RB
RB 3899
1 mei 2025
Uitspraak

Reclameverbod op fossiele reizen Den Haag blijft overeind: rechter wijst bezwaren ANVR en TUI af

 
RB 3897
28 april 2025
Uitspraak

Verbod tot gebruik van ‘laagste prijs garantie’ door Bauhaus in vergelijking met de producten van Hornbach toegewezen

 
RB 3894
17 april 2025
Uitspraak

Nordic Fire mag kritisch zijn op Milieu Centraal, maar moet oppassen met absolute milieuclaims

 
RB 401

Dateren van jaren her

Rechtbank Amsterdam 6 augustus 2009, KG ZA 09/1404. Ushio Europe B.V. tegen Philips Lighting B.V. en Koninklijke Philips Electronics N.V. (Met dank aan mr. L. Bakers en C.J.S. Vrendenbarg, BINGH Advocaten)

Ongeoorloofde vergelijkende reclame. Specialistische markt, claims niet gebaseerd op onafhankelijk onderzoek.

Ushio biedt onder meer xenon lampen aan van het type UXL die specifiek gericht zijn op toepassing in bioscopen. Ushio heeft Philips gesommeerd haar claim in diverse reclames dat de Philips Helios Xenon lamp 30% meer licht geeft dan de standaardlampen, waarmee volgen Ushio geduid wordt op de standaardlampen van Ushio en andere misleidende reclames niet meer te uiten, aangezien deze claim volgens Ushio niet juist is. Ushio vordert onder meer dergelijke reclameclaims te staken en een rectificatie. Ushio stelt onder meer dat de markt voor xenon lampen een zeer specifieke is en er maar een gering aantal spelers op die markt is. Howel Ushio niet specifiek wordt genoemd door Philips, zal deze vergelijking vanwege het specialistische karakter van de branche en het aanzienlijke marktaandeel van Ushio (45%) worden herleid tot producten van Ushio. De rechtbank gaat hierin mee en stelt dat er derhalve sprake is van vergelijkende reclame in de zin van artikel 6:194a BW.

Philips zal derhalve moeten aantonen dat haar lampen 'up to' 30% meer licht produceren dan de (voor hetzelfde doel, te weten licht voor projectie op bioscoopschermen bestemde) standaardlampen. "Weliswaar kan vanwege de nuancering 'up to' worden aangenomen dat Philips niet hoeft aan te tonen dat in alle gevallen sprake is van 30% meer licht, maar wel dat dit percentage op zijn minst (eenmalig) moet voorkomen in de tests en dat daarnaast een percentage tussen de 20 en de 30 met een zekere regelmaat geconstateerd wordt.[...] Ushio heeft echter terecht betoogd dat aan deze tests in het kader van het onderhavige geschil geen betekenis toekomst, nu de testresultaten op één na dateren van jaren her, de tests intern (door LTI en Philips zelf) zijn uitgevoerd (en dus niet gebaseerd op onafhankelijk onderzoek) en bovendien geen vergelijking bevatten met de huidige Ushio lampen.

"Philips heeft betoogd dat de vordering om het doen van voornoemde uitingen te staken en gestaakt te houden niettemin dient te worden afgewezen, aangezien zij de desbetreffende claims reeds van haar website heeft verwijderd. Nu Philips evenwel geen onvoorwaardelijke toezeggingen heeft gedaan in dat verband en daarnaast niet uitgesloten moet worden geacht dat de claims nog in door haar verspreide brochures circuleren, heeft Ushio, anders dan Philips heeft betoogd, nog een voldoende (spoedeisend) belang bij het door haar gevraagde verbod."

Lees het vonnis hier.

RB 400

Verboden om reclame te maken voor Maurice de Hond

Reclame Code Commissie, 27 juli 2009, Dossier 2009/000385. Uitspraak van de RCC in de zaak tegen de Nederlandse Energie maatschappij (NEM). De RCC heeft geoordeeld dat de reclamecampagne waarin Maurice de Hond de energiemaatschappij aanprijst niet geoorloofd is.

De bestreden reclamecampagne bevat advertenties en een televisiereclame waarin Maurice de Hond stelt dat uit zijn onderzoek blijkt dat 94% van de huishoudens teveel betaalt voor energie.

De RCC oordeelt dat de reclame-uitingen in strijd zijn met artikel 11.2 NRC. Dit artikel bepaalt dat het verboden is om reclame te maken voor personen die "krachtens hun deelname aan programma's geacht kunnen worden gezag, respectievelijk vetrouwen te hebben bij een bepaalde publieksgroep". In de reclame wordt onmiskenbaar op het vertrouwen ingespeeld, De Hond verwijst immers naar zijn eigen onderzoek. De opiniepeiler heeft volgens de Commissie een te groot gezag als onafhankelijk deskundige en mag daarom niet specifiek een product aanprijzen.

De Volkskrant meldt dat Maurice de Hond verbaasd is.op de uitspraak. Hij wijst er in de krant op dat hij in zijn onderzoek niet in alle gevallen concludeert dat de Nederlandse Energie Maatschappij de goedkoopste is. "In reclames wordt zo vaak verwezen naar onafhankelijk onderzoek. Dat zou toch moeten kunnen?"

Het energiebedrijf was toch al van plan half augustus met de reclame te stoppen maar heeft inmiddels beroep aangetekend tegen de uitspraken.

Lees uitspraak hier en hier.

Bron: RCC, ANP, Volkskrant

RB 399

Douchegoten

Reclame Code Commissie, 27 juli 2009, Dossier 2009/000390 (met dank aan Frank Eijsvogels, advocatenkantoor Howrey). Uitspraak van de RCC in de zaak van Easy Sanitairy Solutions BV tegen Quick Drain bvba.

De bestreden reclame-uitingen bevatten onjuiste mededelingen omtrent de voornaamste kenmerken van douchegoten van adverteerder Quick Drain. 

De mededelingen omtrent de zogenaamde "laagste inbouwhoogte"(ad I), waterafvoercapaciteit (ad IV) en de mededeling  "wereldwijd de enige drain die tegen de muur kan worden geplaatst" (ad II), worden door de Commissie als onjuist en misleidend aangemerkt. Ook de mededeling "vervaardigd uit RVSM" (ad V) is volgens de Commissie misleidend aangezien deze ten eerste (ten onrechte) de suggestie wekt dat het hele product van RVS is gemaakt en ten tweede de suggestie wekt dat het RVS van een betere kwaliteit is door de betekenisloze toevoeging "M".

De adverteerder stelt zich ten opzichte van andere onjuiste mededelingen (ad V, VI, VII) op het standpunt dat zij hiervoor niet verantwoordelijk is omdat deze mededelingen niet van haar afkomstig zijn. De Commissie is het hier niet mee eens omdat zij het "niet aannemelijk acht dat een derde zonder toestemming of medewerking van de adverteerder reclame gaat maken voor haar product".

Lees hele uitspraak hier.

RB 398

Octrooiexpert is geen octrooigemachtigde

Reclame Code Commissie, 28 juli 2009, 2009.00379. Nederlandse Orde van Uitvinders tegen adverteerder (Met dank aan Catrien Noorda, Howrey)

Klacht tegen reclameuiting op de website van een 'octrooiexpert'. Octrooiexpert is geen octrooigemachtigde.

De NOVU voert aan dat de suggestie wordt gewekt in de advertentie dat, afgezien van een verschil in prijs en opleiding, een 'octrooi expert' op één lijn zou zijn te stellen met een octrooigemachtigde. Voorts wordt ten onrechte de infruk gewekt dat er na het door de adverteerder uitgevoerde nieuwheidsonderzoek en het indienen van een octrooiaanvraag onaantastbare bescherming kan worden verkregen. Adverteerder wijst er onder meer op dat de klacht zich richt tegen een besloten website, zodat geen sprake is van een openbare aanprijzing in de zin van artikel 1 NRC.

In de eerste plaats overweegt de Commissie dat de gewraakte website, die voor een ieder toegankelijk is, dient te worden aangemerkt als een openbare aanprijzing van adverteerders diensten en dus een reclame-uiting is in de zin van de NRC.

Ten aanzien van de uiting zelf: "adverteerder [vergelijkt] werkzaamheden die hij als Patentexperte (octrooiexpert) verricht met die van een octrooigemachtigde en stelt [..] dat de waarde en de bescherming van een door hem en een door een  octrooigemachtigde geschreven octrooiaanvrage even groot is. "Patentexperte" en "octrooiexpert' zijn door adverteerder zelf bedachte titels en - anders dan wordt gesuggereerd - geen in Nederland erkende titels. Adverteerder heeft niet aangetoond dan wel aannemelijk gemaakt dat hij een opleiding heeft voltooid, die vergelijkbaar is met die welke een octrooigemachtigde heeft voltooid. Naar eigen zeggen heeft hij in München een tweejarige schriftelijke opleiding gevolgd, maar daarmee heeft adverteerder niet aangetoond een opleiding te hebben voltooid, waardoor hij in staat moet worden geacht om een octrooiaanvrage in te dienen die een uitvinder de bescherming biedt, die in de uiting in het vooruitzicht wordt gesteld"

"Afgezien van het feit dat - anders dan in de uiting wordt gesteld -
wettelijke bescherming niet kan worden gegarandeerd, is ook ten aanzien van de hier bedoelde tekst van belang dat adverteerder niet heeft aangetoond dat de door hem aangeboden dienst in kwalitatief opzicht gelijkwaardig is aan die van een octrooigemachtigde. De omvang van de rechtsbescherming die men aan een octrooi kan ontlenen, hangt voor een groot deel af van de kwaliteit van de aanvrage. Met name nieuwheid, inventiviteit en nawerkbaarheid van de uitvinding dienen, goed onderzocht en omschreven te zijn. Niet gebleken is dat adverteerder in staat is om een aanvraag in te dienen die met name op deze punten kwalitatief gelijkwaardig is aan die van een octrooigemachtigde."

Lees de beslissing hier.

RB 397

Drie opmerkingen

Paul Geerts: Noot bij Vzr. Rb. Amsterdam 18 juni 2009, RB381, Hans Anders/Specsavers

"Wat minder gelukkig daarentegen vind ik het oordeel over het misleidende karakter van de vergelijkende-reclame-uiting van Specsavers, omdat die in mijn ogen wel degelijk ten onrechte de suggestie wekt dat Hans Anders niet over gekwalificeerd personeel beschikt en dus in strijd is met (art. 6:194a lid 2 sub a BW). Nu weet ik heel goed dat de marge van eigen (rechterlijke) interpretatie en appreciatie in misleidingskwesties relatief groot is, maar toch kan kernoverweging 4.5 uit het onderhavige vonnis mij niet overtuigen."

"Hoe dat ook zij, over die merkenrechtelijke vordering het volgende. In r.o. 4.12 lijkt de Voorzieningenrechter te suggereren (dat uit het O2/Hutchison-arrest volgt) dat vergelijkende reclame alleen dan niet is toegestaan wanneer sprake is van verwarringsgevaar.
Dat dit niet zo is weten wij (zeker) sinds HvJ EG 18 juni 2009, IEF 7974 (L’Oreal/Bellure). Dit arrest is op dezelfde dag gewezen als het onderhavige vonnis, zodat partijen en de Voorzieningenrechter niet op de hoogte konden zijn van deze belangrijke uitspraak. Niettemin heeft de rechter een vooruitziende blik gehad door aan het slot van r.o. 4.5 te oordelen dat (zo lees ik de overweging) de merkhouder zich ook kan verzetten tegen denigrerend merkgebruik
in vergelijkende reclame. Dat de rechter oordeelt dat daarvan i.c. geen sprake is, is niet zo verwonderlijk nu hij al geoordeeld heeft dat de reclame-uiting van Specsavers niet misleidend is. Indien men daar zoals ondergetekende anders over denkt is het geen hele grote stap om de reclame-uiting van Specsavers ook in strijd met art. 6:194a lid 2 sub e BW te achten."

Lees de gehele noot hier.

RB 396

Persbericht CBP

Het CBP kan op grond van artikel 25 lid 1 Wbp een verklaring afgeven dat een gedragscode een juiste uitvoering vormt van de Wbp.  Het College meldt vandaag dat zij een dergelijk verzoek heeft ontvangen van de Vereniging van Particuliere Beveiligingsorganisaties (Vpb) inzake de ontwerp-Privacygedragscode sector particuliere beveiligingsbureaus. Overeenkomstig de Awb kunnen belanghebbenden binnen 6 weken hun zienswijze naar voren brengen. Lees het persbericht van het CBP hier.

Lees de ontwerp-Privacygedragscode hier.

Bron: CBPweb.nl

RB 395

250.000 euro boete voor versturen SPAM

Het college van OPTA, de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit, meldt vandaag dat zij boetes van in totaal 250.000 euro opgelegd heeft aan een privépersoon voor het versturen van ongevraagde elektronische berichten aan consumenten. "Deze persoon heeft minimaal 21 miljoen spammailtjes verzonden zonder voorafgaande toestemming van de ontvangers om reclame te maken voor de website adverterenisgratis.nl." Lees hier het boetebesluit van de OPTA.

Lees hele persbericht hier.

Bron: OPTA

RB 393

Zo niet linksom, dan rechtsom

Reclame Code Commissie,16 juli 2009, Dossier 2009/000364 (met dank aan Ebba Hoogenraad, Hoogenraad & Haak advocaten). Uitspraak van de RCC in de zaak van Stichting Keuringsraad Aanprijzing Gezondheidsproducten (KAG) tegen Pharma Nord advertenties en advertorials in huis-aan-huis blad Swinglevend.

Interessante uitspraak over de grens tussen reclame en informatie. Wie reclame wil maken moet dat herkenbaar doen.

Het vermelden in een redactioneel stuk van ’12 cent per dag’ terwijl op die bladzijde ook een advertentie staat voor ’12 cent per nacht’ doet de uitgever en de adverteerder de das om (zie ro 12 en 14).

En zelfs als de advertentie niet rechtstreeks verwijst naar één individuele adverteerder dan nog is sprake van reclame voor het product in zijn algemeenheid (Q10) en moet de uitgever de naam vermelden van de adverteerder (zie ro 17 en 18).

Lees hele uitspraak hier.

RB 392

Korting van permanente aard misleidend

Uitspraak College van Beroep van de Stichting Reclame Code, dossier  2009/00108.

Het College van Beroep van de Stichting Reclame Code heeft een uitspraak van de Reclame Code Commissie over twee reclamefolders van de Nationale Handelsacademie (NHA) bevestigd. In de reclame-uitingen wordt de indruk gewekt dat er sprake is van een jubileumkorting en dat deze korting van tijdelijke aard is. In de betreffende folders worden zogenaamde "doorstreepprijzen" getoond die gebaseerd zijn op redelijke commerciële tarieven in plaats van de oude prijzen zonder korting. Het College van Beroep oordeelde dat dit voor de gemiddelde consument niet, tenminste onvoldoende uit de uitingen in kwestie op te maken is. De uitingen zijn daarom misleidend en daarmee in strijd met artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code.

Lees hier meer.

RB 389

Commissariaat van de Media

Het Commissariaat voor de Media (CvdM) heeft het jaarverslag over 2008 gepresenteerd. Het jaar 2008 stond voor het Commissariaat voor de Media voor een deel in het teken van de nieuwe Mediawet, die per 1 januari 2009 in werking is getreden. "Het Commissariaat voerde veelvuldig overleg met de Nederlandse Publieke Omroep om tot goede prestatieafspraken te komen. Veel tijd was ook gemoeid met de voorbereiding op de ledentellingen van omroepverenigingen van voorjaar 2009."

Lees hier meer.

Bron: CvdM