Goede raad
Vers op rechtspraak.nl: Raad van State, 3 augustus 2005, LJN: AU0416, 200408676/1. Beroep van SBS tegen boete wegens sluikreclame is gegrond.
Het CvdM heeft ten onrechte geconcludeerd dat SBS bewust reclame heeft gemaakt door het in beeld brengen van elektronische reclameborden van ABN AMRO, Radio 538, LAVOR en Ticket Box tijdens de live-uitzending van het Ajax 2001 Toernooi. Dat het reclamemateriaal voor het televisiekijkend publiek in beeld is gekomen betekent nog niet dat daarmee het Mediabesluit is overtreden.
"Op grond van de aanschouwing van de door het commissariaat samengestelde compilatie van beelden van de voetbalwedstrijden, en mede gelet op hetgeen de rechtbank heeft overwogen omtrent de totstandkoming van de uitgezonden voetbalwedstrijden, is de Afdeling, anders dan het commissariaat en met de rechtbank, van oordeel dat het commissariaat niet aannemelijk heeft gemaakt dat, zoals in het besluit van 18 juni 2002 is gesteld, SBS tijdens de uitzendingen van de voetbalwedstrijden reclameboodschappen in beeld heeft gebracht en dit met opzet heeft gedaan, althans bewust geen enkele actie heeft ondernomen dit te voorkomen terwijl dat wel van SBS verwacht mocht worden.
Terecht heeft de rechtbank overwogen dat slechts als gevolg van het feit dat spelbeelden in beeld worden gebracht ook de in het stadion aanwezige reclame in beeld komt, en dat van opzet tot het maken van sluikreclame als bedoeld in de Richtlijn doordat reclame opzettelijk in beeld wordt gebracht, niet is gebleken. Anders dan het commissariaat aanvoert, bestaat geen grond voor het oordeel dat de rechtbank bij haar waardering van het beeldmateriaal is voorbijgegaan aan de motivering van het besluit van 18 juni 2002. Lees uitspraak.
Nederlands grootste rijwielhandelaar
Rechtbank Haarlem, 21 juli 2005, LJN: AT9841, 112885/KG ZA 05-252. Biretco tegen gedaagde. Biretco (voorheen Euretco ) is een full-service retailorganisatie voor zelfstandige rijwielondernemers. Zij exploiteert onder andere de soft-franchise formules ‘Profile, de fietsspecialist’ (hierna: ‘Profile’), waarbij in Nederland 245 ondernemers zijn aangesloten. Gedaagde exploiteert een (zelfstandige) rijwielhandel.
Bij vonnis van 13 juli 2004 heeft de voorzieningenrechter te Haarlem gedaagde verboden ‘het openbaar maken of laten maken van misleidende mededelingen en/of reclame ten laste van Euretco, voor zover die mededelingen en/of reclame strekking hebben dat de Profile-ondernemers geen kortingen verstrekken.’, en het anders of meer gevorderde afgewezen.
Bij dagvaarding van 11 maart 2005 heeft Biretco een bodemprocedure jegens gedaagde aangespannen met betrekking tot onder andere een aantal door gedaagde geplaatste advertenties in 2004.
5.8 Van de onderhavige prijsvergelijking kan aldus worden aangenomen dat de consument, in wiens belang de Richtlijn 97/55/EG van 6 oktober 1997 en artikel 6:194a BW zijn opgesteld, op toelaatbare wijze wordt geïnformeerd en inzicht verkrijgt in het aanbod doordat de fietsen op objectieve en controleerbare wijze worden vergeleken, waarbij ook de bron wordt vermeld. Ten overvloede wordt daarbij nog overwogen dat de consument weet dat gehanteerde adviesprijzen niet altijd gelijk zijn aan verkoopprijzen, hetgeen hij overigens ook gemakkelijk kan nagaan. Het voorgaande in ogenschouw genomen, wordt geoordeeld dat van der Vossen door zijn prijzen te vergelijken met de adviesprijzen van Profile niet handelt in strijd met artikel 6:194a BW.
5.9 Biretco wordt wel gevolgd in haar stelling dat de vergelijking van gedaagde, dat hij ‘XX procent goedkoper is dan Profile’, onjuist of onvolledig is, een en ander voor zover in de advertentie niet duidelijk is weergegeven dat het betreffende percentage betrekking heeft op een (concrete vergelijking van een) bepaald artikel. In een groot aantal advertenties van gedaagde heeft hij op een goed zichtbare plaats en in een afwijkend groot lettertype de aanduiding ‘(…) 25% of 35% goedkoper’ opgenomen zonder nadere dan wel duidelijke toelichting op welke producten deze vergelijking betrekking heeft. Tezamen met de vermelding van en vergelijkingen met Profile, wordt aldus bij de consument de indruk gewekt dat gedaagde in zijn algemeenheid 25% of 35% goedkoper is dan Profile, hetgeen niet is aangetoond. Naar het voorlopig oordeel dient deze vergelijking dan ook als misleidend te worden aangemerkt met als gevolg dat de vordering van Biretco hieromtrent zal worden toegewezen.
5.11 Nu de aanduiding grootste rijwielhandelaar in Nederland vooralsnog onwaar is, dient deze als misleidend te worden aangemerkt en de vordering hieromtrent zal dan ook worden toegewezen. Dit geldt echter niet voor de aanduiding ‘super mega store, nu deze niet meer inhoudt dan een veel gehoorde en populaire uitdrukking voor winkels met een groot aanbod (met scherpe prijzen). Daarbij komt dat een zekere overdrijving eigen is aan reclame met als gevolg dat een dergelijke aanduiding bij de consument (mede gezien de context waarin de aanduiding is geplaatst oftewel de gehele advertentie van gedaagde) geen andere voorstelling zal wekken dan dat gedaagde veel fietsen en aanverwante artikelen te koop aanbiedt.
5.14 Anders dan Biretco betoogt, acht de voorzieningenrechter een verbod op het gebruik van het merk Profile door gedaagde vooralsnog niet aan de orde. Zoals hierboven onder 5.5 tot en met 5.8 reeds is bepaald, is de door gedaagde in zijn advertenties gedane prijsvergelijking geoorloofd. Alhoewel de advertenties van gedaagde wellicht wat ‘schreeuwerig’ genoemd kunnen worden, beperkt hij zich in het merendeel van de advertenties tot het noemen van het merk Profile bij de vergelijking ‘Profile Adviesprijs’ en ‘naam gedaagde Prijs’, en noemt hij het merk bij de bronvermelding.
5.16 gedaagde heeft vervolgens betwist dat hij de foto heeft overgenomen uit een folder van Profile. Ter zitting heeft hij desgevraagd medegedeeld dat hij aan de hand van de verpakking zelf een schets van de fietscomputer heeft gemaakt, en deze aan de krant heeft gegeven. Het komt de voorzieningenrechter onwaarschijnlijk voor dat de door gedaagde in zijn advertenties afgebeelde foto het resultaat is van een eigen creatie, aangezien deze, zowel wat betreft de foto van de fietscomputer zelf als de compositie, exact gelijk is aan de afbeelding in de Profile folder. Uit de rechterfoto zoals opgenomen in de advertentie zoals afgebeeld onder 2.1 sub g. valt - gezien het gebruik van een ander ‘lettertype’ - ook duidelijk op te maken dat enkel de prijs die gedaagde voor de fietscomputer vraagt en hieruit voortvloeiende kortingsbedrag zijn gewijzigd. Het gevolg van het voorgaande is dat ook dit verweer van gedaagde zal worden gepasseerd. Lees vonnis.
Over andere Euretco-reclamezaak uit Haarlems Dagblad, zaterdag 05 juni 2004:
"De Vos eist forse schadevergoeding van leverancier. De Zwanenburgse rijwielhandelaar De Vos eist een schadevergoeding van 750.000 euro van het winkelconcern Euretco. Dat bedrijf beschuldigde De Vos onlangs van heling van gestolen fietsen. Die beschuldiging moet Euretco echter intrekken, zo oordeelde de Bredase voorzieningenrechter gisteren. De Vos werd zowel in dagbladadvertenties als in het wekelijkse vakbulletin van Euretco beticht van het verkopen van gestolen fietsen. De 150 fietsen zouden gestolen zijn bij een rijwielhandelaar in Bergen op Zoom.
Daarop spande De Vos een kort geding aan tegen Euretco. In dezelfde rechtszaak kwam nog een tweede conflict aan de orde. Euretco wilde De Vos verbieden fietsen van het merk Altra Basic te verkopen, omdat die fietsen alleen door Profile-winkels (onderdeel van Euretco) zouden mogen worden verkocht."
Altijd
In een kort geding bij de rechtbank in Haarlem heeft KPN vrijdag geëist dat Vodafone een vermeend misleidende krantenadvertentie over tarieven voor mobiel bellen vanuit en naar het buitenland rectificeert. De advertentie volgde op kamervragen van Tweede-Kamerlid Van Dam (PvdA) over berichten dat mobiel bellen tijdens een vakantie in het buitenland relatief erg duur is. Volgens de advertentie, op de voorpagina van De Telegraaf, zou Vodafone op vakantie 'altijd het goedkoopste' zijn als het om mobiel bellen naar huis gaat. In een advertentie op een van de binnenpagina’s werden vervolgens de tarieven van Vodafone vergeleken met die van andere aanbieders.
Volgens advocaat Van Schaik (KPN) 'rammelen die advertenties aan alle kanten' en kan Vodafone niet waarmaken in alle gevallen de goedkoopste te zijn. Advocaat Meijboom (Vodafone) erkent dat er inderdaad een KPN abonnement is waarbij je enigszins goedkoper uit bent, maar alleen wanneer je exact twee minuten belt. Meijboom sprak daarom van een 'absurde uitzondering.'
KPN stelt ook dat Vodafone met opzet te hoge tarieven van zijn concurrent in de krantenadvertentie heeft vermeld en klanten heeft misleid door te suggereren dat in het buitenland dezelfde tarieven gelden als in Nederland. KPN zou door de advertentie veel schade lijden.
Volgens Vodafone zijn de prijsvergelijkingen in de krantenadvertentie correct en is KPN er alleen maar op uit om op kosten van Vodafone reclame te maken voor zijn eigen producten. Een proces als reclamecampagne is niets nieuws, maar is er ook echt serieuze literatuur over dit onderwerp? Het zou wellicht heel nuttig zijn als iemand er eens een economische en strategische analyse van maakte. Wat kost het, wat levert het op, hoe regel je de publiciteit, wat is de juiste toon, welke advocaten doen het goed in de media en meer van dat soort dingen.
Bizar
Omdat er regelmatig reclameparasols in beeld verschenen, heeft De Tros zaterdag het programma Muziekfeest geheel in spiegelbeeld uitgezonden. De Gelderlander bericht dat Nederland opeens zeer veel linkshandige gitaristen leek te hebben. Het tweede deel van het programma zal aanstaande zaterdag ook in spiegelbeeld te zien zijn.
"Een noodoplossing", zegt Marc van Hal van de TROS. "Een aantal uitbaters heeft tijdens de opnamen die parasols heel slim opgezet. Het is misschien niet zo leuk voor de mensen in Alkmaar die hun stad anders terugzien, maar het alternatief was niet uitzenden. Daar zouden we ongeveer een miljoen kijkers mee hebben teleurgesteld." Volgens Wanda Bade van het CvDM, is het gespiegeld uitzenden van televisiebeelden geen garantie tegen overtredingen op sluikreclame. Het gaat erom of de reclame voldoende onherkenbaar is.
Vleesvervanger niet netjes
KG vonnis rechtbank Arnhem, van 11 mei 2005 LJN: AT8686 (Voorlichtingsbureau Vlees/Valess) De slagzin "Valess. Lekker geen vlees. Lekker van Zuivel." is niet een vergelijking in de zin van artikel 6:194a BW.
De voorzieningenrechter oordeelt: "het enkel noemen van het (generieke) product vlees is daarvoor onvoldoende. Goed beschouwd wordt daarmee door Campina c.s. alleen iets gezegd over de herkomst van het eigen product." De uitingen op de website en in het persbericht worden wel als een vergelijkende reclame opgevat. Het product Valess wordt afgezet tegen het product vlees door een aantal gunstige eigenschappen van het product Valess te noemen in vergelijking met vlees. Campina doet dat niet netjes door in de vergelijking niet ook de ongunstige eigenschappen van haar product te noemen. Benoem je het vetgehalte van vlees dan moet je ook het zoutgehalte van Valess en het ontbreken daarin van ijzer noemen. Lees vonnis.
te zijner tijd
De gezamenlijke vergunninghouders hebben mij thans de door hen opgestelde gedrags- en reclamecode kansspelen doen toekomen. De vergunninghouders zijn voornemens het toezicht op de naleving van de gedrags- en reclamecode, nadat deze door mij is goedgekeurd, te laten geschieden door de Reclame Code Commissie. Ter voorbereiding van de gedrags- en reclamecode hebben de vergunninghouders een onderzoek laten uitvoeren door Ernst & Young Accountants, waaruit blijkt dat de totale wervings- en reclamekosten van de gezamenlijke vergunninghouders in de periode 2003-2004 ten opzichte van 2002 met gemiddeld 9% zijn afgenomen.
De komende weken zal ik bezien of de gedrags- en reclamecode in lijn is met het restrictieve kansspelbeleid. Indien nodig zal ik de vergunninghouders verzoeken de code aan te passen. Ik zal u de vastgestelde code te zijner tijd toezenden."
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 juni 2005
1. Gedrags- en reclamecode kansspelen
Bij brief van 23 juni 2004 heb ik, mede naar aanleiding van door leden van de Tweede Kamer geuite zorgen over reclame-uitingen met betrekking tot kansspelen, de landelijke vergunninghouders voor kansspelen en de VAN Speelautomaten brancheorganisatie gevraagd hun reclameaanbod te beperken en een gedrags- en reclamecode te ontwikkelen waarin invulling wordt gegeven aan een evenwichtig beleid voor wervings- en reclameactiviteiten.
De gezamenlijke vergunninghouders hebben mij thans de door hen opgestelde gedrags- en reclamecode kansspelen doen toekomen. De vergunninghouders zijn voornemens het toezicht op de naleving van de gedrags- en reclamecode, nadat deze door mij is goedgekeurd, te laten geschieden door de Reclame Code Commissie. Ter voorbereiding van de gedrags- en reclamecode hebben de vergunninghouders een onderzoek laten uitvoeren door Ernst & Young Accountants, waaruit blijkt dat de totale wervings- en reclamekosten van de gezamenlijke vergunninghouders in de periode 2003-2004 ten opzichte van 2002 met gemiddeld 9% zijn afgenomen.
De komende weken zal ik bezien of de gedrags- en reclamecode in lijn is met het restrictieve kansspelbeleid. Indien nodig zal ik de vergunninghouders verzoeken de code aan te passen. Ik zal u de vastgestelde code te zijner tijd toezenden.
2. Sponsorovereenkomst Eredivisie
Bij brief van 3 juni 2004 (24036/24557, nr. 301) heb ik uw Kamer bericht dat Holland Casino haar sponsorcontract met Eredivisie C.V. per medio 2005 zou beëindigen. Begin dit jaar deden geruchten de ronde dat de Sponsor Loterij voornemens zou zijn het sponsorcontract met de Eredivisie over te nemen.
Inderdaad heeft de Sponsor Loterij mij begin dit jaar ingelicht over haar plannen met betrekking tot sponsoring van de Eredivisie. Aangezien de aan mij voorgelegde concept-overeenkomst op verschillende punten strijdig bleek te zijn met het door mij gevoerde restrictieve kansspelbeleid, heb ik de Sponsor Loterij laten weten dat ik daar niet mee kon instemmen.
Na overleg te hebben gevoerd met ambtenaren van mijn ministerie, heeft de Sponsor Loterij gezocht naar een andere invulling van de door haar gewenste samenwerking met de Eredivisie. Daarbij stond voorop dat die invulling gericht zou zijn op de doelstelling om steun te verlenen aan de ‘integratie van verschillende culturen in de Nederlandse samenleving door middel van steun aan voetbalclubs en verenigingen’. Vanuit mijn ministerie zijn daaraan onder andere de volgende voorwaarden gesteld: geen activiteiten die een mogelijk risico vormen voor het restrictieve kansspelbeleid, bescherming van minderjarigen, geen betrokkenheid van minderjarigen bij wervingsactiviteiten, geen naamsverbinding of zichtbare kentekenen van de loterij in de presentatie van de Eredivisie, geen gebruikmaking van bestanden met persoonsgegevens van de voetbalclubs, in aantal en omvang beperkte reclame-uitingen langs het veld, op televisie en dergelijke.
Thans heeft de Sponsor Loterij mij bericht met inachtneming van de gestelde voorwaarden op hoofdlijnen met de Eredivisie C.V. overeenstemming te hebben bereikt. Deze overeenstemming houdt onder andere het volgende in:
- De Sponsor Loterij wordt maatschappelijk partner van de Eredivisie. De financiële bijdrage is gelijk aan de individuele bijdragen van de vijf overige sub sponsoren.
- Er is geen sprake van directe naamskoppeling tussen de Sponsor Loterij en de Eredivisie.
- De duur van het contract bedraagt één jaar, met een optie voor nog twee jaar.
- Eventuele commercials op televisie stellen het goede doel centraal; daarvoor zijn zes goede doelen geselecteerd.
Voorts heeft de Sponsor Loterij mij meegedeeld dat de N.V. Nationale Goede Doelen Loterijen N.V. recent maatregelen heeft doorgevoerd om tegemoet te komen aan de door mij gewenste vermindering van sportgerelateerde sponsoractiviteiten. Zo hebben de Nationale Postcode Loterij en de BankGiro Loterij de sponsorcontracten met respectievelijk de schaatsploeg (na afloop van aanstaande Olympische winterspelen) en de wielerploeg (met ingang van het huidige wielerseizoen) opgezegd. Deze contracten waren gebaseerd op directe naamskoppeling.
Ik heb de Sponsor Loterij bericht, onder voorbehoud van mijn instemming met de definitieve overeenkomst, voorlopig voor de duur van één jaar in te stemmen met het door de Sponsor Loterij beoogde maatschappelijk partnerschap met de Eredivisie C.V. Een eventuele verlenging van de overeenkomst zal beoordeeld worden aan de hand van de nog vast te stellen gedrags- en reclamecode kansspelen.
De Minister van Justitie,
J.P.H. Donner
Look-a-likes: het vonnis
Vonnis in de zaak Gouden Gids/iLocal (eerdere berichten hier) is inmiddels gepubliceerd: Vzngr. Rechtbank Breda, 24-06-2005, LJN: AT8316 146762 / KG Z A 05-310.
"Door gebruik te maken van een advertentie die zozeer gelijkend is aan de omslag van Gouden Gids lift Yellow Bear mee op de bekendheid en de goodwill van Gouden Gids, hetgeen in strijd is met art. 6:194a lid 2 sub g BW. Door aan te haken bij de bekendheid van de recente reclamecampagne van Gouden Gids en tegelijkertijd in de advertentie het publiek op te roepen de Gouden Gids de rug toe te keren, wordt de goede naam en reputatie van Gouden Gids geschaad. Door zich daarbij denigrerend en afbrekend over de dienst-verlening van Gouden Gids uit te laten tracht Yellow Bear met deze advertentie op oneerlijke wijze te profiteren van de bekendheid van Gouden Gids en haar reclame-campagne ten detrimente van Gouden Gids. Ook aan het vereiste van art. 6:194a lid 2 sub e BW voldoet de vergelijkende reclame derhalve niet.
De advertentie voor iLocal.nl voldoet evenmin aan artikel 6: 194a lid 2 sub d BW, omdat sprake is van verwarring met de diensten van Gouden Gids. Het overgrote gedeelte van het publiek zal vluchtig kennis nemen van de advertentie voor iLocal.nl en onmiddellijk veronderstellen met Gouden Gids van doen te hebben, omdat iLocal.nl alle kenmerken van de advertenties van Gouden Gids heeft gebruikt. Dit geldt in ieder geval voor die reclame-uiting waarin de toelichting ontbreekt, te weten de folder die onder Makro-klanten is verspreid. Bovendien neemt de toelichting van iLocal.nl, zoals in de advertentie geplaatst in De Telegraaf, een ondergeschikte plaats in. Lees vonnis.
Langs rijkswegen
Het antwoord van minister Peijs (VenW) op kamervragen van SGPer Van der Staaij ("Klopt het bericht, dat u zich inzet voor de realisatie van een zeer grote en hoge reclamemast met erotische boodschappen langs de A4 ter hoogte van Alkemade?") geeft een aardig inzicht in het reclamebeleid voor de rijkswegen. Minister zet zich uiteraard niet voor in voor zo'n mast en legt het even uit.
"Mijn beleid blijft gericht op terughoudendheid ten aanzien van reclame-uitingen langs rijkswegen om afleiding van de rijtaak zoveel mogelijk te voorkomen. Dit beleid dat is neergelegd in de Richtlijnen Bewegwijzering, komt erop neer dat RWS op haar eigen grondgebied in principe geen reclame toestaat (met een kleine uitzondering voor de wegrestaurants en benzinestations) terwijl RWS via de daartoe geëigende juridische procedure van inspraak en bezwaar en beroep optreedt tegen reclame buiten haar eigen grondgebied dat gericht is op de weg en die in haar ogen verkeersonveilig is.
Centraal staat de verkeersveiligheid. Uit de geanalyseerde ongevallencijfers van de afgelopen jaren blijkt ter plaatse van Roelofarendsveen geen enkele relatie met de aanwezige reclameborden aantoonbaar. Dat wordt ook niet verwacht bij de verplaatsing van de reclameborden. In de, reeds jaren terug, ingezette verwerving van de A4 gaat het om een verplaatsing van reeds aanwezige reclameborden en om opgebouwde rechten van een exploitant.
De uitingen op de reclameborden worden beoordeeld door de Reclame Code Commissie. Ik heb geen reden om aan te nemen dat de huidige reclameborden meer of minder afleiden dan andere reclameborden."
Politiek ontdekt RCC
Na kamervragen over 'De Hand Van God' en 'Dump Je Schatje' is het nu De Partij voor de Dieren die zich beklaagt over de RCC. "De PvdD roept op tot een fundamentele discussie over het functioneren van de Nederlandse Reclame Code en de Reclame Code Commissie naar aanleiding van haar uitspraak dat spotjes van ProefdierVrij in strijd zouden zijn met de Reclame Code omdat er onvoldoende in duidelijk gemaakt zou worden hoe zwaar de voorschriften zijn voor het doen van dierproeven. Los van het feit dat veel is af te dingen op die voorschriften en de naleving daarvan, is het een goede gewoonte van de Reclame Code Commissie in het kader van de vrijheid van meningsuiting veel vrijheid te laten bij het uitdragen van denkbeelden.
"Persbericht Pvdd. PvdD roept op tot discussie over werking Reclame Code Commissie nav uitspraak ProefdierVrij
17-06-2005
Amsterdam, 17 juni 2005 - De Partij voor de Dieren roept op tot een fundamentele discussie over het functioneren van de Nederlandse Reclame Code en de Reclame Code Commissie naar aanleiding van haar uitspraak dat spotjes van ProefdierVrij in strijd zouden zijn met de Reclame Code omdat er onvoldoende in duidelijk gemaakt zou worden hoe zwaar de voorschriften zijn voor het doen van dierproeven. Los van het feit dat veel is af te dingen op die voorschriften en de naleving daarvan, is het een goede gewoonte van de Reclame Code Commissie in het kader van de vrijheid van meningsuiting veel vrijheid te laten bij het uitdragen van denkbeelden.
De Reclame Code Commissie lijkt die lijn met deze uitspraak te hebben verlaten en de Partij voor de Dieren acht dat een bedenkelijke ontwikkeling die grote gevolgen kan hebben voor de toekomst waar het gaat om het uitdragen van denkbeelden door organisaties die verandering nastreven van de gangbare praktijken op het gebied van bijvoorbeeld diergebruik.
Omdat de uitspraak van de RCC (waartegen overigens nog beroep open staat) vergaande consequenties kan hebben voor de mate waarin media bereid zijn boodschappen van de strekking zoals Proefdiervrij die uitdraagt uit te zenden, is sprake van een belangrijk precedent.
Onlangs nog achtte de RCC zich in twee instanties niet bevoegd tot het doen van uitspraken over door de Nederlandse overheid uitgedragen denkbeelden, ten aanzien van de Europese grondwet, waarin de overheid met nadruk haar neutrale positie had verlaten, en tegenstanders van de grondwet uitmaakte voor mensen die “mythen en fabels” zouden vertellen. Merkwaardig genoeg lijkt ProefdierVrij met het uitdragen van haar denkbeelden met geheel andere maten gemeten te worden.
Omdat er voor het uitdragen van denkbeelden geen verplichte disclaimers bestaan (zoals bij bancaire en medische producten wel het geval is) is het een onredelijke eis om van ideële organisaties zoals Proefdiervrij te verlangen dat ze reclame zouden maken voor het strenge karakter van de eisen die aan dierproeven zouden worden gesteld, terwijl de organisatie nu juist ageert tegen het feit dat zulks niet of onvoldoende het geval is.
In het belang van de vrijheid van meningsuiting roept de PvdD daarom nu op tot inhoudelijke discussie over de werking van de Reclame Code Commissie en zal zich daartoe per brief tot de in de RCC participerende partijen wenden.
En het zoeken ging verder
Welke naam is nou geschikt voor de 'denktank voor het gedachtengoed van Nawijn & De Winter'? De keuze voor 'Willem van Oranje' werd twee dagen geleden door de Rijksvoorlichtingsdienst tegen gehouden. De twee rechtse politici gingen verder met hun zoektocht naar nationale helden en kwamen uit bij 'Marnix van Sint Aldegonde'.
Maar daar is de ChristenUnie niet blij mee. Haar wetenschappelijk bureau brengt onder deze naam boeken en commentaren uit en wenst niet met het 'gedachtengoed' van Nawijn geassocieerd te worden. (Overigens terzijde: kan er niet een ander woord voor 'gedachtengoed' gebruikt worden, en dit woord worden voorbehouden aan het werk van echte filosofen?)
Interessante kwestie voor IE-juristen uiteraard. Want waar baseren zowel de Rijksvoorlichtingsdienst als de ChristenUnie hun bezwaren op? Een blik in de merkenregisters leert dat zowel Willem als Marnix niet als merk zijn geregistreerd. Zouden de namen als merken in strijd zijn met de de openbare orde? Gebrek aan onderscheidend vermogen? De Rijksvoorlichtingsdienst kan zich waarschijnlijk beroepen op 6:162 BW aangezien gebruik van een andermans geslachtsnaam onder omstandigheden een onrechtmatige daad oplevert (Hagemans: Tekst&Commentaar IE). Maar de ChristenUnie dan? En hebben dode mensen ook nog rechten? Wie het weet mag het zeggen...