Alleen bij de Staatsloterij belastingvrij
CVB 1 mei 2012, dossiernr. 2012/00106 (Alleen bij de Staatsloterij belastingvrij)
In de uiting komt de mededeling 'belastingvrij' voor terwijl de kansspelbelasting, zo luidt het verweer, reeds is ingehouden en afgedragen. Als de Staatsloterij inderdaad de enige kansspelaanbieder zou zijn bij wie geen kansspelbelasting wordt ingehouden, zoals in de reclame wordt gesuggereerd, zou sprake zijn van concurrentievervalsing en schending van regels van mededingingsrechtelijke aard.
De RCC stelt vast dat de gemiddelde consument de mededeling "belastingvrij" begrijpen dat er geen belasting (meer) betaald hoeft te worden en dus geen kansspelbelasting (meer) verschuldigd is; met ontvangt de prijzen netto. Niet weersproken is dat de Staatsloterij als enige adverteert met "belastingvrij". CvB bevestigd dit oordeel.
RCC:'Vast is komen te staan dat over de uit te keren prijs door de Staatsloterij al kansspelbelasting is ingehouden c.q. afgedragen. Dit betekent dat de geafficheerde prijs in zijn geheel wordt uitgekeerd, zonder dat de winnaar daarover nog kansspelbelasting hoeft te betalen. Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde consument de mededeling “belastingvrij” in de bestreden uitingen ook in deze zin begrijpen, en wordt niet de (onjuiste) indruk gewekt dat de Staatsloterij geen kansspelbelasting verschuldigd is.
Niet is weersproken dat de Staatsloterij als enige loterij in Nederland ervoor kiest de kansspelbelasting vooraf in te houden c.q. af te dragen, terwijl andere loterijen de winnaars de kansspelbelasting over de gewonnen prijzen laten betalen. Gelet hierop acht de Commissie de mededeling dat alleen bij de Staatsloterij de prijzen belastingvrij zijn niet onjuist.
CVB: 2. Het College acht het op grond van het voorgaande niet misleidend dat de Staatsloterij in reclame-uitingen de bij haar te winnen prijzen “belastingvrij” noemt. De gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende consument zal deze mededeling aldus begrijpen, dat men de bij de Staatsloterij te winnen prijzen netto ontvangt, dat wil zeggen zonder dat over die prijzen belasting dient te worden ingehouden en afgedragen. Dit is in overeenstemming met de werkelijkheid zoals de consument die ervaart. Aldus geeft het woord ‘belastingvrij’ de consument niet een onjuist beeld van de in de reclame-uitingen genoemde uit te keren prijzen. Voor zover appellant voorts nog stelt dat het woord ‘belastingvrij’ in combinatie met de naam ‘Staatsloterij’ de indruk wekt dat de consument bij de Staatsloterij voordeliger uit is dan bij andere loterijen, is dit, daargelaten of de consument deze mededeling zal betrekken op andere loterijen, evenmin onjuist te achten, nu alleen de Staatsloterij de in haar reclame-uitingen gepubliceerde prijzen netto aan de consument uitkeert.