RB
RB 3869
25 november 2024
Artikel

Laatste plekken: Jurisprudentielunch Merken-, Modellen- en Auteursrecht op woensdag 27 november 2024

 
RB 3867
11 november 2024
Uitspraak

HvJ EU: Parfümerie Akzente

 
RB 3866
8 november 2024
Artikel

Carly van der Beek treedt toe als Senior Associate bij Pinsent Masons Nederland

 
RB 505

En dus niet op de aangeboden dienst zelf

Rechtbank ‘s-Gravenhage, 26 mei 2010, KG ZA 10-516, Estivant Vakanties B.V. tegen Labyrith Outdoor & Travel B.V. (met dank aan Mark Tsoutsanis, RWV Advocaten). 

Reclamerecht. Geschil tussen touroperators. Eiser stelt dat gedaagde misleidende mededelingen als bedoeld in 6:194 BW zou doen m.b.t. tot haar diensten, aangezien zij niet in staat zou zijn om de door haar aangeboden accommodaties tegen een lagere prijs te leveren. Vorderingen afgewezen, artikel 6:194 is i.c. niet van toepassing:

3.3. (…) Estivant betoogt nog wel dat de gelaakte mededelingen van Labyrinth op haar website en in haar reisgids misleidend zijn in de zin van artikel 6194 BW, zodat op grond van artikel 6:195 BW op Labyrinth de bewijslast zou rusten om de juistheid van de feiten die in haar mededelingen zijn vervat of daardoor worden gesuggereerd en waarop het beweerde misleidende karakter van de mededeling berust aannemelijk te maken, maar naar voorlopig oordeel zijn deze wetsartikelen niet van toepassing. De gestelde misleiding ziet immers op de mogelijkheid tot levering, en dus niet op de aangeboden dienst zelf of op de prijs daarvan. Overigens gaat de voorzieningenrechter, gezien het verweer en de in dat kader overgelegde stukken, vooralsnog ervan uit dat Labyrinth zal kunnen leveren wat zij aanbiedt. Voor nader bewijs door middel van getuigen biedt de procedure van het kort geding onvoldoende ruimte.

Lees het vonnis hier.


Bookmark and Share

RB 504

Greenpeace in actie tegen Probo Koala affaire

Reclame Code Commissie, dossier 2010/00053, 3 juni 2010, Greenpeace tegen Trafigura (met dank aan Sophie van Loon, Kennedy van der Laan)

De Reclame Code Commissie heeft een klacht van milieuorganisatie Greenpeace over een advertentiecampagne van oliemaatschappij Trafigura toegewezen. In advertenties van een halve pagina groot over de Probo Koala affaire, die Trafigura in het najaar van 2009 in alle landelijke dagbladen liet plaatsen, stelde Trafigura onder meer dat zij ‘streeft naar een goede invulling van haar economische en maatschappelijke betrokkenheid bij de West-Afrikaanse regio‘. Die uitspraak is misleidend in de zin van Nederlandse Reclame Code, aldus de RCC. 

Misleidend was de bewering dat ‘Trafigura streeft naar een goede invulling van haar economische en maatschappelijke betrokkenheid bij de West-Afrikaanse regio’. Greenpeace had in haar klacht opgesomd waarom Trafigura naar haar mening niet bepaald het beste voor heeft met de West-Afrikaanse regio. Daarbij ging zij met name in op handelingen van Trafigura rond de dumping van het giftige afval van de Probo Koala in Ivoorkust.

Lees hier de hele uitspraak of hier het persbericht van Greenpeace.

(bron: MediaReport)


Bookmark and Share

RB 503

Waarschuwing: felle kleurtjes

Op basis van de nieuwe verordening EG 1333/2008 moet vanaf 20 juni 2010 een waarschuwing op etiketten gedrukt worden wanneer het product ‘azo’-kleurstoffen bevat. Dit zijn voornamelijk producten met felle kleuren. Tot deze stoffen behoren E102-Tartrazine, E104-Chinolinegeel, E110-Zonnegeel, E122-Carmoisine, E-124 Ponceau 4R, E129-Allurarood.  

De waarschuwing luidt als volgt:
‘Bevat azo-kleurstoffen. Kan de activiteit of oplettendheid van kinderen nadelig beïnvloeden.’

De waarschuwing is een reactie op het onderzoek van de Universiteit van Southhampton waarin de relatie aangetoond werd tussen deze stoffen en hyperactiviteit.  Het onderzoek is omstreden omdat de kleurstoffen niet afzonderlijk getest zijn. Daarom is niet duidelijk vast te komen staan of daadwerkelijk alle azo-varianten afzonderlijk dit effect laten zien.  Dit feit maakt de verordening volgens critici overbodig. Toch zullen vele fabrikanten overstappen op andere, minder omstreden kleurstoffen.

Lees hier de hele verordening.

(bon: Hoogenraad & Haak)


Bookmark and Share

RB 502

Sterker is niet per se beter

CvB Reclame Code Commissie, dossier 2009/00336, 6 mei 2010, X tegen Wyeth.

Geneesmiddelenrecht. Vergelijking. Effectiviteitclaim. Ambtshalve toetsing. In een televisiereclame voor het gebruik van de pijnstiller Advil Liquid-Caps 400 (ALC) wordt beweerd :

ALC 400 “sneller dan twee normale (500 mg) paracetamol tabletten.”
“Advil sterker dan pijn”.

Klager vindt deze uitspraken voor consumenten misleidend omdat ibuprofen onder een andere groep geneesmiddelen valt dan paracetamol, maar ook omdat het medicijn een andere werking en bijwerkingen heeft.

Hier wordt tegen ingebracht dat de uiting vooraf bij Keuringsraad KOAG/KAG is getoetst en met een toelatingsnummer is voorzien. Afhankelijk werd voor de bewoording ‘beter’ in plaats van ‘sneller’ gekozen dat echter ondertussen verboden is.  Zij zijn van oordeel dat ‘sneller’ een secundaire eigenschap is en daarom wel is toegestaan. De vergelijking tussen ALC van 400mg en twee paracetamol tabletten van 500mg is medisch als ook rechtens geaccepteerd en gangbaar. De vergelijking voldoet ook aan artikel 13 sub b van de Nederlandse Reclame Code (NRC) nu het artikel niet vereist dat de werkzame stoffen identiek  moeten zijn.

De Commissie vindt dan ook niet dat een vergelijking tussen ibuprofen en paracetamol op zich ongeoorloofd zou zijn. Zij heeft daarentegen wel een probleem met de bewoording ‘sneller’. Ingevolge artikel 88 aanhef en onder b van de Geneesmiddelenwet, in werking getreden op 1 juli 2007, is publieksreclame die vermeldt, dan wel door zijn formuleringen of afbeeldingen de indruk wekt, dat het geneesmiddel beter werkt dan een ander geneesmiddel, verboden. Anders dan adverteerder stelt, is de Commissie van oordeel dat ‘sterker’ een effectiviteitclaim is en daarom in strijd met Art. 2 NRC. Hier doet het toelatingsnummer van de keuringsraad niets aan af.

Een onterechte beslissing volgens het College. Klager beroept zich enkel op het feit dat de vergelijking tussen beide producten niet geoorloofd is. De toetsing van het woord ‘sneller’ geschiedt door de Commissie ambtshalve. Om ambtshalve te mogen toetsen is vereist dat verweerder gedurende 14 dagen de gelegenheid heeft gekregen om verweer te voeren, wat de Commissie heeft nagelaten. Wel is de commissie bevoegd reclame te toetsen aan de wet, daaronder begrepen de Geneesmiddelenwet. Dat een te beoordelen reclame eerder is goedgekeurd door de KOAG, doet niet af aan deze bevoegdheid. De zaak wordt daarom terugverwezen naar de Commissie, teneinde de zaak volgens de voorgeschreven procedures te behandelen.

De Commissie blijft bij haar eerder genomen standpunt dat wederom leidt tot een beroep bij het College. Het College vernietigde te uitspraak van de Commissie door te overwegen dat “de mededeling dat Advil Liquid Caps 400 sneller werken dan twee normale paracetamol tabletten van 500 mg, naar het oordeel van het College niet kan worden beschouwd als een claim waarmee Wyeth op zichzelf genomen beweert dat de werking van Advil Liquid Caps 400 beter is dan de genoemde paracetamol tabletten. (…) Hiervan uitgaande, ligt het voor de hand dat de Europese en Nederlandse regelgever het verbod om in het kader van een vergelijking van geneesmiddelen een betere werking te claimen alleen hebben gedoeld op de therapeutische werking van een geneesmiddel.”
 


6. “Op grond van het vorenstaande is onvoldoende komen vast te staan dat een zuivere vergelijking op basis van de snelheid van de werking van geneesmiddelen in strijd is met artikel 88 aanhef en onder b Geneesmiddelenwet. Dit sluit overigens niet uit dat de wetgever, door de verbodsbepaling zo te formuleren dat geenszins de suggestie of de indruk van een betere werking mag worden gewekt, de mogelijkheid heeft opengelaten dat vergelijkingen op snelheid onder bepaalde omstandigheden toch onder het verbod van artikel 88 aanhef en onder b Geneesmiddelenwet vallen. Gelet op de aard van een wettelijke verbodsbepaling als de onderhavige, ligt echter een restrictieve uitleg daarvan in de rede. Het College gaat er dan ook van uit dat er geen sprake is van strijd met de bedoelde bepaling, indien in de uiting niet onmiskenbaar tot uitdrukking wordt gebracht dat een geneesmiddel beter werkt dan een ander geneesmiddel. Op grond daarvan zullen aan de omstandigheden die de suggestie of indruk van een betere werking kunnen wekken strenge eisen moeten worden gesteld. Zulke omstandigheden zijn niet voldoende gebleken.”
 


7. “Ook indien moet worden aangenomen dat over het antwoord op de vraag of aan voornoemde verbodsbepaling de bedoelde restrictieve uitleg moet worden gegeven niet zonder meer duidelijkheid bestaat, en die duidelijkheid op dit punt ook niet wordt geboden door de uitleg van de met artikel 88 aanhef en onder b Geneesmiddelenwet overeenstemmende verbodsbepaling van artikel 90 aanhef en onder b van Richtlijn 2001/83/EG van 6 november 2001, kan in de onderhavige procedure die onduidelijkheid niet ten nadele van Wyeth strekken.”


Lees hier de hele uitspraak.

(bron: Stichting Reclame Code)

<!-- AddThis Button BEGIN -->
<a class="addthis_button" href="https://www.addthis.com/bookmark.php?v=250&username=xa-4c0cfcbf64b6fa81"><img src="https://s7.addthis.com/static/btn/sm-share-en.gif" width="83" height="16" alt="Bookmark and Share" style="border:0"/></a><script type="text/javascript" src="https://s7.addthis.com/js/250/addthis_widget.js#username=xa-4c0cfcbf64b6fa81"></script>
<!-- AddThis Button END -->

RB 501

Geen plaats voor incidenten?

CvB Reclame Code Commissie, dossier 2009/009286, 4 mei 2010, X tegen Martinair

Martinair adverteert op haar eigen website met de mogelijkheid om een gewone vliegreis voor € 65,- per enkele reis van meer luxe te voorzien. Het aanbod ‘Martinair Comfort Class’ biedt “10% meer beenruimte, gratis Personal Video Entertainment speler, met keuze uit een ruim aanbod recente speelfilms, verschillende series, documentaires, tekenfilms en muziek, stoelkeuze bij boeking, voorrang bij het instappen, gratis luxe koffie service, gratis snack, bier en wijn.” Klager heeft voor zijn reis naar Havana gebruik gemaakt van dit veelbelovende aanbod, maar was achteraf minder tevreden over het resultaat. Hoewel tijdens de boeking duidelijk werd aangegeven dat wijzigingen van de stoelkeuze achteraf niet meer mogelijk zouden zijn en de annulering met 100% moet worden vergoedt, heeft Martinair zelf eenzijdig de plaatsreservering aangepast. Klager vindt dit misleidend.

De klacht werd door de Commissie afgewezen met als reden dat de correctie gebaseerd is op een technisch incident. Martinair had tijdens de reservering een technische aanpassing aan het reserveringssysteem aangebracht dat er toe heeft geleid dat stoelen beschikbaar werden gesteld die reeds gereserveerd waren. In de Algemene Voorwaarden heeft Martinair zich het recht voorbehouden om onder bijzondere omstandigheden de plaatskeuze te negeren.

Omdat klager er van overtuigd is dat het hier niet gaat om een incidenteel geval vraagt hij het College om een heroverweging. De stoelkeuze werd immers op zowel de heen- als ook de terugvlucht vier keer gewijzigd. Daarnaast stelt hij dat door de speciale afspraken omtrent de stoelreservering de algemene voorwaarden opzij worden gezet. Als dit niet het geval zou zijn dan zou de consument niet weten welke regel op dat moment zou gelden.

Het College volgt de Commissie in haar oordeel omdat Martinair voldoende wist aan te tonen dat zij normaliter gevolg geeft aan de gemaakte stoelkeuzes. Een begrijpelijke beslissing, zeker als men bedenkt dat klager weliswaar niet zijn stoel naar keuze heeft gekregen maar wel een stoel met meer luxe i.p.v. minder.

Lees hier de hele uitspraak.

(bron: Stichting Reclame Code)

<!-- AddThis Button BEGIN -->
<a class="addthis_button" href="https://www.addthis.com/bookmark.php?v=250&username=xa-4c0cfcbf64b6fa81"><img src="https://s7.addthis.com/static/btn/sm-share-en.gif" width="83" height="16" alt="Bookmark and Share" style="border:0"/></a><script type="text/javascript" src="https://s7.addthis.com/js/250/addthis_widget.js#username=xa-4c0cfcbf64b6fa81"></script>
<!-- AddThis Button END -->

RB 500

Gericht op de beteugeling van gokverslaving

HvJ EU, 3 juni 2010, zaak C-258/08, Ladbrokes Betting & Gaming Ltd & Ladbrokes International Ltd tegen Stichting de Nationale Sporttotalisator (met gelijktijdige dank aan Joris van Manen, Howrey)

Kansspelen. Reclamerecht. Prejudiciële vragen Hoge Raad. Exploitatie van kansspelen via internet. Nederland mag gokken via internet beperken. Exclusieve vergunninghouder mag reclame maken, ook al is het stelsel gericht gericht op de beteugeling van gokverslaving.

Het Hof van Justitie (Tweede kamer) verklaart voor recht:

1) Een nationale regeling zoals die aan de orde in het hoofdgeding, die is gericht op de beteugeling van gokverslaving en het tegengaan van fraude en die daadwerkelijk bijdraagt tot het bereiken van deze doelstellingen, kan worden geacht de activiteiten met betrekking tot weddenschappen op samenhangende en stelselmatige wijze te beperken, ook al is het de houder of houders van een exclusieve vergunning toegestaan zijn of hun marktaanbod aantrekkelijk te maken door nieuwe kansspelen te introduceren en reclame te maken. Het staat aan de verwijzende rechter om na te gaan of de illegale activiteiten met betrekking tot weddenschappen in de betrokken lidstaat een probleem kunnen vormen, dat door een uitbreiding van de toegestane en gereglementeerde activiteiten zou kunnen worden ondervangen, en of deze uitbreiding door haar omvang niet onverenigbaar is met de doelstelling, gokverslaving te beteugelen.

2) De nationale rechter hoeft, met het oog op de toepassing van een regeling van een lidstaat inzake kansspelen die met artikel 49 EG verenigbaar is, niet in elk concreet geval te onderzoeken of de uitvoeringsmaatregel die de naleving van deze regeling moet verzekeren de bereiking van het doel van deze laatste kan waarborgen en in overeenstemming is met het evenredigheidsbeginsel, voor zover deze maatregel een noodzakelijk element is om de nuttige werking van deze regeling te verzekeren dat geen enkele bijkomende beperking bevat ten opzichte van de beperking die voortvloeit uit die regeling. Voor de oplossing van het geschil dat bij de verwijzende rechter aanhangig is, is irrelevant of de uitvoeringsmaatregel is vastgesteld in het kader van de handhaving van de nationale regeling door de overheid dan wel naar aanleiding van een vordering van een particulier in het kader van een civiele procedure ter bescherming van de rechten die deze aan de regeling ontleent.

3) Artikel 49 EG moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet verzet tegen een regeling van een lidstaat zoals die aan de orde in het hoofdgeding, die de organisatie en de bevordering van kansspelen aan een gesloten stelsel onderwerpt ten gunste van één marktdeelnemer en elke andere marktdeelnemer, een in een andere lidstaat gevestigde marktdeelnemer daaronder begrepen, verbiedt om op het grondgebied van eerstgenoemde lidstaat via internet onder dit stelsel vallende diensten aan te bieden.

Lees het arrest hier.

Zie ook, zelfde dag: HvJ EU, 3 juni 2010, C-203/08, Sporting Exchange Ltd (‘Betfair’) tegen Minister van Justitie.

<!-- AddThis Button BEGIN -->
<a class="addthis_button" href="https://www.addthis.com/bookmark.php?v=250&username=xa-4c0ca5130d8665c5"><img src="https://s7.addthis.com/static/btn/sm-share-en.gif" width="83" height="16" alt="Bookmark and Share" style="border:0"/></a><script type="text/javascript" src="https://s7.addthis.com/js/250/addthis_widget.js#username=xa-4c0ca5130d8665c5"></script>
<!-- AddThis Button END -->

RB 499

Bavaria komt met nieuwe Guerrillacampagne

Guerrillareclame is een plezier voor de een, voor de ander een plaag. Het biermerk Bavaria behoort tot de eerste categorie en ontpopt zicht inmiddels tot een ware kenner in het organiseren van Guerrillastunts. Zo ook heeft Bavaria een stelletje studentes, 60 om precies te zijn, weten te regelen die in korte oranje Bavaria-jurkjes al zingend en dansend de aandacht van toeschouwers, spelers en camera’s wisten te lokken. Het kleine onverwachte optreden vond plaats tijdens een wedstrijd van het Nederlands elftal tegen Mexico in Freiburg.

<object width="560" height="340"><param name="movie" value="https://www.youtube.com/v/i6VOogl-yag&hl=en_US&fs=1&rel=0"></param><param name="allowFullScreen" value="true"></param><param name="allowscriptaccess" value="always"></param><embed src="https://www.youtube.com/v/i6VOogl-yag&hl=en_US&fs=1&rel=0" type="application/x-shockwave-flash" allowscriptaccess="always" allowfullscreen="true" width="560" height="340"></embed></object>

De KNVB was minder gecharmeerd van deze actie. En ook Heineken had er weinig sympathie voor kunnen opbrengen nu zij voor een fikse prijs de officiële sponsor van de KNVB zijn geworden. Toch doet Bavaria alsof haar neus bloedt. Directieleden beweren namelijk dat deze actie niet de zoveelste Guerrillacampagne is geweest maar dat zij enkel de jurken aan de meiden hebben gegeven nadat die daar om hebben gevraagd. De zogenaamde Dutch dresses werden sowieso al uitgedeeld tijdens andere Bavaria campagnes. En dat is natuurlijk niet verboden. De rest hebben de dames zelf bedacht, geregeld en betaald.
 
Bavaria directeur Swinkels zegt hier zelf het volgende over: " die meiden zijn van een studentendispuut en hebben alles zelf betaald, hoewel we het natuurlijk wel leuk vinden". Swinkels verder: “Bovendien is het natuurlijk niet zo dat Heineken het monopolie heeft op ‘Oranje’. Er zijn wel meer bedrijven die ‘Oranje’ reclamecampagnes hebben lopen. We zijn gewoon slimmer dan Heineken. Je kunt wel peperdure contracten afsluiten, maar het kan ook anders. Die meiden hebben ons benaderd of ze die jurken konden krijgen, en dan geven we die natuurlijk. Ik ga ervan uit dat ze bij Heineken en de KNVB ook wel gevoel voor humor hebben." Hij is in elk geval niet bang voor een claim. "Laat ze maar komen. Ik kan nu al zeggen dat er nog wel meer aan gaat komen."
 
Heineken is in elk geval bang. Het verhinderen van opnames van de 60 dames is in elk geval mislukt en nu vrezen zij een herhaling van de actie. Immers, ruim 5.000 jurkjes zijn inmiddels via internet verkocht. De jacht op de “Bavaria babes” is geopend, de bieroorlog gestart. De vraag is echter wat Heineken er daadwerkelijk aan zou kunnen doen. Zoals eerder bleek, zijn dergelijke acties niet gauw verboden (denk aan de Bavaria Leeuwhosen zaak) en kan Heineken moeilijk de jurkjes van de dames afpakken.  We zullen zien hoe Heineken zal terug slaan.
 
(bron: De Telegraaf en Die Tageszeitung)

<!-- AddThis Button BEGIN -->
<a class="addthis_button" href="https://www.addthis.com/bookmark.php?v=250&username=xa-4c02aa14786ca094"><img src="https://s7.addthis.com/static/btn/sm-share-en.gif" width="83" height="16" alt="Bookmark and Share" style="border:0"/></a><script type="text/javascript" src="https://s7.addthis.com/js/250/addthis_widget.js#username=xa-4c02aa14786ca094"></script>
<!-- AddThis Button END -->

RB 497

Behavioral Advertising onder de loep

Behavioral Advertising (BA) vormt een heikel punt nu veel consumenten het als nogal indringend ervaren. Bij BA, of ook wel Behavioral Targeting genoemd, wordt het webgedrag van individuen opgeslagen en geanalyseerd. Door dit te doen kan reclame voor websites en dergelijke op basis van de behoeftes en interesses van de consument worden geselecteerd. Google bijvoorbeeld maakt hier gretig en openlijk gebruik van door consumentenprofielen aan Gmail accounts en Google browser toe te voegen die de consument overigens zelf kan inzien en aanpassen.  

BA bevindt zich op het randje van toegestane reclamemethodes. Artikel 29 Werkgroep zal binnenkort dan ook een rapport presenteren waarin zij hun visie zullen presenteren omtrent BA en zo ook mogelijke ideeën over nieuwe regels. De werkgroep zal vooral de mogelijkheid behandelen van een opt-in systeem voor BA en eventueel voor de bijbehorende cookies.
 
(bron: SOLV)


Bookmark and Share

 

RB 496

De exceptie van berusting

Gerechtshof ’s-Gravenhage, 18 mei 2010, KG ZA 09-1645, Architectenweb B.V. tegen SDU Uitgevers (met dank aan Lars Bakers, Bingh).

Reclamerecht. Tussenarrest. Berusting. Architectenweb stelt dat SDU zich van misleidende reclame heeft bediend bij aanprijzen vakblad De Architect. Vordering afgewezen in eerste instantie (vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 7 januari 2010, IEF 8510). Dit tussenarrest ziet op de gestelde berusting door Architectenweb middels een bericht op haar website. Naar oordeel kan dit bericht echter niet worden gezien als een berusting in een rechtelijke uitspraak.

2. (…) “Architectenweb betreurt de uitspraak, maar zal zich er bij neerleggen. “We hadden eerlijk gezegd de rechter aan onze zijde verwacht als het gaat om het transparant maken van een markt. (…) We hebben overwogen in hoger beroep te gaan. We hebben echter ons punt al gemaakt en zijn ervan overtuigd dat we onze klanten hiermee de benodigde transparantie hebben verschaft. Het is tijd de strijdbijl te begraven en ons weer volledig te richten op positieve zaken.”

6. Het hof is van oordeel dat het in r.o. 2 aangehaalde bericht, dat is geplaatst op de eigen website van Architectenweb, niet (zonder meer) kan worden aangemerkt als een (voldoende specifiek) tot SDU gerichte verklaring dan wel een jegens deze aangenomen houding, in die zin dat daarmee aan SDU te kennen wordt gegeven dat Architectenweb afstand doet van verdere rechtsmiddelen. SDU mocht er evenmin (zonder meer) op vertrouwen dat met bedoeld bericht jegens haar de wil werd geuit afstand te doen van het rechtsmiddel hoger beroep. De omstandigheid dat het bericht, doordat het op een vrij toegankelijke website is geplaatst, ook SDU heeft bereikt, doet daaraan niet af. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat berusting verstrekkende gevolgen heeft, alsook dat (in dit geval) daarmee de wederpartij een voordeel in de schoot wordt geworpen waar niets tegenover staat. Om die reden kan niet snel worden aangenomen – en mag de andere partij er ook niet te snel op vertrouwen – dat sprake is van berusting. Zo mocht SDU er na lezing van voormeld, niet specifiek tot haar gericht, bericht niet (zonder nadere omstandigheden, waaromtrent niets is gesteld) op vertrouwen dat Architectenweb met dat bericht tevens beoogde jegens SDU kenbaar te maken dat zij afstand deed van haar recht op hoger beroep.

Lees het hele arrest hier.

<!-- AddThis Button BEGIN -->
<a class="addthis_button" href="https://www.addthis.com/bookmark.php?v=250&username=xa-4bffecf070b24a77"><img src="https://s7.addthis.com/static/btn/sm-share-en.gif" width="83" height="16" alt="Bookmark and Share" style="border:0"/></a><script type="text/javascript" src="https://s7.addthis.com/js/250/addthis_widget.js#username=xa-4bffecf070b24a77"></script>
<!-- AddThis Button END -->

 

RB 495

Leeftijdsgrens alcoholconsumtie in twijfel getrokken

Alcoholconsumptie is natuurlijk niet voor iedereen toegestaan. Zo mogen jongeren zwak alcoholhoudende drank vanaf 16 jaar, en sterk alcoholhoudende drank pas vanaf 18 jaar kopen. Het Trimbos-instituut, de GGD Nederland en het instituut Stap, zijn echter van mening dat vooral de eerste grens moet worden afgeschaft. 

Volgens hen zou alcohol algemeen pas toegestaan moeten worden wanneer jongeren de leeftijdsgrens van 18 jaar hebben bereikt, omdat uit wetenschappelijk onderzoek zou blijken dat dan de schade van alcoholgebruik drastisch gereduceerd zou kunnen worden, en gemeenten duidelijker zouden weten waar ze aan toe zijn wanneer handhaving gevraagd is.
De Tweede Kamer behandelde gisteren dan ook de Drank- en Horecawet en derhalve ook de open brief geschreven door deze drie organisaties over alcoholconsumptie. Nog onduidelijk is hoe de Tweede Kamer zal beslissen.

(bron: Adformatie)