RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Berichten Reclamerecht  

RB 2781

Verzamelen en derdenverstrekking van e-mailadressen door ongevraagd opname in database is niet toegestaan

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 24 sep 2016, RB 2781; Dossiernr 2016/00298 (Database Secretescapes), https://reclameboek.nl/artikelen/verzamelen-en-derdenverstrekking-van-e-mailadressen-door-ongevraagd-opname-in-database-is-niet-toege

RCC 24 september 2016, Dossiernr 2016/00298; RB (Database Secretescapes) Database. Phising. Toewijzing. Klacht: In een mail van TicketSpy (waarop klager is geabonneerd) klikte klager op de oranje knop “Aanmelden en bekijken”. Vervolgens werd de website van Secret Escapes geopend, verscheen een pop up en kon klager een wachtwoord invullen. Klager heeft dit niet gedaan. Hij heeft de pop up weggeklikt, maar ontving binnen een paar minuten een mail van Secret Deals. Daarin stond dat klager was aangemeld en dat hij voortaan nieuwsbrieven zou ontvangen. Klager kon zich voor deze nieuwsbrieven afmelden, maar zijn mailadres is nu wel bekend bij Secret Escapes. Klager “zit” zonder zijn toestemming in de database van Secret Escapes. Volgens hem is dat in strijd met “de regels van email-marketing”. Klager vindt ook dat de uiting riekt naar phishing. De Commissie oordeelt dat het hier gaat om verzamelen van e-mailadressen voor derdenverstrekking, wat in strijd is met bepalingen uit de Code reclame.

RB 2778

Ingezonden door: Ebba Hoogenraad, Hoogenraad & Haak advocaten

'Goody Good Stuff' als naam voor snoep is geen gezondheidsclaim

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 26 jul 2016, RB 2778; Dossiernr: 2016/00431 (Goody Good Stuff), https://reclameboek.nl/artikelen/goody-good-stuff-als-naam-voor-snoep-is-geen-gezondheidsclaim

Vz. RCC 26 juli 2016, RB 2778; Dossiernr: 2016/00431 (Goody Good Stuff) Afwijzing. Misleidende reclame. Claimsverordening. De bestreden reclame-uiting: het betreft een uiting over “Goody Good Stuff Berry Mix. Dit zijn zachte zoete snoepjes met aardbei, framboos en cassis smaak. Volgens klager impliceert de naam “Goody Good Stuff” dat het een gezond of goed product is en dat het beter/gezonder is dan ander snoep. De voorzitter is van oordeel dat van misleiding geen sprake is. De gemiddelde consument zal de (merk) naam niet opvatten als een gezondheids- of voedingsclaim.

Het oordeel van de voorzitter

De voorzitter is van oordeel dat van misleiding geen sprake is. De gemiddelde consument zal de (merk) naam niet opvatten als een gezondheids- of voedingsclaim in de zin van de EU Verordening 1924/2006. Indien en voor zover bij de gemiddelde consument op basis van de naam “Goody Good Stuff” al de indruk zou ontstaan dat dit snoepgoed gezonder of beter is dan andere vergelijkbare producten, wordt deze indruk voldoende weggenomen door de ingrediëntenlijst op de website.  

Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist. De beslissing van de voorzitter. Gelet op het bovenstaande wijst de voorzitter de klacht af.

RB 2776

Conclusie AG: Richtlijn OHP is beperkt en InfoSocrichtlijn verzet zich niet tegen nationale regeling inzake publiciteit voor tandverzorging

Rechtspraak (NL/EU) 8 sep 2016, RB 2776; ECLI:EU:C:2016:660 (VVT tegen Vanderborght), https://reclameboek.nl/artikelen/conclusie-ag-richtlijn-ohp-is-beperkt-en-infosocrichtlijn-verzet-zich-niet-tegen-nationale-regeling

Conclusie AG HvJ 8 september 2016, IEFbe 1920; IEF 16228; RB 2776, C-339/15, ECLI:EU:C:2016:660(V.Z.W. tegen Vanderborght) Reclamerecht. Oneerlijke handelspraktijk.  Verzoeker Luc Vanderborght is erkend tandarts en gespecialiseerd in cosmetische en implantaatbehandelingen. Hij wordt ervan verdacht reclame te hebben gemaakt voor zijn praktijk door middel van een reclamezuil ‘van onbescheiden afmeting’ en andere verboden reclamepraktijken te hebben verricht. Al in 2003 heeft het Verbond der Vlaamse Tandartsen (VVT) een klacht tegen verzoeker ingediend wegens zijn reclameactiviteiten. Op grond van een wet uit 1958 mag in België geen reclame voor tandartspraktijken gemaakt worden. Verzoeker stelt dat deze wet in strijd is met Europees recht. De verwijzende Belgische rechter constateert dat de wet van 1958 is ingesteld ter bescherming van de volksgezondheid (met name gericht tegen commerciële klinieken die schreeuwerige reclame maken) en gehandhaafd ook na implementatie van de door verzoeker genoemde richtlijnen. Hij stelt nog wel vragen over de juiste uitleg van Richtlijn 2005/29. Wat betreft richtlijn 2000/31 vraagt hij zich af of mond- en tandverzorging valt onder de definitie van diensten van de informatiemaatschappij.

Conclusie AG:

Gelet op het voorgaande geef ik het Hof in overweging de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel (België) te antwoorden als volgt:

„1) Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van richtlijn 84/450/EEG van de Raad, richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad (,richtlijn oneerlijke handelspraktijken’) moet aldus worden uitgelegd dat zij op grond van de beperkingen die de Uniewetgever uitdrukkelijk heeft neergelegd in artikel 3, leden 3 en 8, van die richtlijn niet van toepassing is op een nationale regeling zoals neergelegd in artikel 1 van de wet van 15 april 1958 betreffende de publiciteit inzake tandverzorging, in de versie die gold ten tijde van de feiten in het hoofdgeding, waarbij alle reclame voor tandheelkundige zorg wordt verboden, of een nationale regeling zoals neergelegd in artikel 8 quinquies van het koninklijk besluit van 1 juni 1934 houdende reglement op de beoefening der tandheelkunde, in de versie die gold ten tijde van de feiten in het hoofdgeding, waarbij de vereisten van bescheidenheid waaraan het uithangbord van een tandartspraktijk moet voldoen, worden vastgesteld.

2) Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt (,richtlijn inzake elektronische handel’), en inzonderheid de artikelen 3, lid 1, en 8, lid 1, moet aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzet tegen een nationale regeling zoals neergelegd in artikel 1 van de wet van 15 april 1958 betreffende de publiciteit inzake tandverzorging, in de versie die gold ten tijde van de feiten in het hoofdgeding, die verstrekkers van tandheelkundige zorg in het kader van een vrij beroep of een tandartspraktijk verbiedt enige reclame voor hun diensten te maken via internet, aangezien die regeling ertoe strekt de eerbiediging van de beroepsregels te waarborgen en van toepassing is op een op het nationale grondgebied gevestigde dienstverlener.

3) Een nationale regeling zoals neergelegd in artikel 1 van de wet van 15 april 1958 betreffende de publiciteit inzake tandverzorging, in de versie die gold ten tijde van de feiten in het hoofdgeding, die verstrekkers van tandheelkundige zorg in het kader van een vrij beroep of een tandartspraktijk verbiedt direct of indirect enige op het publiek gerichte reclame voor hun diensten te maken, vormt een beperking van de vrijheid van vestiging en van de vrijheid van dienstverrichting in de zin van de artikelen 49 en 56 VWEU.

Deze beperking is gerechtvaardigd uit hoofde van de bescherming van de volksgezondheid indien de nationale wettelijke regeling aan de orde in het hoofdgeding dergelijke beroepsbeoefenaren niet verbiedt een eenvoudige en neutrale vermelding te doen opnemen in een telefoongids of in een ander openbaar informatiemedium teneinde aan hun bestaan als beroepsbeoefenaar bekendheid te geven, zoals een vermelding van hun identiteit, de activiteiten die zij mogen uitoefenen, de plaats waar zij deze uitoefenen, hun spreekuren en hun contactgegevens.”

RB 2775

Strijd met RvA door het aanbieden van alcoholhoudende drank met 50% korting

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 1 aug 2016, RB 2775; Dossiers: 2016/00520 (Wijnvoordeel), https://reclameboek.nl/artikelen/strijd-met-rva-door-het-aanbieden-van-alcoholhoudende-drank-met-50-korting

RCC 1 augustus 2016, RB 2775; Dossiernr: 2016/00520 (Wijnvoordeel) Aanbeveling. Reclame-uiting. De klacht: Er wordt wijn aangeboden met een korting van meer dan 50%. Klaagster vindt dit in strijd met de Reclamecode voor Alcoholhoudende Dranken (RvA). Aangezien de alcoholhoudende drank tegen minder dan de helft van de normale verkoopprijs wordt aangeboden en er geen sprake is van een slijterij o.i.d. is de uiting naar oordeel van de Commissie inderdaad in strijd met de RvA.

RB 2774

Handelsvergunning vereist indien reclame voor product medische werking impliceert

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 23 aug 2016, RB 2774; Dossiernr: 2016/00442 (Rain Core + Rain Soul), https://reclameboek.nl/artikelen/handelsvergunning-vereist-indien-reclame-voor-product-medische-werking-impliceert

Vz. RCC 23 augustus 2016, RB 2774; LS&R 1369; Dossiernr: 2016/00442 (bestreden reclame-uiting ‘rain product’) Toewijzing. Misleidende reclame. Medische claims. De klacht: Klager stelt dat op de website voor Rain Core en Rain Soul diverse gezondheidsclaims worden gebruikt die niet zijn toegestaan door de Europese Commissie. Hierdoor wordt de consument misleid. De uitingen vallen onder de competentie van de KOAG. De uitingen zijn niet ter preventieve toetsing aan de KOAG voorgelegd en niet van een toelatingsnummer voorzien. Indien de betreffende uitingen wel zouden zijn voorgelegd, had de Keuringsraad KOAG/KAG de ze niet van een toelatingsnummer voorzien, aangezien er gebruikt wordt gemaakt van diverse medische claims. Naar oordeel van de voorzitter is er er een handelsvergunning vereist indien een product medische werking impliceert.

RB 2773

HvJ EU: Koppelverkoop van een computer met voorgeïnstalleerde software is geen oneerlijke handelspraktijk

Rechtspraak (NL/EU) 7 sep 2016, RB 2773; ECLI:EU:C:2016:633 (Deroo-Blanquart tegen Sony), https://reclameboek.nl/artikelen/hvj-eu-koppelverkoop-van-een-computer-met-voorge-nstalleerde-software-is-geen-oneerlijke-handelsprak

HvJ EU 7 september 2016, IEFbe 1916; IT 2125; RB 2773; ECLI:EU:C:2016:633; C-310/15 (Deroo-Blanquart tegen Sony) Koppelverkoop. Oneerlijke handelspraktijk. Verzoeker Vincent Deroo-Blanquart koopt in december 2008 een computer met voorgeïnstalleerde software bij verweerster Sony France (nu Sony Europe). Hij vraagt verweerster tevergeefs terugbetaling van de kosten van de meegeleverde software en begint een procedure. Hij stelt dat dit verboden koppelverkoop is, een oneerlijke handelspraktijk. HvJ EU: Een handelspraktijk bestaande in de verkoop van een computer met voorgeïnstalleerde software zonder de mogelijkheid voor de consument om hetzelfde model computer zonder voorgeïnstalleerde software te kopen, vormt als zodanig geen oneerlijke handelspraktijk:

1) Een handelspraktijk bestaande in de verkoop van een computer met voorgeïnstalleerde software zonder de mogelijkheid voor de consument om hetzelfde model computer zonder voorgeïnstalleerde software te kopen, vormt als zodanig geen oneerlijke handelspraktijk in de zin van artikel 5, lid 2, van richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van richtlijn 84/450/EEG van de Raad, richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad („richtlijn oneerlijke handelspraktijken”), tenzij een dergelijke praktijk in strijd zou zijn met de vereisten van professionele toewijding en het economische gedrag van de gemiddelde consument met betrekking tot dat product wezenlijk verstoort of kan verstoren, wat aan de nationale rechter toekomt om te beoordelen rekening houdend met de bijzondere omstandigheden van het hoofdgeding.

2) In het kader van een gezamenlijk aanbod bestaande in de verkoop van een computer met voorgeïnstalleerde software, vormt het ontbreken van een prijsaanduiding voor elk van de voorgeïnstalleerde softwareprogramma’s geen misleidende handelspraktijk in de zin van artikel 5, lid 4, onder a), en artikel 7 van richtlijn 2005/29.

RB 2772

Gerecht Aruba geeft gelegenheid tot het overleggen van bewijs door het horen van getuigen

buitenland 24 aug 2016, RB 2772; ECLI:NL:OGEAA:2016:540 (TELEARUBA), https://reclameboek.nl/artikelen/gerecht-aruba-geeft-gelegenheid-tot-het-overleggen-van-bewijs-door-het-horen-van-getuigen

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba 24 augustus 2016, IEF 16218; ECLI:NL:OGEAA:2016:540 (TELEARUBA N.V. tegen h.o.d.n.) Reclame. Bewijslevering. Het gaat in deze zaak om een overeenkomsten van opdracht bestaande uit het uitzenden van tv-programma’s en/of reclameboodschappen. TeleAruba stelt dat zij namens de gedaagde door derde en TeleAruba gesloten overeenkomsten van opdracht diensten heeft verleend voor gedaagde, bestaande uit het uitzenden van tv-programma’s en/of reclameboodschappen en dat de gedaagde uit dien hoofde het in de hoofdsom gevorderde bedrag verschuldigd is aan TeleAruba. Het Gerecht stelt TeleAruba in de gelegenheid om hetgeen zij vooropgesteld hebben te bewijzen.

RB 2771

Kinderen benaderd met bijbelse brief d.m.v. neppe 'dino plaatjes'

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 16 aug 2016, RB 2771; Dossiernr: 2016/00569 (dino plaatjes bijbelse brief), https://reclameboek.nl/artikelen/kinderen-benaderd-met-bijbelse-brief-d-m-v-neppe-dino-plaatjes

Vz. RCC 16 augustus 2016, RB 2771 en IEF 16218; Dossiernr: 2016/00569 (Dinoplaatjes bijbelse brief) Vrijblijvend advies. Reclame-uiting. Onrechtmatige daad. Het betreft een brief die was gevoegd bij de kaartjes waarin onder meer staat: “We zijn erg dankbaar dat u wilt meewerken om een duidelijke, Bijbelse visie op dinosauriërs en de schepping bij kinderen te maken. De kaartjes kunt u uitdelen als u de Albert Heijn bezoekt en kinderen bij de uitgang u vragen of u dinoplaatjes heeft. Onderaan de brief prijst adverteerder zich aan als instituut op het terrein van het geloof. 
De klacht: Het zoontje van klaagster kwam thuis met een envelop met valse dinoplaatjes die moesten doorgaan voor dinoplaatjes van de Albert Heijn. In de envelop zat een instructie om die plaatjes aan jonge kinderen uit te delen. Onder de vlag van een Albert Heijn actie worden kinderen bewust benaderd en gerekruteerd voor het geloof. Dit is een kwalijke zaak. De voorzitter acht het onaanvaardbaar om op deze wijze in de brief op te roepen tot een benadering van kinderen die in feite erop is gericht buiten hun ouders om een bepaald denkbeeld bij hen aan te prijzen.

RB 2770

Banner 'gratis installatie' cv-ketel komt niet voor op de website

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 17 aug 2016, RB 2770; Dossiernr: 2016/00499 (Advertentie gratis installatie cv-ketel), https://reclameboek.nl/artikelen/banner-gratis-installatie-cv-ketel-komt-niet-voor-op-de-website

RCC 17 augustus 2016, RB 2770; Dossiernr: 2016/00499 (Advertentie gratis installatie cv ketel) Aanbeveling. Misleidende reclame. Het betreft een banner van adverteerder op de website www.marktplaats.nl waarin staat: “Remeha avanta cw5 + gratis install… > [link] (…)” De klacht: Klager heeft op marktplaats gezocht naar een nieuwe cv ketel. Vervolgens krijgt hij steeds pop ups (in de vorm van een banner) van adverteerder. Hierin wordt gesuggereerd dat de installatie van een nieuwe cv ketel gratis is, terwijl op de website van adverteerder staat dat hiervoor € 430,- dient te worden voldaan.

RB 2769

Kankerpatiënt in reclame over 'superfood' misleidend?

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 17 aug 2016, RB 2769; Dossiernr: 2016/00571 (NutriBullet blender), https://reclameboek.nl/artikelen/kankerpati-nt-in-reclame-over-superfood-misleidend

RCC 17 augustus 2016, RB 2768 en LS&R 1363; Dossiernr: 2016/00571 (NutriBullet blender) Gedeeltelijke aanbeveling. Misleidende reclame. Het betreft een reclame-uiting waarin een blender gepresenteerd wordt alsof het gewoon voedsel in ‘superfood' omzet en speciaal ontworpen is om celwanden van voedsel te verpulveren waardoor voedingsstoffen vrij komen. In de infomercial vertelt een kankerpatiënt over haar ervaringen met de NutriBullet: “Helaas bleek ik kanker te hebben (…) Maar als je die pruik dan afzet en het resultaat van de chemo ziet, is dat heel moeilijk te verwerken. Ik was zo blij. Toen ik het effect voelde van die tweede NutriBlast was ik door het dolle heen van vreugde.”
De klacht: Dat de NutriBullet fruit (en dergelijke) op celniveau “opbreekt”, is volkomen onzin. De uiting is op dat punt misleidend. Door het tonen van een kankerpatiënt in de infomercial, die vertelt over haar ervaringen met de NutriBullet, wordt bovendien de indruk gewekt dat dit apparaat bijdraagt aan de genezing van kanker.