RB
RB 3838
10 juni 2024
Artikel

Laatste plekken voor de Actualiteitenlunch Reclamerecht

 
RB 3837
3 juni 2024
Artikel

Vacature Simmons & Simmons: Advocaat-stagiaire IP / Life Sciences

 
RB 3836
31 mei 2024
Artikel

Pinsent Masons Amsterdam zoekt voor haar octrooi- en Life Sciences team junior en senior advocaat-medewerkers

 
RB 2489

Actieaanbod Airfryer geldt niet voor alle Mora en Aviko producten

RCC 4 augustus 2015, RB 2489; dossiernr. 2015/00757 (Actieaanbod Airfyer geldt niet voor alle Mora en Aviko producten)
Aanbeveling. Misleidende ontbrekende informatie. Huishouden en inrichting. De uiting: een uiting op de website van Philips (https://www.philips.nl/c-m-ho/koken/airfryer-topic.html), waarin een Philips Airfryer is afgebeeld met daarbij een actiebutton met de mededeling: “Gratis Mora & Aviko producten t.w.v. € 20,-”, gevolgd door de logo’s van Mora en Aviko. Onder de kop “Gratis Mora en Aviko producten (t.w.v. € 20)” staat: “Hoe ontvangt u gratis Mora en Aviko producten (t.w.v. € 20)? Wilt u deelnemen aan deze actie? Het enige wat u dan hoeft te doen is het volgen van de onderstaande stappen. Koop uw Airfryer en schrijf u in voor de actie* (…) Koop uw Mora of Aviko producten bij de supermarkt. Bewaar de volledige (originele!) streepjescodes van de Mora en Aviko verpakkingen, en upload deze via uw persoonlijke link (…) *(…) Lees de complete actievoorwaarden.” een kaartje op het schap in de winkel met (overeenkomstig de onder A beschreven uiting) de afbeelding van een Philips Airfryer met daarbij een ‘sticker’ met de mededeling: “Gratis Mora & Aviko producten t.w.v. € 20,-”, gevolgd door de logo’s van Mora en Aviko. De klacht: In de uitingen staat niet dat de actie slechts voor bepaalde producten van Mora en Aviko geldt. Klager heeft direct na aanschaf van de Airfryer producten van Aviko en Mora gekocht. Pas na registratie op de website van Philips blijkt welke producten voor de actie in aanmerking komen. Klager acht de uitingen misleidend.

Het oordeel van de Commissie: 1. De Commissie stelt voorop dat de onderhavige beslissing betrekking heeft op de door klager in zijn klacht genoemde en hiervoor als ‘uiting A’ en ‘uiting B’ beschreven reclame-uitingen. Dit betekent dat de Commissie niet oordeelt over de door Philips genoemde en als bijlagen bij het verweer gevoegde ‘wobbler’ en leaflet. 2. Niet is in geschil dat in elk geval Philips verantwoordelijk moet worden geacht voor de bestreden uitingen A en B. Nu de namen en logo’s van Mora en Aviko uitdrukkelijk deel uitmaken van deze uitingen, moeten naar het oordeel van de Commissie verweerders sub 2 en 3 mede verantwoordelijk gehouden worden voor de reclame-uitingen. Mora en Aviko hebben meegedeeld zich voor wat hun inhoudelijke verweer op de klacht aan te sluiten bij het verweer van Philips. 3. Vast is komen te staan dat de actie van gratis Mora en Aviko producten ter waarde van € 20,- bij de aanschaf van een Philips Airfryer slechts geldt voor bepaalde producten van Mora en Aviko. Deze beperking blijkt niet uit de bestreden uitingen A en B. In beide uitingen ontbreekt op de actiebutton/sticker die bij de Airfryer is geplaatst een verwijzing naar de actiepagina op de website voor de “deelnemende producten” en de actievoorwaarden. Bovendien wordt op de website in het stappenplan om de gratis Mora en Aviko producten (t.w.v. € 20) te ontvangen slechts meegedeeld “Koop uw Mora of Aviko producten bij de supermarkt”, zonder dat de consument gewezen wordt op het feit dat niet alle producten aan de actie meedoen. Gelet op het voorgaande kunnen de uitingen naar het oordeel van de Commissie bij de gemiddelde consument gemakkelijk de indruk wekken dat de absoluut gestelde aanbieding “Gratis Mora & Aviko producten t.w.v. € 20,-” voor alle producten van deze merken (tot een maximum van € 20,-) geldt. 4. Dat het actieaanbod van gratis Mora en Aviko producten bij aanschaf van een Airfryer niet voor alle producten geldt, is geen beperking waarop de gemiddelde consument bedacht hoeft te zijn. Dit betreft essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit te kunnen nemen over het deelnemen aan de actie, welke informatie daarom tijdig en op duidelijke wijze moet worden verstrekt. Nu dat in de onderhavige uitingen A en B niet wordt gedaan, en de gemiddelde consument daardoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, zijn de uitingen misleidend als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC) en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Onder verwijzing naar hetgeen onder 2 is overwogen, houdt de Commissie naast verweerder sub 1 verweerders sub 2 en 3 medeverantwoordelijk voor deze overtreding van de NRC. 5. Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.

De beslissing
De Commissie acht de reclame-uitingen in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt verweerders aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
RB 2488

Gratis geïnstalleerde zonnepanelen van Eneco blijken toch niet helemaal gratis

RCC 3 augustus 2015, RB 2488; dossiernr. 2015/00703 (Zonnepanelen gratis geïnstalleerd leveren toch meerwerkkosten op)
Aanbeveling. Nutsvoorziening. Misleidende ontbrekende informatie. De uiting: Het betreft een aan klager gericht e-mailbericht, afkomstig van adverteerder, met als onderwerp: “Eneco zonnepanelen gratis geïnstalleerd >> Eneco Zon&Zeker”. Een kopie van de bestreden uiting is aan deze beslissing gehecht. De klacht: In de uiting staat dat zonnepanelen van adverteerder tijdens de actieperiode gratis worden geïnstalleerd. Nadat klager de offerte, waarvoor hij € 25,- moest betalen, had ontvangen bleken er verborgen kosten in de offerte te zijn verwerkt. Zo werd voor een ladderlift € 150,- extra berekend, voor het verwijderen van de oude zonnepanelen € 340,- en € 149,- voor het bijplaatsen van een extra elektra groep die volgens klager altijd nodig is.

Het oordeel van de Commissie: De Commissie is van oordeel dat klager ontvankelijk is in zijn klacht. Voor de beoordeling van de ontvankelijkheid van een klager is niet van belang of de uiting waartegen de klacht is gericht ten tijde van het indienen of de behandeling van de klacht nog steeds openbaar wordt gemaakt. Dat de (kortings)actie reeds was geëindigd voordat de onderhavige klacht bij adverteerder is binnengekomen, brengt daarom niet met zich dat klager niet-ontvankelijk is in zijn klacht. De Commissie begrijpt de klacht aldus dat klager de bestreden uiting misleidend acht nu hierin volgens hem de suggestie wordt gewekt dat zonnepanelen van adverteerder tijdens de actieperiode gratis worden geïnstalleerd, terwijl uit de door klager aangevraagde offerte bleek dat een aanzienlijk bedrag aan bijkomende kosten werd berekend die niet vielen onder de ‘gratis installatie’. In de onderhavige kwestie ligt de vraag voor of uit de uiting voldoende duidelijk blijkt wat onder de ‘gratis installatie’ dient te worden verstaan en dat in bepaalde gevallen sprake kan zijn van extra kosten. Adverteerder heeft gesteld dat, nu de kortingsactie is gemaximaliseerd op expliciet genoemde bedragen en volledig is gebaseerd op daadwerkelijke installatiekosten, de kortingsactie voldoende inzichtelijk is gemaakt. De Commissie is echter van oordeel dat, hoewel adverteerder hiermee duidelijkheid verschaft over de hoogte van de korting, hiermee nog niet inzichtelijk wordt gemaakt hoe dit kortingsbedrag is opgebouwd en welke werkzaamheden in het kader van de actie ‘gratis’ zijn. Vast is komen te staan dat de huur van een ladderlift, het verwijderen van oude zonnepanelen en het bijplaatsen van een extra elektra groep door adverteerder worden aangemerkt als ‘meerwerk’ waarvoor de consument – indien hij hiervan gebruik wenst te maken – extra kosten verschuldigd is. De Commissie is van oordeel dat het voor de gemiddelde consument niet, althans onvoldoende duidelijk is dat sprake kan zijn van deze ‘meerwerkkosten’ die niet onder de ‘gratis installatie’ vallen, nu hierover niets in de uiting zelf is opgenomen. Blijkens het voorgaande is derhalve sprake van het niet, althans op een onduidelijke wijze verstrekken van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen. Nu de uiting de gemiddelde consument er bovendien toe kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC) en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Op grond van vorenstaande wordt als volgt beslist.

De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
RB 2493

Verbetering van concentratie en geheugen op verpakking Bacopa Arkocaps is onjuiste informatie

RCC 4 augustus 2015, RB 2493; dossiernr. 2015/00733 (Verbetering van concentratie en geheugen op verpakking Bacopa Arkocaps is onjuiste informatie)
Aanbeveling. Gezondheid. Misleiding voornaamste kenmerken product. Etikettering. De uiting: De bestreden reclame-uiting. Het betreft de verpakking van “Bacopa Arkocaps”, 45 capsules. Op die verpakking staat onder meer: “verbetert concentratie en geheugen” en “Samenstelling. Elke capsule bevat: 200 mg Bacopa monniera extract”. De klacht: Op de verpakking wordt geclaimd: “verbetert concentratie en geheugen”. Volgens klager is er echter geen onderzoek, bewijs of aanwijzing betreffende verbetering van “concentratie en geheugen”. In de bijsluiter, waarvan klager een kopie overlegt, wordt ook niets vermeld over “geheugen”. Zonder (dubbelblind) onderzoek acht klager elke bewering dat een middel bijdraagt aan het geheugen en de concentratie uit den boze.

Het oordeel van de Commissie:
Klager heeft gemotiveerd weersproken dat de mededeling “verbetert concentratie en geheugen” op de bestreden verpakking juist is; volgens klager is er geen onderzoek of bewijs omtrent verbetering van concentratie en geheugen, waar het betreft het product  Bacopa Arkocaps. Het had op de weg van adverteerder gelegen om de juistheid van de onderhavige claim “verbetert concentratie en geheugen” aannemelijk te maken, maar adverteerder heeft, hoewel daartoe uitdrukkelijk in de gelegenheid gesteld, niet inhoudelijk op de klacht gereageerd. Gelet op het ontbreken van een zodanige reactie, waardoor adverteerder heeft nagelaten de juistheid en eerlijkheid van de reclame tegenover de Commissie  aannemelijk te maken, gaat de Commissie ervan uit dat de uiting gepaard gaat met onjuiste informatie ten aanzien van de van het gebruik van het product te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. De Commissie heeft kennis genomen van de mededeling van de Keuringsraad KOAG/KAG en de toelichting daarop dat de uiting, indien deze ter preventieve toetsing was voorgelegd aan de KAG, wellicht van een toelatingsnummer was voorzien, nu voor het onderhavige product gebruik wordt gemaakt van de “gezondheidsclaim” “verbetert concentratie en geheugen”. Dit maakt bovenstaand oordeel van de Commissie, dat er sprake is van misleidende en daardoor oneerlijke reclame in de zin van de NRC, echter niet anders.

De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
RB 2486

Absolute aanduiding 'alles voor 1 euro' is misleidend

RCC 27 juli 2015, RB 2486; dossiernr. 2015/00752 (Reclame alles voor 1 euro is misleidend)
Aanbeveling. Buitenreclame. Jan Linders. De uiting: Het betreft een in de nabijheid van een filiaal van Jan Linders geplaatst reclamebord waarop staat: “Alles voor 1 euro”. De klacht: In de reclame-uiting staat niet dat de actie slechts geldt voor veel of bepaalde artikelen. Dat is niet juist. Klager heeft zich enige tijd geleden bij adverteerder over deze wijze van reclame maken beklaagd. Toen heeft adverteerder excuses aangeboden en gezegd dat het niet meer zou gebeuren, aldus klager. Sinds die tijd heeft klager de reclamecampagne echter al weer twee keer gezien.

Het oordeel van de Commissie: In de bestreden uiting staat zonder voorbehoud: “Alles voor 1 euro”. Vast is komen te staan dat in werkelijkheid niet ‘alles’ voor 1 euro wordt aangeboden, maar dat deze actieprijs geldt voor geselecteerde actieartikelen. Het gebruik van de absolute aanduiding “alles” is daarom naar het oordeel van de Commissie niet juist. Gelet op het voorgaande gaat de reclame-uiting gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in de aanhef van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de Commissie de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.

De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zi
RB 2485

Aanbieding WASA geldt niet voor alle WASA-varianten

Vzr. RCC 28 juli 2015, RB 2485; dossiernr. 2015/00759 (Aanbieding WASA niet voor alle WASA-varianten)
Voorzitterstoewijzing. Huis-aan-huis Bonuskrant. Misleiding. Voeding. De uiting: Het betreft adverteerders huis-aan-huis verspreide Bonuskrant met aanbiedingen geldig van 29 juni t/m 5 juli 2015 waarin WASA-knäckebröd wordt aangeboden. Onder de afbeelding van een pak WASA-vezelrijk en een pak WASA-volkoren staat: “2e gratis. Wasa Diverse varianten, combineren mogelijk. Bijv. volkoren. 2 pakken à 205 gram 0.75” De klacht: De aanbieding bleek niet te gelden voor de variant WASA Thin Crisp. Gelet hierop acht klager de uiting misleidend.

Het oordeel van de voorzitter: Adverteerder deelt mee dat de wijze waarop aanbiedingen worden aangeprezen afhankelijk is van het aantal varianten binnen een productgroep waarvoor de aanbieding geldt. Deze interne strategie is voor de consument niet kenbaar, zodat adverteerder zich daarop niet met succes kan beroepen. Uit de gewraakte uiting is niet duidelijk dat de aanbieding niet voor alle WASA-varianten geldt. Dat adverteerder -naar hij stelt- in de winkel duidelijk maakt voor welke artikelen de aanbieding geldt, leidt niet tot een ander oordeel, aangezien de aanbieding vermeld is in de huis-aan-huis verspreide folder en de inhoud van een aanbieding de consument bij eerste kennisname daarvan duidelijk dient te zijn. Gelet hierop acht de voorzitter de uiting voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van het prijsvoordeel als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De beslissing van de voorzitter
Op grond van het hierboven overwogene acht de voorzitter de uiting in strijd met de artikel 7 NRC en beveelt adverteerder aan niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 2487

A=2000W op Philips Performer Expert stofzuiger werkt misleidend

RCC 30 juli 2015, RB 2487; dossiernr. 2015/00671 (A=2000W op Philips Performer Expert stofzuiger)
Aanbeveling. Stofzuiger. Misleiding voornaamste kenmerken product. De uiting: Het betreft het aan een Performer Expert stofzuiger van Philips bevestigd gevouwen kaartje. Op de voorzijde van dit kaartje is onder de tekst “Full performance, Less energy consumption” een energielabel weergegeven dat aanduidt dat de stofzuiger klasse A heeft. Hieronder is een tekening opgenomen van een stofzuiger met daarbij de aanduiding “A*” en een stofzuiger met daarbij de aanduiding “2000W”, met tussen beide stofzuigers het = teken. De asterisk bij de aanduiding “A” verwijst naar de in acht verschillende talen (geen Nederlands) op de achterzijde van het kaartje opgenomen mededeling “*Dust pick-up results on carpet (%) compared to FC9186, tested internally January 2014”. De klacht: Op het kaartje wordt de stofzuiger met het A-label vergeleken met een stofzuiger van 2000W, alsof deze dezelfde zuigkracht hebben. Omdat klager op zoek was naar een krachtiger stofzuiger dan zijn oude Philips stofzuiger van 1700W, heeft hij de Philips Performer Expert stofzuiger gekocht in de veronderstelling – gelet op het label - dat deze een vermogen van 2000W had. De nieuwe stofzuiger blijkt echter een vermogen van slechts 650W te hebben, en veel minder goed te zuigen dan klagers oude stofzuiger van 1700W. Klager voelt zich “opgelicht” door de foute vergelijking “A = 2000W” op het label.

Het oordeel van de Commissie: 1. Klager maakt bezwaar tegen het kaartje dat bevestigd was aan de door hem gekochte Philips Performer Expert FC 8722 stofzuiger omdat volgens klager, zo begrijpt de Commissie, door de mededeling A=2000W op dit kaartje de indruk wordt gewekt dat sprake is van een stofzuiger met energielabel A en een vermogen van 2000W. Vast staat dat de stofzuiger in werkelijkheid een ingangsvermogen van 650W heeft.
2. Adverteerder heeft meegedeeld dat de op 1 september 2014 van kracht geworden Ecodesign verordening voorschriften stelt aan het ontwerp en de labelling van stofzuigers. Sinds die datum mogen producenten geen stofzuigers van 1600W of meer verkopen en ligt de focus bij aanprijzing van stofzuigers niet meer op het wattage maar op het energieverbruik in combinatie met de reinigingsprestaties, weergegeven in energieklassen. Volgens adverteerder kón klager dus geen Philips stofzuiger van 2000W met A-label kopen. Het bestreden kaartje met de vergelijking “A*=2000W” is volgens adverteerder bedoeld om de consument, die nog niet gewend is een stofzuiger te beoordelen aan de hand van het verstrekte energielabel, duidelijk te maken wat het A-label betekent voor de prestaties van de betreffende stofzuiger.
3. Naar het oordeel van de Commissie biedt de bestreden uiting niet de gewenste duidelijkheid. Van de gemiddelde consument kan niet worden verwacht dat hij ermee bekend is dat Philips - op grond van Europese verordeningen - geen stofzuigers met een ingangsvermogen van 2000W meer te koop aanbiedt en/of dat de combinatie van een A-label met een vermogen van 2000W niet mogelijk is. De mededeling “A=2000W” kan daarom bij de gemiddelde consument de indruk wekken dat sprake is van een stofzuiger van 2000W, te meer daar het ingangsvermogen van 650W van het nieuwe model stofzuiger op het kaartje niet is vermeld. Weliswaar staat bij “A” een asterisk, maar deze verwijst naar een verklaring die niet direct zichtbaar, op de achterzijde van het kaartje staat, waarbij het de Commissie bovendien opvalt dat de verklaring niet in het Nederlands opgenomen.
4. Gelet op het voorgaande acht de Commissie de bestreden uiting voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van de voornaamste kenmerken van de stofzuiger als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting tevens misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Daarom wordt als volgt beslist.

De beslissing
De Commissie acht reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
RB 2484

Eigen website bouwen met Wordpress niet voor gemiddelde consument

RCC 28 juli 2015, RB 2484; dossiernr. 2015/00722 (Eigen website met WordPress)
Aanbeveling. Misleiding bouwen website. Digitale marketing communicatie. De uiting: “Bouw je website met WordPress. Je eigen website in een handomdraai. Met het professionele en gebruiksvriendelijke WordPress bouw je naast een blog, eenvoudig je eigen website. Je hebt de keuze uit verschillende thema’s en uitbreidingsmogelijkheden. Zonder kennis van de technologie of HTML toch snel je website online! Doorloop het bestelproces en installeer WordPress op je hostingpakket. (…) De werking van externe plug-ins wordt niet gegarandeerd en we bieden geen inhoudelijke ondersteuning op de installatie of configuratie van Word Press”. De klacht: In de uiting wordt de suggestie gewekt dat de consument in een ‘handomdraai’ en zonder kennis van technologie of HTML eenvoudig een eigen website kan maken. Adverteerder biedt voor een ‘kale’ wordpress website geen enkele procesmatige ondersteuning aan. Het installeren van ‘wordpress’ zonder een door adverteerder aangeleverd installatie script is niet eenvoudig en is zelfs voor een IT-er als klager lastig omdat adverteerder ook geen hulpmiddelen aanbiedt om de benodigde (onderliggende) MySQL database te installeren, aldus klager. Ook wordt de indruk gewekt dat het installeren van ‘wordpress’ onderdeel is van het bestelproces, hetgeen niet het geval blijkt te zijn.

Het oordeel van de Commissie: Ten aanzien van de klacht van klager dat in de uiting ten onrechte de suggestie wordt gewekt dat de consument ‘in een handomdraai’ en zonder kennis van technologie of HTML eenvoudig een eigen website kan maken, oordeelt de Commissie als volgt. Doordat in de uiting onder andere wordt gezegd: “Met het professionele en gebruiksvriendelijke wordpress bouw je naast een blog, eenvoudig je eigen website.” en “Zonder kennis van de technologie of HTML toch snel je website online!” richt de uiting zich (voornamelijk) tot de niet ervaren, beginnende websitebouwer. Volgens de Commissie zal deze consument de uiting aldus opvatten dat met het product dat adverteerder aanbiedt (een hostingpakket, geschikt voor het programma ‘wordpress’) een gemiddelde computergebruiker direct na aanschaf eenvoudig in staat is om een website te bouwen. Klager stelt dat adverteerder daarmee een te rooskleurig beeld geeft van haar product. De Commissie is van oordeel dat adverteerder hiertegenover niet, althans onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het voor de gemiddelde consument daadwerkelijk zo eenvoudig is om een eigen website te maken zoals in de uiting wordt gesteld. Gelet hierop is de Commissie van oordeel dat er onjuiste informatie is verstrekt ten aanzien de van het gebruik te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.

De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Op andere blogs:
Webwereld
ISpam.nl
RB 2483

Lotto-abonnee blijkt toch een voorwaarde bij winactie

Vzr. RCC 28 juli 2015, RB 2483; dossiernr. 2015/00614 2015/00614/l (Facebook uiting Lotto en Jumbo)
Voorzittersafwijzing. Kansspel. Detailhandel. De uiting: Het betreft een via facebook openbaar gemaakte uiting waarin onder “Lotto, dat is win, win!” en naast afbeeldingen waarop het Jumbo-logo staat, vermeld is: “Je kunt nu kans maken op een jaar lang gratis boodschappen!  t.w.v. € 4.500,- bij Jumbo”. Tot slot wordt gevraagd om adres en telefoonnummer in te vullen, waarbij wordt “Vul uw telefoonnummer in en ontvang eenmalig een telefonisch aanbod van De Lotto om mee te spelen”. De klacht: Klaagster verkeerde in de veronderstelling dat zij, door haar gegevens achter te laten, door de Lotto met een aanbod zou worden benaderd. Er stond niet dat zij eerst Lotto-abonnee diende te worden om kans te maken op de gratis boodschappen. Toen klaagster enige tijd later telefonisch werd benaderd, werd haar gevraagd om 6 nummers op te noemen Lotto-abonnee te worden en daardoor kans te maken op gratis boodschappen. Nu niet vermeld is dat men deel moet nemen aan De Lotto om kans te maken op gratis boodschappen, acht klaagster de uiting misleidend.

Het oordeel van de voorzitter:
In de eerste plaats overweegt de voorzitter dat in de uiting de indruk wordt gewekt dat deze zowel van De Lotto als van Jumbo afkomstig is. Niet is bestreden dat de uiting alleen van de Lotto is en dat Jumbo daarbij op geen enkele wijze betrokken is (geweest). De voorzitter acht derhalve De Lotto voor deze uiting verantwoordelijk en wijst de klacht jegens Jumbo af. Ten aanzien van de klacht overweegt de voorzitter dat uit de uiting niet blijkt dat deelname aan De Lotto voorwaarde is om kans te maken op gratis boodschappen. Door deze essentiële informatie onvermeld te laten, acht de voorzitter de uiting onvolledig en daardoor misleidend. Blijkens het voorgaande is door het te laat verstrekken van essentiële informatie de uiting onduidelijke volledige informatie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De voorzitter is van oordeel dat De Lotto voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat passende maatregelen zijn genomen om herhaling te voorkomen en om die reden zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep en een aanbeveling achterwege laten.

De beslissing van de voorzitter
Op grond van het hierboven overwogene acht de voorzitter de uiting in strijd met de artikel 7 NRC.
De voorzitter wijst de klacht tegen Jumbo af.

RB 2482

Winacties op fles Jacob's Creek uitgereikt aan 'uitgesloten deelnemers'

RCC 28 juli 2015, RB 2482; dossiernr. 2015/00303 (Actie tickets Australian open en 70 tennisprijzen van HEAD)
Aanbeveling. Verpakking en etikketering. Jacob's Creek wijn. Winacties. De uiting: Het betreft reclame, aangebracht rond een fles Jacob’s Creek wijn, voor een actie waarbij als hoofdprijs “2 tickets naar de Australian Open 2015” kunnen worden gewonnen en daarnaast “70 tennisprijzen van HEAD”.  De klacht: Klaagster vraagt zich af of de actie daadwerkelijk heeft plaatsgevonden en of de prijzen zijn toegekend. Adverteerder geeft hierop geen dan wel een vaag antwoord.

Het oordeel van de Commissie:
1. De Commissie stelt voorop dat zij voldoende duidelijk acht dat klaagster bezwaar maakt tegen de “bestreden reclame-uiting”, in die zin dat klaagster in twijfel trekt of de actie daadwerkelijk heeft  plaatsgevonden en of de prijzen zijn toegekend. Er is derhalve sprake van een klacht, die door de Commissie kan worden behandeld.

2. In de onderhavige uiting is sprake van een prijsvraag, zodat de uiting valt onder de bijzondere reclamecode Prijsvragen 2012. De klacht luidt echter niet dat de uiting in strijd is met deze bijzondere reclamecode, maar klaagster betwijfelt of de actie daadwerkelijk heeft plaatsgevonden en of de prijzen zijn toegekend. Gelet hierop zal de Commissie de uiting toetsen aan de artikelen 7 en 8 NRC, meer in het bijzonder aan nummer 18 van de bij artikel 8.5 NRC behorende bijlage 1. Adverteerder is reeds bij het in behandeling nemen van de klacht op dit artikel gewezen.

3. Adverteerder heeft door het overleggen van stukken voldoende aannemelijk gemaakt dat zij in het kader van de onderhavige prijsvraag daadwerkelijk de zogenaamde “HEAD” prijzen heeft toegekend. De Commissie slaat daarbij acht op de overgelegde lijst waarop de winnaars van “HEAD” prijzen (geanonimiseerd) staan en op de overgelegde, in het Nederlands gestelde brief, inhoudende een felicitatie met “een tennisprijs van HEAD. Ten aanzien van de bewuste winnaars ziet de Commissie geen, althans onvoldoende aanleiding om in twijfel te trekken dat het om deelnemers aan de onderhavige prijsvraag gaat en dat de betreffende prijzen daadwerkelijk zijn uitgekeerd. Dat de namen van de winnaars, anders dan hun postcodes en woonplaatsen, zwart zijn gemaakt, maakt dit oordeel niet anders.

4. Met betrekking tot de brief aan -zoals in het verweer gesteld- de “winnares van de hoofdprijs, met het reisschema”, leest klaagster, ondanks de zwarte balk die over de naam van de geadresseerde is aangebracht, dat deze is gericht aan “Dear Anoek and David”. Klaagster stelt dat dit mogelijk de voornamen zijn van twee managers van adverteerder, van wie zij ook de achternamen noemt. Daarnaast acht klaagster de hier gebruikte aanhef ongebruikelijk, nu deze alleen de voornamen noemt en daardoor amicaal van aard is. Naar het oordeel van de Commissie heeft klaagster hiermee haar stelling dat de hoofdprijs is toegekend aan personen, die bij adverteerder werkzaam zijn, voldoende gemotiveerd. Het had aldus op de weg van adverteerder gelegen om hierop te reageren en meer in het bijzonder aannemelijk te maken dat de geadresseerden niet als manager of anderszins bij haar werkzaam zijn. Nu adverteerder niet op de hier bedoelde stellingen van klaagster heeft gereageerd, hoewel zij daartoe uitdrukkelijk in de gelegenheid is gesteld, neemt de Commissie aan dat adverteerder niet in staat is die stellingen te weerleggen.

5. Op grond van het voorgaande en mede in aanmerking genomen dat in de brief niet wordt gerept over de actie en een felicitatie omdat de geadresseerden de hoofdprijs hebben gewonnen ontbreekt, gaat de Commissie ervan uit dat de hoofdprijs is toegekend aan personen die als manager bij adverteerder werkzaam zijn. Deze personen waren echter op grond van artikel 2A lid 2 van de actievoorwaarden van deelname aan de prijsvraag uitgesloten. Aldus is niet komen vast te staan dat de hoofdprijs is uitgekeerd aan een niet uitgesloten deelnemer aan de prijsvraag en bestaat een situatie die gelijk is aan het niet toekennen van de hoofdprijs. In zoverre is er sprake van misleidende reclame als bedoeld in nummer 18 van de bij artikel 8.5 NRC behorende bijlage 1 en daardoor is de bestreden uiting oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

De beslissing
De Commissie acht de reclame in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om voortaan niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

 
RB 2481

Onduidelijke informatie over verschuldigde slottermijn Ford Focus

RCC 28 juli 2015, RB 2481; dossiernr. 2015/00756 (Onduidelijk informatie over verschuldigde slottermijn bij Ford Focus EcoBoost) 
Aanbeveling.Vervoer. Misleidende advertentie in weekblad "Gezien". De uiting: Het betreft een advertentie van vier pagina’s in het weekblad “Gezien” van 28 juni 2015. In de advertentie wordt onder meer een Ford Focus 1.0 Titanium EcoBoost Wagon “inclusief advanced technology pack t.w.v. € 995,-” aangeboden. In het betreffende deel van de advertentie staat onder meer: “Nu extra voordelig 0% + Vanaf slechts € 199,- p/mnd met Ford Options”. Onder een opsomming van de uitrusting van de auto staat: “Actieprijs Rijklaar € 24.395,-”. In een blauwe balk hieronder staat, naast een afbeelding van de betreffende auto: “Aanbetaling €   6.647 Vervolgens 24 x € 199,- €   4.776,- (maandelijkse termijnen) U betaalt € 11.423,- -/- Uw inruilwaarde €   ????,-” en  “Rijklaar”. Onder de blauwe balk staat: “Na 2 jaar kunt u kiezen: inruilen, houden of teruggeven (zie pag.2)”. Hieronder volgt de tekst “Ford Options Elke 2 jaar een nieuwe Ford!” en een “Rekenvoorbeeld” voor verschillende Ford modellen. De klacht: In de advertentie wordt de betreffende Ford Focus “rijklaar” aangeboden voor de zeer lage prijs van € 11.423,-. Toen klager naar de showroom van adverteerder sub 1 ging en deze auto bestelde, bleek de auto echter niet voor de geadverteerde prijs geleverd te kunnen worden. Klager acht de uiting daarom misleidend.

Het oordeel van de Commissie:
In de bestreden uiting ligt de nadruk op de mededeling “NU extra voordelig 0% + Vanaf slechts € 199,- p/mnd met Ford Options” en de in de blauwe balk opgenomen berekening met de conclusie “U betaalt € 11.423,-, Rijklaar”. Vast is komen te staan dat genoemd bedrag slechts de daadwerkelijk te betalen prijs is in het geval de koper de auto na twee jaar teruggeeft. Indien de koper de auto na afloop van de financieringstermijn van 2 jaar houdt, dient hij een slottermijn van € 13.173 te betalen, en indien hij de auto inruilt, wordt deze slottermijn verrekend in de inruilprijs. Naar het oordeel van de Commissie dient de consument duidelijk in de uiting op deze slottermijn - een substantieel bedrag - te worden gewezen. De enkele in kleine letters onder de blauwe balk staande verwijzing naar de uitleg op een andere pagina in de advertentie door middel van de mededeling “Na 2 jaar kunt u kiezen: inruilen, houden of teruggeven (zie pag.2)”, verschaft niet de gewenste duidelijkheid.

Gelet op het voorgaande wordt in de bestreden uiting op voor de gemiddelde consument onduidelijke wijze informatie verstrekt over de prijs van de aangeprezen auto als bedoeld in de aanhef en onder d van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de Commissie de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. In de mededeling dat adverteerders de uiting in de toekomst zullen aanpassen, ziet de Commissie aanleiding de aanbeveling te doen “voor zover nodig”. Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.

De beslissing:
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerders, voor zover nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.