RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Pers/printmedia  

RB 1866

Intensiviteit of omvang niet bepalend voor agressieve reclame

CvB RCC 23 juli 2013, dossiernr. 2013/00294 (Heineken Starbottle)
Bijzondere Reclamecode. Agressieve reclame. (Gedeeltelijke) aanbeveling. Bevestiging. Het betreft een advertentie voor de “Star Bottle” van Heineken op de buitenzijde van de omslag (voor- en achterkant) van het dagblad Spits van 28 maart 2013 en op de binnenzijde van de omslag (alleen voorkant).

De klacht - Door de grootte, de opmaak, het intense kleurgebruik en het daardoor drammerige en propagandistische karakter van de advertenties is sprake van ongepaste beïnvloeding en daardoor van agressieve reclame in de zin van artikel 14.1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de reclame ongepast is, is deze tevens in strijd met de goede smaak (artikel 2 NRC) en de professionele toewijding (artikel 7 NRC). Bovendien staat ten onrechte de educatieve slogan alleen op de achterzijde van de omslagadvertentie.

Het oordeel van de Commissie
1) De NRC bevat geen bepaling waarin grenzen worden gesteld aan de mate waarin reclame “drammerig” mag zijn. Het enkele feit dat adverteerder zich van een intensieve reclamecampagne bedient, leidt niet tot het oordeel dat sprake is van agressieve reclame als bedoeld in artikel 14.1 NRC. Ook kan niet worden geoordeeld dat de onderhavige advertenties door grootte, opmaak en kleurgebruik de keuzevrijheid van de gemiddelde consument (kunnen) beperken en/of aan het nemen van een geïnformeerd besluit over het aangeprezen product in de weg zouden staan.
2) Nu naar het oordeel van de Commissie geen sprake is van agressieve reclame, wijst zij de klacht dat de reclame door het agressieve karakter  daarvan tevens in strijd is met de goede smaak en de professionele toewijding af.
3) De onderhavige uitingen voor de Heineken Star Bottle betreffen reclame voor alcoholhoudende dranken waarop, naast het Algemene deel van de NRC, de Reclamecode voor Alcoholhoudende Dranken (RvA) van toepassing is. Krachtens artikel 32 lid 2 en 3 RvA moet alle printreclame voor zwakalcoholhoudende dranken zijn voorzien van het logo “Geen 16? Geen druppel”. De advertentie aan de binnenzijde van de omslag voldoet aan het bepaalde in genoemd artikel. Naar het oordeel van de Commissie is dat niet het geval bij de reclame aan de buitenzijde van de omslag, waarbij in de advertentie die zich aan de achterzijde van de krant bevindt het logo “Geen 16? Geen druppel” is opgenomen. Opengevouwen vormt de uiting op de omslag weliswaar één advertentie, maar bij een dichtgevouwen krant is niet (direct) duidelijk dat de uiting aan de voorzijde de helft is van een groter geheel. Naar het oordeel van de Commissie dient daarom de advertentie die aan de voorzijde van de omslag zichtbaar is, als zelfstandige uiting te voldoen aan de bepalingen van artikel 32 RvA betreffende het opnemen van het logo “Geen 16? Geen druppel”. Daarbij is van belang dat in de richtlijnen voor het tonen van het logo, die zijn opgenomen in de toelichting bij artikel 32 RvA, ten aanzien van de positie van het logo is bepaald dat “het logo in ieder geval duidelijk zichtbaar moet zijn”. Dat is bij de uiting op de voorzijde van de omslag niet het geval.
4) Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist. De beslissing van de Reclame Code Commissie [24 mei 2013] Op grond van hetgeen onder 3) is overwogen acht de Commissie de bestreden uiting op de buitenzijde van de omslag (voorkant) in strijd met het bepaalde in artikel 32 lid 3 RvA. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.

Het oordeel van het College
1. Het College stelt voorop dat in beroep uitsluitend dient te worden beslist over de vraag of de bestreden reclame-uitingen als agressief in de zin van artikel 14.1 NRC dienen te worden aangemerkt. Dit artikel bevat een opsomming van om­standighe­den waaronder reclame agressief is. Het College leest in deze opsomming niet dat de omvang en de intensiteit van reclame-uitingen zelfstandig tot het oordeel kunnen lei­den dat sprake is van agressieve reclame. Het feit dat grootschalig en intensief voor een bepaald product reclame wordt gemaakt, kan immers niet tot het oordeel leiden dat reeds daardoor sprake zou kunnen zijn van intimidatie, dwang, met inbe­grip van het gebruik van lichamelijk geweld, en on­ge­paste beïn­vloeding. Het voor­gaande ligt niet anders indien reke­ning wordt gehou­den met de marktpo­si­tie van Heineken. Ook deze positie kan niet zelfstandig tot het oordeel leiden dat de bestre­den reclame-uitingen van Heineken agressief zijn in de zin van artikel 14.1 NRC. Tot slot merkt het College op dat de Nederlandse Recla­me Code geen grens stelt aan de mate waarin een bedrijf re­clame mag maken.

2. De primaire en subsidiaire grieven kunnen niet slagen. Derhalve wordt beslist als volgt.

De beslissing van het College van Beroep [23 juli 2013]
Het College bevestigt de beslissing van de Commissie voor zover in beroep aan de orde.

RB 1865

Geen onderbouwing voor gestelde werking en gebruik sportgel

RCC 16 juli 2013, dossiernr. 2013/00473-1 (Rowo Sportgel)
Voornaamste kenmerken product. Onjuiste informatie. Aanbeveling. Het betreft een in verschillende huis-aan-huis kranten geplaatste advertentie voor Rowo Sportgel met als kop “Spierpijn weg [of: ”verdwijnt”] terwijl u wacht!”.

De klacht - Blijkens de door Natusor aan de Keuringsraad overgelegde onderbouwing van de werking van het medisch hulpmiddel Rowo Sportgel heeft het product een “cooling effect”. In de bestreden uiting worden echter ook een aantal aanprijzingen van het product gebezigd welke niet zijn aangetoond dan wel onderbouwd. Niet duidelijk is derhalve of dit product ook al die eigenschappen heeft en of de eigenschappen wetenschappelijk zijn aangetoond en derhalve juist zijn. Is dat niet of slechts deels het geval, dan zijn de separate zinsneden en de gehele uiting in strijd met de artikelen 2 en 7 juncto 8.2 onder a en b van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Het oordeel van de Commissie
De Commissie stelt voorop dat zij alleen de door de Keuringsraad aan haar voorgelegde advertentie beoordeelt, en niet de herziene versie daarvan. Tussen partijen is niet in geschil dat het product waarop de reclame-uiting betrekking heeft, Rowo Sportgel, een medisch hulpmiddel is dat - volgens de door de fabrikant opgestelde onderbouwing - een verkoelend effect heeft. Nu door de Keuringsraad de juistheid wordt betwist van de mededelingen omtrent de verdere werking van Rowo Sportgel zoals hiervoor onder “De klacht” is weergegeven, dient adverteerder de beweerde werking van het aangeprezen product - en daarmee de juistheid en eerlijkheid van de reclame-uiting - aannemelijk te maken. Hetzelfde geldt voor de mededelingen omtrent de aanprijzing van het product door “artsen en fysiotherapeuten” en het gebruik van de sportgel door “bijna alle professionele voetbalploegen”. Adverteerder heeft dit niet gedaan. Er is immers geen onderbouwing voor de in de uiting gestelde werking en gebruik van Rowo Sportgel aangevoerd.

Het voorgaande impliceert dat het ervoor moet worden gehouden dat de uiting onjuiste informatie bevat over de van het gebruik van Rowo Sportgel te verwachten resultaten, een van de voornaamste kenmerken van het aangeprezen product als bedoeld onder b van ar­tikel 8.2 NRC. Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de bestreden uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Nu de Commissie de uiting reeds op voornoemde gronden in strijd met de NRC acht, kan in het midden blijven of de uiting tevens in strijd is met de overige door de Keuringsraad genoemde bepalingen van de NRC.

De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1861

Onduidelijk dat het een eenmalige actie betreft

RCC 9 juli 2013, dossiernr. 2013/00413 (Friesche Vlag Opschuimmelk)
Beperkende voorwaarden. Omissie. Aanbeveling. Het betreft een uiting op een fles Friesche Vlag Opschuimmelk. Op de wikkel van de fles staat bovenaan: “2e GRATIS*”. Op de dop van de fles bevindt zich een sticker met de tekst: “2e GRATIS Ontvang het bedrag van de 2e fles terug op je rekening”. Daaronder staat: “OPEN HIER”.

De klacht - In de uiting ontbreekt een verwijzing naar de actievoorwaarden. Klaagster had nooit 10 flessen gekocht als zij geweten had dat men voor slechts 1 fles in plaats van 5 flessen geld terug krijgt. Indien men de sticker opent, is te lezen: “Voer 2 unieke actiecodes in op frieschevlag.nl en krijg het aankoopbedrag van 1 verpakking opschuimmelk terug! Deze actie loopt t/m 31 juli 2013”. Het is niet de bedoeling de sticker in de winkel te openen, maar al zou men dat doen, dan is nog niet duidelijk dat het een eenmalige actie betreft. Klaagster vindt de uiting misleidend als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Het oordeel van de Commissie
Zoals bij verweer is meegedeeld, is aan de actie 2e GRATIS” de voorwaarde verbonden dat per klant slechts 1 verpakking wordt vergoed. Deze belangrijke, beperkende voorwaarde valt niet op te maken uit de verpakking, zoals men daarvan kennis kan nemen vóór aankoop van de fles. Gelet daarop is er sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 onder c (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1850

Poster met seksuele lading over de grens van het toelaatbare

RCC 8 juli 2013, dossiernr. 2013/00445 (Willie.nl)
Seksuele lading. Grenzen van het toelaatbare. Openbaar. Aanbeveling. Het betreft de poster met de tekst “W!llie.nl Partner in stoute spelletjes” en “Kijk op www.willie.nl”. Op de poster tilt een man met ontbloot bovenlijf en in de boeien geslagen handen, een vrouw, die alleen een kanten slipje en zogenaamde hold-ups draagt, zó hoog op dat zijn mond ter hoogte van haar heupen komt. Hij drukt haar tegen zich aan, met op elke bil een hand.

De klacht - De uiting is aangebracht in een bushokje in Wormer waarin veel treinreizigers, waaronder moeders met kinderen, wachten. Klaagster, zelf moeder van nog jonge kinderen, vindt het onplezierig met deze poster, waarin de vrouw wordt afgebeeld als lustobject, te worden geconfronteerd. De foto is pornografisch, waardoor de uiting aanstootgevend is en in strijd is met de goede smaak, het fatsoen en de goede zeden.

Het oordeel van de Commissie
Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met de door klaagster genoemde criteria, stelt de Commissie zich terughoudend op, gezien het subjectieve karakter daarvan. Het betreft criteria bij de interpretatie waarvan persoonlijke opvattingen een belangrijke rol spelen. Daarom wordt in een dergelijk geval volstaan met de beantwoording van de vraag of in de uiting naar de huidige algemene maatschappelijke opvattingen de grenzen van het toelaatbare zijn overschreden. Daarvan is, naar het oordeel van de Commissie, in deze poster sprake. De Commissie acht de op de poster staande foto niet pornografisch, maar de daarop getoonde situatie heeft onmiskenbaar een seksuele lading. Gelet hierop en nu de poster langs de openbare weg is aangebracht, in dit geval in een bushokje, zodat men ongewild en onontkoombaar en mogelijk voor langere tijd met de poster worden geconfronteerd, acht de Commissie deze in strijd met de goede smaak en het fatsoen als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

De beslissing
Op grond van het vorenstaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 2 NRC en beveelt zij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1848

Sexfolder voor het algemene publiek is beledigend

ASA 17 juli 2013, Complaint Ref: A13-226295 (Increase your size)
Als randvermelding. Folder. Openbaar. Aanbeveling. Het betreft een folder met reclame var Life Natural Cures voor een pil ter verbetering van de seksuele prestaties. De uiting: "GLADIATOR - CONQUER YOUR VIRILITY! INCREASE YOUR SIZE & PERFORMANCE!" Naast de tekst is er een afbeelding te zien van een naakte man die een zwaard tussen zijn benen vasthoudt, welke zijn genitaliën bedekt. Hieronder is een afbeelding te zien van het bovenste gedeelte van een stelletje die geslachtsgemeenschap hebben. Voorts zijn er een aantal wazig ingezoomde afbeeldingen van een penis, een man in een bed met twee vrouwen die een 'thumbs up' geeft en een stelletje dat geslachtsgemeenschap heeft. Aan de achterkant van de folder is een bestelformulier met contactsgegevens te vinden.

De klacht - Klager maakt bezwaar dat de folder ongevraagd en beledigend is, hetgeen te wijten is aan het seksuele karakter van de folder.

De Commissie (ASA) oordeelt dat de advertentie niet opnieuw mag verschijnen. Zij schrijven Life Natural Cures aan om het materiaal niet te gebruiken in folders welke ontworpen zijn voor de algemene markt. De Commissie heeft Life Natural Cures meegedeeld dat in de toekomst soortgelijke advertenties zorgvuldig op een bepaald publiek worden gericht, om beledigingen te voorkomen.

The ASA welcomed Life Natural Cures' undertaking not to use the material in mailings designed for the general market but noted that they had given us a similar assurance following the investigation of a similar complaint in 2012. We noted that sexually explicit images and wording appeared throughout the investigated ad. We considered that it should therefore have been carefully targeted to ensure that it was distributed responsibly to avoid causing offence to unsuspecting recipients. The mailing had been sent to the complainant unsolicited. Because the material was likely to cause serious and widespread offence and had not been adequately targeted, we concluded that the mailing breached the Code.

RB 1847

Zeer kleine, vrijwel onleesbare letters

RCC 27 juni 2013, dossiernr. 2013/00389 (Prepaidkorting.nl)
Prijsvermelding. Verpakking en etikettering. Onduidelijk. Aanbeveling. Het betreft een sticker op de verpakking van een Samsung GALAXY telefoon. Daarop staat onder meer: “Van € 15,- tot € 50,- RETOUR bij een prepaid pakket”.

De klacht - Om gebruik te kunnen maken van deze cash-back aanbieding moeten vrijwel “onneembare hindernissen” worden overwonnen. Op de rand van de sticker wordt -in piepkleine letters- verwezen naar de website “prepaidkorting.nl” en meegedeeld dat de actie geldig is tot en met 31 maart 2013. Na het vinden van de website is het nog een hele rompslomp (formulier invullen, voucher en aankoopbon uitprinten, streepjescode uit verpakking knippen en dit allemaal opsturen). Klager, die primair bezwaar maakt tegen de kleine letters, vraagt zich af hoe mensen zonder printer, computer en vergrootglas ooit van de aanbieding gebruik kunnen maken.

Het oordeel van de Commissie
Adverteerder heeft niet weersproken dat de bestreden sticker zich op de buitenkant van de doos bevond en dat klager op basis van de cashback-actie zoals vermeld op de bestreden sticker tot aanschaf van het bewuste toestel is overgegaan. Het verweer dat de sticker pas kan zijn gezien na aankoop wordt derhalve verworpen. Langs de rand van de bestreden sticker staat in zeer kleine, vrijwel onleesbare letters: “Actie is geldig tot en met 31 maart 2013. Ga voor aanvragen, voorwaarden en het specifieke voordeel voor jouw toestel naar prepaidkorting.nl. Max. 1 aanvraag per persoon”. Gelet hierop acht de Commissie de uiting voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van het bestaan van een specifiek prijsvoordeel als in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Voor zover klager moet worden geacht mede bezwaar te maken tegen het feit dat men over een computer en printer dient te beschikken om van de actie gebruik te maken, wijst de Commissie de klacht af. Dat een computer en printer nodig zijn, betekent op zichzelf genomen niet dat de bestreden uiting in strijd is met de NRC. 

De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst zij de klacht af.

RB 1844

Geen beroep op mededeling 'op=op!'

RCC 10 juli 2013, dossiernr. 2013/00446 (Gardena slanghaspel)
Beschikbaarheid. Misleiding. Aanbeveling. Het betreft adverteerders huis aan huis verspreide folder waarin onder meer een “Gardena slanghaspel” met 50% korting wordt aangeboden, voor de actieprijs van € 65,00 met de toevoeging “op=op!”.
  
De klacht - Op dinsdag 4 juni werd de folder bezorgd. ’s Middags heeft klager alle filialen in Utrecht en Nieuwegein opgebeld, maar de haspel was nergens verkrijgbaar. Er was dus sprake van een lokkertje. Er zouden 2 exemplaren in Nieuwegein zijn geweest.

Het oordeel van de Commissie
Adverteerder heeft laten weten dat de Gardena slanghaspel niet in alle bouwmarkten  verkrijgbaar is geweest. Aldus is niet voldaan aan de eis van de algemene aanbeveling onder h, zoals deze in verband met de regeling van misleidende reclame in de artikelen 7 en 8 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) dient te worden uitgelegd. Onder deze omstandigheid kan adverteerder niet met succes een beroep doen op de mededeling “op=op!” en evenmin op het aan de binnenzijde van de folder gemaakte voorbehoud. Nu de Gardena slanghaspel niet overal verkrijgbaar was, is de Commissie van oordeel dat in de reclame-uiting voor de gemiddelde consument onduidelijke informatie wordt verstrekt ten aanzien van de beschikbaarheid als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden zijn de reclame-uitingen misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
 
De beslissing
Op grond van het vorenstaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC en beveelt zij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1843

Recht op vergoeding hoortoestel bij niet-gecontracteerde zorgaanbieder

RCC 8 juli 2013, dossier 2013/00392 (Stichting HoorProfs tegen Beter Horen)
Beslissing ingezonden door Ranee van der Straaten, Marree en Dijxhoorn Advocaten.
ALERT!. Het betreft een in verschillende dagbladen geplaatste advertentie: "Duidelijkheid over de vergoeding van uw hoortoestel". De klacht: De zinsnede "U komt alleen maar voor vergoeding in aanmerking als uw zorgverzekeraar een contract heeft met de aanbieder van uw hooroplossing" is niet juist. Artikel 13 van de Zorgverzekeringswet bepaalt dat de verzekerde recht heeft op een vergoeding voor de zorg van een niet-gecontracteerde zorgaanbieder.

Het verweer: Ingevolge artikel 13 Zorgverzekeringswet krijgen verzekerden (toch) een deel van de kosten vergoed. Wel hebben verzekeraars recht om een korting op het te vergoeden bedrag te toe te passen en zij plegen dat in de regel ook te doen. Dit betekent dat de gewraakte zinsnede te absoluut is en daardoor een onjuist beeld zou kunnen geven, zeker als deze mededeling los gezien wordt van de daaraan voorafgaande tekst.

De Commissie: Artikel 13 lid 1 van de op 1 januari 2013 in werking getreden Zorgverzekeringswet geeft de verzekerde derhalve ook recht op vergoeding van een aanbieder waarmee zijn zorgverzekeraar geen contract heeft, zij het dat de zorgverzekeraar het recht heeft om een korting toe te passen. Blijkens het voorgaande is onjuiste informatie verstrekt als bedoeld in 8.2 aanhef en onder g NRC, de uiting is misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Voorts heeft de Commissie besloten de uitspraak onder de aandacht van een breed publiek te brengen.

Lees de beslissing dossier 2013/00392 (website RCC)

RB 1840

'2e gratis alle varianten' is onduidelijk

RCC 4 juli 2013, dossiernr. 2013/00409 (Etos lenzenvloeistof)
Prijsvermelding. Onduidelijk. Aanbeveling. Het betreft een reclamefolder. Deze bevat het aanbod “2e GRATIS Etos lenzen en -vloeistof alle varianten. Bijvoorbeeld All-in-one lenzenvloeistof. Voor zachte lenzen 250 ml, 2 stuks € 6.08, € 3.04”. Bij deze tekst zijn twee flessen All-in-one lenzenvloeistof voor zachte lenzen afgebeeld en twee verpakkingen met zachte lenzen.
 
De klacht - Eén van de twee afgebeelde flessen vloeistof is no-rub vloeistof. Deze kost in de winkel € 4,57 in plaats van € 3,04. De uiting is misleidend.

Het oordeel van de Commissie
Uit de bestreden uiting blijkt voldoende duidelijk dat het aanbod “2e GRATIS” inhoudt dat van alle varianten Etoslenzen en -vloeistof het tweede exemplaar gratis is, waarbij de uiteindelijk te betalen prijs afhankelijk is van het product dat men kiest. Duidelijk is ook dat in de uiting als voorbeeld de prijs is genoemd van een lenzenvloeistof; niet wordt gesuggereerd dat de ook in de reclame-uiting afgebeelde Dag en Maand Etos Zachte lenzen ook al verkrijgbaar zijn voor € 3,04.
Het bovenstaande neemt niet weg dat de Commissie de klacht gegrond acht. In de uiting is als voorbeeld (“Bijvoorbeeld”) de prijs van “All-in-one lenzenvloeistof voor zachte lenzen 250 ml” vermeld en wel: 3,04, terwijl daarnaast twee flessen All-in-one lenzenvloeistof voor zachte lenzen” zijn afgebeeld, met dit verschil dat de ene fles “All-in-one vloeistof” betreft en de andere fles  “All-in-one no rub vloeistof”. Door deze afbeelding wordt gesuggereerd dat voor twee van de afgebeelde flessen “All-in-one vloeistoffen voor zachte lenzen” € 3,04 moet worden betaald. Niet duidelijk is dat -naar adverteerder niet heeft weersproken- voor de versie “no rub” geen € 3,04, maar € 4,57 moet worden betaald.
In zoverre acht de Commissie de uiting voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van de prijs als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. 

De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1839

Afwijkende actievoorwaarden misleidend en oneerlijk

Vz RCC 25 juni 2013, dossiernr. 2013/00436 (Kruidvat dagbladactie)
Omissie van essentiële informatie. Gemiddelde consument. Aanbeveling. Het betreft de uiting in een reclamefolder van Kruidvat voor een “dagbladactie”, waarbij “4 weken lang de Volkskrant, AD, Trouw of Het Parool” wordt aangeboden voor € 9,95. In de uiting is een opsomming van de actievoorwaarden opgenomen.
 
De klacht - Na aankoop in de winkel van het aangeboden maandabonnement op een krant naar keuze moet op de actiewebsite een code worden ingevoerd om het abonnement te activeren. Dat kan alleen indien men akkoord gaat met de actievoorwaarden. De voorwaarden op de actiewebsite blijken echter af te wijken van de in de advertentie vermelde actievoorwaarden. Het akkoord gaan met de voorwaarden blijkt namelijk ook in te houden dat toestemming wordt gegeven aan de betreffende krant voor het opnemen van contact per telefoon en e-mail. Klager wil dit niet en zegt dat hij de aankoop niet had gedaan indien hij tevoren van deze actievoorwaarde op de hoogte was geweest.

Het oordeel van de voorzitter
Vast is komen te staan dat in de bestreden advertentie niet wordt vermeld dat bij deelname aan de dagbladactie toestemming wordt verleend aan het betreffende dagblad om telefonisch en per e-mail contact op te nemen met de abonnee. Eerst bij het activeren op de actiewebsite van het in de winkel aangeschafte abonnement blijkt van deze actievoorwaarde. De voorzitter is van oordeel dat deze voorwaarde essentiële informatie betreft die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit te nemen over deelname aan de dagbladactie. Gelet hierop had de betreffende actievoorwaarde in de uiting opgenomen moeten zijn.
Gelet op het voorgaande is sprake van een omissie van essentiële informatie als bedoeld in de aanhef en onder c van artikel 8.3 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De beslissing van de voorzitter
De voorzitter acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Hij beveelt adverteerder - voor zover nog nodig - aan om niet meer op een derge­lij­ke wijze reclame te maken.