HvJ EU: Uitleg over handelaar die in naam van particulier koopt

HvJ EU 9 november 2016, IEFBE 1989; RB 2789; zaaknummer C-149/15 (Wathelet tegen Garage Bietheres) Bescherming van de consument. Verkoop van en garanties voor consumptiegoederen. Het lijdt geen twijfel dat een consument die een consumptiegoed koopt van een andere particulier, niet de bescherming geniet van richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van en de garanties voor consumptiegoederen(2). Geldt dat echter ook wanneer een handelaar bij de verkoop handelt in naam en voor rekening van een particulier en zich aan de consument als de verkoper voorstelt? Dat is de vraag die in de onderhavige zaak aan de orde is.
Het HvJ beantwoord deze vraag als volgt: Het begrip "verkoper" moet aldus worden uitgelegd, waaronder een professionele optreden als tussenpersoon namens een persoon die niet naar behoren de consument koper in kennis heeft gesteld. Het is aan de verwijzende rechter om dit na te gaan, rekening houdend met alle omstandigheden van het geval. Deze uitleg is niet afhankelijk van de vraag of de tussenpersoon niet is betaald of voor zijn tussenkomst.
'Zo. Nu eerst het LISA Symposium'
Wat kun je doen als een ander bedrijf met jouw slagzin aan de haal gaan? “Mmm, lekker. Mmm, ook lekker.” De reclame-uitingen van Lidl in de campagne “Waar kies jij voor?”. Mocht Lidl haar producten vergelijken met A-merk producten? En wanneer is er sprake van misleidende reclame? Ook online wordt er veel gebruik gemaakt van verschillende manieren van adverteren. Houden vloggers zich wel aan de reclameregels? Of is hier sprake van sluikreclame?
Heb jij altijd al meer willen weten over het reclamerecht? Kom dan naar het LISA Symposium Lawvertisement op 17 november 2016!
Inschrijven kan via: www.lisa-groningen.nl/symposium

Klacht Suitsupply reclames waarin vrouwen ‘als ondergeschikt aan de man worden tentoongesteld voor het plezier van witte mannen’

RCC 13 oktober 2016, RB 2787; dossiernr 2016/00286 (Suitsupply/Toyboys campagne) Reclame. Racistisch-seksistische uiting. Afwijzing. Het gaat hier onder andere om de reclame-uiting waarin een vrouw groot is afgebeeld, gekleed in een korset dat haar borsten bloot laat. Twee klein afgebeelde mannen, zitten op de borsten van de vrouw of glijden daarvan af. Klacht: De vrouwen voldoen aan het heersende seksistische schoonheidsideaal. Door de vrouw op deze manier te seksualiseren en te objectiveren wordt zij in een ondergeschikte rol aan de man ‘tentoongesteld’. Bij de beoordeling van de reclamebeelden waarin zwarte vrouwen fungeren als instrument voor het plezier van witte mannen gaat het bovendien om een racistisch-seksistische uiting. Klagers verzoeken de Commissie om de reclame-uitingen als onrechtmatig en niet in overeenstemming met de in Nederland geldende regels aan te duiden op basis van seksediscriminatie en discriminatie op grond van ras in het licht van onder meer het VN Vrouwenrechtenverdrag en in strijd met (artikel 2 van) de NRC. De beoordeling door de Commissie en het College van deze eerdere klachten is, anders dan klagers menen, niet beperkt gebleven tot de vraag of de uitingen vanwege het getoonde bloot aanstootgevend of onzedelijk waren en daardoor in strijd met de NRC. Of de bepalingen van het Vrouwenrechtenverdrag waarop klagers zich beroepen rechtstreekse werking hebben, is om die reden voor het onderhavige geschil niet relevant.
HvJ EU: Halfjaarlijkse abonnementsprijs voor decodeerkaart niet (duidelijk) vermelden is een oneerlijke handelspraktijk

HvJ EU 26 oktober 2016, IEF 16338; IT 2159; ECLI:EU:C:2016:800 (Canal Digital Danmark A/S) Oneerlijke handelspraktijken. Reclame voor een satelliettelevisieabonnement – Abonnementsprijs die, naast de maandelijkse prijs, een halfjaarlijkse prijs omvat voor de kaart die nodig is om de uitzendingen te decoderen – Niet-vermelding van de halfjaarlijkse prijs of minder in het oog springende presentatie ervan dan van de maandelijkse prijs – Misleidende handeling – Misleidende omissie – Richtlijnbepaling die alleen is omgezet in de voorbereidende werkzaamheden voor de nationale uitvoeringswet en niet in die wet zelf. HvJ EU:
Reclame over vaccinaties en homeopathie vormen een bedreiging voor de lichamelijke volksgezondheid

RCC 10 oktober 2016, RB 2785; dossiernr: 2016/00688, 2016/00687, 2016/00694, 2016/00691 (bedreiging volksgezondheid vaccinatie en homeopathie) Gezondheid. Misleidende reclame. Toegewezen. De klacht: adverteerder verkondigt onwaarheden over reguliere vaccinatie en homeopathische profylaxe. Er is geen wetenschappelijk bewijs dat homeopathische profylaxe of homeopathie in het algemeen werkt. Het advies om homeopathische profylaxe te gebruiken als alternatief voor reizigersvaccinatie is ronduit gevaarlijk. De bewering dat homeopathische profylaxe reguliere vaccinaties kan vervangen en dat deze vaccinaties allerlei ernstige risico’s met zich brengen, is niet alleen misleidend maar ook gevaarlijk voor de volksgezondheid. Verder wordt er volgens de klager ten onrechte beweerd dat allerlei klachten kunnen optreden als gevolg van genetisch gemanipuleerde voedingsmiddelen en E-nummers. Adverteerder beweert hiervoor een oplossing te bieden die steeds vaker noodzakelijk zou zijn. De gevolgen van het voorgaande zijn naar oordeel van de voorzitter dermate ernstig te achten, dat de onderhavige uiting in strijd met artikel 4 NRC is, omdat deze een directe bedreiging voor de lichamelijke volksgezondheid inhoudt.
Grenzen van het toelaatbare overschreden door webcamsex reclame

RCC 11 oktober 2016, RB 2784; Dossiernr 2016/00494/A – CVB, 2016/00494 – CVB, 2016/00494/C – CVB, 2016/00494/B – CVB (webcamsexreclame) Buitenreclame. Klaagster maakt bezwaar tegen de reclame voor webcamsex.nl op een billboard omdat iedereen, ook minderjarigen, onverhoeds en ongewild geconfronteerd wordt met deze in de publieke ruimte geopenbaarde uiting van zeer groot formaat waarin door de afbeelding en tekst duidelijk reclame wordt gemaakt voor een erotische dienst, die niet voor minderjarigen is bedoeld, en wordt aangezet tot het verrichten van seksuele handelingen, te meer nu in de uiting 10 euro gratis “credits” worden aangeboden. De Commissie oordeelt dat door het voorgaande sprake is van een dusdanige confrontatie met de onderhavige uiting, dat een aanbeveling noodzakelijk is ter bescherming van de in artikel 10 lid 2 EVRM genoemde goede zeden. In de gegeven omstandigheden is immers blijkens het voorgaande sprake van een zodanig intense en onwenselijke confrontatie van het (deels jeugdige) publiek met de uiting voor webcamseks, dat de grenzen van het toelaatbare zijn overschreden.
Conclusie AG: Misleidende reclame moet aldus worden uitgelegd dat het eraan in de weg staat dat adverteerder prijzen vergelijkt in winkels die qua type verschillen

Conclusie AG HvJ EU 19 oktober 2016, RB 2783; IEF 16319; IEFBE 1969; C-562/15; (Carrefour hypermarchés)
Verzoekster, een supermarktketen, heeft in december 2012 een reclamecampagne gevoerd met als belangrijkste slogan dat de laagste prijs gewaarborgd was. Zij vergeleek daarbij haar prijzen van 500 (merk)producten met die van concurrerende ketens. [RB 2614] Conclusie AG: misleidende reclame en vergelijkende reclame moet aldus worden uitgelegd dat het eraan in de weg staat dat een adverteerder prijzen vergelijkt in winkels die qua type of omvang van elkaar verschillen, terwijl de adverteerder en de concurrent deel uitmaken van winkelbedrijven die beide over winkels van eenzelfde of gelijksoortig type of omvang beschikken.
Oordeel van de commissie over medische claims voor cosmetische producten

RCC 3 oktober 2016, dossiernr: 2016/00627; RB 2782 (bluemcare) Verpakking en etikettering. Medisch hulpmiddel. Aanbeveling. De klacht: BlueM producten zijn “niet geregistreerd als medical device klasse 2A en hebben geen status als medisch hulpmiddel”. Klager voert vergelijkbare producten, die wel de status van medisch hulpmiddel hebben. De in de bestreden uitingen gebruikte terminologie is alleen toegestaan bij medische hulpmiddelen en niet bij cosmetica, zoals de BlueM producten. De in de bestreden uitingen gebruikte opschriften zijn in strijd met “de Cosmeticawet”. Het gaat daarbij o.a. om uitingen op de website, zoals: “Bent u op zoek naar een product dat u helpt een gezonde mond te behouden en het genezingsproces van wonden in de mond versnelt? BlueM mondverzorgingsproducten op basis van actieve zuurstof zijn de beste keuze.” De commissie acht onder andere dat, ervan uitgaande dat voor geen van de betreffende geneesmiddelen een handelsvergunning is verleend, de uitingen op de website in strijd met artikel 84 van de Geneesmiddelenwet en daardoor in strijd met artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
Verzamelen en derdenverstrekking van e-mailadressen door ongevraagd opname in database is niet toegestaan

RCC 24 september 2016, Dossiernr 2016/00298; RB (Database Secretescapes) Database. Phising. Toewijzing. Klacht: In een mail van TicketSpy (waarop klager is geabonneerd) klikte klager op de oranje knop “Aanmelden en bekijken”. Vervolgens werd de website van Secret Escapes geopend, verscheen een pop up en kon klager een wachtwoord invullen. Klager heeft dit niet gedaan. Hij heeft de pop up weggeklikt, maar ontving binnen een paar minuten een mail van Secret Deals. Daarin stond dat klager was aangemeld en dat hij voortaan nieuwsbrieven zou ontvangen. Klager kon zich voor deze nieuwsbrieven afmelden, maar zijn mailadres is nu wel bekend bij Secret Escapes. Klager “zit” zonder zijn toestemming in de database van Secret Escapes. Volgens hem is dat in strijd met “de regels van email-marketing”. Klager vindt ook dat de uiting riekt naar phishing. De Commissie oordeelt dat het hier gaat om verzamelen van e-mailadressen voor derdenverstrekking, wat in strijd is met bepalingen uit de Code reclame.
Ervaringen van adverteerder zelf niet genoeg om mededeling te doen over de juistheid van diagnose

Vz. RCC 29 juli 2016, RB 2780; Dossier nr: 2016/00258 (bioresonantietherapie) Gezondheid. Misleiding. Bevestigend: toewijzing. Adverteerder heeft bezwaar gemaakt tegen een beslissing waarin de Commissie hem gezegd heeft niet meer op dergelijke wijze reclame te maken. De klacht had betrekking op een advertentie waarin gezegd werd dat vrijwel iedere denkbare aandoening succesvol gediagnosticeerd en behandeld kan worden met bioresonantietherapie en de BICOM (Optima). In het bezwaar hierop stelt de adverteerder dat de gedachte dat bioresonantie kwakzalverij is, een misvatting is. De indicatiestelling is zeer breed, doordat vanuit de patiënt wordt gewerkt. Het testen gebeurt energetisch, wat regulier een onbekend fenomeen is, maar voor mensen die ermee werken zeer waardevol is. Echter, de “ervaringen” van de adverteerder zelf “in de praktijk” en die van collega’s “in de verschillende landen" waarnaar in de uiting overigens niet uitdrukkelijk wordt verwezen, zijn naar het oordeel van de Commissie niet voldoende om aannemelijk te achten dat de mededelingen in de uiting over diagnosen en testen juist zijn.