EU-consument beter beschermd
De EU onderneemt stappen om consumenten beter te beschermen. Op 8 november jl. heeft de Raad een richtlijn aangenomen die de EU-wetgeving inzake consumentenbescherming moderniseert en de handhaving van consumentenrechten vergemakkelijkt. In maart had de Raad hierover een akkoord bereikt met het Europees Parlement.
Anna-Maja Henriksson, Fins minister van Justitie: 'Consumentenbescherming is een essentieel onderdeel van de interne markt. Dankzij de richtlijn zijn EU-consumenten beter beschermd wanneer zij online producten of diensten kopen. De richtlijn bevat ook krachtigere maatregelen tegen oneerlijke of misleidende handelspraktijken in de EU'.
Nationaal Reclamerechtcongres op 12 december
Een dag vol netwerkmogelijkheden, actuele onderwerpen en een boeiende mix aan sprekers: dat is het Nationaal Reclamerechtcongres van deLex! Ebba Hoogenraad en Willem Leppink staan garant voor een inspirerend en fris programma.
Seksuele lading betekent niet onfatsoenlijk
Stichting Reclame Code 9 oktober 2019, RB 3354;2019/00560 (Licht uit) De klacht betreft een televisiereclame van Lampdirect met de boodschap dat de verlichting niet de juiste manier is om geld te besparen. De adverteerder probeerde dit op een humoristische manier over te brengen. In het geacteerde verhaal gaat iets mis, waardoor twee mensen in een ongelukkige situatie terechtkomen. Met name vallen de twee mensen, als gevolg van het uitzetten van het licht, van de trap. De man ligt daarbij op zijn buik en zijn hoofd bevindt zich onder de rok van de vrouw die wijdbeens tegen de muur zit. Klaagster maakt niet alleen bezwaar tegen het tijdstip van uitzending maar ook de inhoud van de reclame. Volgens haar is de reclame in strijd met de goede smaak en het fatsoen, zeker voor zover deze wordt uitgezonden rond 17.30 uur. De klacht wordt afgewezen, omdat het feit dat de seksueel geladen uiting niet door iedereen wordt gewaardeerd niet met zich meebrengt dat de uiting in strijd is met de NRC, ook niet indien uitgezonden rond 17.30 uur.
HvJ EU: verplichte vermelding herkomst wanneer weglating consument kan misleiden
HvJ EU 12 november 2019, RB 3355; ECLI:EU:C:2019:954 (Psagot tegen Ministre de l’Économie et des Finances). Antwoord op prejudiciële vragen van Conseil d’État (hoogste bestuursrechter Frankrijk). Levensmiddelen die afkomstig zijn uit gebieden die worden bezet door Israël, moeten de vermelding van het gebied van oorsprong bevatten. Tevens moet in het geval dat de levensmiddelen afkomstig zijn uit een Israëlische nederzetting binnen dat gebied, ook deze herkomst vermeld worden. Uit verordening nr. 1169/2011 volgt dat de verstrekking van informatie aan de consumenten hen in staat moet stellen een goed doordachte keuze te maken op grond van onder andere ethische aspecten of aspecten die betrekking hebben op eerbiediging van het internationale recht. Dergelijke overwegingen kunnen de aankoopbeslissingen van consumenten namelijk beïnvloeden.
Uitspraak ingezonden door Jacqueline Schaap en Patty de Leeuwe, Visser Schaap & Kreijger.
Facebook moet aanvullende maatregelen treffen tegen nepadvertenties
Vzr. Rechtbank Amsterdam 11 november 2019, IE 18813, RB 3353, IT 2939; ECLI:NL:RBAMS:2019:8415 (X tegen Facebook) Eiser is een bekende mediaondernemer en eigenaar van Talpa Network. Vanaf oktober 2018 tot in ieder geval maart 2019 verschijnen er advertenties op Facebook waarbij eiser in verband wordt gebracht met Bitcoin en Bitcoin investeringen. Gebruikers die op de advertenties ingaan raken hun geld kwijt. De totale omvang van de schade door gedupeerden is zeker 1,7 miljoen euro. Eiser stelt dat Facebook onrechtmatig handelt door niet alles te doen wat in haar vermogen ligt om dergelijke advertenties te voorkomen of spoedig te verwijderen. Facebook verweert zich door te stellen dat zij al alles doet wat redelijkerwijs van haar kan worden verwacht. Daarbij stellen ze dat een verdergaand optreden tegen dergelijke adverteerders niet hoeft, niet mag en ook technisch niet kan. Vaststaat dat het zonder toestemming gebruiken van naam en portret met als doel mensen op te lichten een inbreuk is op de persoonlijke levenssfeer en is derhalve ook onrechtmatig. Het bieden van een platform voor dergelijke advertenties, waarbij geen tegenmaatregelen worden genomen die redelijkerwijs kunnen worden verwacht, kan in beginsel ook op zichzelf als onrechtmatig handelen worden bestempeld. Facebook zal in het vervolg meer moeten doen tegen nepadvertenties. Dit is mogelijk zonder een (wettelijk verboden) algemeen filter. Verder zal Facebook ook gebruiks- en betaalgegevens van de adverteerders moeten overhandigen.
Lees ook het interview met Christaan Alberdingk Thijm in De Volkskrant over deze zaak.
Inhoudsopgave Intellectuele Eigendom en Reclamerecht (IER)
Inhoudsopgave van de nieuwe editie van het tijdschrift Intellectuele Eigendom en Reclamerecht (IER).
Nr. 23 SRC’s #AD influencer-campagne: mooi - maar kan het nóg wat vlotter met de vlogger? / Prof. mr. dr. M. de Cock Buning & mr. E.H. Hoogenraad p. 245
Nr. 24 Social Media Influencers; liever door de hond of door de kat gebeten? Een analyse van de nieuwe Europese regelgeving voor influencer-marketing / Prof. mr. dr. M. de Cock Buning p. 247
Nr. 25 Goederenrechtelijke rechtskeuze in het IE-recht, een goed idee? / Mr. L.J. Braams p. 261
Nr. 26 De opeisingstorpedo: een sterk strategisch wapen / Mr. ir. M.W. de Koning p. 268
Uitspraak ingezonden door Willem Leppink en Martijn Poulus, Ploum.
Term ‘Medical’ niet misleidend voor shirt ter bescherming van ziek/herstellend dier
RCC 26 september 2019, RB 3350; 2019/00537 (Medical Pet Shirts) De bestreden reclame-uitingen betreffen teksten op de website en in de folder van een producent van shirts die dienen ter bescherming van een ziek/herstellend dier. Klager maakt om twee redenen bezwaar. Allereerst stelt klager dat er essentiële informatie ontbreekt op de website en in de folder over een drukknoop, de zogeheten ‘popper fastening strap’, waarmee het shirt kan worden opgerold en vastgebonden. Ten tweede stelt klager dat adverteerder de term ‘medical’ in de naam van het product ten onrechte gebruikt, omdat het product naar de mening van klager geen medisch product is. De Commissie is van oordeel dat de informatie, op de website en de brochure, voldoende is om ervoor te zorgen dat de consument begrijpt hoe hij de drukknoop van het Medical Pet Shirt moet gebruiken en er dus geen essentiële informatie ontbreekt. Verder acht de Commissie de term ‘medical’ niet misleidend, nu het gaat om een artikel dat een medische toepassing heeft. De term ‘medical’ is geen term die alleen gebruikt zou mogen worden mits het artikel aan bepaalde (wettelijke) eisen voldoet. De klacht wordt afgewezen.
Ten onrechte claimen van lidmaatschap is misleidende reclame
Rechtbank Oost-Brabant 29 oktober 2019, IEF 18798, RB 3351; ECLI:NL:RBOBR:2019:6262 (ASPB tegen Bibi/Denito en Hati) Kort geding. Misleidende reclame, inbreuk IE-recht. De ASPB, een brancheorganisatie van schoorsteenvegers in Nederland, heeft de behartiging van economische, sociale en technische belangen van haar leden als doel. De organisatie is tevens houdster van een beeldmerk. Overeenkomstig het huishoudelijk reglement van de ASPB mag haar logo door gewone leden, aspirant leden, seniorleden, serviceleden en ereleden worden gevoerd. Denito B.V. betaalde als gewoon lid van de ASPB jaarlijks contributie voor het lidmaatschap van drie t/m vijf personen en een jaarlijkse bijdrage voor de lidmaatschapspasjes. In 2019 is Denito B.V. uitgeschrveen uit het handelsregister. De bestuurder van Denito B.V. is tevens bestuurder van Bibi. Bibi handelt ook onder de naam Denito schoorsteentechniek en heeft geen werknemers in dienst.
Van onjuist beeld Duitsers is geen sprake
RCC 26 september 2019, RB 3347; 2019/00481 (Warsteiner Alcoholfrei) Buitenreclame. De bestreden reclame-uiting betreft een billboardposter. met de tekst: 'Net zoveel alcohol als Duitsers humor hebben'', met daaronder de afbeelding van een flesje “Warsteiner Alcoholfrei'. Rechts naast het flesje staat: 'Alcohol-Frei'.Klager vindt deze reclame in strijd met artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) en voert hiertoe het volgende aan. 1. Het is onwaar dat Duitsers weinig humor hebben of minder dan bijvoorbeeld Nederlanders; klager verwijst naar https://www.hpdetijd.nl/2012-01-27/duitsers-lachen/. 2. De uiting houdt een belediging in van Duitsers (onder wie klagers vrouw en zoon, vele vrienden en oud-collega’s) en zet bevolkingsgroepen onnodig tegen elkaar op. Er wonen 75.000 Duitsers in Nederland, aldus klager. De slagzin 'Net zoveel alcohol als Duitsers humor hebben 'is wellicht satirisch bedoeld, maar is te zien op een billboard bij het station, “zonder verdere context”. Volgens klager is moeilijk te geloven dat de gemiddelde voorbijganger de uiting als satire zal herkennen. De klacht wordt afgewezen.
Britse overheidswebsite over Intellectueel Eigendom en de Brexit
Website met informatie van de Britse overheid over intellecteel eigendom en de eventuele Brexit op donderdag 31 oktober.
Guidance on trade marks, designs, patents right law, and exhaustion of IP rights after Brexit. Kijk hier voor meer informatie.