Samenwerking Stichting Reclame Code en Commissariaat voor de Media
Op donderdag 23 november 2017 hebben de Stichting Reclame Code en het Commissariaat voor de Media een samenwerkingsprotocol ondertekend. Doel van deze overeenkomst is het bevorderen van efficiënte en doelgerichte vervulling van de taken van beide partijen. Zowel de SRC als het CvdM zijn betrokken bij het toezicht op reclame. Voornaamste verschil is dat de SRC zich hoofdzakelijk bezighoudt met de inhoud en verspreiding van reclame-uitingen op basis van de regels van de Nederlandse Reclame Code (NRC). In deze Reclamecode staat onder meer dat reclame als zodanig herkenbaar moet zijn. Alle media-instellingen die reclame maken dienen zich volgens de Mediawet aan te sluiten bij de Nederlandse Reclame Code en zijn onderworpen aan toezicht van de SRC. Het CvdM houdt toezicht op de Mediawet. Daarin staan onder meer regels over (de hoeveelheid en herkenbaarheid van) reclame in het media-aanbod van publieke- en commerciële media instellingen en regels over reclame voor alcoholhoudende dranken en medische behandelingen.
Omdat er soms toch sprake is van overlap, was er behoefte om hier duidelijke afspraken over te maken en de samenwerking die in de praktijk al plaatsvindt in een protocol vast te leggen. Het samenwerkingsprotocol is bedoeld om ervoor te zorgen dat de SRC en het Commissariaat hun taken ieder zo efficiënt en doelgericht mogelijk kunnen uitvoeren. Samengevat staan in het samenwerkingsprotocol uitgangspunten vastgelegd voor samenwerking, afspraken over het verstrekken van inlichtingen tussen de SRC en het CvdM en het doorverwijzen van indieners van klachten en signalen.
Over de Stichting Reclame Code
Om te bevorderen dat reclame maken op verantwoorde wijze gebeurt, is de SRC actief op twee gebieden:
* Pro-actieve dienstverlening: door training, copy advies, monitoring en overige diensten aan het adverterend bedrijfsleven aan te bieden, stimuleert de Stichting Reclame Code reclamemakers campagnes te ontwikkelen die voldoen aan de regels.
* Regelgeving en klachtenprocedure: de Reclame Code Commissie en het College van Beroep stellen vast – na ontvangst van klachten – of de aan hen voorgelegde reclame-uitingen voldoen aan de Nederlandse Reclame Code.
Over het Commissariaat voor de Media
Het Commissariaat voor de Media houdt toezicht op de naleving van de mediawet. Daarmee bewaakt het de toegankelijkheid, pluriformiteit en onafhankelijkheid van de media. Het maken van reclame is gebonden aan een aantal regels die zijn vastgelegd in de Mediawet en het Mediabesluit. Het uitgangspunt daarbij is dat programma-inhoud en commercie duidelijk van elkaar zijn gescheiden. In de regelgeving is onder meer vastgelegd hoeveel reclame mag worden uitgezonden, dat het als zodanig herkenbaar moet zijn en dat een omroep moet beschikken over een redactiestatuur, zodat de onafhankelijkheid van de omroep wordt gewaarborgd. Ook bevat de Mediawet regels over reclame voor alcoholhoudende reclame en medische behandelen.
Gemeente kon in redelijkheid tot opt-in-systeem voor ongeadresseerd drukwerk komen
Rechtbank Amsterdam 22 november 2017, RB 3037; ECLI:NL:RBAMS:2017:8565 (MailDB c.s. tegen Gemeente Amsterdam). Reclamerecht. Het huidige systeem voor de bezorging van ongeadresseerd reclamedrukwerk wordt een ‘opt-out-systeem’ genoemd: NEE/NEE sticker is geen reclame, NEE/JA is enkel huis-aan-huisbladen. De Amsterdamse Gemeenteraad heeft op 20 april 2016 besloten om een ‘opt-in-systeem’ in te voeren: geen ongeadresseerd reclamedrukwerk, tenzij de bewoner of gebruiker met een sticker kenbaar maakt wel reclame te willen ontvangen. Milieuoverwegingen liggen met name ten grondslag aan het besluit. De machines waarmee het drukwerk wordt gedrukt zijn eigendom van MailDB c.s. Het opt-in-systeem stelt geen beperkingen aan het gebruik van de machines, dus aan het eigendomsrecht ex artikel 1 Eerste Protocol EVRM wordt niet getornd. De goodwill voor het ter beschikking stellen van de NEE/NEE en NEE/JA-stickers verdient eveneens geen eigendomsrechtelijke bescherming. Er is onder de Postwet geen rechtens afdwingbare aanspraak op de mogelijkheid om op adressen te bezorgen. Ook geen sprake van strijd met de Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken, nu het besluit niet als doel heeft om de economische belangen van consumenten te beschermen. Daarnaast is er geen strijd met het zorgvuldigheids- of evenredigheidsbeginsel, de gemeente kon in redelijkheid tot het besluit komen. Drukwerk van vrijwilligers- en niet commerciële organisaties, waaronder ook politieke partijen, valt niet onder “ongeadresseerd drukwerk”, maar hier is een te rechtvaardigen belang voor, waardoor er geen strijd is met het gelijkheidsbeginsel.
Aanklikken link in e-mail om opzegging te bevestigen is onredelijk bezwarend
Ktr. Rechtbank Amsterdam 10 november 2017, IT&R 2414; RB 3036; ECLI:NL:RBAMS:2017:8331 (mijndomein.nl tegen gedaagde). Algemene voorwaarden. Contracten. Gedaagde heeft in 2016 de overeenkomst met betrekking tot de domeinnaam willen opzeggen. Deze opzegging had bevestigd moeten worden door middel van het klikken op een link in een bevestigingsmail. Zolang niet op de link geklikt wordt, wordt de opzegging niet definitief en zal de overeenkomst weer met een jaar worden verlengd, aldus mijndomein.nl. Mijndomein.nl dat zij met de bevestigingsmail zeker wil stellen dat de opzegging niet per ongeluk heeft plaatsgevonden. Hoe zij hiermee zekerheid verkrijgt over de identiteit van degene die heeft opgezegd en/of degene die de link heeft aangeklikt, is op geen enkele wijze inzichtelijk gemaakt. Tevens bestaan er minder bezwarende wijzen waarmee een vergissing voorkomen kan worden.
Vragen aan HvJEU over het verbod om in een lidstaat kansspelen via internet aan te bieden
Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 16 maart 2017, IT&R 2412; RB 3035; IEFbe 2406; C-166/17 (Sportingbet). Kansspelen. Internet. Via MinBuZa: In het aangehaalde arrest in zaak C-42/07 heeft het Hof geoordeeld dat artikel 49 EG niet in de weg staat aan een regeling van een lidstaat als die welke in het hoofdgeding aan de orde is, die marktdeelnemers als Bwin International Ltd die in andere lidstaten zijn gevestigd, waar zij rechtmatig soortgelijke diensten verrichten, verbiedt om via het internet kansspelen aan te bieden op het grondgebied van deze lidstaat. Dat arrest is gewezen op een verzoek om een prejudiciële beslissing betreffende de uitlegging van de artikelen 43, 49 en 56 EG. In casu betoogt een van de verwerende partijen echter dat de onderhavige zaak niet alleen die verdragsbepalingen betreft, maar ook de artikelen 2, 3, 23, 30, 31, 46, 55, 59, 66, 86, 106 en 107. Aangezien de Supremo Tribunal de Justiça in laatste aanleg uitspraak moet doen en bij twijfel verplicht is een verzoek om een prejudiciële beslissing te doen, opdat aldus een duidelijk oordeel kan worden gevormd aan de hand van de benodigde toelichting, verzoekt deze rechterlijke instantie het Hof om een beslissing over de hierboven weergegeven prejudiciële vragen, zoals toegelicht in het verzoek van de verwerende partijen.
Uitspraak ingezonden door Menno Heerma van Voss, Ventoux
Niet noodzakelijk dat buitenlandse aanbieder uit prijsvergelijking in Nederland kan leveren
Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 29 september 2017, RB 3034 (KVNW c.s. tegen 94 Wines). Reclamerecht. Rectificatie. KVNW is een professionele branchevereniging die opkomt voor de belangen van wijnimporteurs en wijnhandelaren in Nederland. 94 Wines richt zich onder de handelsnaam wijnoutlet.nl op de wijnhandel met consumenten via het internet. De KVNW heeft 94 Wines gesommeerd om misleidende informatie van haar website te halen naar aanleiding van beslissingen van de Reclame Code Commissie, waar 94 Wines geen gehoor aan heeft gegeven. Geoordeeld wordt dat het 94 Wines vrijstaat om een prijsvergelijking te doen met buitenlandse aanbieders, waarbij het niet noodzakelijk is dat de buitenlandse aanbieder de wijn in Nederland moet kunnen leveren. Van belang is dat de consument op een goede wijze geïnformeerd wordt over de prijs van dezelfde wijn bij een andere aanbieder. Dat 94 Wines zich niet houdt aan de Reclamecode voor alcoholhoudende dranken (RVA 2014) kan haar niet worden tegengeworpen. Zij is geen lid van de KVNW en is niet anderszins gebonden aan de RVA 2014. De uitspraken van de RCC m.b.t. het gestelde prijsvoordeel zijn niet bindend voor 94 Wines. Wel wordt geoordeeld dat 94 Wines zich schuldig heeft gemaakt aan oneerlijke handelspraktijken m.b.t. de reclame-uitingen van verschillende wijnen. Zij dient een rectificatie te plaatsen op haar website met betrekking tot deze wijnen.
Bijdrage ingezonden door Menno Heerma van Voss, KEENON.
Menno Heerma van Voss - Geen enkele reden (meer) om concurrenten een beroep op artikelen 6:193a-j BW te ontzeggen
M.J. Heerman van Voss, 'Geen enkele reden (meer) om concurrenten een beroep op artikelen 6:193a-j BW te ontzeggen', eerder gepubliceerd in IER 2017, nr. 23, RB 3033.
1. Inleiding Het komt nog steeds voor dat ondernemingen als eiser geen beroep doen op de oneerlijke handelspraktijk (OHP)-wetgeving of bot vangen als zij daarop een (rechtstreeks) beroep doen.
In het afgelopen anderhalf jaar zijn er negen procedures geweest. In vier daarvan werd een beroep van de eisende concurrent op artikel 6:193a-j BW afgewezen. Daarbij is eenmaal het (subsidiaire) beroep op artikel 6:194 BW inzake misleidende reclame toegewezen. In een van deze negen is er geen beroep op gedaan en is het niet ambtshalve toegepast. Het beroep op de OHP-bepalingen is slechts viermaal gehonoreerd, waarvan slechts een keer rechtstreeks en drie keer indirect via artikel 6:162 BW.
Producten van kunststof mogen niet aangeboden worden alsof ze van hout zijn
Vz. RCC 10 augustus 2017, RB 3031; dossiernr. 2017/00488 (247raamdecoratie). Aanbeveling. Misleiding. Het betreffen uitingen op de website www.247raamdecoratie.nl, waar onder andere het kopje “Houten Jaloezieën” te vinden is. Onder dit kopje staat onder andere de uiting "En voor een nog voordeligere én praktische hout-alternatieven kiest u voor ons imitatie hout gemaakt van PVC". De klacht wordt als volgt samengevat. Klager vindt het misleidend dat onder het kopje “Houten Jaloezieën” collecties worden aangeboden die van PVC (kunststof) gemaakt zijn.
"De beste e-bike is een Stella" is niet misleidend, want een overdrijving met een subjectief karakter
RCC 25 oktober 2017, RB 3030; dossiernr. 2017/00645 (Stella Fietsen). Afwijzing. Het betreft de televisiecommercial van Stella Fietsen, waarin Anita Witzier het volgende zegt: “Hoge kwaliteit elektrische fietsen van Hollandse bodem. Altijd een goeie prijs. E-bike testcenters in heel Nederland én bezorging op maat aan huis. De beste e-bike is een Stella.” Ondertussen wordt op de achtergrond, op de melodie van ‘de Bostella’, gezongen: “De beste e-bike is een Stella”. De klacht: de slogan “De beste e-bike is een Stella” is in strijd met de waarheid. Stella Fietsen kan dit niet bewijzen en heeft dit nooit bewezen. Daarom is er volgens klager sprake van misleiding.
Conclusie AG: Een consument verliest niet zijn hoedanigheid na langdurig gebruik van een particulier Facebookaccount om activiteiten te ontplooien
Conclusie AG HvJ EU 14 november 2017, IEF 17276; IEFbe 2403; IT 2410; RB 3032; ECLI:EU:C:2017:863 (Schrems tegen Facebook) vgl. IT 1878 . Voor „socinfluencers”, „prosumers” (professionele consumenten) zijn hun persoonlijke accounts op sociale netwerken een onmisbaar instrument voor hun werk. Een consument verliest niet zijn hoedanigheid indien hij – na langdurig gebruik van een particuliere Facebookaccount om zijn rechten uit te oefenen – boeken publiceert, lezingen houdt (soms ook tegen betaling), websites exploiteert, giften inzamelt om de rechten te kunnen uitoefenen. Bevoegdheid in zaken betreffende consumentenovereenkomsten – Begrip ,consument’ – Sociale media –Facebookaccounts en Facebookpagina’s – Cessie van vorderingen door consumenten die woonplaats hebben in dezelfde lidstaat, in een andere lidstaat en in een derde land – Collectief verhaal.
Misleiding nu aanbieding slechts geldt voor één variant, maar meerdere varianten staan afgebeeld
Vz. RCC 24 oktober 2017, RB 3029; dossiernr. 2017/00688 (Etos Gilette). Toewijzing. Misleiding. Het betreft de aanbieding van voordeelpakken Gillette navulmesjes in een huis-aan-huis folder en in een (blijkbaar identieke) digitale folder op de website van adverteerder (www.folder-etos.nl). In de aanbieding staat onder meer dat men een gratis speaker en 40% korting krijgt bij de aanschaf van een voordeelpak. Verder staat in de uiting: “alle varianten, bijvoorbeeld Mach 3 base 16 stuks”. In de uiting staat de doorgestreepte ‘van-prijs’ van € 52,99 en de aanbiedingsprijs (‘voor-prijs’) van € 31,79. De klacht: adverteerder weigert een Gillette Fusion voordeelpak navulmesjes te verkopen voor € 31,79, ondanks dat de uiting voor alle varianten geldt en het Gillette Fusion voordeelpak duidelijk op de voorgrond is afgebeeld. De prijs staat ook niet in dezelfde zin als de woorden “bijvoorbeeld Mach 3 base 16 stuks”, maar los in de advertentie. In de advertentie worden verder geen uitzonderingen genoemd. Door het voorgaande is sprake van misleidende reclame.