RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Pers/printmedia  

RB 1731

Betreft een reclame bedoeld voor jongeren

RCC 10 april 2013, dossiernr. 2013/00153 (Men at Work)
RCC 10 april 2013, dossiernr. 2013/00153A
Folders/brochures. Vrouwonvriendelijk. Jongeren. Betreft een reclamefolder voor Men at Work, waarin men 'een cadeautje (...) mag openkrassen'. Onderaan bevat de pagina een foto van een wijdbeens zittende vrouw, met op de plaats van haar kruis een hart met daarin de tekst 'scratch & catch'. De klachten richten zich op het feit dat de reclame, bestemd voor jongeren, te ver gaat. De uiting is vrouwonvriendelijk, seksistisch en provocerend, aldus klagers.

Naar het oordeel van de Commissie gaat de afbeelding van de wijdbeens zittende vrouw in combinatie met de aansporing om het hart open te krassen, de grenzen van het toelaatbare te buiten. De uiting is volgens de Commissie derhalve in strijd met de goede smaak en het fatsoen als bedoeld in art. 2 NRC. Met betrekking tot de afbeelding van 'een stel' in een seksueel gelade pose, waar het betreft een reclame bedoeld voor jongeren, acht de Commissie de uiting niet van dien aard dat deze naar huidige maatschappelijke opvattilngen de grenzen van het toelaatbare overschrijdt.

1.
(...)
Dit laatste acht de Commissie het geval waar het betreft de afbeelding van de wijdbeens zittende vrouw in combinatie met de aansporing om het hart, zoals te zien in het kruis van de vrouw, open te krassen. Naar het oordeel van de Commissie gaat deze afbeelding de grenzen van het toelaatbare te buiten. In zoverre acht de Commissie de uiting in strijd met de goede smaak en het fatsoen als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Dat de uiting is bedoeld voor de doelgroep 15-35 jarigen leidt niet tot een ander oordeel.   
 
2.
Klaagster heeft ook gewezen op de afbeelding van een kruis op het shirt van de wijdbeens zittende vrouw. Bij verweer is (onder verwijzing naar een bijlage met voorbeelden) meegedeeld dat een kruis op een kledingstuk op dit moment een modetrend is en dat het toeval is dat het bewuste model een shirt met een kruis draagt. Naar het oordeel van de Commissie betekent het gebruik van het bewuste kledingstuk in de bewuste afbeelding op zichzelf niet dat de NRC wordt overtreden, ook al zal dit gebruik niet door iedereen worden gewaardeerd.  
 
3.
Ten slotte maakt klaagster bezwaar tegen de afbeelding van “een stel” in -samengevat- een te seksueel geladen pose, waar het betreft reclame bedoeld voor jongeren. Een afdruk van deze afbeelding heeft klaagster niet overgelegd, maar de Commissie gaat ervan uit dat het dat onderdeel van de uiting betreft, waarvan in dossier 2013/00153A (soortgelijke klacht tegen dezelfde uiting) een afdruk is overgelegd.
Met inachtneming van voornoemde terughoudendheid acht de Commissie de betreffende foto van een stel, waarbij een meisje, gekleed in een hemdje en korte spijkerbroek zit op haar partner, die op de grond ligt, niet van dien aard, dat de uiting daardoor naar huidige algemene maatschappelijke opvattingen de grenzen van het toelaatbare overschrijdt.

RB 1714

Glazen potten met chocola uitgesloten van stapelkorting

RCC 26 maart 2013, dossiernr. 2013/00094 (V&D Stapelkorting: "uitsluiting"pas bekend bij kassa)

Uiting in strijd met artikel 7 en 8 onder c NRC.Het betreft een poster die in een van de winkels van adverteerder hangt, naast een aantal uitgestalde artikelen. Op de poster staat onder meer: “4 PRODUCTEN. 20% KORTING” Daaronder staat:
“20% KORTING. Bij aanschaf van 4 producten naar keuze”.

Klaagster kocht vier artikelen die op een tafel waren uitgestald, waaronder drie glazen potten met chocola. Naast deze tafel hing de bewuste poster. Bij de kassa bleek dat de potten met chocola van de actie waren uitgesloten. Op de poster wordt geen voorbehoud gemaakt. (...) Klaagster acht de poster misleidend.

Op de poster wordt meegedeeld dat men bij aanschaf van een bepaald aantal producten ‘naar keuze’ een bepaald percentage korting krijgt, zonder dat hierbij melding wordt gemaakt van het feit dat bepaalde producten of productgroepen van deze actie zijn uitgesloten. Gelet op voornoemde beperking acht de voorzitter de wijze waarop voor deze kortingsactie reclame wordt gemaakt te absoluut. De enkele verwijzing naar de ac­tie­voor­waarden op adverteerders website is onvoldoende om de gemiddelde consument attent te maken op het feit dat bepaalde producten zijn uitgesloten.

RB 1707

Geadresseerde reclame in strijd maar zonder 'Alert'

RCC 20 maart 2013, dossiernr. 2013/00036 (Geadresseerde reclame van Essent ondanks eerdere afspraak)

Het betreft een door adverteerder aan klager toegezonden brief (...) waarin wordt verwezen naar exclusieve aanbiedingen van Media Markt.

Ondanks “compliancy afspraken” via de Stichting Reclame Code heeft Essent wederom geadresseerde reclame aan klager toegezonden. Klager probeert al sinds 2003 om geen reclame van Essent te ontvangen. Klager verzoekt om een persbericht hierover te doen uitgaan.

Het oordeel van de voorzitter

Ingevolge artikel 14 van de Code Brievenbusreclame, Huissampling en Direct Response Advertising (CBR) dient een adverteerder die gebruik maakt van geadresseerde reclame ervoor te zorgen dat de wens van een ontvanger die schriftelijk heeft meegedeeld geen geadresseerde reclame meer te willen ontvangen zonder restrictie wordt ingewilligd. Naar adverteerder erkent heeft zij geadresseerd reclamedrukwerk naar klager verzonden, ondanks eerder gemaakte afspraken hieromtrent. Adverteerder heeft derhalve gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 14 CBR.

De voorzitter heeft kennis genomen van de maatregelen die adverteerder heeft getroffen om te voorkomen dat klager nog langer geadresseerde reclame van haar krijgt toegestuurd, en ziet hierin aanleiding te veronderstellen dat de Commissie niet zal besluiten de aanbeveling onder de aandacht van een groter publiek te brengen (‘Alert’).

Het oordeel van de Commissie

De Commissie ziet geen aanleiding om de beslissing van de voorzitter in het onderhavige dossier, voor zover daarin is geoordeeld dat artikel 14 van de Code Brievenbusreclame is overtreden, als Alert te laten verspreiden. De Commissie overweegt daartoe dat zij voldoende aannemelijk acht dat het verzenden van de bestreden uiting berust op een incidentele, menselijke fout, in die zin dat het non contact filter, waarin klager wel door Essent is opgenomen, niet (goed) is toegepast. Voorts acht de Commissie van belang dat Essent naar aanleiding van de onderhavige klacht nadere maatregelen heeft genomen, om dit soort fouten voortaan te voorkomen.

RB 1709

Korting niet voor internet-tarief maar voor in tarievenlijst vermelde prijs

RCC 20 maart 2013, dossiernr. 2013/00108 (PonyparkCity boeken via internet korting van€60 blijkt €20 korting)

Prijs en korting. Het betreft een geadresseerde mailing, bestaande uit een brief met als bijlagen de brochure 2013 van PonyparkCity en een tarievenlijst. In de brief staat onder meer: “Internetcode ter waarde van € 60,- www.ponyparkcity.nl/60” Omdat u eerder bij ons te gast bent geweest, geven wij u hierbij de speciale internet-kortingscode. (...) Deze internetcode is van toepassing op alle periodes vermeld op onze tarievenlijst (...).”.

Gezien de tarievenlijst ging klager ervan uit dat hij € 478,- (internet-tarief volgens de tarievenlijst) minus € 60,- = € 418,- moest worden betaald. De korting bleek echter te gelden ten opzichte van de in de tarievenlijst vermelde “Prijs” van € 518,-. In dit bedrag zijn ook nog toeristenbelasting en reserveringskosten opgenomen. Klager vindt de uiting misleidend.

De Commissie begrijpt uit het verweer dat de in de brief aangeprezen korting van € 60,- geldt ten opzichte van de “Prijs”, zoals vermeld in de bij de brief gevoegde tarievenlijst. Naar het oordeel van de Commissie is dit voor de gemiddelde consument niet voldoende duidelijk, nu dit niet uitdrukkelijk is vermeld en in de tarievenlijst per periode niet alleen een “Prijs” is vermeld, maar ook een “Internet-tarief”. (...)

De commissie acht de uiting in strijd met artikel 7 NRC en artikel 8.2 aanhef en onder d NRC. De Commissie gaat ervan uit dat de toeristenbelasting en reserveringskosten hier vaste onvermijdbare kosten betreft, die op het moment van publicatie van de tarieven bekend waren aan adverteerder. Nu deze kosten niet in de tarieven zijn opgenomen, is de uiting in strijd met artikel III onder 1 van de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR).  

RB 1702

Niet aannemelijk dat de prijs zal vallen op 9 postcodes in dezelfde straat

RCC 20 maart 2013, dossiernr. 2013/00015 (PostcodeKanjer € 48 miljoen Nationale postcode loterij)

Het betreft een geadresseerde mailing in een vensterenvelop. Door het venster is boven de naam en het adres van de geadresseerde onder meer te lezen:  “€ 48 MILJOEN” en “€ 48 miljoen in uw straat… Hoeveel wint u dan, meneer (naam geadresseerde)?”.

Volgens klager wordt gesuggereerd dat er € 48 miljoen kan worden uitgekeerd in klagers straat. Verder wordt aan het eind van de spelregels, letterlijk kleine lettertjes, vermeld dat het totaalbedrag verdeeld wordt over 8 prijzen van 1 miljoen, één prijs van 20 miljoen naar de winnende postcode en één prijs van 20 miljoen naar de winnende wijk. Hoe de verdere verdeling over de winnende postcodes plaatsvindt, is onduidelijk. Daarnaast komt het klager voor dat het winnen van 1 miljoen al zo goed als onhaalbaar is.

Door de in het oog springende tekst “€ 48 miljoen in uw straat…” wordt naar het oordeel van de Commissie de onjuiste indruk gewekt dat € 48 miljoen kan worden gewonnen in de straat van de geadresseerde. In werkelijkheid, zo staat elders in de mailing, wordt voornoemde prijs verdeeld over 9 postcodes, en “rijdt de Kanjertruck het hele land door om de PostcodeKanjer van € 48 miljoen uit te delen”. De Commissie acht het niet aannemelijk dat de prijs zal vallen op 9 postcodes in dezelfde straat.

Naar het oordeel van de Commissie wordt in de uiting niet voldoende duidelijk gemaakt hoe de kansen op het winnen van een prijs in werkelijkheid liggen. Zo wordt het bedrag van € 48 miljoen niet alleen in verband gebracht met de straat van de geadresseerde, maar ook met de enkele postcode van de geadresseerde. (...)
Niet voldoende duidelijk is dat het bedrag van 48 miljoen in werkelijkheid wordt verdeeld zoals op de achterzijde van de mailing is vermeld onder “Zo werkt het:”, namelijk als volgt: Een Kanjer van € 40 miljoen, waarvan de helft naar de winnende wijk gaat en de andere helft over de winnende postcode wordt verdeeld, en 8 prijzen van € 1 miljoen, die worden verdeeld in de betreffende winnende postcodes.
Gelet op het bovenstaande acht de Commissie de uiting misleidend met betrekking tot de kansen op het winnen van een prijs als bedoeld in artikel II.3 van de Reclamecode voor Kansspelen (RVK).

Adverteerder heeft, volgens de Commissie, voldoende aannemelijk gemaakt dat er in het kader van de onderhavige loterij in 5 huishoudens prijzen van meer dan 1 miljoen zijn gevallen. Derhalve acht de Commissie het laatste bezwaar ongegrond.

RB 1692

21% BTW weg ermee niet voor gewilde producten

RCC 6 maart 2013, dossiernr. 2013/00092-(A)/(B) (Media Markt actie 21% BTW weg ermee)

Het betreft de televisiecommercial voor de ‘BTW weg ermee-actie’ van Media Markt. De voice-over zegt, voor zover hier van belang:“21% BTW weg ermee! Tot en met zondag betaalt Media Markt voor u de BTW. Tv, computer, witgoed & huishoudelijk, hifi & mp3, telecom & navigatie, foto & video en persoonlijke verzorging, bijna allemaal zonder 21% BTW.” De genoemde productgroepen verschijnen ook in beeld, evenals (het merendeel van) de gesproken tekst. Korte tijd staat onderin beeld de mededeling: “kijk voor de actievoorwaarden op mediamarkt.nl”. Daarnaast betreft het de reclameborden die bij de kassa’s van het Media Markt filiaal(...) staan met de tekst: “Media Markt betaalt voor u de BTW! 21% BTW WEG ERMEE. Dit is hét moment om te kopen!”

Naar aanleiding van de televisiecommercial heeft klaagster een filiaal van Media Markt bezocht. In de winkel bleek haar dat de BTW weg ermee-actie voor een heleboel artikelen (...) niet gold, hoewel de reclamespot het anders doet voorkomen. Klaagster vindt de commercial misleidend. Tevens vindt klager(B) dat de mededeling dat Media Markt de 21% BTW voor de klant betaalt misleidend. Er wordt in strijd met de waarheid gesuggereerd dat de consument geen BTW betaalt, terwijl Media Markt op grond van de Wet op de omzetbelasting verplicht is 21% BTW af te dragen. Al zou Media Markt bedoelen dat men 21% korting krijgt, dan is dat niet het exacte BTW-bedrag. Dit laatste bedraagt immers 21/121e van de verkoopprijs. Er wordt niet verwezen naar voorwaarden.

In de uitspraak in dossier 2012/00958B heeft de voorzitter van de Commissie Media Markt gewezen op de noodzaak beperkende voorwaarden op de juiste wijze te communiceren. In de onderhavige uiting heeft Media Markt deze informatie achterwege gelaten, hoewel daarvoor voldoende ruimte beschikbaar is.

De Commissie stelt voorop dat in de televisiecommercial niet wordt gesteld of gesuggereerd dat de Media Markt gedurende de BTW-actie niet de wettelijk verplichte BTW afdraagt. De Commissie acht voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk dat de mededeling “Media Markt betaalt voor u de BTW” betekent dat Media Markt gedurende de actie het BTW-gedeelte dat is begrepen in de buiten de actieperiode geldende verkoopprijs van producten voor haar rekening neemt.

 Door deze wijze van presenteren wordt gesuggereerd dat de actie voor vrijwel het gehele assortiment binnen de genoemde productgroepen geldt en dat slechts een gering aantal artikelen van de actie uitgesloten is. Uit de in de actievoorwaarden opgenomen lijst blijkt echter dat de actie niet van toepassing is op een aanzienlijk aantal - vaak gewilde - producten. (...) Gelet hierop is sprake van het ontbreken van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in de aanhef en onder c van artikel 8.3 NRC.

RB 1685

Stoppen met roken binnen een uur

RCC 5 maart 2013, dossiernr. 2013/00037 (Pro-stop-laserbehandeling in Telegraaf)

Misleidend. Het betreft een advertorial in de Telegraaf van 29 december 2012 met de aanhef: “STOPPEN MET ROKEN BINNEN  1 UUR! Pro-stop-laserbehandeling: veilig, betrouwbaar en effectief”. Daarin staat onder meer: “De behoefte aan nicotine vermindert, ontwenningsverschijnselen worden sterk gereduceerd: met de Pro-stop-laserbehandeling hebt u de grootste kans om definitief te stoppen met roken. De lasermethode is zó succesvol dat zelfs de meest verstokte roker binnen 1 uur voorgoed van het roken af kan zijn”.

Volgens klager is er geen enkel bewijs voor de werkzaamheid van lasertherapie bij nicotineverslaving. Uit de betreffende evaluatie van wetenschappelijke literatuur kwam geen positief effect naar voren wat betreft de laser-acupunctuur methode die Prostop hanteert. De advertorial geeft valse hoop aan mensen die van hun rookverslaving af willen komen en is derhalve in strijd met de waarheid, schaadt het vertrouwen in de reclame en is oneerlijk en bovenal misleidend.(...)

De Commissie overweegt het volgende: (...) Het lag op de weg van adverteerder om aan te tonen dat hetgeen in de advertorial wordt gesteld juist is. Naar het oordeel van de Commissie is adverteerder daarin niet geslaagd. Adverteerder heeft gewezen op de drie onderdelen van de Prostop lasertherapie, en heeft gesteld dat van het eerste en laatste onderdeel (stopadvies en sms-service) de effectiviteit bewezen is. Wat daarvan zij, wat betreft de laserbehandeling zelf, waarop in de advertorial de nadruk lijkt te liggen, heeft adverteerder slechts meegedeeld dat deze plaatsvindt conform “het unieke Prostop protocol als ondersteuning van het stopadvies”.
Gelet op het bovenstaande gaat de advertorial gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de van het gebruik van de Prostop-laserbehandeling te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. De Commissie acht de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
RB 1682

Ongewenste post ondanks registratie postfilter

RCC 11 maart 2013, dossiernr. 2012/00946-I (Postfilter)

Het betreft een door klager ontvangen reclame-uiting, gericht “Aan de bewoner(s) van”, waarna het adres van klager is vermeld. De uiting is verstuurd naar een adres dat langer dan 6 weken is ingeschreven bij “het postfilter”. Gelet hierop overtreedt adverteerder, naar de mening van klager, artikel 5.2 van de Code voor het gebruik van POSTFILTER. Ook is artikel 6.2 van deze code overtreden, omdat adverteerder niet heeft gereageerd op klachtbrieven van klager van 11 juni 2012 en 18 september 2012. Doordat klachtbrieven genegeerd worden, wordt ook het recht van verzet niet aangeboden, waardoor artikel 7 van voornoemde code wordt overtreden.

De Nationale Postcode Loterij (NPL) heeft onder meer het volgende meegedeeld. Binnen een periode van maximaal 6 weken voor het versturen van alle geadresseerde reclame ontdubbelt NPL haar bestanden met registraties in het Postfilter en haar eigen recht van verzet bestand. De adresgegevens van klager kwamen in beide registratiesystemen niet voor. (...) Klagers bij de klacht overgelegde brief van 11 september 2012 is NPL niet bekend. De brief van 18 september heeft NPL beantwoord bij brief van 11 oktober 2012, waarvan een kopie bij het verweer wordt overgelegd. 

De voorzitter is van oordeel dat NPL artikel 6.2 van de Code voor het gebruik van POSTFILTER heeft overtreden. Met betrekking tot de verschillende bezwaren overweegt de Commissie het volgende:

Ad a.
Deze bepalingen 3 en 5.2 Code voor het gebruik van POSTFILTER dienen redelijkerwijs aldus te worden uitgelegd dat indien inschrijving van gegevens van een Persoon in het Post Register niet op juiste wijze heeft plaatsgevonden, bijvoorbeeld doordat die persoon een onjuiste postcode heeft ingevoerd, aan een adverteerder die het Post Register heeft geraadpleegd, niet kan worden verweten dat hij direct mail aan de bewuste persoon toezendt; de inschrijving van die persoon blijkt dan immers niet (duidelijk) uit de in het Post Register opgenomen gegevens.

 In het onderhavige geval is gebleken dat klager bij zijn inschrijving een onjuiste postcode heeft ingevoerd en zijn achternaam op onjuiste wijze heeft ingevoerd, namelijk door geen gebruik te maken van het invulveld ‘Tussenvoegsel’. Gelet op het bovenstaande ziet de Commissie geen aanleiding om anders te oordelen dan de voorzitter; van overtreding van artikel 5.2 Code voor het gebruik van POSTFILTER is in dit geval geen sprake.

Dat klager op 4 januari 2013 direct mail van NPL heeft ontvangen, nadat NPL bij brief van 21 oktober 2012 had meegedeeld ervoor te zorgen dat klager geen geadresseerde post meer zou ontvangen, leidt niet tot een ander oordeel met betrekking tot de in dit dossier op 9 oktober 2012 ingediende klacht.

Ad b.
Niet kan worden vastgesteld dat NPL de klachtbrief van 11 juni 2012 na verzending daarvan door klager heeft ontvangen. Gelet hierop kan niet worden geoordeeld dat NPL heeft nagelaten om de klacht te onderzoeken en om klager binnen twee weken na ontvangst schriftelijk te informeren over de afhandeling van de klacht, een en ander als bedoeld in artikel 6.2 Code voor het gebruik van POSTFILTER.

Ad c.
Dit bezwaar acht de Commissie eveneens ongegrond. Dat NPL niet heeft gereageerd op de klachtbrief van 11 juni 2012, voor zover deze al door NPL is ontvangen, betekent niet dat NPL niet de gelegenheid biedt om geen Direct Mail te ontvangen zoals bedoeld in artikel 7 Code voor het gebruik van POSTFILTER. Die gelegenheid kan ook op andere wijze worden geboden. Zo heeft NPL meegedeeld dat zij in iedere direct mail wijst op het recht van verzet, onder verwijzing naar een antwoordnummer.

(...) De Commissie bevestigt de beslissing van de voorzitter, voor zover daartegen bezwaar is gemaakt. 

RB 1680

Retour ongewenste geadresseerde reclame

RCC 4 maart 2013, dossiernr. 2012/00966 (Nationale Postcode Loterij / Ongewenste geadresseerde reclame ongewenste post oude bewoner ondanks bezwaar)

Paying Taxes 4-14-09Het betreft een geadresseerde reclamefolder op het adres van klager onder de naam van de vorige bewoner van 12 jaar geleden.

Klager stelt, kort samengevat, dat hij geadresseerde post van adverteerder vele malen retour heeft gestuurd met de melding: onbekend op dit adres. Tevens heeft klager meerdere brieven gestuurd met het verzoek om ermee te stoppen. Klager overlegt ter onderbouwing een brief van 8 juni 2012 gericht aan adverteerder, en post van adverteerder waarop klager het adres heeft doorgekruist en heeft geschreven “RETOUR”.

Adverteerder is niet bekend met de brieven en retour gezonden enveloppen van klager, maar heeft na een vorige klacht die zij van klager ontving via de Stichting Reclame Code de naam van de vorige bewoner direct op haar uitsluitingslijsten geplaatst en post aan dit adres handmatig proberen tegen te houden bij de drukker.

Klager heeft naar het oordeel van de voorzitter voldoende aannemelijk gemaakt dat hij geadresseerde reclame heeft ontvangen op zijn adres, ten minste drie maanden nadat hij adverteerder kenbaar heeft gemaakt dat hij dergelijke reclame niet meer wenst te ontvangen. Dit is in strijd met artikel 14 van de Code Brievenbus Reclame (CBR).
RB 1674

Vloerbedekking-reclame in de vorm van officieel politiebericht

RCC 28 februari 2013, dossiernr. 2013/00114 (vloerbedekking-reclame in de vorm van officieel politiebericht)

Met ALERT. In een advertentie in het lokale nieuwsblad “De Twenterand Courant” van donderdag 17 januari 2013 wordt reclame gemaakt voor vloerbedekking en parket van ‘Beboparket’ in Vriezenveen. Adverteerder gebruikt een politiebericht als reclame-uiting. Klager was in eerste instantie in de veronderstelling dat sprake was van een officieel politiebericht.

De advertentie heeft het uiterlijk en de opmaak van een officieel politiebericht. Pas nadat men de moeite heeft moeten nemen de advertentie in zijn geheel goed door te lezen is duidelijk dat het in werkelijkheid gaat om een reclame van Beboparket.

Nu de gemiddelde consument door het uiterlijk van de advertentie op het verkeerde been wordt gezet en omdat de reclame-uiting niet duidelijk als reclame herkenbaar is, oordeelt de Reclame Code Commissie dat de uiting in strijd is met artikel 11.1 NRC. Dit artikel zegt ‘Reclame dient duidelijk als zodanig herkenbaar te zijn, door opmaak, presentatie, inhoud of anderszins, mede gelet op het publiek waarvoor het is bestemd’.

Omdat de Commissie ‘Beboparket’ al eerder heeft aanbevolen een dergelijke reclame-uiting niet meer te gebruiken en Beboparket daar geen gevolg aan heeft gegeven, heeft de Commissie besloten de uitspraak als “ALERT” te laten verspreiden.(...)