RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Berichten Reclamerecht  

RB 2755

Vergelijkende en misleidende reclame tussen T-Mobile en Ziggo over het aanbieden van televisiediensten

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 15 aug 2016, RB 2755; Dossier: 2016/00599 (T-Mobile vergelijkende reclame kabeltv Ziggo), https://reclameboek.nl/artikelen/vergelijkende-en-misleidende-reclame-tussen-t-mobile-en-ziggo-over-het-aanbieden-van-televisiedienst

RCC 15 augustus 2016, RB 2755; Dossiernr: 2016/00599 (T-Mobile vergelijkende reclame kabeltv Ziggo) Aanbeveling. Misleidende reclame. Vergelijkende reclame. Het betreft de televisiecommercial van T-Mobile voor haar televisiedienst KNIPPR. In de commercial zijn drie personen te zien, die met kabels omwikkeld op een bank of een stoel zitten en kijken naar een groot, aan kabels hangend scherm waarop 25 beeldschermen met verschillende zenders tegelijk te zien zijn. Bij deze beelden zegt de voice-over: “Verplicht internet en telefonie afsluiten bij je tv-abonnement? Betalen voor tientallen zenders waar je nooit naar kijkt? Hebben wij nog wel wat te kiezen?” Als de voice-over vervolgens zegt: “Ja! KNIPPR”, is te zien hoe de kabels waaraan het grote scherm hangt breken, het beeld op de beeldschermen wegvalt en de schermen barsten. De kabels om de drie personen springen los en de personen springen hoog in de lucht. Vervolgens zegt de voice-over: “Ga los met kabelvrije interactieve tv. En kies zelf je eigen zenders. Vanaf € 10,99 per maand.” Deze tekst verschijnt ook deels uitgeschreven in beeld.

Klacht: In de commercial wordt KNIPPR, de nieuwe televisiedienst van T-Mobile, aangeprezen als “kabelvrije interactieve tv”. Door deze verwijzing naar ‘kabel’, in één zin gebruikt met ‘televisie’, zal de gemiddelde consument de commercial opvatten als een vergelijking van KNIPPR met de (televisie)diensten van Ziggo die bekend staan als kabeltelevisie. Omdat Ziggo bovendien de grootste televisieaanbieder in Nederland is, zal de referentie aan Ziggo nog sneller worden gemaakt. De commercial voldoet om de hierna volgende redenen niet aan de regels voor vergelijkende reclame. Daarnaast worden consumenten in de commercial bewust misleid doordat wordt gesteld dat bij andere aanbieders – lees: Ziggo – het verplicht zou zijn om een internetabonnement af te sluiten bij het televisieabonnement en bij KNIPPR niet. Het omgekeerde is echter het geval. Ziggo biedt een televisieabonnement zonder additionele diensten aan, terwijl KNIPPR onmogelijk te ontvangen is zonder internetabonnement of mobiele-telefonieabonnement met breedband internet. Dit brengt mee dat de commercial ook misleidend is over de prijs. Voor het genoemde bedrag van “vanaf € 10,99 per maand” kan de klant geen televisie kijken in zijn woonkamer, de in beeld gebrachte situatie. Er moet altijd een additionele internetdienst worden afgenomen. De televisiedienst KNIPPR wordt gepresenteerd als alternatief voor bestaande televisiediensten zoals die van Ziggo. In de commercial worden de prijs en de keuzevrijheid in het aantal zenders als de relevante kenmerken van KNIPPR genoemd. Daarbij noemt T-Mobile alleen de voordelen van haar eigen dienst, zonder in te gaan op de verschillen met bestaande aanbieders van kabeltelevisie (Ziggo), die niet in het voordeel van T-Mobile uitvallen.

RB 2754

Reclame ‘Wifispots op 2 miljoen plekken’ geldt niet als misleidende reclame

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 4 aug 2016, RB 2754; Dossiernr: 2016/00553 (Ziggo WiFispots), https://reclameboek.nl/artikelen/reclame-wifispots-op-2-miljoen-plekken-geldt-niet-als-misleidende-reclame

RCC 4 augustus 2016, RB 2754; Dossiernr: 2016/00553 (Ziggo WiFispots) Afwijzing. Reclame. Het betreft het volgende aanbod op adverteerders website www.ziggo.nl/internet/wifispots: “WifiSpots Internet op zo´n 2 miljoen plekken zónder extra kosten. Wat is WifiSpots? Heb je Internet van Ziggo of Ziggo Mobiel? Dan heb je met WifiSpots ook buitenshuis op zo´n 2 miljoen plekken in Nederland toegang tot draadloos internet. Bijvoorbeeld bij vrienden of familie thuis, in het winkelcentrum of in de voetbalkantine.” Klacht: De reclame-uiting wekt de indruk dat de klant met WifiSpots zónder extra kosten buitenshuis op zo´n 2 miljoen plekken in Nederland toegang tot draadloos internet heeft. Klager probeert al vanaf april 2015 tevergeefs in zijn woonplaats Vlaardingen toegang tot dit draadloos internet te krijgen. Hij heeft op ongeveer 54 adressen in Vlaardingen geprobeerd in te loggen, maar het is nergens gelukt. De belofte van Ziggo is dus een loze kreet. Klager acht om die reden de reclame-uiting misleidend.

RB 2758

Reclame 'allergeenvrij' rundvleesproduct

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 21 jul 2016, RB 2758; Dossiernr: 2016/00432 (Reclame over allergeenvrij product), https://reclameboek.nl/artikelen/reclame-allergeenvrij-rundvleesproduct

RCC 21 juli 2016, RB 2758, LS&R 1365; Dossiernr: 2016/00432 (reclame over allergeenvrij product) Aanbeveling. Reclame. Voedsel. Het betreft een reclame voor een braadstuk waarin wordt gezegd dat deze allergeenvrij is. Klacht: Rundvlees is volgens klager een bekende allergeen. Volgens de EU allergenenwetgeving hoeft deze allergeen niet vermeld te worden, maar ongeveer 10% van de mensen met een koemelkeiwitallergie hebben ook een rundvleesallergie. De in de uiting genoemde producten zijn derhalve niet allergeenvrij, zodat de uiting volgens klager misleidend is. De Commissie beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 2741

Telefoongesprek om advertentieopdracht die niet wordt gevoerd is bedrog

Rechtspraak (NL/EU) 4 jul 2016, RB 2741; ECLI:NL:RBAMS:2016:3569 (Mango tegen 020 Security), https://reclameboek.nl/artikelen/telefoongesprek-om-advertentieopdracht-die-niet-wordt-gevoerd-is-bedrog

Rechtbank Amsterdam 4 juli 2016, RB ; ECLI:NL:RBAMS:2016:3569 (Mango tegen 020 Security)
Bedrog. Mango heeft in het eerste telefoongesprek willens en wetens Security betracht te bewegen tot een opdracht voor een advertentie, waarvan zij van te voren reeds had bedacht deze niet te zullen uitvoeren.

RB 2660

Geneesmiddelfolders en -brochures zijn verkoopcatalogi die zijn uitgesloten van reclameregelgeving

NL Rechtbank van eerste aanleg Brussel 15 januari 2016, RB 2660; eerder als IEFbe 1693 (verkoopcatalogus Eurogenerics)
Uitspraak aangebracht door Eric De Gryse, Simont Braun. Het vonnis is in kracht van gewijsde gegaan en dus definitief. Strafrecht. Reclame. Geneesmiddelen. Vrijspraak.  Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten stelt in een proces-verbaal dat de door Eurogenerics gehanteerde brochure onder het begrip 'reclame voor geneesmiddelen' valt en niet valt onder de categorie 'verkoopcatalogi en prijslijsten'. Rekeninghoudend met de schikking, vormgeving en inhoud kunnen de folders bestempeld worden als verkoopcatalogi. De in de geviseerde brochures gehanteerde indeling valt niet te beschouwen is als informatie betreffende de geneesmiddelen zodat zij hun status van verkoopcatalogi - die uitgesloten zijn van de reclame-regelgeving - behouden. De rechtbank spreekt de nv Eurogenerics voor de enige tenlastelegging vrij.

D.6. Het verbieden van een indeling, zoals door de nv Eurogenerics gehanteerd, zou betekenen dat er geen sprake meer kan zijn van verkoopcatalogi. Er zouden bij wijze van spreken enkel nog alfabetische lijsten mogelijk zijn. Zoals gezegd, is het nochtans inherent aan het begrip verkoopcatalogus dat de koopwaar enigszins wordt 'uitgestald', om de gebruiker een overzicht te bieden van het gamma.

D.7. Er moet besloten worden dat de aan de geviseerde folders geen (gekwalificeerd) verkoopsbevorderend oogmerk ten grondslag ligt, zodat zij het karakter van een verkoopcatalogus behouden.

E. Tweede inbreuk: vermelden van gegevens van de geneesmiddelen
E.1. Zoals uiteengezet, moet het als een inherente eigenschap van een verkoopcatalogus aanvaard worden dat er een indeling wordt gehanteerd om de producten op een efficiënte en praktische wijze voro te stellen.
De indeling in deze zaak heeft een neutrale, objectieve bron en heeft een oriënterend in plaats van een beschrijvend karakter. Indien een dergelijke indeling zou worden beschouwd als het verschaffen van gegevens betreffende de medicamenten, zou de term 'verkoopcatalogus' ieder nuttig effect verliezen.
(...)

E.3. Er moet besloten worden dat de in de geviseerde brochures gehanteerde indeling niet te beschouwen is als informatie betreffende de geneesmiddelen zodat zij hun status van verkoopcatalogi - die uitgesloten zijn van de reclame-regelgeving - behouden.
(...)

 

RB 2603

Natriumgehalte in mineraalwater omvat niet alleen natriumchloride, maar ook natriumbicarbonaat

HvJ EU 17 december 2015, RB 2603; C-157/14; ECLI:EU:C:2015:823 (Neptune Distribution tegen Ministre de l’Économie et des Finances)
Uit het persbericht: Voedingsclaim. Om het natriumgehalte van natuurlijk mineraalwater te bepalen, dient niet enkel te worden gekeken naar de hoeveelheid natriumchloride, maar ook naar de
hoeveelheid natriumbicarbonaat. Op natuurlijk mineraalwater dat 20 mg/l of meer natrium bevat, mag niet worden vermeld dat het zout- of natriumarm is of dat het geschikt is voor een natriumarm dieet, ongeacht in welke chemische vorm het natrium voorkomt.

Neptune Distribution verkoopt en distribueert de koolzuurhoudende natuurlijke mineraalwaters „Saint-Yorre” en „Vichy Célestins”. In 2009 heeft de Franse overheid Neptune Distribution bevolen om alle vermeldingen te verwijderen die laten uitschijnen dat deze mineraalwaters zout- of natriumarm zijn, dan wel een zeer laag zout- of natriumgehalte hebben. Het ging daarbij met name om de volgende vermeldingen: „St-Yorre bevat slechts 0,53 g zout (of natriumchloride) per liter, dus minder dan een liter melk!!!” en „Vichy Célestins bevat slechts 0,39 g zout per liter, dus twee tot drie keer minder dan een liter melk!” Neptune Distribution is opgekomen tegen dat besluit.

(...) In dit verband roept het Hof in herinnering dat de Uniewetgever beoogde te garanderen dat de consument op passende en transparante wijze zou worden ingelicht over het natriumgehalte van water dat bestemd is voor consumptie. Aangezien natrium een onderdeel is van verschillende chemische verbindingen (met name van natriumchloride en natriumbicarbonaat), moet voor de beoordeling van het natriumgehalte van natuurlijk mineraalwater rekening worden gehouden met de totale hoeveelheid natrium in dergelijk water, ongeacht in welke chemische vorm het daarin voorkomt. Verpakkingen en etiketten van en reclame voor natuurlijk mineraalwater die vermelden dat dit water natrium- of zoutarm is of geschikt is voor een natriumarm dieet, terwijl het in feite 20 mg/l of meer natrium bevat, kunnen de consument dus misleiden.

Wat de geldigheid betreft van het verbod om op verpakkingen en etiketten van en in reclame voor natuurlijk mineraalwater claims of vermeldingen betreffende het lage gehalte aan natriumchloride (tafelzout) van dit water op te nemen die de consument kunnen misleiden over het totale natriumgehalte van dit water, is het Hof van oordeel dat dit verbod gerechtvaardigd en evenredig is, aangezien het beantwoordt aan de behoefte ervoor te zorgen dat de consument zo correct en zo transparant mogelijk wordt ingelicht, en geschikt en noodzakelijk is om de menselijke gezondheid in de Unie te beschermen. Het kan immers niet met zekerheid worden uitgesloten dat een grote consumptie van natrium in verschillende chemische verbindingen en in het bijzonder in de vorm van natriumbicarbonaat, risico’s voor de menselijke gezondheid met zich brengt. Het voorzorgsbeginsel rechtvaardigt dus dat maatregelen worden getroffen die de grondrechten inperken.

Het hof verklaart voor recht

1)      Artikel 8, lid 1, van verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings‑ en gezondheidsclaims voor levensmiddelen, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 107/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008, gelezen in samenhang met de bijlage bij de eerstgenoemde verordening, moet aldus worden uitgelegd dat het zich ertegen verzet dat met betrekking tot natuurlijk mineraalwater en ander water de claim „zeer laag natriumgehalte/zoutgehalte” of een andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, wordt gebruikt.

Artikel 9, lid 2, van richtlijn 2009/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de exploitatie en het in de handel brengen van natuurlijk mineraalwater, gelezen in samenhang met bijlage III bij deze richtlijn, moet aldus worden uitgelegd dat het zich ertegen verzet dat de verpakkingen en de etiketten van en de reclame voor natuurlijk mineraalwater claims of vermeldingen bevatten die de consument doen geloven dat het water in kwestie natrium‑ of zoutarm is of geschikt is voor een natriumarm dieet, terwijl het totale gehalte aan natrium, in al zijn aanwezige chemische vormen, 20 mg/l of meer bedraagt.

2)      Bij het onderzoek van de tweede vraag is niet gebleken van elementen die afdoen aan de geldigheid van artikel 9, leden 1 en 2, van richtlijn 2009/54, gelezen in samenhang met bijlage III bij deze richtlijn en met de bijlage bij verordening nr. 1924/2006.

Gestelde vragen:

1)      Bestaat de berekeningsbasis voor de met het natriumgehalte in een bepaald levensmiddel ‚overeenkomstige waarde voor zout’, in de zin van de bijlage bij verordening [...] nr. 1924/2006, alleen uit de hoeveelheid natrium die – in verbinding met chloride-ionen – natriumchloride (tafelzout) vormt, dan wel uit het totale gehalte aan natrium, in al zijn vormen, van het levensmiddel?

2)      Indien dit laatste het geval is, leveren artikel 2, lid 1, van richtlijn [2000/13] en artikel 9, leden 1 en 2, van richtlijn [2009/54], junctis bijlage III bij deze richtlijn, bezien tegen de achtergrond van de door de bijlage bij verordening [...] nr. 1924/2006 vastgestelde gelijkwaardigheidsverhouding tussen natrium en zout, dan een schending op van artikel 6, lid 1, eerste alinea, [VEU], gelezen in samenhang met artikel 11, lid 1 (vrijheid van meningsuiting en van informatie), en artikel 16 (vrijheid van ondernemerschap) van het [Handvest], alsook van artikel 10 [EVRM], doordat zij distributeurs van mineraalwater verbieden om op hun etiketten en in hun reclame op enigerlei wijze een vermelding aan te brengen betreffende het – mogelijkerwijs weliswaar juiste – lage zoutgehalte van hun product, dat echter wel een hoog gehalte aan natriumbicarbonaat heeft, omdat deze claim de koper zou kunnen misleiden over het totale natriumgehalte van het water?

 

RB 2602

Reclamerechtuitspraken uit Duitsland

In korte tijd heeft het Duitse BGH een aantal interessante arresten gewezen:
1. No-reply-bevestigingsmail met reclame is niet toegestaan
2. Reclame voor multivruchtensap 'Rotbäckchen' met aanduiding 'Kracht om te leren' en 'met ijzer' toegestaan:
3. Verbod HIMBEER-VANILLE-ABENTEUER-reclame

1. BGH: No-reply-bevestigingsmail met reclame is niet toegestaan
Uit het persbericht: Bundesgerichtshof zur Zulässigkeit sogenannter "No-Reply" Bestätigungsmails mit Werbezusätzen: Die zugelassene Revision hat zur Aufhebung des Berufungsurteils und zur Wiederherstellung des amtsgerichtlichen Urteils geführt. Jedenfalls die Übersendung der Bestätigungsmail mit Werbezusatz vom 19. Dezember 2013 hat den Kläger in seinem allgemeinen Persönlichkeitsrecht verletzt, weil sie gegen seinen zuvor erklärten ausdrücklichen Willen erfolgt ist.

 

Die Klägerin sieht darin eine Verletzung ihrer Schutzrechte als Sendeunternehmen. (...) Der Bundesgerichtshof hat angenommen, dass die Beklagte durch die Übernahme von Teilen der von der Klägerin in den Sendungen "STARS & stories" ausgestrahlten Interviews in das der Klägerin als Sendeunternehmen zustehende Leistungsschutzrecht eingegriffen hat. Die vom Oberlandesgericht getroffenen Feststellungen rechtfertigen jedoch nicht seine Annahme, die Eingriffe in das Leistungsschutzrecht der Klägerin habe die Beklagte widerrechtlich vorgenommen.

Allerdings kann sich die Beklagte nicht mit Erfolg auf die urheberrechtliche Schrankenregelung der Berichterstattung über Tagesereignisse (§ 50 UrhG)* berufen. Diese Schrankenregelung soll die anschauliche Berichterstattung über aktuelle Ereignisse in den Fällen, in denen Journalisten oder ihren Auftraggebern die rechtzeitige Einholung der erforderlichen Zustimmung des Rechteinhabers noch vor dem Abdruck oder der Sendung eines aktuellen Berichts nicht möglich oder nicht zumutbar ist, dadurch erleichtern, dass sie die Nutzung geschützter Werke, die im Verlauf solcher Ereignisse wahrnehmbar werden, ohne den Erwerb entsprechender Nutzungsrechte und ohne die Zahlung einer Vergütung erlaubt. Im Streitfall war es der Beklagten jedoch möglich und zumutbar, vor der Übernahme des in Rede stehenden Bildmaterials um die Zustimmung der Klägerin nachzusuchen. Zudem erlaubt § 50 UrhG keine Berichterstattung, die die urheberrechtlich geschützte Leistung - hier die Interviewsendungen der Klägerin - selbst zum Gegenstand hat. Die Leistung muss vielmehr bei einem anderen Ereignis in Erscheinung treten.

Aufgrund der bislang getroffenen Feststellungen kann aber nicht ausgeschlossen werden, dass sich die Beklagte auf das Zitatrecht (§ 51 UrhG)** berufen kann.
2. BGH: Reclame voor multivruchtensap 'Rotbäckchen' met aanduiding 'Kracht om te leren' en 'met ijzer' toegestaan:
Uit het persbericht: Bundesgerichtshof zur Bewerbung des Mehrfruchtsafts "Rotbäckchen"
Das Landgericht hat der Klage stattgegeben. Das Oberlandesgericht hat die Berufung der Beklagten zurückgewiesen. Es hat angenommen, die Angaben "Lernstark" und "Mit Eisen … zur Unterstützung der Konzentrationsfähigkeit" seien nicht nach Maßgabe der Verordnung (EG) Nr. 1924/2006 zugelassene und damit unzulässige gesundheitsbezogene Angaben in Form von Angaben über die Gesundheit von Kindern gemäß Art. 10 Abs. 1*, Art. 14 Abs. 1 Buchst. b ** dieser Verordnung.

3. BGH: Verbod HIMBEER-VANILLE-ABENTEUER-reclame
Uit het persbericht: Bundesgerichtshof verbietet "HIMBEER-VANILLE- ABENTEUER"-Werbung von Teekanne:
Zwar lesen Verbraucher, die sich in ihrer Kauf-entscheidung nach der Zusammensetzung des Erzeugnisses richten, das Verzeichnis der Zutaten. Der Umstand, dass dieses Verzeichnis auf der Verpackung des Tees angebracht ist, kann jedoch für sich allein nicht ausschließen, dass die Etikettierung des Erzeugnisses und die Art und Weise, in der sie erfolgt, die Käufer irreführen. Die Etikettierung umfasst alle Angaben, Kennzeichnungen, Hersteller­ und Handelsmarken, Abbildungen oder Zeichen, die sich auf ein Lebensmittel beziehen und auf dessen Verpackung angebracht sind. Wenn die Etikettierung eines Lebensmittels und die Art und Weise, in der sie erfolgt, insgesamt den Eindruck entstehen lassen, dass das Lebensmittel eine Zutat enthält, die tatsächlich nicht vorhanden ist, ist eine Etikettierung geeignet, den Käufer über die Eigenschaften des Lebensmittels irrezuführen. Danach sind die verschiedenen Bestandteile der Etikettierung des Früchtetees insgesamt darauf zu überprüfen, ob ein normal informierter und vernünftig aufmerksamer und kritischer Verbraucher über das Vorhandensein von Zutaten oder Aromen irregeführt werden kann. Das ist vorliegend aufgrund der in den Vordergrund gestellten Angaben auf der Verpackung der Fall, die auf das Vorhandensein von Vanille- und Himbeerbestandteilen im Tee hinweisen.

RB 2570

Handmatig te deblokkeren e-mailadres niet misleidend

Voorz. RCC 27 oktober 2015, RB 2570; Dossiernr: 2015/00923 (Telfort)
Uiting: Het betreft een aan klager verzonden e-mail met als onderwerp: “Belangrijke informatie over je Telfort e-mailadres”. In de e-mail staat dat Telfort stopt met het aanbieden van gratis mailboxen. Voorts staat in de brief: “Wil je je e-mailadressen behouden? Je kan je e-mailadres(sen) behouden voor 4,- per maand of gratis als je Telfort Internet klant wordt. Je hebt al een Alles-in-1 pakket van Telfort voor 38,- per maand.” Indien men al klant is, dient volgens de uiting een koppeling te worden gemaakt met het Telfort internet abonnement.

Klacht: Klager stelt dat verweerder het behoud van de gratis e-mailadressen belooft indien men overstapt. Klager heeft dit gedaan, maar zijn e-mailadressen zijn geblokkeerd. Deze dienen handmatig te worden gedeblokkeerd. Dit was voor klager onverwacht. Hij meende te mogen aannemen dat de gratis e-mailadressen gewoon zouden blijven werken. Er is sprake van valse beloften en klager voelt zich hierdoor misleid.

Voorzitter:

1)  De klacht is gericht tegen een uiting die bestemd is voor klanten die gebruik maakten van gratis mailboxen (accounts) van verweerder. In de uiting staat dat verweerder stopt met het gratis aanbieden van deze dienst. Naar het oordeel van de voorzitter heeft de uiting in zoverre de strekking van een servicebericht, te weten een kennisgeving aan klanten over (de gevolgen van) gewijzigde dienstverlening. In de uiting wordt echter ook de mogelijkheid genoemd tegen betaling van € 4,-- per maand het gebruik van bedoelde e-mailadressen voort te zetten. Daarnaast wordt gewezen op het ‘gratis’ kunnen blijven gebruiken van deze adressen indien men Telfort Internet klant wordt, gevolgd door de mededeling “Je hebt al een Alles-in-1 pakket van Telfort voor 38,- per maand”. Naar het oordeel van de voorzitter kan deze mededeling als een vorm van beïnvloeding ten gunste van laatstgenoemd pakket worden beschouwd. Van de mededeling dat men het ‘gratis’ gebruik kan voortzetten door te kiezen voor een pakket dat men “al” heeft voor € 38,-- per maand, gaat immers de suggestie uit dat het gaat om een relatief gunstige keuze. Klager heeft bovendien onweersproken gesteld dat verweerder met de uiting in feite vooral het Alles-in-1 pakket beoogt aan te bieden. De onderhavige wijze van beïnvloeding ten gunste van het Alles-in-1 pakket van Telfort dient naar het oordeel van de voorzitter als een aanprijzing in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code te worden beschouwd.


2)  Ten aanzien van het inhoudelijke gedeelte van de klacht staat niet ter discussie dat het voor klager mogelijk is gebleken zijn vroegere e-mailadressen te behouden, met dien verstande dat zijn account aanvankelijk werd geblokkeerd. Verweerder stelt dat dit laatste het gevolg was van het niet ontvangen van een bericht van klager in verband met de uiting. Klager echter stelt dat sprake is van een fout van verweerder. Het is de voorzitter niet duidelijk geworden aan wiens zijde het gelijk is en wat derhalve de oorzaak van het blokkeren van het account van klager was. De voorzitter laat die kwestie verder in het midden. Beoordeeld dient immers te worden of klager, zoals in de uiting staat, kan blijven beschikken over bedoelde e-mailadressen. Nu dit het geval is en in de uiting geen specifieke toezeggingen worden gedaan over de wijze waarop dit bij nog niet betalende klanten wordt verwezenlijkt, ziet de voorzitter geen aanleiding om de uiting misleidend te achten wegens het door klager ervaren ongemak. Verweerder is klager bovendien tegemoetgekomen door hem een maand lang geen abonnementskosten in rekening te brengen wegens de tijdelijke blokkering. Van misleiding is op grond van het voorgaande geen sprake. De klacht kan derhalve niet slagen.

Voorzitter wijst de klacht af.

RB 2568

HelloFresh cadeaukaart bij Bobo is gericht op ouders

RCC 22 oktober 2015, RB 2568; Dossiernr. 2015/00920 (HelloFresh cadeaukaart bij Bobo)
Afwijzing. Kinderen. Voeding. Uiting: Het betreft een foldertje inclusief een “Cadeaukaart”, welk foldertje was ingestoken bij het blad Bobo. Op de voorkant van de Cadeaukaart staat links van het logo van HelloFresh: “Cadeaukaart. Kijk op de achterkant voor jouw unieke code” en “€ 20,-  www.hellofresh.nl”. Op de achterzijde van de kaart staat onder de code onder meer: “Voorwaarden: deze Cadeaukaart is geldig bij het bestellen van je eerste HelloFresh Box(…)”.

Klacht: Op de Cadeaukaart, die het formaat heeft van een creditcard, staat het bedrag van € 20,-. Dit is misleidend voor kinderen (en overigens ook voor volwassenen, zeker indien zij de bijbehorende kleine lettertjes niet kunnen lezen). De Bobo wordt aan het begin van het schooljaar uitgedeeld aan zeer veel kinderen op zeer veel scholen. Naar de mening van klager maakt adverteerder op smakeloze wijze gebruik van de goedgelovigheid van jonge kinderen. De ouders “mogen” de kinderen uitleggen dat ze niet zomaar € 20,- hebben gekregen om “te spenderen”.

Volgens de Reclame Code mag reclame kinderen niet tot de aankoop van een bepaald product aanzetten door te profiteren van hun onervarenheid of goedgelovigheid.

Commissie:

De Commissie vat de klacht op in die zin dat klager de uiting in strijd acht met artikel 2 lid 1 onder a van de Kinder- en Jeugdreclamecode (KJC). Deze bepaling luidt:

“Reclame gericht op kinderen mag hen geen morele of fysieke schade berokkenen en moet daarom voor hun bescherming voldoen aan de volgende criteria:

a.  zij mag niet tot de aankoop van een bepaald product aanzetten door te profiteren van hun onervarenheid of hun goedgelovigheid”.

Naar het oordeel van de Commissie is de onderhavige uiting niet gericht op kinderen als bedoeld in de KJC. In de KJC is “reclame gericht op kinderen” gedefinieerd als “reclame die geheel of gedeeltelijk tot kinderen wordt gericht”.

Wat betreft de inhoud is de uiting, die in haar geheel moet worden beschouwd, onmiskenbaar niet op kinderen, maar op hun ouders gericht. Zo wordt onder het kopje “Laat je verrassen door HelloFresh!” gesteld: “(…) wordt er elke week weer een HelloFresh Box samengesteld, zodat er jou veel werk uit handen wordt genomen. Wij bedenken wat je gaat eten en doen bovendien de boodschappen. Binnen een handomdraai heb jij lekkere en verrassende maaltijden op tafel staan!”.

Het enkele feit dat de uiting zich bevindt in de Bobo, betekent nog niet dat de uiting op kinderen is gericht. De Bobo is weliswaar een voor kinderen bedoeld tijdschrift, maar aannemelijk is dat dit blad ook veel ouders bereikt, bijvoorbeeld bij het voorlezen.

Nu de uiting niet op kinderen is gericht, is artikel 2 lid 1 KJC in dit geval niet van toepassing en wordt als volgt beslist. 

RB 2567

Lactacyd reinigt en beschermt

Bijdrage ingezonden door Ebba Hoogenraad en Sarah Arayess, Hoogenraad & Haak (traden op namens: Omega Pharma). De website en TVC voor de wasgel Lactacyd stelt de vraag ‘feit of fabel’. ‘Reinigen van je intieme zone met water alleen is niet voldoende. Lactacyd reinigt én beschermt. Feit!’ Een aantal vrouwen heeft klachten ingediend bij de Reclame Code Commissie [zie RB 2566]. Reiniging met water alleen zou volgens hen genoeg zijn. Al snel werd duidelijk dat sprake is van een misverstand; Lactacyd is voor reiniging van de uitwendige intieme zone. Iedereen weet dat de natuur in principe alles prima voor elkaar heeft: interne reiniging van de vagina is niet nodig en zelfs af te raden. Dat staat ook duidelijk vermeld op de website vaginapagina.nl en op de verpakking. De Reclame Code Commissie bepaalt dat Omega Pharma de reinigende en beschermende werking van het cosmeticaproduct Lactacyd goed heeft onderbouwd. ‘Lactacyd reinigt én beschermt’ is toegestaan en de klacht wordt afgewezen. Reinigen met water alleen is weliswaar mogelijk, maar water biedt daarnaast niet de bescherming die Lactacyd wél geeft. De RCC geeft verder nog de tip om voortaan duidelijk te maken dat Lactacyd bestemd is voor uitwendig gebruik. Dat gaat Omega Pharma van harte doen. Het product wordt immers gebruikt als wasgel (zonder zeep natuurlijk) onder de douche.