RB
RB 3936
5 november 2025
Artikel

Op 13 November start de zesde editie van de Mr. S.K. Martens Academie

 
RB 3935
30 oktober 2025
Artikel

Stage: Juridisch redacteur

 
RB 3934
21 oktober 2025
Artikel

U kunt zich nog aanmelden voor Mr. S.K. Martens Academie 2025-2026: Het nieuwe seizoen start op 13 november

 
RB 417

Adviezen CvdM erkenning omroepverenigingen

Het Commissariaat van de Media (www.cvdm.nl) heeft zijn adviezen over de erkenningsaanvragen van de publieke omroepen voor de periode september 2010 tot en met december 2015 aan minister Plasterk van OCW bekend gemaakt. De minister moet voor de jaarwisseling een besluit nemen over de erkenningsverlening.

"Het Commissariaat is tot zijn adviezen gekomen door bij alle aanvragers aan de hand van de in de statuten beschreven identiteit te beoordelen of een bepaalde maatschappelijke, culturele of geestelijke stroming wordt vertegenwoordigd. Ook is gekeken naar de wijze waarop wordt bijgedragen aan het programma-aanbod van de publieke omroep, de naleving van de Mediawet en de zorg voor goed bestuur."

Lees hier meer.

RB 418

Strengere regels vermeldingen CO2 uitstoot

Autoreclame voor nieuwe modellen moet voorzien zijn van de CO2 gegevens en het brandstofverbruik. Per 1 oktober gelden strengere eisen aan de leesbaarheid.

Lees hier meer.

Bron: hoogenhaak.nl

RB 415

Rechtbank van Koophandel Brussel

Rechtbank van Koophandel Brussel 30 april 2009, A.R. 6631/07, Red Bull GMBH tegen BVBA Waasland horeca Solutions BVBA Powerdrinks (met dank aan Paul Maeyaert, Altius).

Het gebruik van het teken bestaande uit het totaal design van het aangevochten Bell’s blikje maakt een inbreuk uit op het semi-figuratief merk van eiseres bestaande uit het totaal design van het Red Bull blikje, en zulks zowel op grond van het artikel 2.20.1.c als het artikel 2.20.1.b. BVIE.

Lees de uitspraak hier.

Het gebruik van het teken bestaande uit het totaaldesign van het aangevochten Bell's blikje daarbij, maakt ook een inbreuk uit op het figuratief merk van eiseres bestaande uit de contrasterende trapezoïde vlakken in de kleuren blauw en zilver, op het woordmerk "Red Bull", evenals op de woordmerken met slogans "Geeft je Vleúeúgels" en "Gives You Wings", en dit op grond van het artikel 2.20.1. b. BVIE.

Deze merkinbreuken maken tevens daden uit die strijdig zijn met de eerlijke handelsgebruiken in de zin van artikel 94/3 WHPC.

Het gebruik door eerste verweerster van het woordmerk "Red Bull" en/of het dubbele stierenteken op de menukaarten en/of kastickets of bij het opnemen van mondelinge bestellingen in verband met producten waarop één of meerdere van voormelde tekens zijn aangebracht, en die geen Red Bull product zijn, maakt een inbreuk uit op artikel 2.20.1.a BVIE, en maakt tevens misleidende reclame uit in de zin van artikel 94/2 WHPC, evenals daden strijdig met de eerlijke gebruiken in handelszaken in de zin van artikel 94/3 WHPC.

RB 414

Operationele beleidsdoelstelling

Zoals elk jaar worden de begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Zo ook het wetsvoorstel om de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs,Cultuur en Wetenschap voor het jaar 2010 vast te stellen. Lees gehele wetsvoorstel hier (Kamerstukken II, 2009/10, 32123, nr 8, Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2010).

Beleidsarikel 15 heeft betrekking op de media:

"15.3 Operationele beleidsdoelstelling
15.3.1 Bevorderen dat alle burgers toegang hebben tot een kwalitatief hoogwaardig, onafhankelijk en pluriform media aanbod
Het kabinet legt de komende jaren het accent op drie terreinen van het mediabeleid. Ten eerste bevordert het kabinet goede en gevarieerde radio en televisie. Hier ligt vooral een taak voor de landelijke publieke omroep. Die krijgt meer geld, er komen nieuwe spelregels voor de multimediale taak, de raad van bestuur behoudt de regie en de regels voor erkenning van omroepen veranderen. Commerciële televisie zal profiteren van een soepeler reclameregime. daartegenover staat een verbod op het uitzenden van alcoholreclame op radio en televisie tussen 6.00 uur en 21.00 uur, met het oog op minderjarigen.Ten tweede wil het kabinet bijdragen aan een levendig journalistiek klimaat. Steun voor de geschreven pers is daarbij niet het enige instrument. Het gaat ook om steun voor de kwaliteit van journalistiek via radio, televisie en internet.

Ten derde hecht het kabinet eraan dat de jeugd bewust omgaat met
media. Het gaat dan zowel om het positieve gebruik van media – voor informatie, discussie en expressie – als om weerbaarheid tegenover mogelijk schadelijke inhoud. Dit vergt ook deelname van mediaorganisaties aan de Kijkwijzer en zelfregulering via gedragscodes."

 

RB 413

Respectering stickers

Reclame Code Commissie, 29 juli 2009, Dossier 2009/000419. Uitspraak van de RCC in de zaak tegen de Socialistische Partij (SP).

Folders van de SP waarin haar denkbeeldenworden worden gepropageerd moeten worden aangemerkt als reclamedrukwerk in de zin van artikel 1.1 sub b Code verspreiding ongeadresseerd reclamedrukwerk (Code VOR). De SP heeft artikel 3.1 Code VOR overtreden nu haar folders zijn ontvangen door klaagster met Nee/Ja sticker op haar brievenbus.

Lees hier meer.

RB 412

Logo voor product placement in Belgie

Bekend is dat de Audiovisuele Media Richtlijn een informatieplicht voor product placement in het leven heeft geroepen. In Belgie moet een speciaal logo televisiekijkers vanaf 1 september attenderen op de product placement in programma’s.  Het logo ‘PP’ blijft twee seconden in beeld en verschijnt bij aanvang en afloop van programma’s in beeld.

Lees hier meer.

RB 411

Berusten op een vergissing

Gerechtshof Amsterdam, 8 september 2009, zaaknr. 200.037.050/01, Unilever Nederland B.V. tegen Reckitt Benckiser Healthcare B.V. (met dank aan Marlou van de Braak, De Brauw Blackstone Westbroek).

Arrest in incident. Hoger beroep vzr. Rechtbank Amsterdam, 22 mei 2009. (zie eerder bericht RB 372)

Hof verklaart het vonnis van de voorzieningenrechter uitvoerbaar bij voorraad. Op grond van inhoud en dictum van het bestreden vonnis moet worden aangenomen dat het feit dat dit vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad is verklaard berust op een vergissing (omissie).

2.6 Het hof stelt voorop dat Unilever in eerste aanleg uitvoerbaarheid bij voorraad heeft gevorderd. De voorzieningenrechter heeft geen overweging aan deze vordering gewijd. Op grond van inhoud en dictum van het bestreden vonnis moet worden aangenomen dat het feit dat dit vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad is verklaard berust op een vergissing (omissie). Reeds uit de aard van de door Unilever ingestelde vorderingen moet - zeker nu die vorderingen in kort geding zijn gedaan - worden afgeleid dat Unilever de verkregen voorzieningen onmiddellijk wenst te benutten, ook ingeval een rechtsmiddel wordt ingesteld.

Daarbij dient mede in ogenschouw te worden genomen dat het dictum onder 5.2. van het vonnis ook ziet op toekomstige televisiereclames, waarin het product van Reckitt wordt vergeleken met een bleekproduct. Unilever heeft dan ook onmiskenbaar belang bij uitvoerbaarverklaring bij voorraad van het bestreden vonnis. Hieraan doet niet af dat de gewraakte reclame inmiddels is vervangen door een andere. Denkbaar is immers dat Reckitt wederom, hangende het hoger beroep, een nieuwe televisiereclame zal (willen) uitbrengen. Het hof komt dan ook tot het oordeel dat de incidentele vordering van Unilever moet worden toegewezen.

Lees het arrest hier.

RB 410

Vluchten kan niet meer!

Vluchten kan niet meer! - Aansprakelijkheid van derden in IE- en Reclamezaken.CIER- Symposium woensdag 23 september 2009. Raadzaal, Achter Sint Pieter 200, Universiteit Utrecht.

Geen inbreuk gemaakt en toch gedagvaard? Wij zien in de rechtspraak en zelfregulering in intellectuele eigendoms- en reclamezaken de groeiende tendens derden aan te spreken die betrokken zijn bij verspreiding of gebruik van een merk, werk of reclame-uiting. Daarvan is, met wisselend succes, niet alleen sprake in het digitale domein, maar ook in de analoge wereld.

Het symposium wordt gezamenlijk georganiseerd door het Centrum voor Intellectueel Eigendomsrecht (CIER) en het tijdschrift Intellectuele Eigendom en Reclamerecht (IER). Er zal tevens een IER-themanummer met gelijkluidende titel verschijnen.

Het programma is als volgt opgebouwd:

12.30: Ontvangst
13.00-13.30: Inleiding: Aansprakelijkheid  van derden: mr. E.J. Numann (Hoge Raad)
13.30-14.30: Aansprakelijkheid van derden in het Reclamerecht: mr. J. Schaap & mr. E. Hoogenraad
14.30-14.45: Theepauze

14.45-15.45: Aansprakelijkheid van derden in het Auteursrecht: prof. mr. drs. M. de Cock Buning & mr. D. van Eek
15.45-16.45: Aansprakelijkheid van derden in het Merkenrecht. mr. M. Bronneman
16.45-17.15: Discussie o.l.v. prof. mr. drs. M. de Cock Buning
17.15: Borrel

Toegang 195 euro, gratis voor leden van de rechterlijke macht en medewerkers van universiteiten. 3 Nova-punten. Aanmelden kan geschieden bij Ellen Alferink, privaatrecht.secretariaat@uu.nl of 030 - 253 7723.

RB 409

Snoepreclame voor kinderen

De Tweede Kamer bepaalde in haar Nota Overgewicht dat snoepreclame voor kinderen niet verboden wordt.  Volgens het CDA zijn niet de kinderen zelf, maar de ouders verantwoordelijk voor het overgewicht van hun kinderen; "Het zijn de ouders die het eten op tafel zetten, het zijn de ouders die de boodschappen doen en het zijn de ouders die besluiten wanneer er friet op het menu staat. Niet het kind van negen."

In de Kamer bestaat dus geen meerderheid voor een verbod op snoepreclame die is gericht op kinderen. Alleen PvdA en SP zijn voor een dergelijk verbod. Een ingestelde motie tijdens het Notaoverleg van 7 september verzoekt de regering zelfregulering krachtiger te stimuleren. Dit door middel van het stellen van een ultimatum "dat wanneer per 1 maart 2010 geen overeenstemming is bereikt over een reclamecode over te gaan tot een wettelijk verbod op reclame gericht op kinderen jonger dan twaalf jaar en op reclame voor ongezonde producten". Lees motie hier.

Lees hier en hier meer.

RB 408

Vertrouwen door deelname aan programma's

Het College van Beroep van de Reclame Code Commissie heeft dinsdag bepaald dat Maurice de Hond toch reclame mag maken. Eind juli oordeelde de RCC dat de reclame-uitingen van de Nederlandse Energie maatschappij in strijd waren met artikel 11.2 NRC.  Maurice de Hond zou een te groot gezag hebben als onafhankelijk deskundige en daarom niet specifiek een product mogen aanprijzen (zie eerder bericht RB400).

Het College van Beroep vernietigt de beslissingen van de RCC omdat het zij van oordeel is dat artikel 11.2 NRC niet is overtreden. Het gezag of vertrouwen waar artikel 11.2 van de NRC op doelt moet bestaan "krachtens hun deelname aan programma's". Maurice de Hond heeft zijn gezag of vertrouwen dat hij bij het publiek heeft, volgens het CvB, niet door zijn deelname aan programma's verworven en dus is de reclame-uiting van de Nederlandse Energiemaatschappij niet in strijd met de NRC.

De RCC meldt dat er tegen deze beslissing geen hoger beroep is ingesteld.

Lees hier meer.