RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Berichten Reclamerecht  

RB 1077

Prijs gewonnen maar geen cadeau

RCC 5 juli 2011, Dossiernr. 2011/00538 (Hollandse Evenementen Zomer)

Reclamerecht. Aan klager geadresseerde uiting met mededeling dat klager meerdere prijzen had gewonnen en deze tijdens presentatie overhandigd zou krijgen. Klager stelt dat hij wel de presentatie heeft bijgewoond maar niet alle toegezegde cadeaus heeft ontvangen.
Commissie oordeelt dat adverteerder niet heeft weersproken dat klager niet alle cadeaus heeft ontvangen. Strijd met art. 2 NRC. Doet aanbeveling.

Blijkens de bestreden uiting heeft klager door de aanmelding voor en het bezoeken van de “Extra zomer prijsoverhandiging” recht op een prijs ter waarde van € 220,-, “1 TV & DVD-afstandsbediening” en een accu-schroefmachine met alles erbij en een 220 V oplaadstation, dan wel een waarschuwingsvest of een 24-delige gereedschapsset.
Adverteerder heeft niet weersproken dat klager alleen een gereedschapsset heeft ontvangen en dat de toezeggingen met betrekking tot de overige prijzen niet zijn nagekomen. Gelet op het vorenstaande acht de Commissie de uiting in strijd met de waarheid als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: NRC art. 2

RB 1084

Uitspraak van Kate Moss

ASA 10 augustus 2011, Complaint Ref. A11-155932 (Zazzle Inc.)

Reclamerecht. T-shirts en rompertjes met opdruk van uitdrukking van Kate Moss: NOTHING TASTES AS GOOD AS SKINNY FEELS!

Dit wordt, na een relatief korte overweging in strijd met sociale verantwoordelijkheid, is schadelijk en agressief en is gericht tot kinderen:

(...) implied being underweight was desirable and that it might therefore encourage children to develop an unhealthy body image and an unhealthy relationship with food. Because we considered the ad could condone or encourage an unsafe practice or result in physical, mental or moral harm to children, we concluded that it was irresponsible.

RB 1076

Nieuwe naam, zelfde product

RCC 6 juli 2011, Dossiernr. 2011/00489 (Rhumaflex)

Reclamerecht. Advertentie in huis-aan-huisblad over Rhumaflex. Wordt aangeprezen als "wondergel bij last van artrosepijn of stramme gewrichten". Klager stelt dat de suggestie dat de gel werkzaam is bij artrosepijn misleidend is. Aanprijzing geschiedt op dezelfde wijze als eerder product Artrosilium. Naam is gewijzigd maar middel is hetzelfde gebleven. Commissie heeft over Artrosilium al herhaaldelijk geoordeeld dat uiting misleidend is.
Commissie oordeelt dat in eerdere dossiers de uitingen over Artrosilium als misleidend zijn bestempeld, omdat de werking niet voldoende aannemelijk was gemaakt. Onweersproken is gesteld dat Rhumaflex hetzelfde product is als Artrosilium en de samenstelling ongewijzigd is. Oordeelt dat werking Rhumaflex niet aannemelijk is gemaakt. Sprake van onjuiste informatie over voornaamste kenmerken product (art. 8.2 aanhef en onder b NRC). Strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling. Brengt uitspraak onder aandacht breed publiek (art. 17 lid 1 onder h jo. 18 lid 4 Reglement RCC en CVB) omdat zij al eerder aanbevelingen over hetzelfde product heeft gedaan.

Klaagster heeft onweersproken gesteld dat Rhumaflex onder een andere naam hetzelfde product betreft als Artrosilium. Eveneens onweersproken is dat de samenstelling van Artrosilium – en daarmee van Rhumaflex – ongewijzigd is gebleven. Gelet hierop oordeelt de Commissie dat de in de bestreden uiting gestelde werkzaamheid van Rhumaflex niet is aangetoond of aannemelijk gemaakt. Aldus wordt naar het oordeel van de Commissie in de bestreden uiting onjuiste informatie verstrekt over de voornaamste kenmerken van het product zoals geschiktheid voor het gebruik en van het gebruik te verwachten resultaten, zoals bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b. van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regelingen: NRC art. 7, art. 8.2 aanhef en onder b; Reglement RCC en CVB art. 17 lid 1 onder h, art. 18 lid 4

RB 1074

Te oud of te jong om te winnen

RCC 20 juli 2011, Dossiernr. 2011/00540 (o.b.)

Reclamerecht. Website www.elkedagisjouwdag.nl waarop actie van o.b. wordt aangeprezen: "win een reis vol avontuur naar Borneo". Klaagster stelt dat pas na aanmelding actie en doorlezen van veelgestelde vragen duidelijk werd dat zij op basis van haar leeftijd is uitgesloten van actie. Acht uiting misleidend en vindt dat er sprake is van leeftijdsdiscriminatie. Verweerder stelt dat promotiecampagnes worden gericht op specifieke doelgroepen. Activiteiten tijdens de reis zijn specifiek op doelgroep van 18-24 jaar gericht, daarom is leeftijdsgrens aan actie verbonden. Alvorens deel te nemen moet met voorwaarden, dus ook de leeftijdsgrens, worden ingestemd.
Commissie oordeelt dat in beginsel is toegestaan dat campagnes zich op bepaalde doelgroep richten. Geen sprake van leeftijdsdiscriminatie. Uit website blijkt niet dat actie gericht is op vrouwen tussen de 18 en 24 jaar. Pas na aanklikken van deelnamevoorwaarden wordt duidelijk dat leeftijdsgrens van toepassing is. Sprake van te laat verstrekken van essentiële informatie (art. 8.3 aanhef en onder c NRC). Strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling. Wijst de klacht voor het overige af.

Adverteerder heeft aangevoerd dat de onderhavige promotiecampagne met name is gericht op vrouwen van 18 t/m 24 jaar, en dat daarom de hoofdprijs bestaande uit een reis naar Borneo alleen door een deelneemster uit deze leeftijdscategorie gewonnen kan worden.
Uit de beginpagina van de bestreden website en/of het daarop geplaatste filmpje over de reis naar Borneo blijkt echter niet dat de website en de actie (met name) gericht zijn op vrouwen uit deze specifieke leeftijdscategorie. Dit is evenmin het geval bij de tekst die is te zien na het aanklikken van de links “Borneo” en/of “andere prijzen” en de tabbladen “De actie” en “Borneo”. Pas bij het aanklikken van het tabblad “Deelnamevoorwaarden” of de in het registratieformulier opgenomen link naar de deelnamevoorwaarden blijkt, dat alleen door een deelneemster uit de leeftijdscategorie 18 t/m 24 jaar de reis naar Borneo kan worden gewonnen.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: NRC art. 7, art. 8.3 aanhef en onder c

RB 1073

Limburgse aspergesoep

RCC 22 juli 2011, Dossiernr. 2011/00544 (Honig)

Reclamerecht. Verpakking van Limburgse asperge-crèmesoep van Honig. Klager stelt dat er sprake is van misleidende reclame. Er zit slechts 0,5% asperge in poedervorm in product terwijl naam anders doet vermoeden. Naam is van Franse naar Limburgse aspergesoep veranderd zonder wijziging receptuur, dus naam zegt niets over aard product. Verpakking vermeld niet dat het gaat om basissoep. Verweerder stelt dat er geen sprake is van misleidende reclame en weerspreekt de klachten gemotiveerd.
Commissie oordeelt dat het geringe percentage aan asperges er niet toe leidt dat de productnaam als misleidende reclame moet worden gezien. Niet is gesteld dat soep niet naar asperges smaakt dus consument zal niet worden teleurgesteld. Duidelijk dat het om samengesteld product gaat. Ontbreken mededeling dat soep een basissoep is wordt niet misleidend geacht nu op de voor- en achterzijde een "groentetip" wordt vermeld. Hieruit blijkt dat ingrediënten kunnen worden toegevoegd. Door toevoeging "Limburgse" aan de productnaam zal consument niet menen dat ingrediënten daadwerkelijk uit Limburg komen. Verweerder heeft voldoende toegelicht welke betekenis deze toevoeging heeft. Geen sprake van misleiding. Wijst klacht af.

4) Uit de “groentetip” op de voor- en achterzijde van de verpakking om 125 gram asperges aan de soep toe te voegen, en uit de variatietip op de achterzijde van de verpakking, blijkt duidelijk dat sprake is van een product waaraan ook andere ingrediënten kunnen worden toegevoegd, hetgeen impliceert dat in feite sprake is van een “basisproduct”. Het ontbre­ken van een specifieke mededeling waaruit dit met zoveel woorden blijkt, doet de reclame-uiting daarom niet misleidend zijn. Voor de gemiddelde consument is immers voldoende duidelijk wat hij in dat opzicht van het product kan verwachten. Ook in zoverre treft de klacht geen doel.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)

RB 1072

UPC overtreedt Code Postfilter

VzRCC 27 juli 2011, Dossiernr. 2011/00472 (UPC)

Reclamerecht. Aan klager geadresseerde mailing van UPC. Klager stelt zich ingeschreven te hebben bij postfilter.nl en ontving toch een aan hem geadresseerde folder. Klager heeft zich hierover via e-mail bij verweerder beklaagd maar heeft geen reactie hierop ontvangen. Verweerder stelt dat uiting ten onrechte naar klager is verzonden, interne problemen waren hiervan de oorzaak. Deze zijn inmiddels opgelost.
Voorzitter oordeelt dat verweerder heeft gehandeld in strijd met art. 5.2 Code Postfilter nu klager ondanks inschrijving bij postfilter toch Direct Mail heeft ontvangen. Doet aanbeveling.

Vast is komen te staan dat klager zich (via www.postfilter.nl) heeft ingeschreven in het Post Register, waarmee hij kenbaar heeft gemaakt geen reclame via Direct Mail te willen ontvangen als bedoeld in artikel 3 van de Code voor het gebruik van Postfilter (Code Postfilter). Op grond van artikel 5.2 van de Code Postfilter dient een adverteerder, voordat hij een adressenbestand met prospects wil gebruiken voor het verzenden van Direct Mail, altijd het Post Register te raadplegen, en is het een adverteerder niet toegestaan een persoon te benaderen van wie de gegevens zijn opgenomen in het bestand van Post Register. Als erkend is komen vast te staan dat adverteerder in het onderhavige geval in strijd met de genoemde bepaling van de Code Postfilter heeft gehandeld.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: Code Postfilter art. 5.2

RB 1071

Geen dongel bij Glasvezel aansluiting

RCC 20 juli 2011, Dossiernr. 2011/00536 (KPN Mobiel Internet Prepaid)

Reclamerecht. Aanprijzing van Mobiel Internet Prepaid bij vaste internetaansluiting op website en in handleiding. Klager stelt dat het gratis datategoed van 50 MB, zoals aangeprezen in uitingen, niet geldt voor Glasvezel aansluiting. Dit staat niet vermeld op website of in handleiding. Verweerder stelt dat klager het product niet heeft besteld door het genoemde telefoonnummer te bellen. Hierdoor heeft hij verkeerde variant van product ontvangen, welke niet bij de Glasvezel aansluiting behoort. Biedt klager aan om alsnog kosteloos gebruik te maken van de dongel met gratis datategoed.
Commissie oordeelt dat in uitingen er geen melding van wordt gemaakt dat Mobiel Internet Prepaid uitsluitend betrekking heeft op ADSL internet en niet op Glasvezel. Sprake van onduidelijke informatie t.a.v. gebruiksmogelijkheden product (art. 8.2 aanhef en onder b NRC). Strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling. Klacht m.b.t. handleiding wordt afgewezen nu niet duidelijk is of deze voor de koop geraadpleegd kan worden.

In de bestreden uitingen op de website van adverteerder wordt Mobiel Internet Prepaid aangeprezen als mogelijkheid “naast uw vaste internetaansluiting”, “met een internetabonnement van KPN” en “naast je internet voor thuis”. Er wordt geen melding van gemaakt dat dit alleen ADSL aansluitingen betreft en Mobiel Internet Prepaid niet mogelijk is in combinatie met een glasvezelaansluiting van KPN.

Gelet op het vorenstaande gaan de bestreden uitingen op de website gepaard met onduidelijke informatie ten aanzien van de gebruiksmogelijkheden van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: NRC art. 7; art. 8.2 aanhef en onder b

RB 1070

Te beperkt beschikbaar

RCC 20 juli 2011, Dossiernr. 2011/00529 (Bart Smit) 

Reclamerecht. Aanbieding van Fisher Price (FP) digitale camera in online folder van Bart Smit geldig op 2, 3 en 4 juni. Klaagster stelt dat zij om 9.00 uur online deze camera wilde bestellen maar werd via de link in de folder naar een andere, merkloze, camera geleid. Acht uiting misleidend, omdat er te weinig FP camera's op voorraad waren. verweerder stelt verrast te zijn geweest door verkoopsucces FP camera. Beschikbare voorraad was onvoldoende en daarom is vervangende camera aangeboden.

Commissie oordeelt dat onweersproken is gesteld dat FP camera om 9.00 uur op de eerste actiedag al niet meer verkrijgbaar was. Ondanks vermelding op=op moet aan het begin van actie camera in zekere mate verkrijgbaar zijn. Dit is niet door verweerder aangetoond. Sprake van onduidelijke informatie over de beschikbaarheid van het product (art. 8.2 aanhef en onder b NRC). Strijd met art. 7 NRC. Aanbieden vervangende camera leidt niet tot ander oordeel. Doet aanbeveling.

Klaagster heeft onweersproken gesteld dat de digitale camera van Fisher Price op de eerste actiedag om 9.00 uur niet meer te verkrijgen was. Het feit dat het een actie betrof en in de uiting “op=op” is vermeld, duidt erop dat sprake is van een beperkte beschikbaarheid. Dit neemt echter niet weg dat het aangeboden product althans aan het begin van de actie in een zekere mate verkrijgbaar moet zijn. Het had op de weg van adverteerder gelegen om dit aan te tonen, wat zij niet heeft gedaan. Adverteerder heeft slechts gesteld verrast te zijn geweest door het verkoopsucces van de Fisher Price camera.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: NRC art. 7, art. 8.2 aanhef en onder b

RB 1069

Toch geen voordeel

RCC 20 juli 2011, Dossiernr. 2011/0522 (ThePhonehouse) 

Reclamerecht. Folder met onder afbeelding van een Blackberry een tekst welke inhoudt dat je extra korting krijgt als je al prepaidklant bent. Klager stelt dat uiting misleidend is nu hij prepaid klant is, maar niet het klantenvoordeel kon krijgen. Verweerder stelt dat hoogte van korting afhankelijk is van gebruik klant. Intensiever gebruik levert meer korting op, vandaar ook de "vanaf-prijs" in uiting.
Commissie oordeelt dat de uiting indruk wekt dat prepaidklanten in ieder geval enig voordeel genieten. Niet is weersproken dat klager helemaal geen klantvoordeel genoot. Sprake van onjuiste informatie t.a.v. specifiek prijsvoordeel (art. 8.2 aanhef en onder d NRC). Strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling.

De mededeling “Bel je al met Hi PrePay? Vraag de verkoper naar je extra korting!” wekt de indruk dat prepaidklanten van Hi in ieder geval enig klantvoordeel genieten bij de aanschaf van de aangeboden Blackberry 8520, ook al kan uit de vermelding “met klantvoordeel vanaf € 129,99” worden afgeleid dat het voordeel niet altijd € 30 zal bedragen. Niet is weersproken dat klager, in het bezit van een Hi prepaid simkaart, voor de Blackberry de prijs van € 159,99 moest betalen en dus geen enkel klantvoordeel genoot.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: NRC art. 7, art. 8.2 aanhef en onder d
Zie eerdere uitspraak over The Phonehouse hier: RB 1005 en RB 718

RB 1065

Vergelijking van energiemaatschappijen

RCC 4 juli 2011, Dossiernr. 2011/00484 (NLEnergie)

Reclamerecht. Televisiecommercial voor NLEnergie met o.a. de tekst: "Bent u nog steeds klant bij NUON? Stap dan nu over (...)" Klager stelt dat de uiting agressief en stigmatiserend is omdat het lijkt alsof NUON enige leverancier is die duurder is dan NLEnergie. Verweerder weerspreekt de klacht gemotiveerd.

Commissie oordeelt dat vergelijkende reclame geoorloofd is, zelfs bij vergelijking met één concurrent, zolang voldaan wordt aan art. 13 NRC. Geen sprake van agressieve reclame omdat op scherpe toon wordt verwezen naar concurrent. Grens van toelaatbare wordt niet overschreden, geen sprake van kleinerend taalgebruik of schaden goede naam NUON. Vergelijken op prijs is geoorloofd. Geen strijd met art. 13 NRC. Wijst klacht af.

3) De Commissie vat klagers klacht voor het overige aldus op, dat hij de vergelijkende reclame ongeoor­loofd acht omdat adverteerder zich daarin kleinerend uitlaat over de betreffende con­current. De Commissie begrijpt dat klager in dit verband verwijst naar artikel 13 sub e NRC. De Commissie is evenwel van oordeel dat de onderhavige uiting niet van dien aard is, dat daarmee de grens van het toelaat­bare wordt overschreden. Van kleinerend taalgebruik of het schaden van de goede naam van NUON is geen sprake. Het feit dat in de commercial een directe vergelij­king op het punt van de prijs gemaakt wordt en deze onmiskenbaar in het nadeel van NUON uitvalt, leidt niet tot een ander oordeel. Het vergelijken op prijs is immers geoorloofd. Niet gesteld of geble­ken is dat deze vergelijking onjuist, misleidend of anderszins in strijd met artikel 13 NRC is.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: NRC art. 13
Lees eerdere uitspraken over NLEnergie hier: RB 903 en RB 678