RB
RB 3838
10 juni 2024
Artikel

Laatste plekken voor de Actualiteitenlunch Reclamerecht

 
RB 3837
3 juni 2024
Artikel

Vacature Simmons & Simmons: Advocaat-stagiaire IP / Life Sciences

 
RB 3836
31 mei 2024
Artikel

Pinsent Masons Amsterdam zoekt voor haar octrooi- en Life Sciences team junior en senior advocaat-medewerkers

 
RB 2704

Eerste kamer neemt implementatiewet Tabaksproductenrichtlijn aan

Tabaksproductenrichtlijn
De wijzigingen die de Tabaksproductenrichtlijn met zich brengt hebben met name betrekking op de uitbreiding van de werkingssfeer van de richtlijn tot elektronische sigaretten en navulverpakkingen, etikettering en verpakking ingrediënten, nieuwe tabaksproducten en grensoverschrijdende verkoop op afstand. Daarnaast wordt met dit voorstel uitvoering gegeven aan de bepalingen van het WHO-Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging om burgers te beschermen tegen blootstelling aan tabaksrook en om tabaksontmoediging te bereiken.

RB 2703

Reclameboek jurisprudentielunch 2016

Op woensdag 11 mei van 12.00 – 15.15 organiseert eduLex, onderdeel van uitgeverij deLex, weer een jurisprudentiebijeenkomst reclamerecht in Crowne Plaza South te Amsterdam. Dé jaarlijkse bijeenkomst over het reclamerecht. Jan Kabel en Ebba Hoogenraad bespreken belangrijke en actuele jurisprudentie. Aanmelden hier

Jan Kabel spreekt over uitspraken van het HvJ EU en het EHRM op het terrein van oneerlijke handelspraktijken, reclame en direct marketing en de consequenties daarvan voor de Nederlandse praktijk. Het gaat over publiciteit in het vrije beroep, prijsverlagingen, prijsvergelijking en andere vormen van prijsinformatie, voedings- en gezondheidsclaims, marketing voor tabaksproducten en wat er nog meer aan de orde komt in de Europese rechtspraak.

Ebba Hoogenraad geeft een update van beslissingen van de Reclame Code Commissie, het CvB en de rechter: hoe zit het met misleiding, inzake misleiding, uitnodiging tot aankoop, ‘gevoelige’ producten, goede smaak en fatsoen, de definitie van reclame en gezondheidsproducten? Ook processuele aspecten komen aan bod: o.a. het pan-Europees verbod bij vergelijkende reclame, en de discussie over artikel 6:194 versus 6:193a-j BW.

RB 2701

Conclusie AG: Verordening niet strijdig met de vrijheid van ondernemerschap, wel ongeldig voor zover deze in strijd is met het non-discriminatiebeginsel

16 mrt 2016, RB 2701; ECLI:EU:C:2016:169 (Lidl tegen Freitstaat Sachsen), https://reclameboek.nl/artikelen/conclusie-ag-verordening-niet-strijdig-met-de-vrijheid-van-ondernemerschap-wel-ongeldig-voor-zover-d

Conclusie AG HvJ EU 16 maart 2016, LS&R 3701, RB 2701, ECLI:EU:C:2016:169 (Lidl tegen Freistaat Sachsen) Verordening nr. 543/2008 van de Commissie – Handelsnormen voor vlees van pluimvee – Geldigheid van artikel 5, lid 4, onder b) – Vers voorverpakt vlees van pluimvee – Verplichting om de totale prijs en de prijs per gewichtseenheid in de detailverkoop op de voorverpakking of op het daaraan gehechte etiket te vermelden. [Artikel 15, lid 1, en artikel 16 van het Handvest van de Grondrechten] – Vrijheid om een vrijelijk gekozen beroep uit te oefenen – Vrijheid van ondernemerschap – Evenredigheid – [Artikel 40, lid 2, VWEU] – Non-discriminatie 

Conclusie AG: 
1)      Bij de behandeling van de eerste gestelde vraag is niet gebleken van een omstandigheid die gevolgen heeft voor de geldigheid van artikel 5, lid 4, onder b), van verordening (EG) nr. 543/2008 van de Commissie van 16 juni 2008 houdende uitvoeringsbepalingen voor verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat betreft de handelsnormen voor vlees van pluimvee, in het licht van artikel 16 van het Handvest.
2)      Artikel 5, lid 4, onder b), van verordening (EG) nr. 543/2008 van de Commissie is ongeldig, voor zover het in strijd met artikel 40, lid 2, VWEU een onderscheid maakt tussen verschillende soorten vlees van pluimvee.

RB 2702

Uitspraak ingezonden door Esther Mommers, Dirkzwager.

Geen afbreuk aan reputatie BLOKKER door hot-or-not-advertentie

Nederland 20 apr 2016, RB 2702; (Blokker tegen SRM), https://reclameboek.nl/artikelen/geen-afbreuk-aan-reputatie-blokker-door-hot-or-not-advertentie

Rechtbank Amsterdam 20 april 2016, IEF 150901; RB 2702 (Blokker tegen SRM)
Reclamerecht. Merkenrecht. SRM heeft een advertentie geplaatst in het FD met merken die HOT en die NOT zijn op basis van nieuws en persberichten. Volgens Blokker is dit merkinbreuk en is er sprake van onrechtmatige daad. Om de vordering van Blokker, gebaseerd op artikel 2.20 BVIE te laten slagen, moet aangetoond worden dat de reputatie wordt aantast. Deze vordering wordt onvoldoende onderbouwd, de vordering wordt afgewezen. Ten aanzien van de onrechtmatige daad moet de rechtbank een belangenafweging maken tussen de bescherming van eer en goede naam van Blokker en de vrijheid van meningsuiting van SRM, die in dit geval zwaarder weegt. 

RB 2700

Oer Hollands betekent niet dat productie in Nederland plaatsvindt

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 23 mrt 2016, RB 2700; 2016/00145 (Inventum Oer Hollands), https://reclameboek.nl/artikelen/oer-hollands-betekent-niet-dat-productie-in-nederland-plaatsvindt

RCC 23 maart 2016; RB 2700; dossiernr. 2016/00145 (inventum Oer Hollands)
Het betreft een uiting op de website www.inventum.eu. Een kader met daarin de tekst: “Oer Hollands sinds 1908”. Onderop de doos waarin de door klager gekochte waterkoker verpakt was stond onder meer: “MADE IN CHINA”. Inventum reageert als volgt: “Al sinds 1908 is Inventum een oer-Hollands merk. Wat dat betekent? De teksten op onze apparaten, de handleidingen en de verpakkingen zijn 100% Nederlands. Dat geldt ook voor onze klantenservice. Dat geeft een vertrouwd gevoel en maakt onze producten extra gebruiksvriendelijk.” Klager vindt de uiting misleidend omdat volgens hem de slogan “al sinds 1908 oer Hollands” suggereert dat het toestel van Hollandse fabricaat is. 

RB 2699

Overleggen gedeelte ingrediëntenlijst, en dan claimen dat er geen tonijn in tonijnsalade zit

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 22 mrt 2016, RB 2699; 2016/00090 (Lidl frisse tonijnsalade), https://reclameboek.nl/artikelen/overleggen-gedeelte-ingredi-ntenlijst-en-dan-claimen-dat-er-geen-tonijn-in-tonijnsalade-zit

Vz. RCC 22 maart 2016, RB 2699; LS&R 1298; dossiernr 2016/00090 (Lidl-Frisse Tonijnsalade)
Food. Reclamerecht. Klaagster heeft een product van adverteerder gekocht waarop staat “Frisse Tonijn salade”. Uit de productomschrijving volgt echter dat er geen tonijn in het product zit, maar kabeljauwpoeder. De betreffende tonijnsalade bevat wel degelijk tonijn. Dit staat op de volledige productomschrijving. Klaagster heeft slechts een gedeelte van de productomschrijving overgelegd waarop alleen de kabeljauwpoeder staat vermeld. Adverteerder stelt dat de uiting dan ook niet misleidend is.

RB 2698

Garanties consumptiegoederen ziet ook op handelaar die in naam van particulier koopt

EU 7 apr 2016, RB 2698; ECLI:EU:C:2016:217 (Wathelet tegen Garage Bietheres), https://reclameboek.nl/artikelen/garanties-consumptiegoederen-ziet-ook-op-handelaar-die-in-naam-van-particulier-koopt

Conclusie AG 7 april 2016, IEFbe 1732; RB 2698; ECLI:EU:C:2016:217 (Wathelet tegen Garage Bietheres)
Prejudiciële vragen gesteld door Cour d’appel de Liège, België. Het lijdt geen twijfel dat een consument die een consumptiegoed koopt van een andere particulier, niet de bescherming geniet van richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van en de garanties voor consumptiegoederen(2). Geldt dat echter ook wanneer een handelaar bij de verkoop handelt in naam en voor rekening van een particulier en zich aan de consument als de verkoper voorstelt? Dat is de vraag die in de onderhavige zaak aan de orde is. Conclusie AG:

Artikel 1, lid 2, onder c), van richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van en de garanties voor consumptiegoederen moet aldus worden uitgelegd dat het mede ziet op de handelaar die in naam en voor rekening van een particulier handelt, los van het feit of hij voor zijn bemiddeling wordt vergoed, voor zover de tussenpersoon de indruk geeft als verkoper te handelen wanneer hij zich aan de consument voorstelt.

RB 2697

Uitspraak ingezonden door Rutger van Rompaey, Van Benthem & Keulen.

Ongeoorloofde vergelijking met 'andere vergelijkbare plafondophangsystemen' pretendeert uitwisselbaarheid met de Quick-Lock

Rechtspraak (NL/EU) 7 apr 2016, RB 2697; (St. Gobain API tegen OWA), https://reclameboek.nl/artikelen/ongeoorloofde-vergelijking-met-andere-vergelijkbare-plafondophangsystemen-pretendeert-uitwisselbaarh

Vzr. Rechtbank Amsterdam 7 april 2016, IEF 15858, RB 2697 (St. Gobain API tegen OWA)
Reclamerecht. API ontwikkelt en produceert plafondophangsystemen voor interieurbouw, zoals de Quick-Lock. OWA introduceert het plafondophangprofiel N100A dat pretendeert compatibel te zijn met diverse bestaande profielen. Weliswaar verwijst OWA in haar reclame niet naar API, maar slechts naar 'andere vergelijkbare systemen'. Met slechts een zeer beperkt aantal spelers op deze markt, waarvan Quick-Lock de grootste, is duidelijk dat gedoeld wordt op uitwisselbaarheid hiermee. Aannemelijk is dat het publiek de term 'uitwisselbaar' zal begrijpen dat de beiden profielen op elkaar passen zodat er geen verschil is te zien en het plafond ook niet minder veilig wordt door de combinatie van beide profielen. Op het punt van uitwisselbaarheid van de systemen en daarmee de mogelijkheid ze te combineren, is de reclame een ongeoorloofde vergelijkende reclame. OWA moet in haar berichtgeving de Quick-Lock uitzonderen van de vergelijkbare systemen.

 

RB 2695

Conclusie AG: Op portieverpakkingen moet land van oorsprong staan

EU 5 apr 2016, RB 2695; ECLI:EU:C:2016:200 (Breitsamer und Ulrich tegen Landeshauptstadt München), https://reclameboek.nl/artikelen/conclusie-ag-op-portieverpakkingen-moet-land-van-oorsprong-staan

Conclusie AG HvJ EU 5 april 2016, RB 2695; zaak C‑113/15; ECLI:EU:C:2016:200 (Breitsamer und Ulrich tegen Landeshauptstadt München)[Honingrichtlijn 2001/110/EG] — Artikel 2, lid 4 — Vermelding van het land of de landen van oorsprong waar de honing is vergaard — [Richtlijn levensmiddelenetikettering 2000/13/EG] — Artikel 1, lid 3, onder b) — Betekenis van ‚voorverpakt levensmiddel’— Al dan niet vermelden van het land van oorsprong op portieverpakkingen honing die in dozen aan instellingen te koop worden aangeboden en vervolgens afzonderlijk worden verkocht of in gekochte maaltijden worden geleverd — Artikel 13, lid 4 — Draagwijdte van de uitzondering voor kleine verpakkingen — [Verordening verstrekking van voedselinformatie aan consumenten  (EU) nr. 1169/2011] — Artikel 2, lid 2, onder e) — Betekenis van ‚voorverpakt levensmiddel’ — Artikel 16, lid 2 — Draagwijdte van de uitzondering voor kleine verpakkingen”. Conclusie AG:

Portieverpakkingen met honing die (alvorens te koop te worden aangeboden) wordt verpakt in een recipiënt groter dan 10 cm2 met afgesloten aluminium deksel dat moet worden geopend om de inhoud ervan te kunnen veranderen, die samen worden verpakt en aan instellingen worden verkocht in een doos waarvan het etiket het land van oorsprong van de honing vermeldt, zijn „voorverpakte levensmiddelen” in de zin van artikel 1, lid 3, onder b), van [Richtlijn levensmiddelenetikettering], en artikel 2, lid 2, onder e), van verordening (EU) nr. 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten. Dat is ook het geval wanneer dergelijke portieverpakkingen als deel van een gekochte maaltijd aan de eindverbruiker worden geleverd of verkocht en niet als portieverpakkingen aan eindverbruikers worden verkocht of afzonderlijk aan instellingen worden geleverd. Het land (of de landen) van oorsprong moet (moeten) derhalve, behoudens eventuele toepasselijke uitzonderingen, op het etiket of de verpakking van dergelijke portieverpakkingen worden vermeld overeenkomstig artikel 2, punt 4, onder a), van [Honingrichtlijn], de artikelen 1, lid 3, onder b), 3, lid 1, punt 8, en 13, lid 1, van richtlijn 2000/13 en de artikelen 2, lid 2, onder e), 9, lid 1, onder i), 12, lid 2, en 26, lid 2, onder a), van verordening nr. 1169/2011.

RB 2694

Vlog over Swiss Sense winkel in strijd met Reclamecode Sociale Media

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 17 mrt 2016, RB 2694; dossiernr. 2016/00079 (Vlogger Swiss Sense), https://reclameboek.nl/artikelen/vlog-over-swiss-sense-winkel-in-strijd-met-reclamecode-sociale-media

RCC 17 maart 2016, RB 2694; dossiernr. 2016/00079 (Vlogger Swiss Sense)
Aanbeveling. Reclamecode Sociale Media. Artikel 3 aanhef en onder b RSM. Klacht: Op 15 januari 2016 toonde de vlogger, die het volgens klaagster regelmatig niet zo nauw neemt met regels voor online reclame, in een vlog (vlog nr. 425) dat ze een bezoek bracht aan een Swiss Sense winkel. Ze was daar per toeval beland en wilde een bed uitzoeken. Vervolgens wordt meer dan de helft van haar vlog gebruikt om de winkel in beeld te brengen. Dit lijkt redelijk onschuldig voor de nietsvermoedende kijker, omdat iedereen wel eens een bed koopt. Drie dagen later (vlog nr. 428) noemt de vlogger, die meer dan 180.000 abonnees heeft, opeens een kortingscode van verweerder aan alle kijkers. Dit is natuurlijk geen toeval. Een dag later (19 januari 2016) verschijnt op de website van verweerder een artikel over het feit dat de vlogger 'toevallig' de beddenwinkel heeft bezocht. In het artikel wordt gelinkt naar de beide vlogs. Onder de vlogs wordt nergens vermeld dat het een samenwerking met verweerder betreft. Er duiken nu opeens meer bekende Nederlanders op met een Swiss Sense bed. Klaagster vindt dat verweerder niet echt netjes reclame maakt. Ondertussen gooien alle bloggers/vloggers/ instagrammers hun uitingen vol met reclame zonder hier melding van te maken. Deze “sluwe manier van reclame maken” dient volgens klaagster bestraft te worden.