RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Berichten Reclamerecht  

RB 972

Alleen optreden tegen overtreding of ook voorkomen?

RCC 25 mei 2011, Dossiernr. 2011/00367 (Qubble)

Reclamerecht. Uiting op website waarop o.a. staat dat bezoeker een iPhone 4 en iPad heeft gewonnen. Klager stelt dat hij geen iPhone 4 of iPad heeft gewonnen en acht de uiting daarom i.s.m. de waarheid en misleidend. Verweerder stelt dat website niet van hem is, maar eigendom van een Affiliate. Website verwijst naar Qubble.com en deze site voldoet aan Code SMS. Verweerder acht website ook misleidend en i.s.m. Affiliate reglement. Heeft Affiliate gesommeerd uiting niet meer te gebruiken. Meent correct op te zijn getreden tegen overtreding door Affiliate.
Commissie oordeelt dat uiting in strijd is met waarheid (art. 2 NRC), nu verweerder deze ook misleidend vindt. Acht dat verweerder actief is opgetreden tegen overtreding door Affiliate maar niet gebleken dat verweerder heeft geprobeerd overtreding te voorkomen. Niet voldaan aan inspanningsverplichting (art. 8.1 aanhef en onder c Code SMS). Doet aanbeveling.

Verweerder heeft meegedeeld dat zij, eenmaal op de hoogte van de onderhavige promotie, de Affiliate heeft gesommeerd om deze te beëindigen. In zoverre is  verweerder actief opgetreden tegen overtreding van de NRC. Naar het oordeel van de Commissie is echter niet gebleken dat verweerder zich heeft ingespannen om mogelijke overtreding van -in dit geval- de NRC door de Affiliate te voorkomen. Gelet daarop is niet voldaan aan de inspanningsverplichting, neergelegd in artikel 8.1 aanhef en onder c van de Reclamecode SMS Dienstverlening, zoals die code overigens gold tot 15 mei 2011.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: NRC art. 2; Code SMS art. 8.1 aanhef en onder c

RB 973

Vriendenloterij vergat updates Postfilter te checken

Vzr. RCC 26 mei 2011, Dossiernr. 2011/00266 (Postfilter)

Reclamerecht. Aan klager geadresseerde mailing van Vriendenloterij. Klager stelt dat hij zich bij Postfilter heeft ingeschreven maar toch mailing van Vriendenloterij heeft ontvangen. Verweerder stelt dat hij heeft nagelaten de updates van Postfilter te checken alvorens mailing te versturen. Zal voortaan wekelijks Postfilter checken.

Voorzitter is van oordeel dat Commissie klacht zal toewijzen. Op grond van art. 5.2 Code Postfilter moet Post Register altijd worden geraadpleegd alvorens post te versturen, binnen periode van 6 weken voor feitelijke verzending (art. 5.3 Code Postfilter). Dit is niet gebeurd dus strijd met genoemde artikelen. Doet aanbeveling.

De Code Postfilter is in werking getreden op 1 januari 2011. Adverteerder heeft de bewuste mailing blijkbaar eind januari 2011 verzonden. Op dat moment diende adverteerder de bepa­lingen in de Code Postfilter – die immers reeds in werking was getreden - in acht te nemen.

Op grond van artikel 5.2 van de Code Postfilter dient een adverteerder, voordat hij een adressenbestand met personen wil gebruiken voor het verzenden van Direct Mail, altijd het Post Register te raadplegen. Deze raadpleging dient op grond van artikel 5.3 van de Code Postfilter plaats te vinden binnen een periode van maximaal zes weken voor het feitelijk toesturen van Direct Mail.

Nu adverteerder de bewuste mailing eind januari 2011 aan klager heeft verzonden en niet is gesteld of gebleken dat adverteerder binnen een periode van maximaal zes weken voor het feitelijk toesturen van de mailing de op dat moment actuele inhoud van het Post Register heeft geraadpleegd, heeft adverteerder in strijd gehandeld met de genoemde bepalingen van de Code Postfilter.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: Code Postfilter art. 5.2; art. 5.3
Lees hier eerdere uitspraak over de Vriendenloterij: RB 758

RB 969

Kortingen tot 200 euro

RCC 19 mei 2011, Dossiernr. 2011/00279 (Schoonenberg)

Reclamerecht. Televisiecommercial van Schoonenberg met tekst "omdat de 200ste winkel geopend is, krijgt u nu kortingen tot €200,-. Klager vindt uiting misleidend nu deze korting alleen geldt voor duurste hoortoestellen. Verweerder stelt dat kortingen varieerden van 5 tot 200 euro en van toepassing waren op hoortoestellen en andere producten. Hoge korting alleen van toepassing op duurdere toestellen, maar reclame is niet misleidend.

Commissie oordeelt dat tekst "kortingen tot €200,-" niet misleidend nu in winkel bleek dat korting tussen de 5 en 200 euro op verschillende producten gold. Wijst klacht af.

Nu is gebleken dat in de winkel op verschillende producten kortingen werden verleend, die varieerden tussen € 5,- en € 200,- is de Commissie van oordeel dat de mededeling dat ‘kortingen tot € 200,-’ worden gegeven, niet misleidend is.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)

RB 968

300 euro korting tenzij adres met glasvezelverbinding

VzRCC 12 mei 2011, Dossiernr. 2011/00304 (KPN)

Reclamerecht. Folder van KPN gedeponeerd in brievenbus klager met o.a. de tekst '300 euro korting op Sony Full HD LCD-TV bij Alles-in-één Pakket'. Klager stelt dat bij bestelling in winkel bleek dat actie niet voor adressen met glasvezelverbinding geldt. Verweerder stelt dat deze beperking in actievoorwaarden staat vermeld. Klager heeft geen gebruik gemaakt van coulance regeling.

Voorzitter oordeelt dat Commissie klacht zal toewijzen. Beperkende voorwaarde blijkt niet uit folder. Niet voldoende dat beperking in actievoorwaarden, op website en in winkel wordt vermeld. Sprake van omissie (art. 8.3 aanhef en onder c NRC) dus in strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling.

Naar het oordeel van de voorzitter had deze voorwaarde uit de folder dienen te blijken. De gemiddelde consument zal er immers niet op bedacht zijn dat het hebben van een glas­ve­zelver­binding meebrengt dat men geen gebruik kan maken van de onderhavige actie. Het feit dat deze informatie blijkbaar wel in de actievoorwaarden en op de website van adverteer­der staat en in de winkel wordt meegedeeld, neemt de misleiding die het gevolg is van het ontbreken van deze infor­ma­tie in de folder niet weg, ook niet voor zover in dit verband in de folder naar de website van adverteerder of naar de verkoper wordt verwezen. Het gaat naar het oordeel van de voor­zitter om essen­tiële infor­ma­tie die de consument nodig heeft om een geïnformeerd be­sluit over de transactie te ne­men. Dergelijke informatie dient tijdig, dat wil zeggen reeds in de reclame-uiting, te wor­den vermeld.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: NRC art. 7, art. 8.3 aanhef en onder c

RB 967

"Verboden voor meisjes"

RCC 24 mei 2011, Dossiernr. 2011/00324 (Kr@sh)

Reclamerecht. Televisiecommercial voor tijdschrift Kr@sh met slogan "verboden voor meisjes". Klager vindt dat uiting discriminatie op grond van geslacht bevordert. Verweerder stelt dat jongens en meisjes verschillen in doen en laten. Kr@sh is gericht op jongens tussen de 8 en 13 jaar. Deze leeftijdscategorie kan humoristische toon van slogan herkennen.
Commissie oordeelt dat voldoende duidelijk is, ook voor kinderen, dat slogan humoristisch bedoeld is. Niet gebleken dat tijdschrift echt verboden is voor meisjes. Geen sprake van discriminatie. Wijst klacht af.

Naar het oordeel van de Commissie is - ook voor kinderen - voldoende duidelijk dat de slogan “Verboden voor meisjes” een humoristisch bedoelde manier is om tot uitdrukking te brengen dat het aangeprezen tijdschrift Kr@sh gemaakt is voor jongens. Niet is gebleken dat het tijdschrift daadwerkelijk ‘verboden‘ zou zijn voor meisjes. Van discriminatie is geen sprake.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)

RB 966

Woensdag, aankomstdag?

RCC 24 mei 2011, Dossiernr. 2011/00306 (Center Parcs)

Reclamerecht. Aan klager gezonden brief met aanbieding van Center Parcs. Klager vindt uiting misleidend nu gewenste aankomstdatum niet mogelijk is en deze datum niet is uitgesloten van actie. Verweerder stelt dat in actievoorwaarden staat dat actie geldt voor weekend- of midweekverblijf. Aanvangsdagen zijn: vrijdag (weekend) of maandag (midweek). Gewenste datum van klager is op woensdag en dit is geen aankomstdag. Klager is regelmatige gast dus aanvangsdagen moeten bij hem bekend zijn.

Commissie acht uit brief voldoende duidelijk dat aanvangsdag op woensdag niet mogelijk is. Wijst klacht af.

In de bestreden brief zijn de voorwaarden voor de actie van 50% korting op een volgend verblijf opgenomen. Als een van de actievoorwaarden is vermeld, dat de korting alleen geldig is voor een weekend- of midweekverblijf. Hierdoor is naar het oordeel van de Commissie voor de geadresseerden van de brief - bestaande klanten van adverteerder die onlangs in één van de parken van Center Parcs hebben verbleven - voldoende duidelijk dat een verblijf met aankomst op een woensdag niet mogelijk is, nu voor alle boekingen bij Center Parcs geldt dat een weekendverblijf aanvangt op vrijdag en een midweekverblijf op maandag.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)

RB 965

De Volkswagen spookrijder

RCC 24 mei 2011, Dossiernrs. 2011/00358 en 2011/00358A

Reclamerecht. Radioreclame van Volkswagen waarin melding wordt gemaakt van spookrijder op de [red. niet-bestaande] A26. Klager 1 stelt dat mensen door uiting in verwarring kunnen worden gebracht en klager 2 stelt dat nu uiting na nieuwsbulletin wordt uitgezonden, luisteraars tekst serieus kunnen nemen. Verweerder betreurt reacties klagers en geeft aan dat testpanel uiting positief had beoordeeld. Zal uiting niet meer uitzenden.
Commissie acht NRC niet overtreden, voldoende duidelijk dat het om reclame gaat. Niet aannemlijk dat automobilisten berichten over echte spookrijder door uiting zullen negeren.

De Commissie heeft er begrip voor dat de uiting, gezien de verwijzing naar een spookrijder, niet door iedereen wordt gewaardeerd, maar acht deze niet van dien aard, dat de Nederlandse Reclame Code wordt overtreden.
Uit de uiting, in haar geheel beschouwd, volgt voldoende duidelijk dat het een reclame-uiting betreft. Voorts acht de Commissie het niet aannemelijk dat automobilisten die de reclame eerder hebben gehoord en als reclame hebben herkend, een bericht over een werkelijke spookrijder zullen negeren.

Lees de gehele uitspraak 2011/00358 hier (link / pdf)
Lees de gehele uitspraak 2011/00358A hier (link / pdf)

RB 964

In de maak: Verordening over textielvezelbenamingen

met dank aan Elise Menkhorst, De Gier | Stam & advocaten

Op dit moment zijn er drie verschillende richtlijnen van kracht die van belang zijn voor textielvezelproducten. Als die richtlijnen dan elk nog een aantal keer worden aangepast, dan is het gemakkelijk om het spoor bijster te raken. Daarom heeft de Europese wetgever geoordeeld dat het tijd was voor een nieuw, overkoepelend document: een Verordening over textielvezelbenamingen en de etikettering ervan.

In het tijdschrift voor levensmiddelen- en productenrecht Waar & Wet van mei 2011 is een artikel verschenen waarin de belangrijkste punten uit de nieuwe Verordening worden besproken, zie hier (pdf)

RB 963

Niet nieuw, maar vernieuwd

RCC 24 mei 2011, Dossiernr. 2011/00299 (Walibi Nieuw Rattle Snake)

Reclamerecht. Aanprijzing van 'oude' achtbaan. Uiting betreft plattegrond on site en in print van pretpark Walibi waarop staat "NIEUW RATTLE SNAKE!" (klik afbeelding voor vergroting).

Klacht: sinds 1992 staat de attractie er. Verweer: Is geen sprake van reclame, maar als intern communicatiemiddels, niet om potentiële bezoekers te enthousiasmeren. Attractie heeft nieuwe naam, want heeft een andere locatie in het park gekregen en is thematisch veranderd (toevoeging slangenkop en staart).

Commissie stelt dat uiting reclame is naar de nieuwe definitie sinds 1 januari 2011: er is sprake van systematische aanprijzing, NIEUW is wervend taalgebruik en dus een aanprijzing. Er is geen sprake van nieuw, maar vernieuwd. Strijd met artikel 2 NRC (waarheid). Doet aanbeveling.

 De Commissie stelt voorop dat beide bestreden uitingen kunnen worden aangemerkt als  reclame in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), zoals die bepaling sinds 1 januari 2011 luidt. Voor zover het verweer moet worden opgevat in die zin dat het drukwerk in de vorm van een folder geen openbare aanprijzing is, omdat deze alleen wordt verstrekt aan bezoekers van het park, is er  in elk geval sprake van systematische aanprijzing, omdat de folder kennelijk aan alle bezoekers wordt verstrekt.
Gezien de wervende woorden “NIEUW RATTLE SNAKE”, die deze attractie duidelijk speciaal onder de aandacht van het publiek brengen, houden beide uitingen een  aanprijzing in van goederen.
 
Van de woorden “NIEUW RATTLE SNAKE” gaat naar het oordeel van de Commissie de suggestie uit dat het park over een geheel nieuwe attractie beschikt. In werkelijkheid blijkt het echter te gaan om een achtbaan die -naar niet is weersproken- al sinds 1992 in het park aanwezig is, maar die is verplaatst en van een andere naam en een ander thema is voorzien. De attractie is veeleer vernieuwd dan nieuw.
Gelet op het bovenstaande acht de Commissie de aanduiding “nieuw” in relatie tot de onderhavige achtbaan onjuist en in zoverre acht zij de reclame in strijd met de waarheid.

Lees de uitspraak hier (link / pdf)
Art. 1 en 2 Nederlandse Reclame Code (NRC)

RB 962

Recht van verzet ook in hoger beroep overeind

Hof Amsterdam 15 februari 2011, LJN BQ4006 (appelant tegen Nationale Postcode Loterij)

Parallel gepubliceerd IT 393. Met dank aan Herwin Roerdink, Van Doorne.

In navolging van IT 155. Verwijdering persoonsgegevens. Appelant verzocht verwijdering uit alle bestanden van de Nationale Postcode Loterij (NPL), waaronder het door de NPL aangehouden post-/mailweigeraarsbestand. Dit verzoek werd door de Rechtbank Amsterdam afgewezen. In hoger beroep bekrachtigt het hof deze beschikking. Immer om uitvoering te geven aan recht van verzet, is NPL verplicht een weigeraarsbestand aan te houden om te voorkomen dat de betrokkene (weer) wordt benaderd voor commerciële doeleinden, geen bestand zoals art. 41  Wbp.

3.4 In hoger beroep beperkt [appellant] zijn verzoek tot het mailweigeraarsbestand van NPL. Het beroep richt zich in de kern tegen het oordeel van de rechtbank dat het recht van verzet als bedoeld in artikel 41 Wbp zich niet uitstrekt tot het postweigeraarsbestand van NPL omdat dit geen commercieel doel dient. Volgens [appellant] dient het aanhouden van een weigeraarsbestand wel een commercieel doel omdat dit een instrument is waarmee het aanschrijven van non-respondenten, zijnde een verliespost, voorkomen wordt. Voorts heeft [appellant] tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat gelet op de woorden “in verband met” in de tekst van artikel 41 Wbp (“Indien gegevens worden verwerkt in verband met…” ) een weigeraarsbestand hieronder valt.
Subsidiair doet [appellant] een beroep op de overige artikelen van de Wbp, meer in het bijzonder op artikel 35 juncto 36 Wbp.

3.5 Het hof oordeelt als volgt.
Artikel 41 Wbp is een uitvloeisel van de keuze van de wetgever voor een systeem waarbij degene wiens gegevens worden verwerkt met het oog op werving voor commerciële doeleinden hiertegen bezwaar kan maken. Om uitvoering te kunnen geven aan dit recht van verzet is de verantwoordelijke, zoals NPL, verplicht om een weigeraarsbestand aan te houden om te voorkomen dat de betrokkene, zoals [appellant], (weer) wordt benaderd voor commerciële doeleinden. Naar ’s hofs oordeel legt NPL conform haar wettelijke plicht terecht een weigeraarsbestand aan. Indien, zoals [appellant] betoogt, het aanhouden van een weigeraarsbestand een commercieel doel zou dienen en daartegen dus de mogelijkheid van verzet zou openstaan, zou daarmee de nakoming door NPL van haar wettelijke plicht illusoir worden. Het weigeraarsbestand kan daarom niet worden aangemerkt als een bestand als bedoeld in artikel 41 Wbp.
Ook overigens ziet het hof in de tekst van artikel 41 Wbp geen aanknopingspunten voor de door [appellant] voorgestane uitleg.

3.6 Een beroep op artikel 36 Wbp kan evenmin slagen. Dit artikel heeft betrekking op vermelding van onjuiste persoonsgegevens. Niet gesteld of gebleken is dat daarvan in dit geval sprake is. Voor zover [appellant] een beroep doet op schending door NPL van enig ander artikel uit de Wbp, faalt dit beroep bij gebreke van enige feitelijke onderbouwing.

Lees de uitspraak hier (link / pdf)