Inbreuk door reclame maken en verhandelen namaak-dierenarmbandjes
Rechtbank Den Haag 25 september 2019, IEF 18735, RB 3345; ECLI:NL:RBDHA:2019:10398; (Spin Master tegen VOF) Eiser Spin Master is een wereldwijd opererende speelgoedproducent. Spin Master heeft het product Twisty Petz geïntroduceerd. Twisty Petz zijn armbanden die kunnen veranderen in verzamelbare dieren. Spin Master is onder meer rechthebbende van het Uniemerk TWISTY PETZ dat op 1 februari 2018 is ingeschreven met registratienummer 017362641. Gedaagde, de VOF, erkent dat zij zonder toestemming van Spin Master identieke exemplaren van de Twisty Petz producten (de dierenarmbandjes) heeft ingekocht en verkocht en dat zij daarvoor reclame heeft gemaakt. Maar zij verzetten zich tegen toewijzing van de vorderingen, omdat Spin Master daarbij geen belang meer heeft, nu zij een onthoudingsverklaring hebben getekend en opgave hebben gedaan, terwijl Spin Master aanspraak maakt op buitensporige kosten en schadevergoeding. De VOF wordt bevolen iedere inbreuk op de auteursrechten te staken of gestaakt te houden. De gevorderde rectificatie en vordering op grond van onrechtmatige daad worden afgewezen.
HvJ EU: voor plaatsen cookies is actieve toestemming van internetgebruikers vereist
HvJ EU 1 oktober 2019, RB 3344, IT 2885, IEFbe 2958; C-673/17 (Verbraucherzentrale tegen Planet49) De Duitse federale vereniging van consumentenbeschermingsorganisaties betwist het gebruik dat Planet49 maakt van een standaard aangevinkt selectievakje waarmee internetgebruikers die aan onlinereclameloterijen willen deelnemen, toestemming verlenen voor het plaatsen van cookies. Met deze cookies wordt informatie verzameld om reclame te kunnen maken voor producten van partners van Planet49. Het Bundesgerichtshof verzoekt om uitlegging van het Unierecht over de bescherming van de persoonlijke levenssfeer bij elektronische communicatie. Geoordeeld wordt dat de toestemming van de gebruiker van een website voor het plaatsen en raadplegen van cookies op zijn apparatuur, niet rechtsgeldig is verleend wanneer hiertoe gebruik is gemaakt van een standaard aangevinkt selectievakje dat deze gebruiker moet uitvinken indien hij weigert zijn toestemming te verlenen.
Het is hierbij niet van belang of de informatie die is opgeslagen op de apparatuur van de gebruiker of daaruit is opgevraagd, al dan niet bestaat in persoonsgegevens. Het Unierecht beoogt de gebruiker namelijk te beschermen tegen iedere inmenging in zijn privéleven en met name tegen het risico dat verborgen identificatoren en andere soortgelijke software zonder zijn medeweten zijn apparatuur binnenkomen. Het Hof benadrukt dat de toestemming in die zin 'specifiek' moet zijn dat de gebruiker niet door het enkele feit dat hij op de knop voor deelname aan de reclameloterij heeft gedrukt, al geacht kan worden rechtsgeldig toestemming te hebben gegeven voor het plaatsen van cookies. Bovendien moet volgens het Hof de aanbieder van diensten de gebruiker onder meer informeren over de vraag hoelang de cookies actief blijven en of derden al dan niet toegang tot de cookies kunnen hebben. Zie ook [IT 2730].
Consultatie reglement naleving geneesmiddelenreclame
De CGR heeft besloten de huidige werkwijze te verbeteren en de samenwerking met de Keuringsraad te bestendigen. Dit leidt tot een nieuw gezamenlijk Reglement van de Stichtingen CGR, KOAG en KAG. Het Reglement regelt het toezicht van de Keuringsraad, de Codecommissie en de Commissie van Beroep op de Gedragscode Geneesmiddelenreclame, de Codes voor de Publieksreclame voor Geneesmiddelen en Medische (zelfzorg)hulpmiddelen en de Code voor de Aanprijzing van Gezondheidsproducten. Belangstellenden worden gevraagd op het ontwerp-Reglement te reageren. Het streven is de nieuwe werkwijze per 2020 te laten ingaan.
De CGR ziet de reacties uiterlijk vrijdag 25 oktober tegemoet. Reacties kunnen per e-mail worden ingediend bij cgr@cgr.nl, onder vermelding van “Reactie op de consultatie nieuw Reglement”.
Wanneer mag je een product als 'volkoren' aanprijzen?
Over de verpakkingen van diverse ‘volkoren’ producten zijn klachten ingediend. Het gaat onder meer om biscuits, beschuit en Knäckebröd. De klachten komen in het kort erop neer dat het misleidend is een product ‘volkoren’ te noemen als maar een deel van het meel uit volkorenmeel bestaat.
Een etiket is ook reclame
De Reclame Code Commissie beoordeelt (ook) klachten over verpakkingen. De Commissie is daarbij gebonden aan regels die gelden voor verpakkingen en etiketten uit Europese wetgeving en Europese rechtspraak. Zo is het bijvoorbeeld niet toegestaan een product naar een ingrediënt te noemen als dat niet in het product aanwezig is.
AIPPI - Oproep inzendingen VIE-prijs
De Vereniging voor Intellectuele Eigendom (VIE) is de Nederlandse Groep van de internationale vereniging Association Internationale pour la Protection de la Propriété Intellectuelle (AIPPI). AIPPI heeft tot doel de nationale en internationale bescherming van Intellectuele Eigendom te bevorderen door op verschillende wijzen aandacht te vragen voor de bescherming van creatie en innovatie.
Jaarlijks reikt de vereniging de VIE-prijs uit aan een jonge auteur van een publicatie die een wezenlijke of vernieuwende bijdrage levert aan de kennis en het begrip van het intellectuele eigendomsrecht of het ongeoorloofde mededingingsrecht in Nederland.
Tijdens het IE Symposium op 11 maart 2020 zal deze prijs weer worden uitgereikt. Voor de VIE-prijs komen in aanmerking publicaties die een wezenlijke en/of vernieuwende bijdrage leveren aan de kennis en het begrip van het intellectuele eigendoms- of het ongeoorloofde mededingingsrecht in Nederland, door een auteur die op het moment van publicatie niet ouder was dan 35 jaar, in het Nederlands of Engels, die binnen vijftien maanden voorafgaand aan de uitreiking van de prijs zijn gepubliceerd. Proefschriften komen niet in aanmerking.
Uitspraak ingezonden door Gregor Vos en Darya Bondarchuk, Brinkhof.
Monster Energy moet lijst van ontvangers brief verschaffen
Rechtbank Gelderland 5 september 2019, IEF 18666; ECLI:NL:RBGEL:2019:4417 (VPX en Bang tegen Monster Energy) Het Amerikaanse bedrijf VPX en haar Nederlandse dochter Bang zijn producenten van energiedrank en brengen deze op de markt onder het merk BANG. Monster Energie is een in Ierland gevestigde producent van energiedrank. Monster stuurde een brief aan afnemers van energiedrank over een eerder gewezen vonnis [IEF 18450]. VPX en Bang vorderen onder meer rectificatie van de verzonden brief. Daartoe bestaat geen aanleiding. Niet te verwachten valt dat rectificatie van een brief, die meer dan drie maanden geleden werd verstuurd, nog tot herstel van eventuele schade zal bijdragen. Gezien het (gedeeltelijk) onrechtmatige karakter van de brief wordt Monster Energy veroordeeld een lijst aan Bang te verschaffen van alle (rechts)personen aan wie de brief is verstuurd.
Nadere verpakkingseisen Cubaanse sigaren rechtmatig
Rechtbank Den Haag 24 juli 2019, IEF 18665, RB 3339, LS&R 1730; ECLI:NL:RBDHA:2019:8534 (Cubacigar tegen de Staat) Overheidsaansprakelijkheid. Cubacigar is de distributeur in de Benelux van handgemaakte Cubaanse sigaren. Het geschil betreft de rechtmatigheid van nadere verpakkingseisen voor sigaren op de Nederlandse markt. De nadere verpakkingseisen in de Tabaks- en rookwarenregeling zijn naar het oordeel van de rechtbank niet in strijd met de Tabaksproductenrichtlijn en het recht betreffende het vrije verkeer van goederen. De verpakkingseisen zijn gerechtvaardigd uit het oogpunt van de volksgezondheid en ook aan de eisen van het evenredigheidsbeginsel is voldaan. De vorderingen van Cubacigar worden afgewezen.
CvB: te veel koeien in commercial Milka
CvB RCC 3 september 2019, IEF 18662, RB 3338; Dossiernr: 2019/00392 (Milka Melkchocolade) Televisiecommercial. Reclame-uiting. Misleidende reclame. De klacht betreft een televisiecommercial voor Milka melkchocolade in de vorm van een animatiefilmpje. De beelden worden begeleid door een voice-over die zegt: “Alle melk in Milka chocolade komt van boerderijen met hooguit 60 koeien. De klacht houdt in dat het genoemde aantal van maximaal 60 koeien te laag is, nu Milka een groot merk is, dat actief is in meer dan 40 landen over de wereld en de kalfjes van de koeien niet mee worden geteld. Het CvB bevestigt de gegrondverklaring van de Commissie wat betreft de klacht over de televisiecommercial en het aantal koeien. Er wordt een onjuist aantal genoemd. Het gedeelte van de klacht over de zinsnede “teder geproduceerde melk” is afgewezen. Ook hier gaat het College in mee.
CvB: afwijzing klacht uiting Nutrilon Opvolgmelk
CvB RCC 3 september 2019, RB 3337, IEF 18661; Dossiernr: 2019/00261/A (Nutrilon Opvolgmelk) Televisiereclame. Uitingen. De klacht houdt in dat de mededeling “Voor de overgang van borstvoeding naar flesvoeding” ten onrechte suggereert dat men op een bepaald punt altijd overgaat naar flesvoeding. Hierdoor krijgt men het idee dat het vanzelfsprekend is om over te stappen op flesvoeding en wordt het geven van borstvoeding als gevolg daarvan ontmoedigd. De Commissie wees de klacht af. Het CvB bevestigt de bestreden beslissing.
Geen onjuist rechtsopvatting voorbehouden zuivelbenaming
HR 30 augustus 2019, IEF 18655, RB 336; LS&R 1728; ECLI:NL:HR:2019:1293 (Nederlandse zuivelorganisatie tegen Alpro Nederland) Europees recht. NZO is de brancheorganisatie van de Nederlandse zuivelindustrie. Alpro verzorgt op de Nederlandse markt de verkoop en distributie van de sojaproducten, zie ook [LS&R 1707] Deze zaak gaat over de vraag of Alpro op ontoelaatbare wijze een aantal van haar sojaproducten als zuivelproducten heeft aangeduid, althans de indruk heeft gewekt dat het om zuivelproducten gaat - “Schep-yofu” en Mild & Creamy, Alpro’s Cuisine en “Luchtig(Aeré) & Creamy”, en Alpro’s sojadranken. Op grond van Verordening (EU) 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en de voorlopers daarvan is dat verboden. In cassatie is met name aan de orde hoe de verordening moet worden uitgelegd. Of in een concreet geval sprake is van gebruik van een voorbehouden zuivelbenaming ter aanduiding van een niet-zuivelproduct hangt onmiskenbaar af van de omstandigheden van het geval. De opvatting dat het gebruik van een zuivelbenaming bij de verhandeling van een niet-zuivelproduct onder geen enkele omstandigheid is toegestaan, is niet juist.