Staatsloterij moet aankoopbedrag loten terugbetalen
Hof ’s-Hertogenbosch 7 april 2020, RB 3398; ECLI:NL:GHSHE:2020:1199 (Deelnemer tegen Staatsloterij) De Hoge Raad besliste in januari 2015 dat de Staatsloterij in de periode 2000 tot en met 2008 misleidende mededelingen heeft gedaan over winkansen. Volgens de Hoge Raad is het aannemelijk dat een groot deel van de consumenten geen loten zou hebben gekocht als de Staatsloterij wel juiste mededelingen had gedaan. Eiser had ook in deze periode loten gekocht van de Staatsloterij. Naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad begon hij een zaak tegen de Staatsloterij om het aankoopbedrag van zijn loten uit die periode terug te krijgen. Zie [RB 2315]. De rechtbank Limburg gaf de man geen gelijk. Er was volgens de rechtbank geen sprake van een causaal verband tussen de misleidende mededelingen en het wel of niet kopen van loten. Zie [RB 3138].
Eiser onderbouwde zijn vordering in hoger beroep onder andere met het argument dat als de Staatsloterij hem wel de juiste informatie had gegeven, hij geen loten had gekocht. Volgens het hof is dat aannemelijk dat eiser de loten niet gekocht zou hebben als de Staatsloterij geen misleidende mededelingen zou hebben gedaan. De Staatsloterij is aansprakelijk voor de kosten van de loten die als gevolg van de misleidende mededelingen werden gekocht.