrade. In eerste aanleg zijn de vorderingen van Cosanta afgewezen. Cosanta vordert alsnog toewijzing van de door haar ingestelde vorderingen. Het relevante publiek zal het teken ‘stoffenmanager’ niet opvatten als aanduiding voor de door Cosanta afkomstige applicatie, omdat het teken ‘stoffenmanager’ beschrijvend is. Van inburgering is evenmin sprake. Daarnaast legt Cosanta aan de misleiding ten grondslag dat Chemrade onterecht de indruk zou wekken dat haar applicatie over dezelfde functionaliteiten beschikt als die van Cosanta, omdat zij gebruik zou maken van een verouderde versie van het algoritme. Niet kan worden aangenomen dat er meerdere versies van het algoritme bestaan. De uitingen van Chemrade zijn voldoende duidelijk, adequaat en niet misleidend. Er is geen sprake is van misleiding of ongeoorloofde vergelijkende reclame. De vorderingen van Cosanta worden afgewezen en het vonnis wordt bekrachtigd.

RB 3431

Misleidende reclame in de paardenhandel

Nederland 1 jul 2020, RB 3431; ECLI:NL:RBROT:2020:6149 (Handel in dressuurpaarden), https://reclameboek.nl/artikelen/misleidende-reclame-in-de-paardenhandel

Rechtbank Rotterdam 1 juli 2020, IEF 19336, RB 3431; ECLI:NL:RBROT:2020:6149 (Handel in dressuurpaarden) Auteursrecht. Reclamerecht. Gedaagde wordt aangesproken voor auteursrechtinbreuk. Hiervan is geen sprake met betrekking tot de foto’s, want de auteursrechten berusten nog steeds op de fotografe en er is geen exclusieve licentie verleend. Gebruik van de foto’s door gedaagde was toegestaan. Wat betreft het filmmateriaal wordt wel auteursrechtinbreuk aangenomen. Gedaagde heeft immers zonder toestemming filmmateriaal van eiseres op YouTube en op haar website geplaatst. Daarnaast spreekt eiseres gedaagde aan voor ongeoorloofde concurrentie en misleidende reclame, omdat gedaagde zich op haar website profileert als succesvol paardenondernemer. Zo toont gedaagde onder meer foto’s van paarden als door haar verkocht. Voor het aannemen van ongeoorloofde concurrentie moet zijn voldaan aan drie vereisten, te weten a) het stelselmatig en substantieel afbreken van b) het duurzame bedrijfsdebiet van de voormalige werkgever, dat de voormalige werknemer in het kader van de arbeidsovereenkomst mee heeft helpen opbouwen c) met de hulpmiddelen die hij daartoe vertrouwelijk van zijn voormalige werkgever ter beschikking kreeg. Het verwijt van ongeoorloofde concurrentie strandt, omdat door eiseres onvoldoende is uitgewerkt en onderbouwd dat zij door uitingen van van gedaagde concreet concurrentie heeft ondervonden. Misleidende reclame wordt wel aangenomen, want gedaagde mocht paarden die na de breuk (in de samenwerking tussen eiser en gedaagde) aan eiseres toebehoorden, niet als ‘haar collectie’ op de site aanbieden.

RB 3398

Staatsloterij moet aankoopbedrag loten terugbetalen

Nederland 7 apr 2020, RB 3398; ECLI:NL:GHSHE:2020:1199 (Deelnemer tegen Staatsloterij), https://reclameboek.nl/artikelen/staatsloterij-moet-aankoopbedrag-loten-terugbetalen

Hof ’s-Hertogenbosch 7 april 2020, RB 3398; ECLI:NL:GHSHE:2020:1199 (Deelnemer tegen Staatsloterij) De Hoge Raad besliste in januari 2015 dat de Staatsloterij in de periode 2000 tot en met 2008 misleidende mededelingen heeft gedaan over winkansen. Volgens de Hoge Raad is het aannemelijk dat een groot deel van de consumenten geen loten zou hebben gekocht als de Staatsloterij wel juiste mededelingen had gedaan. Eiser had ook in deze periode loten gekocht van de Staatsloterij. Naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad begon hij een zaak tegen de Staatsloterij om het aankoopbedrag van zijn loten uit die periode terug te krijgen. Zie [RB 2315]. De rechtbank Limburg gaf de man geen gelijk. Er was volgens de rechtbank geen sprake van een causaal verband tussen de misleidende mededelingen en het wel of niet kopen van loten. Zie [RB 3138].

Eiser onderbouwde zijn vordering in hoger beroep onder andere met het argument dat als de Staatsloterij hem wel de juiste informatie had gegeven, hij geen loten had gekocht. Volgens het hof is dat aannemelijk dat eiser de loten niet gekocht zou hebben als de Staatsloterij geen misleidende mededelingen zou hebben gedaan. De Staatsloterij is aansprakelijk voor de kosten van de loten die als gevolg van de misleidende mededelingen werden gekocht.

RB 3350

Uitspraak ingezonden door Willem Leppink en Martijn Poulus, Ploum.

Term ‘Medical’ niet misleidend voor shirt ter bescherming van ziek/herstellend dier

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 26 sep 2019, RB 3350; (Medical Pet Shirts), https://reclameboek.nl/artikelen/term-medical-niet-misleidend-voor-shirt-ter-bescherming-van-ziek-herstellend-dier

RCC 26 september 2019, RB 3350; 2019/00537 (Medical Pet Shirts) De bestreden reclame-uitingen betreffen teksten op de website en in de folder van een producent van shirts die dienen ter bescherming van een ziek/herstellend dier. Klager maakt om twee redenen bezwaar. Allereerst stelt klager dat er essentiële informatie ontbreekt op de website en in de folder over een drukknoop, de zogeheten ‘popper fastening strap’, waarmee het shirt kan worden opgerold en vastgebonden. Ten tweede stelt klager dat adverteerder de term ‘medical’ in de naam van het product ten onrechte gebruikt, omdat het product naar de mening van klager geen medisch product is. De Commissie is van oordeel dat de informatie, op de website en de brochure, voldoende is om ervoor te zorgen dat de consument begrijpt hoe hij de drukknoop van het Medical Pet Shirt moet gebruiken en er dus geen essentiële informatie ontbreekt. Verder acht de Commissie de term ‘medical’ niet misleidend, nu het gaat om een artikel dat een medische toepassing heeft. De term ‘medical’ is geen term die alleen gebruikt zou mogen worden mits het artikel aan bepaalde (wettelijke) eisen voldoet. De klacht wordt afgewezen.

RB 3333

Eneco's tweet over 'StukjeZon' is misleidende uiting

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 1 aug 2019, RB 3333; 2019/00424 (X tegen Eneco), https://reclameboek.nl/artikelen/eneco-s-tweet-over-stukjezon-is-misleidende-uiting

RCC 1 augustus 2019, RB 3333; 2019/00424 (X tegen Eneco) Het betreft een tweet van Eneco met daarin tweemaal de tekst: “Verdien (nu) tot 100% van je stroomverbruik terug met (Eneco) StukjeZon®”. De uiting geeft onjuiste informatie ten aanzien van de resultaten die verwacht kunnen worden van het gebruik van het product StukjeZon. Omdat de gemiddelde consument ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Dat de bestreden uiting een bericht op Twitter betreft, dat naar zijn aard beperkte ruimte biedt, neemt niet weg dat de informatie die in de tweet staat juist moet zijn en de gemiddelde consument niet op het verkeerde been mag zetten.

RB 3317

Reclames huidcrème Lidl zijn misleidend én maken inbreuk op merkrechten La Prairie

Rechtspraak (NL/EU) 31 mei 2019, RB 3317; ECLI:NL:RBAMS:2019:3868 (La Prairie tegen Lidl), https://reclameboek.nl/artikelen/reclames-huidcr-me-lidl-zijn-misleidend-n-maken-inbreuk-op-merkrechten-la-prairie

Vzr. Rechtbank Amsterdam 31 mei 2019, IEF 18496; RB 3317, ECLI:RBAMS:2019:3868 (La Prairie tegen Lidl) Reclamerecht. Merkenrecht. Vergelijkende reclame. La Prairie biedt huidverzorgingsproducten aan, en is in deze hoedanigheid houdster van het internationale woordmerk ‘La Prairie’. Lidl is een levensmiddelenbedrijf, en heeft gestunt met soortgelijke huidverzorgingsproducten, waarbij La Prairie herhaaldelijk werd aangehaald. La Prairie vordert nu elk gebruik van het merk door Lidl te verbieden, en elke vergelijking in de reclames te verbieden. Lidl slaagt er niet in aan te tonen dat de gegevens in haar reclame juist zijn, nu slechts deels dezelfde ingrediënten worden gebruikt, en de resultaten van het gebruik ook zullen verschillen, terwijl in de reclame de indruk wordt gewekt dat deze gelijk zullen zijn. Daarnaast heeft Lidl een sub c inbreuk gemaakt op de merkrechten van La Prairie, nu Lidl heeft geprofiteerd van de reputatie van dit merk. Lidl wordt veroordeeld gebruik van de term La Prairie te staken en eerder gebruik te rectificeren.