RB
RB 3897
28 april 2025
Uitspraak

Verbod tot gebruik van ‘laagste prijs garantie’ door Bauhaus in vergelijking met de producten van Hornbach toegewezen

 
RB 3894
17 april 2025
Uitspraak

Nordic Fire mag kritisch zijn op Milieu Centraal, maar moet oppassen met absolute milieuclaims

 
RB 3896
16 april 2025
Uitspraak

Greenpeace-lespakket onvoldoende herkenbaar als reclame, deels te stellig geformuleerd

 
RB 98

3 Moties

1- Kamerstuk 24515, nr. 75, 2e Kamer. Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting ; Motie van de leden De Wit en Van Gent, voorgesteld 5 april 2006, over een verbod op het maken van reclame op televisie en radio voor consumptief krediet  (eerdere berichten hier).
 
“De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende, dat het afsluiten van consumptieve kredieten een belangrijke oorzaak is van het grote aantal mensen met problematische schulden; overwegende, dat het aangaan van een consumptief krediet sterk wordt gestimuleerd door de frequente, vaak agressieve en misleidende reclame voor dit product; verzoekt de regering een verbod uit te werken voor het maken van reclame voor consumptief krediet op televisie en radio en de Kamer hierover nader te rapporteren. En gaat over tot de orde van de dag. De Wit, Van Gent."

2- Kamerstuk 24515, nr. 77, 2e Kamer. Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting; Motie van het lid Van Gent over een preventieve toets door de Autoriteit Financiële Markten op reclames voor consumptieve kredieten.

"De Kamer, gehoord de beraadslaging,overwegende, dat kredietverstrekkers in reclames voor consumptieve kredieten hun potentiële klanten op een rustige, duidelijke en eerlijke manier dienen te informeren over de voorwaarden en mogelijke risico's van de aangeprezen lening; overwegende, dat zowel kredietverstrekkers als consumenten gebaat zijn bij een preventieve toets op mogelijke misleiding in reclame-uitingen;verzoekt de regering de Autoriteit Financiële Markten een dergelijke preventieve toets te laten verrichten voordat reclame-uitingen worden uitgezonden of anderszins gepubliceerd. En gaat over tot de orde van de dag. Van Gent."

3- Kamerstuk 24515, nr. 78, 2e Kamer. Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting ; Motie van de leden Koomen en Huizinga-Heringa over het op verzoek preventief toetsen van leenreclames door de Autoriteit Financiële Markten.

"De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende, dat de schuldenproblematiek, mede ten gevolge van overmatig leengedrag, steeds grotere vormen aanneemt; overwegende, dat er op dit moment nog steeds misleidende en agressieve leenreclames worden vertoond op tv, ten gehore gebracht op de radio en te lezen zijn in de geschreven media; overwegende, dat de Wet Financiële Dienstverlening per 1 januari 2006 in werking is getreden en de mogelijkheden biedt om misleidende en agressieve reclames te weren; verzoekt de regering naast de repressieve toetsing de Autoriteit Financiële Markten op verzoek van een financiële instelling preventief te laten toetsen of een reclame voldoet aan het kader waaraan een verantwoorde leenreclame moet voldoen. En gaat over tot de orde van de dag. Koomen, Huizinga-Heringa."

RB 124

De weg kwijt

Voorzieningenrechter Amsterdam 30 maart 2006, KG 06-641, TomTom International B.V. / Sailtron B.V. h.o.d.n. Garmin Nederland.

TomTom en Garmin handelen beide in autonavigatiesystemen. In februari 2006 heeft de consumentenbond een onderzoek naar autonavigatiesystemen gepubliceerd in de Consumentengids. Aan de hand van verscheidene kwalitatieve parameters hebben de onderzochte producten een score gekregen uit 100 punten.

In de categorie systemen met kaarten voor de Benelux scoorden de partijen als volgt: 1. Garmin Nüvi 300: 70 punten,  2. TomTom GO 300: 68 punten, 3. Garmin C320: 68 punten, 4. Garmin C310: 66 punten. In de categorie systemen met kaarten voor heel Europa, zag de top vier er als volgt uit: 1. Garmin C330: 67 punten, 2. TomTom GO 700: 67 punten, 3. Mio Digiwalker 269+: 61 punten,  4. Navman iCN 550: 57 punten

De consumentengids oordeelde dat de Mio Digiwalker systemen als ‘beste koop’ (d.w.z. beste prijs/kwaliteit verhouding) bestempeld. Naar aanleiding van dit onderzoek heeft Garmin een radioreclame laten uitzenden met de volgende tekst: “Er zijn zoveel autonavigatiesystemen, dat je er haast door zou verdwalen. Gelukkig heeft de Consumentenbond al deze systemen getest en Garmin staat overal op nummer één. Ga dus nu naar de winkel en vraag om Garmin autonavigatie of ga naar Garmin.nl. Een echte Garmin koop je al vanaf 299 Euro.” Ook heeft Garmin een enorme banner laten ophangen( afbeelding).

TomTom maakte bezwaar tegen deze reclame-uitingen uit hoofde van artikel 6:194 (misleidende reclame) en artikel 6:194a BW (ontoelaatbare vergelijkende reclame).

De voorzieningenrechter achtte de radioreclame misleidend op de volgende feitelijke gronden:

- De mededeling dat alle systemen waren getest is feitelijk onjuist. In het artikel in de Consumentengids staat vermeld: “Er zijn [navigatiesystemen] van minder dan €300, maar ook voor meer dan €4.000. Onze test gaat tot €800” en verder “Niet getest zijn apparaten van winkels als de Aldi, Lidl en Blokker […]”.

- Uit het onderzoek blijkt niet dat Garmin overal op nummer één staat. Het Mio systeem werd als beste koop bestempeld. Voorts scoorde niet ieder Garmin product het hoogst.

- Voorts was de radioreclame misleidend omdat er in het onderzoek geen Garmin product is betrokken dat verkrijgbaar is voor €299.

Volgens de voorzieningenrechter is het gebruik van resultaten van het onderzoek van de Consumentenbond geoorloofd maar heeft Garmin onvoldoende nauwkeurigheid en zorgvuldigheid in acht genomen met betrekking tot de essentiële onderdelen van de uitkomst van het onderzoek.

De banner was eveneens onrechtmatig (“misleidende vergelijkende reclame”) volgens de rechter. Daartoe was redengevend dat de tekst “4 x als beste getest door de Consumentenbond” geen recht doet aan de voornoemde vereiste nauwkeurigheid en zorgvuldigheid.

De voorzieningenrechter verbiedt de betreffende reclame-uitingen, beveelt een rectificatie op de website van Garmin en beveelt opgave van de locaties waarop andere banners zijn opgehangen alsmede de zendschema’s van de radioreclame.

Lees het vonnis hier.

RB 123

Niet in gesprek

Rechtbank Haarlem, 31 maart 2006, LJN: AV7829. KPN Telecom B.V. tegen Tele2 (Netherlands) B.V. Het einde van de Telecomreclameoorlog is nog niet in zicht. Zou het ooit nog goed komen?

Samenvatting Rechtspraak.nl: “ Op vordering van KPN veroordeelt de voorzieningenrechter Tele2 tot rectificatie van haar reclamecampagne met betrekking tot ‘Tele2Compleet’ (ADSL en internetbellen), omdat deze campagne misleidende en ongeoorloofde vergelijkende reclame bevat. Naar aanleiding van een tegenvordering van Tele2 wordt KPN veroordeeld tot aanpassing van de prijsinformatie die zij op haar website met betrekking tot het product ‘InternetPlusBellen Lite’ (ADSL en internetbellen) heeft vermeld, omdat die informatie eveneens misleidende reclame bevat.”  Lees het vonnis hier.

RB 122

Belgische prijzenoorlog

HvJ EG, conclusie van advocaat-generaal A. Tizzano van 29 maart 2006, zaak C-356/04, Lidl Belgium GmbH & Co KG tegen Etablissementen Franz Colruyt N.V.

Vergelijkende reclame. De Belgische onderneming Colruyt heeft in een aantal mailingen en advertenties voorgerekend hoeveel klanten jaarlijks besparen door bij Colruyt te kopen in plaats van bij concurrenten zoals Lidl. Ook heeft zij in een advertentie een assortiment basisproducten gelanceerd onder de naam Basic, waarbij zij stelde: "Basic: absoluut de laagste prijs in België. Nog goedkoper dan het vergelijkbare assortiment van de hard discounters (Aldi, Lidl, ..)"
 
Lidl heeft vervolgens een procedure aanhangig gemaakt, omdat deze praktijken volgens haar neerkwamen op oneerlijke vergelijkende reclame. De rechtbank van Koophandel te Brussel heeft een aantal prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie over de juiste uitleg van artikel 3 bis, lid 1 onder a, b en c van de Richtlijn 84/450. A-G Tizzano brengt de 5 gestelde vragen terug tot 3 hoofdvragen, die hij als volgt beantwoord:

1)   De in artikel 3 bis, lid 1, sub b, van richtlijn 84/450/EEG gestelde geoorloofdheidsvoorwaarde verzet zich niet tegen een vergelijkende reclame van assortimenten van goederen of diensten.

2)   De in artikel 3 bis, lid 1, sub c, van de richtlijn neergelegde vereisten van „objectiviteit” en „controleerbaarheid” van vergelijkende reclame verzetten zich niet tegen reclameboodschappen die niet uitdrukkelijk de vergeleken goederen en prijzen vermelden, wanneer deze boodschappen aangeven waar en op welke wijze deze gegevens gemakkelijk door de gemiddelde consument kunnen worden achterhaald, of althans wanneer zij de consument duidelijk de mogelijkheid bieden, gelet op de context en de omstandigheden van het geval, kennis van deze gegevens te nemen.

3)  Een vergelijkende reclame die het door diverse supermarkten gehanteerde prijspeil vergelijkt op basis van een extrapolatie van steekproefgegevens en die de indruk wekt dat de vermelde prijsverschillen voor het totale productaanbod van die supermarkten gelden, is misleidend in de zin van artikel 3 bis, lid 1, sub a, van de richtlijn.”

De A-G merkt daarbij nog op dat hij betwijfelt of de reclames van Colruyt aan de door hem genoemde toetsingscriteria voldoen, maar geeft aan dat het aan de verwijzende rechter is om hierover te beslissen.

Lees de conclusie hier.

RB 97

Agressieve reclame

In vervolg op dit eerdere bericht: Het CDA is, ondanks eerdere verkiezingsretoriek, toch niet voor een algeheel verbod op leenreclames. Met de ChristenUnie en de coalitiegenoten VVD en DD6 wil het CDA afwachten hoe de regels van de Wet Financiële Dienstverlening om misleidende reclames aan banden te leggen uitpakken. Hierdoor is er geen Kamermeerderheid voor een compleet verbod op leenreclames.

In de aanloop naar de Gemeenteraadverkiezingen sprak CDA-fractieleider Verhagen zich nog uit voor een verbod op agressieve reclames voor geldleningen. Volgens staatssecretaris Van Hoof (Sociale Zaken) is dit jaar juist wetgeving ingevoerd om misleidende reclames voor consumptief krediet aan te pakken. Coalitiegenoten CDA en VVD willen de effecten hiervan eerst afwachten.

Maar CDA'er Koomen is zich wel teleurgesteld dat "pas vanaf 1 mei" de Autoriteit Financiële Markten (AFM) toezicht houdt op de naleving van de nieuwe regels. Als de nieuwe wetgeving onvoldoende blijkt te werken, dan wil Koomen wel nadenken over een verbod op agressieve reclames die suggereren dat ,,mensen gek zijn als ze niet met geleend geld een nieuwe mobiel of plasma-tv kopen''. Van Hoof wees de Kamer er wel op dat het knap lastig zal zijn om vast te stellen wat agressief genoeg is om een reclame te verbieden. (ANP).

Wet Financiele Dienstverlening hier.

RB 96

Dominostenenprojecten

Persbericht CvDM: “SBS 6 hangt een boete van 33.750 euro boven het hoofd voor het in de uitzendingen van Domino Day 2005 verwerken van niet toegestane reclame-uitingen. De in de 9 telefoonspellen te winnen prijzen worden nadrukkelijk getoond en in een wervende context besproken door de presentatoren. De logo’s van de evenementensponsors zijn opvallend verwerkt in dominostenenprojecten, tijdens het “vallen van de stenen” wordt door een voice-over een niet-neutrale wervende tekst van de sponsor voorgelezen.

Sponsorvermeldingen mogen alleen aan het begin en aan het einde van een programma worden vermeld. In een gesponsord programma mogen producten of diensten van de sponsor worden getoond zolang het publiek niet tot kopen wordt aangespoord." Lees het gehele persbericht hier.

 

RB 121

De gewraakte brieven

Gerechtshof Amsterdam, 9 maart 2006. Merck Sharp en Dohme tegen Pharmachemie B.V. Farmaceuten Merck Sharp & Dohme (MSD) en Pharmachemie treffen elkaar weer eens bij de rechter. Deze keer in Amsterdam.

Impliciete vergelijkende reclame. Pharmachemie, een generieke producent, heeft van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen, registraties verkregen voor de generieke variant van het merkgeneesmiddel Fosamax van MSD, voor zowel een 10 mg als een 70 mg product. Zoals in eerdere berichtgeving vermeld (zie hier), had MSD rond de tijdspanne van de verlening van de registraties van Pharmachemie zich door middel van  brieven tot groothandels en apothekers gewend en deze gewezen op mogelijke nadelen verbonden aan het voorschrijven en het gebruik van recent geregistreerde varianten van Fosamax. Op het moment van het versturen van de brieven had Pharmachemie haar producten nog niet op de markt gebracht. Dit is kort na de gewaakte brieven van MSD gebeurd.

In het vonnis van 23 september 2005 oordeelde de voorzieningenrechter van de rechtbank Haarlem dat de brieven van MSD als vergelijkende reclame te beschouwen waren en tevens op verschillende punten misleidend waren. MSD werd geboden om haar onrechtmatige mededelingen te rectificeren. MSD heeft hoger beroep aangetekend tegen dit vonnis. Echter daarbij haalt MSD volledig bakzijl: het Hof bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter.

In de gewraakte brieven van MSD werden geen namen van de generieke producten of van Pharmachemie zelf genoemd, maar werd gerefereerd naar “generieke varianten van Fosamax”. Aangezien echter met name de registraties van Pharmachemie (een belangrijke speler op de generieke geneesmiddelenmarkt en concurrent van MSD) ten tijde van de brieven van MSD de aandacht van de aangeschreven marktpartijen zullen hebben getrokken, is terecht aangenomen dat sprake was van (impliciete) vergelijkende reclame. Het Hof acht het voldoende aannemelijk dat de aangeschreven partijen wisten welk generiek geneesmiddel werd bedoeld, ondanks het feit dat Pharmachemie’s producten op dat moment nog niet op de markt waren gebracht.

Het Hof bekrachtigt tevens het oordeel van de voorzieningenrechter dat de uitingen onvolledig en derhalve misleidend zijn. Het feit dat MSD, als aanbieder van de vergelijkende reclame, op het moment van het versturen van de gewraakte brieven niet over alle relevante informatie beschikte komt voor risico van MSD, en doet aan haar verwijtbaarheid niets af. “Het is in beginsel aan degene die zich van vergelijkende reclame bedient om ervoor te zorgen dat hij over alle relevante informatie beschikt en niet te lichtvaardig tot het afbreken / verdachtmaken van het product van zijn concurrent overgaat.” Door tevens te stellen dat “uit studies is gebleken…” was het voor de aangeschreven marktpartijen des te onduidelijker dat het zou gaan om een mening van MSD.

De door MSD overgelegde rapporten, ter onderbouwing van haar standpunt met betrekking tot de veiligheid van Pharmachemie’s producten, waren niet voldoende doorslaggevend aangezien het CBG zelf aandacht aan deze aspecten en eigenschappen van Pharmachemie’s producten had besteed.

De uitlatingen met betrekking tot de verpakkingen van de generieke varianten worden door het Hof op voorhand als subjectieve niet controleerbare vergelijkende uitlatingen gekwalificeerd aangezien MSD deze onvoldoende feitelijk had onderbouwd.

Door het feit dat Pharmachemie op 30 september 2005 de registratie voor haar 70 mg product had doorgehaald, is Pharmachemie’s belang niet vervallen. Niet alleen beschikt Pharmachemie nog over een registratie voor haar 10 mg product, Pharmachemie heeft in december 2005 haar 70 mg alsnog geregistreerd en op de markt gebracht. Derhalve heeft Pharmachemie nog steeds belang bij de door de voorzieningenrechter geboden rectificaties van MSD.

Lees het arrest hier.

RB 95

Kleine Bill

Het ANP bericht vandaag dat “ KPN wil dat Tele2 onmiddellijk stopt met de reclamecampagne  rond bokser Small Bill over bellen via internet. Vrijdag eiste het bedrijf  in kort geding bij de voorzieningenrechter in Haarlem een verbod op de campagne. Volgens KPN maakt het Zweedse bedrijf in de reclame een prijsvergelijking die misleidend is voor de consument.” Lees hier meer.

 

RB 94

Ongevraagd advies

Adformatie brengt deze week een paginagroot interview met VvRr voorzitter Ebba Hoogenraad, waarin zij o.a. stelt dat de jonge vereniging zich “gevraagd en ongevraagd adviezen zal geven aan diegenen die zich bezighouden met het recht van reclame.” En in het volgende nummer dient de eerste zaak zich al aan:

“De Tweede Kamer ziet helemaal niets in de plannen van staatssecretaris Medy van der Laan van OCW om onderzoek te doen naar de mogelijkheden van product placement en sponsoring op de Publieke Omroep (PO).  De staatssecretaris zegt in een interview met Adformatie dat volgende week verschijnt dat ze zoekt naar alternatieve reclame voor de PO. ‘Het traditionele reclameblok heeft zijn langste tijd gehad. Dat betekent dat de financieringsbronnen van de Publieke Omroep in gedrang komen en dat je als overheid moet nadenken of je alternatieve reclame- of externe inkomstenbronnen gaat zoeken’, aldus de staatssecretaris. Het onderzoek zou moeten worden uitgevoerd door TNO.” Lees hier iets meer.

 

RB 120

In contanten

Hof van Justitie, 16 maart 2006, zaak C-234/04, Duitse prejudiciele vragen naar aanleiding van Kapferer tegen Schlank & Schick GmbH. Misleidende reclame, maar eigenlijk alleen procesrecht. Voor de liefhebber.

Als consument had Kapferer van Schlanck & Schick meerdere malen reclamemateriaal ontvangen waarin haar prijzen waren toegezegd. Ongeveer twee weken na een nieuwe, tot haar persoonlijk gerichte brief waarin stond dat voor haar een prijs in de vorm van een tegoed in contanten ter beschikking stond, ontving zij een envelop met daarin onder meer een bestelbon, een schrijven over de laatste kennisgeving met betrekking tot dit tegoed in contanten en een rekeningoverzicht. Volgens de deelnemings/uitkeringsvoorwaarden op de achterkant van de „laatste kennisgeving” moest voor de uitkering van het tegoed een vrijblijvende proefbestelling worden geplaatst.

Kapferer zond Schlanck & Schick de betrokken bestelbon terug nadat zij de tegoedzegel had opgeplakt en op de achterkant de verklaring „Ik heb kennis genomen van de deelnemingsvoorwaarden” had ondertekend. Zij had de deelnemings/uitkeringsvoorwaarden echter niet gelezen. Toen Kapferer de prijs die zij meende te hebben gewonnen niet ontving, maakte zij krachtens § 5j KSchG aanspraak op uitkering van het betrokken bedrag.

Schlanck & Schick heeft voor de aangezochte rechter een exceptie van onbevoegdheid opgeworpen. Daartoe heeft zij betoogd dat de artikelen 15 en 16 van verordening nr. 44/2001 niet toepasselijk zijn omdat in casu geen overeenkomst onder bezwarende titel was gesloten. Voor deelneming aan het „winstspel” moest een bestelling worden gedaan, maar Kapferer heeft nooit een bestelling geplaatst. De aanspraak krachtens § 5j KSchG is volgens haar niet contractueel.

Het Landesgericht Innsbruck vraagt zich af of een misleidende prijstoezegging die wordt gedaan om aan te zetten tot het sluiten van een overeenkomst en dus om die overeenkomst voor te bereiden, een zodanig nauwe band heeft met het beoogde sluiten van een consumentenovereenkomst dat daardoor het gerecht van de woonplaats van de consument bevoegd wordt.

Omdat Schlank & Schick GmbH de beslissing tot verwerping van de exceptie tot onbevoegdheid niet heeft aangevochten, vraagt de verwijzende rechter zich af of hij niettemin ingevolge artikel 10 EG gehouden is, een met betrekking tot de beslissing over de internationale bevoegdheid in kracht van gewijsde gegaan vonnis te onderzoeken en te vernietigen ingeval mocht blijken dat het in strijd is met het gemeenschapsrecht.

Het HvJ antwoord dat "het uit artikel 10 EG voortvloeiende samenwerkingsbeginsel gebiedt een nationale rechter niet, nationale procedureregels buiten toepassing te laten teneinde een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing te onderzoeken en te vernietigen wanneer deze in strijd met het gemeenschapsrecht blijkt te zijn."

Lees het arrest hier.