RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Electronica  

RB 2316

Gaswasser wijkt af van de bijbehorende specificaties

Vzr. Rechtbank Limburg 3 februari 2015, RB 2316; ECLI:NL:RBLIM:2015:883 (Robos tegen Inno+)
Misleidende reclame. Art. 6:194 BW. Partijen zijn elkaars concurrenten fabriceren, leveren en onderhouden zogenoemde luchtwassers, soms gaswasser genoemd en adverteren met BWL-nummers. Een BWL-nummer wordt toegekend nadat het betreffende type luchtwasser is getest en deugdelijk is bevonden. Buro Blauw, een onafhankelijk ingenieursbureau in luchtkwaliteit, concludeert dat de Inno+-producten op twee essentiële punten afwijkt van de BWL-nummer behorende specificaties. Robos vordert met succes dat Inno+ verboden wordt reclame te maken dat de Junior en inbouwluchtwasser gekwalificeerd zijn als biologische gaswassers en door de overheid zijn erkend.

2.6.
Buro Blauw is een onafhankelijk ingenieursbureau in luchtkwaliteit. Op verzoek van Robos heeft ir. [naam ingenieur] van Buro Blauw een door Inno+ gebouwde en als van het type BWL 2009.12.V1 verkochte luchtwasser onderzocht en daarvan op 14 november 2014 verslag gedaan (productie 2 bij exploot). Op pagina 5 van dat verslag concludeert Buro Blauw dat de luchtwasser op twee essentiële punten afwijkt van de bij dat BWL-nummer behorende specificaties. Aldaar schrijft Buro Blauw:

“De inbouwwasser wijkt op enkele essentiële punten af van het aangeboden type gaswasser BWL2009.12.V1, te weten:
1. Er is sprake van een horizontale luchtstroom door de wasser, die alleen aan de onderzijde van het filterpakket in verticale richting wordt omgebogen. Bij gaswasser BWL.2009.12.V1 wordt de luchtstroom 2 keer van richting veranderd:
-
één keer bij de ingang van de wasser.
-
één keer bij de onderzijde van het filterpakket.
2. De sproei-installatie is aangebracht ter hoogte van de onderzijde van het filterpakket. De luchtstroom passeert de sproei-installatie in horizontale richting. Bij de systeemomschrijving van wasser BWL2009.12.V1 staat beschreven dat het watergordijn een lengte heeft van 1,5m. De stromingsrichting van de lucht ter hoogte van het watergordijn is verticaal.

Doordat de inbouwwasser van de ondernemer op 2 essentiële ontwerpvereisten afwijkt van de systeembeschrijving van de biologische gaswasser BWL.2009.12.V1, kan deze inbouwwasser niet gekwalificeerd worden als zijnde een biologische gaswasser van het type BWL.2009.12.V1. Er kan dan ook niet vanuit gegaan worden dat de inbouwwasser zorgt voor een verwijdering van ammoniak, fijnstof en geur van 85%.”

4.6.
Robos heeft haar stelling dat Inno+ luchtwassers aanbiedt die door haar ten onrechte worden aangeprezen als luchtwassers van het type BWL 2009.12/BWL 2009.12V1 onderbouwd met het hiervoor onder 2.6. aangehaalde rapport van Buro Blauw. Buro Blauw concludeert niet alleen dat de onderzochte, door Inno+ geplaatste luchtwasser op twee essentiële punten afwijkt van het aangeboden type, maar ook dat er niet van kan worden uitgegaan dat de luchtwasser zorgt voor een verwijdering van ammoniak, fijnstof en geur van 85%. Daarmee heeft Robos het door haar gestelde misleidende karakter van de mededelingen door Inno+ op haar website met betrekking tot de luchtwassers van het type BWL 2009.12/BWL 2009.12V1 voldoende onderbouwd.

4.7.
Ingevolge artikel 6:195 BW rust de bewijslast ter zake van de juistheid of volledigheid van de feiten die op haar website staan omtrent de eigenschappen van haar luchtwassers op Inno+. Inno+ heeft weliswaar gemotiveerd uiteengezet dat haar luchtwassers naar haar mening wel degelijk voldoen aan de omschrijving BWL 2009.12/2009.12V1, maar heeft deze uiteenzetting niet onderbouwd met enige verklaring van een (onafhankelijk) deskundige. Tegenover de stellingen van Robos en de bevindingen van Buro Blauw staan dus slechts de eigen inzichten van Inno+. Daarmee heeft Inno+ niet voldaan aan de op haar rustende bewijslast en moet het er in dit kort geding voor worden gehouden dat haar mededeling dat haar luchtwassers voldoen aan de omschrijving BWL 2009.12/2009.12V1 misleidend en daarmee jegens Robos onrechtmatig zijn.
RB 2241

Geen ervaring van verlies aan zuigkracht

Vzr. Rechtbank Den Haag 24 oktober 2014, IEF 14313 (Dyson tegen Samsung)
Eerder gepubliceerd op IE-Forum.nl; IEF 14313. Reclamerecht. Zakloze stofzuigers. Dyson vordert staking van de filteronderhoudsclaim en rectificatie van de reeds verwijderde "verlies aan zuigkracht" claims. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen af. Het vullen van het stofreservoir met stof heeft geringe invloed op de zuigkracht. "Geen verlies van zuigkracht ervaren" bevat een subjectief element. Gedurende een lange periode neemt de zuigkracht is niet significant af (7% tot 5,3%) en de zuigkracht is blijvend sterk.

Het rooster, dat onderhoud behoeft, vervult niet de functie van een filter.  Uit niets valt af te leiden dat naast de filterfunctie van en door de cyclonen aan het rooster ook een filterfunctie valt toe te dichten.

5.5. In de onder 2.9 I sub b weergegeven uiting is naar voorlopig oordeel de eigenlijke mededeling die aan het publiek wordt gedaan dat je bij de Motion Sync geen verlies aan zuigkracht ervaart. Terecht heeft Samsung zich op het standpunt gesteld dat “geen verlies aan zuigkracht ervaren” een subjectief element bevat, zodat deze mededeling, anders dan Dyson heeft betoogd, niet inhoudt dat Samsung claimt dat bij gebruik van de Motion Sync geen enkel verlies aan zuigkracht kan optreden.

5.8. Gelet hierop en nu Dyson heeft erkend dat bij een verlies aan zuigkracht van 7% de resterende zuigkracht nog wel sterk kan zijn, acht de voorzieningenrechter voorlopig oordelend de in claim 1 besloten liggende mededeling dat de Motion Sync gedurende een lange periode een sterke zuigkracht behoudt, niet onjuist of misleidend. Als de afname van de zuigkracht niet significant is en de zuigkracht blijvend sterk is, kan Samsung naar voorlopig oordeel ook claimen dat de consument – zeker ten opzichte van de stofzuiger met zak – geen verlies aan zuigkracht ervaart. Voorshands acht de voorzieningenrechter ook deze claim niet onjuist of misleidend.
RB 2236

Via een Cross border referral krijgt TomToms uiting in Nederland een aanbeveling

College van Beroep van de RCC 20 oktober 2014, RB 2236, dossier 2014/00266 (Garmin tegen TomTom)
Beslissing ingezonden door Daniël Haije en Sarah Arayess, Hoogenraad & Haak. Misleidende vergelijkende reclame. Art. 13 aanhef en onder a en c NRC. Navigatieapparatuur. Garmin maakt met succes bezwaar tegen het gebruik van de snelheidsclaim "TomTom Traffic gets you there fastest" en de mededelingen in het kader van "reliability of data". Het geschil is met een "cross border referral" ter verdere behandeling door de Advertising Standards Authority (ASA) naar de Nederlandse RCC gestuurd nu TomTom in Nederland is gevestigd. Aan de aanbeveling hoeft niet te worden toegevoegd dat het Britse doelgroep van de uiting betreft. Enig verschil in opvatting tussen de Britse en de Nederlandse maatman-consument maakt geen verschil om te beoordelen dat de uitingen misleidend zijn. Het buiten beschouwing blijven van producten met DAB-technologie van Garmin geeft een vertekenend beeld waardoor het resultaat van de vergelijking ten onrechte ten gunste van TomTom wordt beïnvloed.

Leestips: 6.1-6.3, 6.5, 6.10, 6.16.

RB 2155

Inruilactie wekt onjuiste indruk van inruilkorting

Vz. RCC 2 juni 2014, RB 2155, dossiernr. 2014/00354 (MyCom)
Voorzitterstoewijzing. Misleidende reclame. Het betreft een folder waarin op de voorpagina onder meer staat: “Inruilservice: Ruil uw oude notebook of pc in en ontvang 100.- inruilvoordeel”. Naast deze tekst staat een symbool met daaronder de tekst: “www.mycom.nl/inruilservice voor meer informatie”. Op de even pagina’s van de folder staat onder meer “100.- inruilvoordeel Als u nu uw oude notebook of pc inruilt voor een nieuw apparaat met Windows 8, profiteert u van inruilvoordeel t.w.v. 100.-. Dit geldt zowel bij de aanschaf van een nieuwe notebook, pc of tablet. Bij inruil ontvangt u gratis: ‘Office 365 Personal’-pakket, 'het boek ‘ontdek Windows 8.1’ en '100.- gratis kijk voor meer informatie op: www.mycom.nl/inruilservice”. Klager meende op grond van de onderhavige uiting dat hij in het kader van de inruilservice bij adverteerder een korting van 100 euro zou ontvangen bij de aanschaf van een nieuwe notebook of pc tegen inruil van een oud apparaat. Nu geen sprake is van een inruilkorting maar van twee gratis items met een waarde van 100 euro is de uiting volgens klager misleidend. De voorzitter wijst de klacht toe.

Het oordeel van de voorzitter
2) Naar het oordeel van de voorzitter zal de gemiddelde consument een actie waarbij men tegen inruil van een oud apparaat een bepaald bedrag aan voordeel ontvangt, associëren met een inruilactie in de gebruikelijke vorm, te weten een actie waarbij men door een oud apparaat in te ruilen korting op de aanschafprijs van een nieuw apparaat krijgt. Een dergelijke actie kan inmiddels algemeen gebruikelijk worden geacht en betreft in feite de standaard situatie die het verwachtingspatroon van de gemiddelde consument bepaalt.
3) De actie waar het in deze zaak om gaat, wijkt in zoverre af van de standaard inruilactie, dat men geen korting op de aanschafprijs krijgt, maar een voordeel ontvangt in de vorm van een softwarepakket en een boek. Nu een dergelijke actie afwijkt van de standaardsituatie, ligt het op de weg van adverteerder om voldoende duidelijk te maken dat geen sprake is van een korting op de aanschafprijs. Naar het oordeel van de voorzitter heeft adverteerder dit in onvoldoende mate gedaan. Door in het kader van een “inruilservice” te spreken over inruilvoordeel ter hoogte van € 100,-- dat men ontvangt bij de inruil van een oude notebook of pc, zal de gemiddelde consument immers aannemen dat sprake is van een korting op de aanschafprijs. Het door adverteerder bedoelde onderscheid tussen inruilkorting en inruilvoordeel zal de gemiddelde consument ontgaan. Ook voor klager was dit onderscheid niet duidelijk.
4) Eveneens zal het deze consument op basis van de toelichting op de even pagina’s ontgaan dat geen sprake is van een inruilkorting, maar van twee gratis items met een gezamenlijke waarde van kennelijk € 100,--. In de toelichting staat dat deze items gratis zijn, maar niet met zoveel woorden dat deze items gezamenlijk het inruilvoordeel vormen. Naar het oordeel van de voorzitter zou de consument kunnen denken dat men bij de inruil deze items gratis ontvangt naast inruilkorting. Aan die indruk draagt bij dat sprake is van een perfect rond getal (€ 100,--), hetgeen eerder op een korting wijst dan op de exacte waarde die de items vertegenwoordigen. Het ligt immers niet voor de hand dat de totale waarde precies € 100,-- is.
5) Dat volgens adverteerder op de website wel voldoende informatie over de actie staat, neemt de misleidende indruk die de folder wekt onvoldoende weg. Het had op de weg van adverteerder gelegen om reeds in de folder duidelijk en ondubbelzinnig de consument te informeren over het feit dat geen sprake is van inruilkorting, teneinde aldus onjuiste verwachtingen bij de consument te vermijden en hem in staat te stellen een geïnformeerd besluit over de transactie te nemen. Nu adverteerder dit heeft nagelaten, is sprake van het op onduidelijke wijze verstrekken van essentiële informatie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 2146

Hoge Raad: Telefoonabonnement met gratis telefoon is een consumentenkrediet

HR 13 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1385 (telefoonabonnement met 'gratis' telefoon)
De Hoge Raad beantwoordt de prejudiciële vraag aldus dat een telefoonabonnement inclusief toestel zoals hiervoor in 3.2 omschreven, ter zake van de verkrijging van de mobiele telefoon in beginsel dient te worden aangemerkt als
a.    een koop en verkoop op afbetaling als bedoeld in art. 7A:1576 lid 1 BW;
b.    een krediettransactie als bedoeld in art. 1, aanhef en onder a, sub 2e, Wck (oud) indien de overeenkomst is gesloten voor 25 mei 2011;
c.    een kredietovereenkomst als bedoeld in art. 7:57 lid 1, aanhef en onder c, BW indien de overeenkomst is gesloten op of na 25 mei 2011, tenzij sprake is van een krediet zonder rente en kosten als bedoeld in art. 7:58 lid 2, onder e, BW,
een en ander tenzij de aanbieder stelt en zo nodig aannemelijk maakt dat de door de consument verschuldigde abonnementskosten niet (mede) strekken tot afbetaling van de telefoon.

Gestelde vraag: De kantonrechter heeft als prejudiciële vraag gesteld of telefoonabonnementen, waarbij een ("gratis") telefoon aan de consument ter beschikking wordt gesteld, zijn te kwalificeren als een consumentenkrediet als bedoeld in de Wck (tot 25 mei 2011) dan wel als bedoeld in titel 2A van boek 7 BW (vanaf 25 mei 2011), ofwel dat dergelijke overeenkomsten zijn te kwalificeren als koop op afbetaling als bedoeld in artikel 7A:1576 e.v. BW

RB 2135

Redcoon.nl mededeling 48-uurs levering misleidend

RCC 14 mei 2014, RB 2135, dossiernr. 2014/00286 (Redcoon)
Aanbeveling. Leveringstijd. Misleidende reclame. Het betreft de op adverteerders website www.redcoon.nl bij verscheidene producten staande mededeling “48-uurs levering”. De klacht is dat de vermelding van een levertijd van 48 uur misleidend is. Deze 48 uur gaan namelijk niet in op het moment van bestellen, zoals op grond van de uiting mag worden aangenomen, maar pas na verzending van het product uit het magazijn. Dit laatste blijkt uit de FAQ. In de Algemene Voorwaarden, waarmee klager bij zijn bestelling akkoord is gegaan, wordt niets gezegd over voorwaarden aan de 48-uurs levering. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Het oordeel van de Commissie
In de bestreden uiting wordt bij het betreffende aangeboden product zonder (verwijzing naar een) voorbehoud meegedeeld: “48-uurs levering”. Deze mededeling zal bij de gemiddelde consument de indruk wekken dat men er op kan rekenen dat men het bestelde product binnen 48 uur na bestelling ontvangt. Adverteerder blijkt de levertermijn van 48 uur echter te laten ingaan op het moment van verzending van het product uit het magazijn, nadat de voor verwerking van de bestelling noodzakelijke werkzaamheden door adverteerder zijn uitgevoerd. Bovendien blijkt uit het verweer het tijdstip van bestelling – voor of na 22.00 uur – van belang te zijn voor het kunnen voldoen aan de beloofde “48-uurs levering”.

Gelet op het voorgaande acht de Commissie de mededeling “48-uurs levering”, nu daarbij geen verwijzing is opgenomen naar de voorwaarden waaronder deze gegarandeerde levertermijn geldt, te absoluut. Hierdoor is sprake van een op onduidelijke wijze verstrekken van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Dat onder de veelgestelde vragen op adverteerders website een toelichting op de (start van de) 48-uurs levertermijn is opgenomen, neemt het misleidende karakter van de bestreden uiting niet weg, nu de uiting geen verwijzing bevat naar deze uitleg van het begrip “48-uurs levering”, op welke uitleg de gemiddelde consument niet bedacht zal zijn.

Voorts blijkt uit de in het verweer aangehaalde tekst (“wil je het pakket de volgende dag (maandag tot en met zaterdag) al ontvangen, geef dit dan op de voorafgaande dag vóór 22.00 uur door”) niet dat bestelling vóór 22.00 uur een voorwaarde is voor de ontvangst van het product binnen 48 uur. De aangehaalde mededeling staat in een bericht dat in de brievenbus van een persoon die een bestelling heeft gedaan, wordt achtergelaten, wanneer het bestelde artikel niet door PostNL kan worden afgeleverd.

Of in het geval van klager sprake is geweest van een incident doet niet ter zake, nu het gaat om de informatie die adverteerder in de uiting dient te geven over de voorwaarden waaronder de genoemde levertijd geldt.
RB 2122

Directe prijsvergelijk webshops na RCC gestaakt, kort geding laat gestart

Vzr. Rechtbank Overijssel 2 mei 2014, ECLI:NL:RBOVE:2014:2344 (Your Hosting tegen Strato)
Prijsvergelijk. RCC. Eiser vordert dat gedaagde een rectificatie plaatst van een volgens haar onjuiste advertentie die van 2 mei tot 13 augustus 2013 door gedaagde is gepubliceerd in de dagbladen Telegraaf en de Volkskrant en het maandblad Computer Totaal. Het betrof een directe prijsvergelijking met onder meer webshops. Zo genuanceerd als het betoog van Strato is, zo ongenuanceerd heeft Strato de onderhavige advertenties opgesteld. Voor die nuance is, gezien de wijze waarop de advertentie is vormgegeven, geen enkele ruimte. Hoewel de voorzieningenrechter met eiser van oordeel is dat de bedoelde reclame misleidend is geweest, wijst hij de vorderingen af bij gebrek aan (spoedeisend) belang van eiser; de advertentie wordt sinds 13 augustus 2013 niet meer gevoerd, na de beslissing van de RCC heeft Your Hosting enkele maanden gewacht en de gevolgen zijn niet (aangetoond) voelbaar.

4.4.Met Your Hosting is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat de reclame-uitingen van Strato in de periode 2 mei tot 13 augustus 2013 misleidend zijn geweest. Dit volgt al uit de beslissing van de Reclame Code Commissie van 21 oktober 2013, waarin is overwogen dat de uiting misleidend is en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Daarnaast heeft Strato ter zitting uitvoerig gepoogd de verschillen tussen partijen op het gebied van webshops uiteen te zetten. Zo genuanceerd als dit betoog van Strato is, zo ongenuanceerd heeft Strato de onderhavige advertenties opgesteld. Voor die nuance is dan ook, gezien de wijze waarop de advertentie is vormgegeven, geen enkele ruimte. Your Hosting heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij webshops aanbiedt. Met het plaatsen van een “x” onder de naam Your Hosting en achter “webshop” verkeert ook de door Strato aangehaalde “gemiddelde geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone beroeps- of bedrijfsoefenaar” in de – onjuiste – veronderstelling dat Your Hosting in het geheel geen webshops aanbiedt. Voor zover het betoog van Strato ertoe strekt dat de “x” zou betekenen dat Your Hosting een andere variant van webshops aanbiedt dan Strato, dan is dat – voor zover dat al het geval zou zijn, hetgeen door Your Hosting uitvoerig gemotiveerd is betwist – niet uit de advertentie op te maken.
4.5. Het vorenstaande leidt echter niet tot toewijzing van de vorderingen.

4.6. Ten eerste is het zeer de vraag of Your Hosting een spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen. (...)

4.7. Verder heeft Your Hosting niet voldoende aannemelijk gemaakt dat de gevolgen van de misleidende reclame op dit moment nog voelbaar zijn. (...)

4.8. Hieruit volgt dat een rectificatie op de door Your Hosting gevorderde wijze naar het oordeel van de voorzieningenrechter op dit moment geen redelijk doel (meer) dient. Daarbij betreft het een ingrijpende voorziening, gezien de daarmee gepaard gaande hoge kosten, die onomkeerbaar is.

Op andere blogs:
ICTRecht Rectificatie niet nodig na misleidende reclame?

RB 2118

Directe prijsvergelijk webshops na RCC gestaakt, kort geding laat gestart

Vzr. Rechtbank Overijssel 2 mei 2014, ECLI:NL:RBOVE:2014:2344 (Your Hosting tegen Strato)
Prijsvergelijk. RCC. Eiser vordert dat gedaagde een rectificatie plaatst van een volgens haar onjuiste advertentie die van 2 mei tot 13 augustus 2013 door gedaagde is gepubliceerd in de dagbladen Telegraaf en de Volkskrant en het maandblad Computer Totaal. Het betrof een directe prijsvergelijking met onder meer webshops. Zo genuanceerd als het betoog van Strato is, zo ongenuanceerd heeft Strato de onderhavige advertenties opgesteld. Voor die nuance is, gezien de wijze waarop de advertentie is vormgegeven, geen enkele ruimte. Hoewel de voorzieningenrechter met eiser van oordeel is dat de bedoelde reclame misleidend is geweest, wijst hij de vorderingen af bij gebrek aan (spoedeisend) belang van eiser; de advertentie wordt sinds 13 augustus 2013 niet meer gevoerd, na de beslissing van de RCC heeft Your Hosting enkele maanden gewacht en de gevolgen zijn niet (aangetoond) voelbaar.

4.4.Met Your Hosting is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat de reclame-uitingen van Strato in de periode 2 mei tot 13 augustus 2013 misleidend zijn geweest. Dit volgt al uit de beslissing van de Reclame Code Commissie van 21 oktober 2013, waarin is overwogen dat de uiting misleidend is en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Daarnaast heeft Strato ter zitting uitvoerig gepoogd de verschillen tussen partijen op het gebied van webshops uiteen te zetten. Zo genuanceerd als dit betoog van Strato is, zo ongenuanceerd heeft Strato de onderhavige advertenties opgesteld. Voor die nuance is dan ook, gezien de wijze waarop de advertentie is vormgegeven, geen enkele ruimte. Your Hosting heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij webshops aanbiedt. Met het plaatsen van een “x” onder de naam Your Hosting en achter “webshop” verkeert ook de door Strato aangehaalde “gemiddelde geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone beroeps- of bedrijfsoefenaar” in de – onjuiste – veronderstelling dat Your Hosting in het geheel geen webshops aanbiedt. Voor zover het betoog van Strato ertoe strekt dat de “x” zou betekenen dat Your Hosting een andere variant van webshops aanbiedt dan Strato, dan is dat – voor zover dat al het geval zou zijn, hetgeen door Your Hosting uitvoerig gemotiveerd is betwist – niet uit de advertentie op te maken.
4.5. Het vorenstaande leidt echter niet tot toewijzing van de vorderingen.

4.6. Ten eerste is het zeer de vraag of Your Hosting een spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen. (...)

4.7. Verder heeft Your Hosting niet voldoende aannemelijk gemaakt dat de gevolgen van de misleidende reclame op dit moment nog voelbaar zijn. (...)

4.8. Hieruit volgt dat een rectificatie op de door Your Hosting gevorderde wijze naar het oordeel van de voorzieningenrechter op dit moment geen redelijk doel (meer) dient. Daarbij betreft het een ingrijpende voorziening, gezien de daarmee gepaard gaande hoge kosten, die onomkeerbaar is.
RB 2058

Moet duidelijk kenbaar zijn dat het product 'refurbished' is

RCC 6 februari 2014, dossiernummer 2013/00687 (Refurbished toestel)
Misleidend en oneerlijk. Levertijd. Garantie. Onduidelijke informatie. De klacht richt zich succesvol tegen de volgende uiting: “’Ready to go’ Delivery: Dit toestel wordt inclusief hoogwaardige kwaliteit oplader en accu geleverd. (…)” Onder het kopje “Levering” staat onder meer: “Origineel product: Op onze website worden enkel 100% originele merkproducten en OEM (Original Equipment Manufacturer) producten aangeboden.” “Product & Garantie: Op dit product zit 30 dagen volledige omruilgarantie, [..] Het gaat hier om zogenaamde tot in complete nieuwstaat gereviseerde modellen die met een nieuwe garantietermijn worden geleverd”. “Bedenktijd: Op dit product zit een bedenktijd van 7 werkdagen [..]”

De Commissie oordeelt dat het gaat om essentiële informatie (refurbished toestel) die niet duidelijk is vermeld, waardoor niet duidelijk is welke garantietermijn van toepassing is. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Het feit dat, naar adverteerder stelt, het aanbieden van refurbished toestellen algemeen geaccepteerd is, betekent niet dat men, indien men een dergelijk toestel aanbiedt, dit niet duidelijk moet vermelden. Dit is, zoals de voorzitter overwoog, essentiële informatie die aan geïnteresseerden direct kenbaar moet worden gemaakt. In de onderhavige uiting staat dit pas onder het kopje “Levering” en dan ook nog in het midden van de onder het subkopje “Product & Garantie” staande tekst, na informatie over de aard en de duur van de garantie(periode). Hierdoor is ook niet dan wel onvoldoende duidelijk welke garantie(termijn) op het aangeboden product van toepassing is.

Blijkens het voorgaande is voor de gemiddelde consument onduidelijke informatie verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code NRC. Voorts kan de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Tevens is de uiting, gelet op het vorenstaande, voor wat betreft het gebruik van het woord “garantie” in strijd met artikel 12 NRC.

RB 2049

Misleidende prijs zonder vermelding "vanaf" externe harde schijf

RCC 27 januari 2014, dossiernummer 2013/00810 (nieuwsbrief externe harde schijf)

Misleidende prijsvermelding. Aanbeveling. Het betreft een door adverteerder op 3 oktober 2013 per e-mail aan klager gezonden nieuwsbrief. Daarin staat onder de aanhef “Externe harde schijf met 320 GB, 500 GB, 1 of 2 TB gratis bezorging” onder meer: “prijs 44,90 €”. Ten onrechte is bij de in de uiting genoemde prijs niet vermeld: “vanaf”. Klager legt twee afdrukken van de nieuwsbrief over, ten eerste een afdruk van het gedeelte waarin de prijs “44,90 €” is vermeld, ten tweede een afdruk van het gedeelte waarin staat: “Externe harde schijf met 320 GB, 500 GB, 1 of 2 TB met beschermhoes (vanaf € 44,90)”. Volgens een eerdere uitspraak [RB 1900]  dient de eerst gegeven informatie juist te zijn.

Naar adverteerder niet heeft weersproken en zoals blijkt uit de tweede bij de klacht overgelegde afdruk van de uiting betreft de eerst vermelde prijs van € 44,90 in werkelijkheid een vanaf-prijs. Nu dit niet aanstonds uit de nieuwsbrief valt op te maken, wordt in de uiting onjuiste informatie gegeven ten aanzien van de prijs als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De Commissie heeft nota genomen van adverteerders mededeling dat inmiddels, na het verzenden van de thans bestreden nieuwsbrief, een wijziging in de nieuwsbrief is aangebracht, teneinde de voorzittersaanbeveling van 13 augustus 2013 in dossier 2013/00481 op te volgen. Dit doet echter niet af aan bovenstaand oordeel. Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan, voor zover nog nodig, om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.