RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Prijsaanduiding  

RB 1643

Cashback bij fabrikant is onjuist, althans dubbelzinnig

RCC 13 februari 2013, dossiernr. 2012/01118 (terug te vorderen bedrag, misco.nl)

Het betreft een reclame op de website www.misco.nl. In de reclame wordt een “Samsung N8010 Galaxy Note” aangeboden voor “€ 327,02 Excl. BTW** / € 395,69 Incl. BTW**”. De asterisken (**) verwijzen naar de volgende tekst, te lezen wanneer men naar beneden scrollt: “Prijs na geld-terug van fabrikant, getoond geld-terugbedrag is incl. BTW (…)”

Naar het oordeel van de Commissie wordt de indruk gewekt dat men het hier genoemde en afgebeelde apparaat kan bestellen voor de in de advertentie genoemde prijs van €395,69,-. Gebleken is echter dat men voor het bewuste apparaat €470,69 dient te betalen en dat men achteraf bij de fabrikant €75,- terug kan vorderen.

De Commissie is van oordeel dat de reclame gepaard gaat met onjuiste, althans dubbelzinnige informatie over de prijs. De gemiddelde consument kan ertoe gebracht worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk. De mededeling onderin de website leidt niet tot een ander oordeel. Hiermee is niet in één oogopslag duidelijk wat de werkelijk te betalen prijs is voor het apparaat.

De beslissing van de Commissie
Naast een afbeelding en genoemde specificaties van de Samsung Galaxy Note wordt de prijs € 327,02 Excl BTW / € 395,69 Incl. BTW genoemd. Direct hieronder staat, naast een knop met “MEER INFO” een knop met de tekst “BESTELLEN”.
 
Aldus wordt naar het oordeel van de Commissie de indruk gewekt dat men het hier genoemde en afgebeelde apparaat kan bestellen voor de in de advertentie genoemde prijs van € 395,69,-. Gebleken is echter dat men voor het bewuste apparaat € 470,69 dient te betalen en dat men achteraf bij de fabrikant € 75,- terug kan vorderen.
 
Gelet op het voorgaande is de Commissie van oordeel dat de reclame gepaard gaat met onjuiste, althans dubbelzinnige informatie over de prijs als bedoeld in artikel 8.2 onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Het is immers niet mogelijk om het betreffende product voor de genoemde prijs te bestellen. Voorts is de Commissie van oor­deel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De mededeling onderin de website leidt niet tot een ander oordeel. Nog daargelaten of deze mededeling voldoende duidelijk leesbaar is, is hiermee niet in één oogopslag duidelijk wat de werkelijk te betalen prijs is voor het apparaat.
RB 1636

Begrip facultatieve prijstoeslagen

HvJ EU 19 juli 2012, zaak C-112/11, (ebookers.com Deutschland) - dossier.

Prejudiciële vraag gesteld door OLG Keulen, Duitsland.

Conclusie A-G [RB 1317]. Verplichting van verkoper van vliegreis om ervoor te zorgen dat facultatieve prijstoeslagen door klant op ,opt-in’-basis worden aanvaard. Prijs van door onafhankelijke verzekeringsmaatschappij aangeboden annuleringsverzekering voor vlucht die deel uitmaakt van totale prijs.

Het begrip „facultatieve prijstoeslagen” in artikel 23, lid 1, laatste zin, van verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap moet aldus worden uitgelegd dat het ook betrekking heeft op kosten die in verband met de vliegreis worden gemaakt voor diensten, zoals de in het hoofdgeding aan de orde zijnde vluchtannuleringsverzekering, welke door een andere partij dan de luchtvaartmaatschappij worden aangeboden en door de verkoper van die reis samen met de prijs van de vlucht in de vorm van een totale prijs aan de klant in rekening worden gebracht.

Vraag:

„Ziet artikel 23, lid 1, van verordening [nr. 1008/2008], volgens hetwelk facultatieve prijstoeslagen op duidelijke, transparante en ondubbelzinnige wijze aan het begin van elk boekingsproces worden medegedeeld en door de passagier op een ‚opt-in’-basis moeten worden aanvaard, ook op kosten die in verband met vliegreizen voor diensten van derden (hier: de aanbieder van een annuleringsverzekering) worden gemaakt en die de verkoper van de vliegreis in zijn totale prijs samen met de prijs van de vlucht aan de passagier aanrekent?”

RB 1629

“Alleen voor bonuskaarthouder” is essentiële informatie

RCC 5 februari 2013, dossiernr. 2012/01068 (Alleen voor AH-bonuskaarthouders)

Het betreft een televisiecommercial waarin de ‘Albert Heijn-man’ de actie “Route 99” aanprijst met de mededeling: “De voordeligste route van Nederland loopt deze maand dwars door Albert Heijn, met 99 aanbiedingen voor 99 cent.” De man loopt door een Albert Heijn filiaal en meldt bij een aantal producten: “Kijk: 99 cent! En deze: 99 cent!”

De commercial wordt gevolgd door een kortere commercial in hetzelfde reclameblok (‘tag on’), waarin een aantal producten wordt getoond in het kader van de actie. De tag on eindigt met een blauw scherm met daarop het Albert Heijn logo en in witte letters onderin beeld de melding: “Kijk voor de actievoorwaarden op ah.nl. Aanbiedingen geldig op vertoon van uw bonuskaart”. De voorzitter acht het aannemelijk dat de gemiddelde consument de commercial en tag-on als een samenhangend geheel zal beschouwen, nu deze elkaar in korte tijd opvolgen in hetzelfde reclameblok. In de gehele uiting wordt veel nadruk gelegd op de Route 99-aanbiedingen, terwijl het aanbod slechts geldt voor houders van een bonuskaart.

Het voorgaande impliceert dat de consument duidelijk moet worden geïnformeerd over de wijze waarop de actie moet worden uitgelegd om te voorkomen dat bij hem onjuiste verwachtingen worden gewekt omtrent het voordeel waarop hij op grond van de actie recht heeft. (...)

Aan het einde van de uiting is de mededeling “Aanbiedingen geldig op vertoon van uw bonuskaart” echter dermate kort in beeld, dat deze (...) de gemiddelde consument gemakkelijk kan ontgaan.

Hierdoor  is sprake van een op onduidelijke wijze verstrekken van essentiële informatie.

Op andere blogs:
Hoogenraad & Haak (Alleen voor AH-Bonuskaarthouders)

RB 1615

Voor legaal downloaden moet doorgaans worden betaald

Vz RCC 28 januari 2013, dossiernr. 2012-01139-(I) (downloaden op: thevoiceofholland.com)

Het betreft de mededeling “de volledige versie van alle liedjes zijn te downloaden op: thevoiceofholland.com”, die tijdens het televisieprogramma “The Voice Of Holland” in beeld verschijnt. Klager acht de uiting misleidend omdat op de banner niet wordt vermeld dat je voor het downloaden van de liedjes moet betalen. Dit blijkt pas bij het bezoeken van de website.

Het betreft volgens de voorzitter een zuiver feitelijke mededeling omtrent de beschikbaarheid van de volledige versie van de liedjes die tijdens het programma te horen zijn. De gemiddelde consument is bekend met het feit dat voor het legaal downloaden van muziek doorgaans moet worden betaald. Nu de mededeling geen suggestie bevat waaruit zou blijken dat de liedjes gratis zijn, kan de uiting niet als misleidend worden beoordeeld. De voorzitter wijst de klacht af.

De voorzitter is van oordeel dat de Commissie de klacht zal afwijzen. Hij overweegt daartoe het volgende. Het betreft een zuiver feitelijke mededeling omtrent de beschikbaarheid van de volledige versie van de liedjes die tijdens het programma te horen zijn. Naar het oordeel van de voorzitter is de gemiddelde consument bekend met het feit dat voor het legaal downloaden van muziek doorgaans moet worden betaald. Nu de mededeling geen suggestie bevat waaruit zou blijken dat de liedjes gratis zijn, kan de uiting niet als misleidend worden beoordeeld.

RB 1589

Creditcardtoeslag wordt geacht een vaste onvermijdbare kostenpost te zijn

CvB RCC 20 december 2012, dossiernr: 2012/00817 (EasyJet mag voorbehoud bij gepubliceerde prijs vermelden)

In navolging van RB 1526. De vraag is aan de orde of EasyJet als aanbieder van vluchten de door haar in rekening gebrachte creditcardtoeslag reeds in de geadverteerde prijs had dienen op te nemen. De Commissie heeft geoordeeld dat deze toeslag als vast en onvermijdbaar dient te worden beschouwd.

Met betrekking tot de vraag of deze toeslag “vast” of “variabel” is, overweegt het College als volgt. Binnen het systeem van de Reclamecode Reisaanbiedingen geldt dat toeslagen die zijn verbonden aan de wijze van betaling, indien deze verplicht worden voorgeschreven, als vaste onvermijdbare kosten worden beschouwd. In verband hiermee wordt in de code uitdrukkelijk naar een creditcard verwezen. De onvermijdbare creditcardtoeslag die EasyJet hanteert volgens het systeem van de Reclamecode Reisaanbiedingen valt onder het begrip vaste onvermijdbare kosten, ongeacht de wijze waarop EasyJet deze in rekening brengt. EasyJet had hiermee als aanbieder van vluchten rekening dienen te houden.

De creditcardtoeslag wordt geacht een vaste onvermijdbare kostenpost te zijn in de zin van het bepaalde onder III sub 1 RR (Reclamecode Reisaanbiedingen) , welke in de geadverteerde prijs had dienen te zijn opgenomen. EasyJet heeft niet aan deze verplichting voldaan. Dit impliceert dat de bestreden beslissing niet in stand kan blijven. Het College vernietigt de beslissing van de Commissie en acht de bestreden reclame-uiting in strijd met het bepaalde onder III sub 1 RR.

3. Met betrekking tot de vraag of deze toeslag “vast” of “variabel” is, overweegt het Col­lege als volgt. Binnen het systeem van de Reclamecode Reisaanbiedingen geldt dat toeslagen die zijn verbonden aan de wijze van betaling, indien deze verplicht worden voorgeschreven, als vas­te onver­mijd­bare kosten worden beschouwd. In ver­band hiermee wordt in de code uitdrukkelijk naar een creditcard verwezen, ken­nelijk teneinde daarmee tot uitdruk­king te brengen dat kosten voor betaling met een cre­dit­card vaste onvermijd­bare (bijko­mende) kosten zijn indien deze verplicht zijn. Kennelijk heeft de reisbranche ervoor gekozen (onder meer) deze kosten aldus als vas­­­te onver­mijdbare kosten te definiëren teneinde deze onderdeel te doen zijn van de prijs. Toegepast op de onderhavige zaak brengt dit mee dat de onvermijdbare credit­card­toeslag die easyJet hanteert volgens het systeem van de Reclame­code Reis­aanbie­dingen valt onder het begrip vaste onvermijd­bare kosten, ongeacht de wijze waarop easyJet deze in rekening brengt. EasyJet had hiermee als aanbieder van vluchten rekening dienen te houden. Met be­trek­king tot de vraag of easyJet in dit verband kan volstaan met het vermelden van deze toeslag naast de geadver­teer­de prijs, oordeelt het College als volgt.

 

4. De Reclamecode Reisaan­bie­dingen en Veror­dening (EG) nr. 1008/2008 bevatten het uitgangspunt dat de con­sument een zo compleet mo­gelijk beeld van de prijs dient te hebben. Dit impliceert dat vas­te onver­mijdbare (bijko­mende) kos­ten in de prijs dienen te worden verdisconteerd, derhalve bestanddeel dienen te zijn van de prijs. Het standpunt van easyJet dat zij de creditcardtoeslag naast de geadver­teer­de prijs mocht vermelden, dient op grond van het voorgaande te worden ver­worpen. Ook in zoverre doet niet ter zake dat easyJet deze kosten per boeking in rekening brengt. Het College ziet overigens in het voorgaande wel aanleiding zijn beslissing van 10 novem­ber 2011 in het dossier met nummer 2011/00520 te nuanceren. In die be­slissing heeft het College het toelaatbaar geoordeeld dat bij onvermijdbare kos­ten die per boe­king zijn verschul­digd, de prijzen in een reclame-uiting aldus worden ge­publiceerd, dat direct bij de prijs het voorbehoud wordt ge­maakt dat de prijs dient te worden ver­meer­derd met de bijkomende en ge­speci­ficeerde toeslagen per boe­king. Het College is nader van oordeel dat deze wijze van publicatie niet is toege­staan bij kosten die weliswaar per boeking zijn verschuldigd, maar die, zoals in dit geval, ingevolge de Reclame­code Reisaanbiedingen als vaste onver­mijdbare kosten dienen te worden aangemerkt.

 

5. Het College oordeelt op grond van het voorgaande dat de creditcardtoeslag een vaste onvermijdbare kostenpost is in de zin van het bepaalde onder III sub 1 RR, welke in de geadverteerde prijs had dienen te zijn opgenomen. EasyJet heeft niet aan deze verplichting voldaan. Dit impliceert dat de bestreden beslissing niet in stand kan blijven. Het College beslist derhalve in het principaal appel als volgt.

RB 1582

Prejudiciële vraag: omtrent correcte toepassing van de bepalingen inzake prijszetting

Prejudiciële vragen aan HvJ EU 11 januari 2013, zaak C-487/12 (Vueling Airlines S.A. tegen Instituto Galego de Consumo de la Xunta de Galicia) - dossier

Prejudiciële vraag gesteld door door de Juzgado Contencioso-Administrativo nº 1 de Ourense (Spanje).

Reizen. Procesrecht. Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap.

María José Arias Villegas boekt bij verzoekster (‘prijsvechter’ luchtvaartmaatschappij) een ticket. In de Spaanse wetgeving is geregeld dat passagiers recht hebben om zonder extra kosten één koffer in te checken. Bij het inchecken wordt echter een toeslag van € 40 gerekend voor extra bagage. De hiertegen ingediende klacht is doorgestuurd naar en behandeld door het orgaan van de regionale regering van Galicië dat de belangen van consumenten behartigt (Instituto Galego de Consumo, verweerster). Dat orgaan start een administratieve procedure tegen verzoekster die een boete van € 3.000 opgelegd krijgt wegens inbreuk op de Spaanse wet op de luchtvaart en de algemene wet op de consumentenbescherming. Verzoekster gaat tegen die boeteoplegging in beroep. Zij baseert zich op artikel 22 van Vo. 1008/2008 waaruit zij afleidt dat ‘vrije prijszetting’ ook geldt voor het al dan niet (extra) in rekening brengen van door reizigers meegevoerde bagage.

Verweerster voert aan dat artikel 22 van de Vo. niet verhindert dat er in de nationale regelgeving extra consumentenbeschermende maatregelen zijn ingebouwd. De verwijzende rechter stelt een prejudiciële vraag omtrent de correcte toepassing van artikel 22 van de Vo.

Prejudiciële vraag:

1. Dient artikel 22, lid 1, van verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap aldus te worden uitgelegd dat het in de weg staat aan een nationale bepaling (artikel 97 van de Ley 48/1960 de Navegación Aérea) die luchtvaartmaatschappijen voor passagiersvervoer verplicht om passagiers in ieder geval het recht toe te kennen om een koffer in te checken zonder extra kosten of toeslag bovenop de basisprijs van het geboekte ticket?
RB 1558

De gratis fles wijn is niet gratis

Vz. RCC 19 november 2012, dossiernr. 2012/00870  (GRATIS fles wijn)
 Het betreft een huis-aan-huis verspreide flyer, waarin onder meer het volgende staat:
“Bent u, of wilt u Gall & Gall kaarthouder worden? Lever dan deze bon ingevuld in en ontvang een fles wijn v/d maand gratis!” Onder het gedeelte waarin NAW-gegevens kunnen worden ingevuld staat het woord “GRATIS”. Op de andere zijde van de uiting staan, bij een afbeelding van een fles en een wijnglas, het logo van Gall&Gall en tweemaal het woord “GRATIS”. De indruk wordt gewekt dat men gratis kaarthouder van Gall&Gall de Wolf kan worden. De kaart blijkt € 10,- te kosten. Dit wordt niet in de flyer vermeld en evenmin op uitingen betreffende de kaart die zich in de winkel bevinden. De voorzitter van de RCC verwijst naar artikel 8.5 in combinatie met de aanhef en punt 19 van Bijlage 1 bij de Nederlandse Reclame Code,  het niet is toegestaan een product als “gratis” te omschrijven als de consument iets anders moet betalen dan de onvermijdelijke kosten. De voorzitter doet een aanbeveling.

De individuele reclameactie van adverteerder had tot doel nieuwe klanten voor de Gall&Gall klantenkaart te trekken. Achteraf bezien erkent adverteerder dat de uiting “multi-interpreteerbaar” is. Op instructie van Gall&Gall B.V. heeft adverteerder de reclame-uiting direct teruggetrokken. Adverteerder heeft contact opgenomen met klaagster en haar aangeboden het eventueel betaalde bedrag te verrekenen.

Gelet op het voorgaande is sprake van een misleidende wijze van reclame maken als bedoeld in artikel 8.5 in combinatie met de aanhef en punt 19 van Bijlage 1 bij de Nederlandse Reclame Code (NRC), op grond waarvan het niet is toegestaan een product als “gratis” te omschrijven als de consument iets anders moet betalen dan de onvermijdelijke kosten om in te gaan op het aanbod en het product af te halen dan wel dit te laten bezorgen. Nu de reclame-uiting misleidend is, is deze oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
 
De voorzitter heeft er kennis van genomen dat de reclame-uiting inmiddels is ingetrokken. Dit leidt echter niet tot een ander oordeel met betrekking tot de bestreden uiting.
 
De beslissing van de voorzitter acht de bestreden reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC.  Hij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
RB 1549

"Heren stretch t-shirt" niet "altijd 6.50"

Vz RCC 20 november 2012, dossiernr. 2012/00926 (hema t-shirt altijd 6.50)

Vergelijkbaar met RB 1310.

Op de website hema.nl voor zover op die website een “heren stretch t-shirt” kan worden besteld met als prijsvermelding “altijd 6.50”.  De tekst "altijd 6,50" is bovendien opgenomen in de disclaimer in de brochure en op bordjes die in de winkel zijn geplaatst bij de klantenservice.

Klager heeft geconstateerd dat adverteerder de “altijd”-prijs van witte shirts in 2012 twee keer heeft verhoogd. Volgens klager is dit in strijd met het woord “altijd”, nu dit woord betekent dat iets blijvend is en niet zal veranderen. Door het ontbreken van een duidelijke toelichting over die invulling mist de gemiddelde consument, essentiële informatie die hij nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Adverteerder stelt dat zij consumenten informeert over de invulling die zij geeft aan het woord “altijd” door de volgende tekst op haar website: “Hema doet haar uiterste best de ‘altijd’ prijzen zo lang mogelijk gelijk te houden, maar kan wijzigingen in prijs en uitvoering niet uit­slui­ten”. Deze informatie staat volgens adverteerder in de disclaimer op de website en onder het kopje “prijzen” op de pagina “over online winkelen”. De voorzitter heeft geconstateerd dat be­doelde tekst inderdaad op de desbetreffende webpagina’s staat. De voorzitter is evenwel van oordeel dat adverteerder daarmee nog niet heeft voldaan aan de eis dat de consument “dui­de­lijk” over de invulling van het woord “altijd” wordt geïnformeerd.

4)  Aan het voorgaande doet niet af dat, zoals adverteerder stelt, de tekst ook is opgenomen in disclaimers in brochures en op bordjes in de winkel. De website is immers een zelfstan­di­ge reclame-uiting die, los van de in de brochures en winkels te verstrekken informatie, aan de bepa­lingen van de Nederlandse Reclame Code dient te voldoen

 De beslissing van de voorzitter
Op grond van hetgeen hiervoor is vermeld, acht de voorzitter de gewraakte reclame-uitingen in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1529

Beter horen kost nou eenmaal geld

RCC 19 oktober 2012, dossiernr. 2012/00852 (Hans Anders tegen Beter Horen)

Hans Anders TV Commercial - Oost Indisch doof from Cosmic Visual - Fokke Baarssen on Vimeo.

Ongeoorloofde vergelijkende reclame. De bestreden reclame-uiting komt voor in een televisiecommercial van Hans Anders, waarin een man voor een winkel staat waar een oranjekleurige poster hangt met de afbeelding van een hoortoestel en de tekst “gratis hoortest”. De man zegt, op verontwaardigde toon: “Ik wil gewoon niet te veel betalen voor een goed hoortoestel. Maar volgens mij zijn ze hier (de man wijst op de winkel achter zich) zelf Oost-Indisch doof. Beter horen kost nou eenmaal geld, zeggen ze.”

Vervolgens springt de tekst “Het kan ook anders” in beeld, gevolgd door een ‘lopende band’ van verschillende hoortoestellen met de vermelding “0,-”, waarbij een voice-over de volgende tekst uitspreekt: “Maar het kan ook anders, want bij Hans Anders heeft u al voor nul euro keuze uit de beste hoortoestellen in hun prijsklasse. Wees er snel bij en profiteer nu nog van de vergoeding van uw zorgverzekeraar. Hans Anders, ik zou niet anders willen.”

Beter Horen voert echter ook zodanig geprijsde hoortoestellen in het assortiment dat bijbetaling niet nodig is. Door de onjuiste presentatie in de commercial krijgt de consument een verkeerd beeld. Hans Anders verweert zich door te stellen dat met een knipoog een verwijzing wordt gemaakt naar ‘Hollandse krenterigheid’. Niet kan worden geoordeeld dat Hans Anders zich hierdoor kleinerend uitlaat over Beter Horen of de goede naam van Beter Horen schaadt. De Commissie vindt dat de uiting gepaard gaat met onjuiste informatie. De Commissie beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

De gemiddelde consument zal begrijpen dat het onderdeel van de commercial, waarin de man een afkeurend gebaar maakt naar de winkel achter hem en zegt “Ik wil gewoon niet te veel betalen voor een goed hoortoestel. Maar volgens mij zijn ze hier zelf Oost-Indisch doof. Beter horen kost nou eenmaal geld, zeggen ze”, humoristisch en niet serieus is bedoeld, en dat met een knipoog een verwijzing wordt gemaakt naar ‘Hollandse krenterigheid’. Niet kan worden geoordeeld dat Hans Anders zich hierdoor kleinerend uitlaat over Beter Horen of de goede naam van Beter Horen schaadt.
Voor zover al wordt geoordeeld dat in de commercial sprake is van een verwijzing naar of zinspeling op de handelsnaam van klager, dan betreft dit een speelse verwijzing die toelaatbaar is.

3. Op grond van het voorgaande is sprake van vergelijkende reclame in de zin van artikel 13 NRC. Vergelijkende reclame is, wat de vergelijking betreft, geoorloofd indien aan de in artikel 13 NRC (onder a t/m h) genoemde voorwaarden is voldaan. De eerste voorwaarde luidt dat de vergelijking niet misleidend is in de zin van de NRC. Naar het oordeel van de Commissie wordt aan deze voorwaarde niet voldaan.

In de commercial wordt gesuggereerd dat voor hoortoestellen bij Beter Horen en andere concurrenten altijd geld betaald moet worden, terwijl bepaalde hoortoestellen bij Hans Anders voor 0 euro verkrijgbaar zijn. Vast staat dat met de in de commercial aangeboden “nul euro hoortoestellen” wordt gedoeld op de hoortoestellen waarvan de aanschafprijs niet boven de (tot 1 januari 2013 geldende) vergoedingslimieten van de Rzv uitkomen, zodat de (verzekerde) consument geen eigen bijdrage hoeft te betalen. Als onweersproken is echter komen vast te staan dat ook Beter Horen en andere concurrenten zodanig geprijsde hoortoestellen in het assortiment voert dat deze onder de vergoedingslimiet van de Rzv vallen en bijbetaling dus niet nodig is.

RB 1526

EasyJet mag voorbehoud bij gepubliceerde prijs vermelden

RCC 22 okober 2012, dossiernr. 2012/00817 (klager tegen easyJet)

Beslissing ingezonden door Daniël Haije en Ebba Hoogenraad, Hoogenraad & Haak.

In deze uitspraak stapt de RCC af van haar eerdere standpunt dat administratiekosten die gelden per boeking (en dus niet per geboekte stoel) dienen te zijn inbegrepen in de geadverteerde prijs. De bestreden reclame-uiting betreft de weergave van prijzen op de homepage van adverteerders website: www.easyjet.com/nl. Easy Jet heeft de volgende tekst: "Voor creditkaartbetalingen wordt een percentage van 2.5% van de totaalprijs in rekening gebracht, met een minimumbedrag van 6 euro."

Nu easy Jet eerder is aanbevolen niet meer in strijd met de RR te publiceren, verzoekt de klager de Commissie de uitspraak als Alert te verspreiden. De vaste kosten in de geadverteerde prijs dienen te zijn opgenomen, om te voorkomen dat men aan het eind van het boekingsproces wordt geconfronteerd met in eerste instantie verborgen - en in dit geval disproportionele kosten. De klacht wordt afgewezen omdat het voorbehoud direct bij de prijs wordt gemaakt dat de prijs dient te worden vermeerderd met bijkomende, gespecificeerde, toeslagen per boeking. Voor wat betreft de creditcardkosten is dit voorbehoud voldoende duidelijk in de uiting vermeld. Het CvB had eerder in zijn uitspraak van 10 november 2011 (RB 1198), wanneer easyJet in reclame-uitingen de prijzen aldus publiceert, dat direct bij de prijs het voor­behoud wordt gemaakt dat de prijs dient te worden ver­meerderd met de bij­ko­mende, gespecificeerde, toeslagen per boeking.