RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Misleidende en vergelijkende reclame  

RB 831

Erectakraft - verleidt of misleidt?

RCC 5 april 2011, Dossiernr. 2011/00173 (Erectakraft)

Reclamerecht. Erectakraft vermeldt niet alle relevante gezondheidsrisico's in reclame op internet. Verweer stelt dat zij heeft voldaan aan alle eisen die gesteld worden aan voedingssupplementen dus dat er geen sprake is van misleiding. Volgens Commissie heeft verweerder niet vermeld dat kans op vergrote prostaat aanwezig is. Commissie acht dit dermate relevant, mede gezien de aanprijzing via internet, dat er sprake is van omissie (art. 8 aanhef en sub c NRC) en misleiding (art.7 NRC). Beveelt aan niet meer op dergelijke wijze reclame te maken.

Klager heeft onweersproken gesteld dat het middel, aldus de bijsluiter, kan leiden tot een vergrote prostaat. De Commissie acht dit dermate belangrijke informatie, dat deze bij de aanprijzing van het middel niet onvermeld had mogen blijven.

De Commissie overweegt daarbij dat het middel op internet wordt aangeboden en dat internet de enige voor klager beschikbare informatiebron was. Voorts is internet een medium dat zich bij uitstek leent voor het verstrekken van uitgebreide informatie. Gelet hierop had in dit geval de als belangrijk te beschouwen mogelijke bijwerking, een vergrote prostaat, niet onvermeld mogen blijven.
 
Blijkens het voorgaande is de Commissie van oordeel dat sprake is van het te laat verstrekken van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier en hier.

Regeling: NRC 7 en 8.3 aanhef en onder c

RB 830

Voordeel Renault Clio of Renault Clio Diesel?

RCC 5 april 2011, Dossiernr. 2011/00089 en 2011/00089A, (Misleidende Renault Clio reclame)

Reclamerecht. Renault Clio televisie reclame stelt ten onrechte dat er geen BPM en wegenbelasting moet worden betaald. Dit blijkt alleen voor de Renault Clio Diesel te gelden. Verweerder stelt dat op website van Renault alle voorwaarden staan vermeld. Commissie oordeelt dat er sprake is van een omissie (art. 8 aanhef en onder c. NRC) en misleiding (art. 7 NRC). Acht het verweer van Renault niet relevant. Commissie beveelt aan niet meer op dergelijke wijze reclame te maken.

 

00089. Naar door klager onweersproken is gesteld, gelden de in de – kennelijk vanaf 13 december 2010 uitgezonden – reclame genoemde voordelen uitsluitend voor de ‘Renault Clio Diesel’, die pas vanaf mei 2011 zal zijn te verkrijgen. Deze, naar het oordeel van de Commissie essentiële, informatie blijkt niet uit de uiting. Zonder enige nuancering wordt gesteld dat de genoemde voordelen voor de ‘Renault Clio’ gelden.
 
Naar het oordeel van de Commissie is gelet op het voorgaande sprake van een omissie als be­doeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consu ment hier door ertoe ge bracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te ne men, dat hij anders niet zou hebben genomen. Gelet op het voorgaande is de uiting misleidend en daar door oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

00089A. Naar door klager onweersproken is gesteld, geldt het in de reclame genoemde voordeel ‘geen BPM’ uitsluitend indien de bewuste auto een dieselmotor heeft. Deze, naar het oordeel van de Commissie essentiële, informatie blijkt niet uit de uiting. Zonder enige nuancering wordt gesteld dat men voor de ‘Renault Clio’ geen BPM betaalt. Een verwijzing naar de website acht de Commissie in dit opzicht onvoldoende.

Naar het oordeel van de Commissie is aldus sprake van een omissie als be doeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consu ment hier door er toe ge bracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te ne men, dat hij anders niet zou hebben genomen. Gelet op het voorgaande is de uiting misleidend en daar door oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Klagers bezwaar dat bijtelling uitsluitend ‘nodig’ is, wanneer de auto zakelijk wordt gebruikt, treft geen doel, nu het besluit van de gemiddelde consument die een auto niet voor zakelijk gebruik wenst aan te schaffen, niet zal worden beïnvloed door de mededeling dat ‘slechts 14% bijtellling’ geldt. 

Lees de gehele uitspraak 2011/00089 hier en hier.
Lees de gehele uitspraak 2011/00089A hier en hier.

Regeling: NRC (nieuw) art. 7, 8.3 onder c

RB 829

Misleidende reclame over stoel met sta-op mechanisme

RCC 6 april 2011, Dossiernr. 2011/00148 (Misleidende prijs in advertentie)

Reclamerecht. Stoel met sta-op mechanisme is misleidend geprijsd in advertentie. Voor de genoemde prijs (1290 euro) in advertentie is geen stoel met sta-op mechanise me te koop, Klaagster zegt dat een dergelijke stoel minimaal 2035 euro. Verweerder bestrijdt dit. Oordeel van de Commissie is dat verweerder onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de prijzen uit de advertentie juist zijn. Beslissing is dat reclame-uiting in strijd is met art. 7 NRC. Zij beveelt verweerder om niet meer op dergelijke wijze reclame te maken.

 Klaagster heeft uitdrukkelijk gesteld dat men voor de in de advertenties genoemde prijzen bij adverteerder geen fauteuil met sta-op mechanisme kan kopen. Volgens klaagster kost een der­ge­lijke fauteuil minimaal € 2.035,-. Adverteerder heeft daartegenover gesteld dat men reeds voor € 590,- (model Benoti) een dergelijke fauteuil bij hem kan kopen, en dat de Olivia € 690,- kost in­clu­sief sta-op mechanisme. Een uitvoering in leder kost minimaal € 1.290,--.

Klaagster heeft bij repliek aangevoerd dat, indien men een fauteuil met sta-op mechanisme bij ad­verteerder wenst te kopen, de verkoper uitgaat van een prijsberekening waarbij eerst de kosten van het sta-op mechanisme als extra optie in rekening worden gebracht en daarna de fauteuil en de gekozen uitvoe­ring. Het sta-op mechanisme met 3 motoren kost volgens klaagster € 1.345,-. Voorts stelt klaagster dat telefonisch door een verkoper van adverteerder aan haar is meegedeeld dat adver­teerder voor de in de advertentie genoemde prijzen geen fauteuils met sta-op me­chanisme verkoopt. Adverteerder heeft niet gereageerd op hetgeen klaagster bij repliek heeft aangevoerd. Voorts heeft adverteerder geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat men bij hem voor de in de advertenties genoemde prijzen een fauteuil met sta-op mecha­nisme kan kopen. De Com­missie is op grond hiervan van oordeel dat adverteerder onvol­doende aan­nemelijk heeft gemaakt dat de in de advertenties genoemde prijzen juist zijn.

Lees de uitspraak hier en hier.

Regeling: NRC (nieuw) art. 7 en 8.2 onder d.

RB 818

Reclame voor haarstamceltransplantatie misleidend?

CvB 23 maart 2011, Dossiernr: 2010/00353 (Transhair v. HASCI)


Reclamerecht. HASCI maakt reclame voor haarvermeerdering via haarstamceltransplantatie (HST). Volgens klagers is deze methode niet wetenschappelijk bewezen dus misleidende reclame. Volgens RCC is door HASCI voldoende wetenschappelijk bewijs aangedragen dat de HST methode werkt. Klagers gaan in beroep en dragen het volgende aan: het onderzoek gepubliceerd in het Journal of Dermatological Treatment is geen voldoende bewijs voor werking van HST, peer review is geen garantie voor werking van methode, verdere scepsis in de dermatologische wereld en bij ziektekostenverzekeraars omtrent werking HST. Met wetenschappelijk bewijs ondersteunt HASCI haar claim voldoende, daarom bevestigt het CvB de beslissing van de RCC.

RCC 3. Op grond van het voorgaande, hetgeen door klagers niet, althans onvoldoende is weersproken, is de Commissie van oordeel dat adverteerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de HST methode de werking heeft die daaraan in de gewraakte uitingen wordt toegeschreven. Met name op grond van het in het ‘Journal of Dermatological Treatment’ gepubliceerde onderzoek van drs. Gho en prof. dr. Neumann acht de Commissie het aannemelijk dat met toepassing van de HST methode zowel in het ‘donorgebied' als in het ‘ontvangstgebied’ sprake is van bijna volledige (her)groei, zodat aldus daadwerkelijk sprake is van haarvermeerdering, zoals in de uitingen wordt geclaimd.
 
Het feit dat voor het onderzoek van drs. Gho en prof. dr. Neumann slechts vijf personen zijn getest, doet niet af aan het voorgaande oordeel. Nog daargelaten dat, naar door adverteerder gesteld en naar tevens blijkt uit het onderzoek, bij ieder van de vijf onderzochte personen tenminste 100 haren geëxtraheerd en grotendeels getransplanteerd zijn, is het artikel, naar uit het vorenstaande blijkt, na de genoemde uitgebreide ‘peer review’-procedure door de uitgevers van het blad voldoende wetenschappelijk ‘stevig’ bevonden om dit te publiceren.
 
Dat de HST methode door sommige artsen wordt bekritiseerd maakt het voorgaande oordeel niet anders. De opmerking van klagers dat Gerard Joling zijn naam aan de kliniek van adverteerder zou hebben verbonden is door klagers niet nader onderbouwd.
 
Nu octrooi is aangevraagd en (in Nederland) is verleend voor de behandelmethode van adverteerder, geldt dat adverteerder terecht haar methode publiceert als ‘gepatenteerde’ methode.


(...)


CvB 8. Nu HSI derhalve ook in beroep tegenover de gemoti­veerde betwisting door Trans hair c.s. de juist heid en de eerlijkheid van de reclame voldoen de aannemelijk heeft gemaakt, heeft de Commissie terecht geoor deeld dat geen sprake is van oneerlijke reclame. De grieven treffen derhalve geen doel.


Lees de volledige uitspraak hier (link) en hier (pdf).

RB 814

Tagatesse - Zoet zonder zonde

RCC 21 maart 2011, Dossiernr: 2010/00638 (Tagatesse – Zoet zonder zonde; red. inzet vergelijkbare reclame)

Reclamerecht. Gezondheidsclaim. De klacht betreft een advertentie in het blad De Allerhande nr. 8, jaargang 2010. In de advertentie staan producten van adverteerder met daarbij de tekst: “Tagatose Zoet zonder zonde, zonder suiker!” met daarbij voordelen van Tagatose, onder meer prebiotische werking, die zorgt voor een vlotte darmwerking en spijsvertering en de glycemische index van 2 die maakt dat Tagatose geschikt is voor diabeten type I en II. Misleiding want alleen prebiotische werking bij grote hoeveelheden. Index is omstreden. Niet-toegestane medische claim. RCC: inderdaad niet toegestane claim "geschikt voor diabeten type I en II ex art. 3 RVV jo. art. 2 lid 5 en artikel 13-lijst van de EG-Verordening 1924/2006.

Klaagster meent dat de genoemde voordelen deels misleidend zijn. De prebiotische werking geldt alleen bij gebruik in grote hoeveelheden, niet bij normale consumptie van deze producten. Daarnaast is de glycemische index een waarde waar deskundigen het niet over eens zijn. Derhalve kan in een reclame-uiting geen juiste glycemische index worden genoemd. De claim “geschikt voor diabeten” is een medische claim die niet is toegestaan. Klaagster verzoekt de uiting te toetsen “aan de wetgeving van de EFSA”.

2) Naar het oordeel van de Commissie moet deze claim (red. “zorgt voor een vlotte darmwerking en spijsvertering”) worden aangemerkt als een claim in de zin van artikel 3 lid 1 Reclamecode voor voedingsmiddelen (RVV) in verbinding met artikel 2 lid 5 van EG-verordening nr. 1924/2006. Derhalve moet zijn voldaan aan de voorwaarden als vermeld in artikel 3 lid 1 aanhef en sub a tot en met c RVV, waaronder de voorwaarde dat - voor zover op dit moment actueel - de claim moet zijn vermeld op de zogenoemde artikel 13 lijst van EG-verordening nr. 1924/2006.

Ten aanzien van D/Tagatose is een aanvraag gedaan op de wijze als bedoeld in artikel 13 lid 2 EG-verordening nr. 1924/2006. De claim in de advertentie dat Tagatose een prebiotische werking heeft die zorgt voor een vlotte darmwerking en spijsvertering, valt naar het oordeel van de RCC onder de reikwijdte van de aanvraag voor D-Tagatose.

4) De aanvraag is inmiddels door de EFSA beoordeeld en heeft de status “gepubliceerd”, maar is nog niet bij verordening vastgesteld door de Europese Commissie. Aldus is ten aanzien van de claim de overgangsregeling van artikel 28 lid 5 aanhef en onder b van EG-verordening nr. 1924/2006 van toepassing, waarnaar in artikel 3 sub b RVV wordt verwezen. Ingevolge eerstgenoemde bepaling kunnen, voor zover hier relevant, gezondheidsclaims als de onderhavige vanaf de datum van inwerkingtreding van de verordening tot de aanneming van de in artikel 13 lid 3 van de verordening vermelde lijst onder de verantwoordelijkheid van bedrijfsexploitanten worden gedaan, mits zij stroken met de toepasselijke nationale bepalingen en het bepaalde in EG-verordening nr. 1924/2006. Aangaande het laatste is het volgende van belang.

5)  In de reclame-uiting worden diverse producten afgebeeld. De genoemde claim dient van toepassing te worden geacht op al deze producten, nu deze door de onderhavige reclame-uiting onmiskenbaar met de onderhavige claim in verband worden gebracht. Niet duidelijk is echter of Tagatose in al die producten steeds de werking op het spijsverteringskanaal en de darmen heeft die in de claim aan Tagatose wordt toegeschreven. Denkbaar is immers dat het gehalte Tagatose in die producten, althans enkele daarvan, dermate gering is, dat daarvan geen werking valt te verwachten. In verband daarmee is van belang dat op grond van artikel 5 lid 1 aanhef en onder b aanhef sub i) van EG-verordening nr. 1924/2006 de nutriënt of de andere stof waarvoor de claim wordt gedaan in het eindproduct aanwezig dient te zijn in een significante hoeveelheid zoals omschreven in de communautaire wetgeving of, indien er ter zake geen voorschriften bestaan, in een hoeveelheid die volgens algemeen aanvaard we-tenschappelijk bewijs het geclaimde nutritionele of fysiologische effect bewerkstelligt, Voorts dient, zoals staat in artikel 5 lid 1 aanhef en onder d van EG-verordening nr. 1924/2006, de hoeveelheid van het product die de consument, naar redelijkerwijs kan worden aangenomen, tot zich zal nemen, een significante hoeveelheid te leveren van de nutriënt of andere stof waarvoor de claim wordt gedaan, zoals omschreven in de communautaire wetgeving of, indien er ter zake geen voorschriften bestaan, een significante hoeveelheid die volgens algemeen aanvaard wetenschappelijk bewijs het geclaimde nutritionele of fysiologische effect bewerkstelligt.

6) Adverteerder heeft weliswaar onweersproken gesteld dat hoeveelheden Tagatose van 15 gram per dag een bewezen actieve werking hebben, maar heeft, ook nadat zij daartoe bij tussenbeslissing van de RCC van 10 december 2010 in de gelegenheid is gesteld, niet aannemelijk gemaakt dat de consument bij normale consumptie van de in de reclame-uiting afgebeelde Tagatesse producten voldoende Tagatose binnenkrijgt om de geclaimde prebiotische werking te ervaren. Niet kan worden geoordeeld dat is voldaan aan de vereisten van artikel 5 lid 1 aanhef en onder b aanhef sub i) en artikel 5 lid 1 aanhef en onder d van EG-verordening nr. 1924/2006. De uiting is om die reden in strijd met deze bepalingen voor zover het de afgebeelde Tagatesse producten betreft.
4)  Nu adverteerder met betrekking tot het laatste geen specifieke informatie heeft verschaft, is de Commissie van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat de consument bij normale consumptie van de in de reclame-uiting afgebeelde Tage­tes­se producten voldoende Taga­tose binnenkrijgt om de geclaimde prebiotische werking te ervaren. Op grond hiervan kan niet worden geoordeeld dat is vol­daan aan de vereisten van artikel 5 lid 1 aan­hef en onder b aanhef sub i) en artikel 5 lid 1 aanhef en onder d van EG-verordening nr. 1924/2006. De uiting is om die reden in strijd met deze bepalingen voor zover het de afgebeelde Tagatesse producten betreft.
5)  Het voorgaande impliceert tevens dat adverteerder onjuiste informatie heeft verstrekt ten aanzien van de voornaamste kenmerken van de afgebeelde Tagatesse producten. Im­mers, niet aannemelijk is geworden dat normale consumptie van die producten leidt tot de in de uiting voorgespiegelde prebiotische werking van die pro­ducten. Aldus is geen juiste in­for­­matie verschaft over de van het gebruik van de producten te verwachten resultaten als be­doeld onder b van artikel 8.2 Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC
6) Adverteerder heeft de klacht die betrekking heeft op de mededeling dat Tagatose wegens haar glycemische index van 2 geschikt is voor diabeten type 1 en 2, erkend. De RCC onderschrijft dat de bewering “geschikt voor diabeten type 1 en 2” niet is toegestaan, nu niet is voldaan aan de voorwaarden als vermeld in artikel 3 lid 1 aanhef en sub a tot en met c RVV in verbinding met EG-verordening nr. 1924/2006.

De RCC beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

De RCC is verder van oordeel dat adverteerder wél voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de hoogte van de glycemische index van een product aan de hand van objectieve universele normen kan worden berekend. Nu er geen reden is om te veronderstellen dat adverteerder die waarde in dit geval onjuist heeft berekend, kan de reclame-uiting op dit punt niet onjuist of misleidend worden geacht. Dit onderdeel van de klacht wordt afgewezen.
 
Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf)

Regelingen:
EG-verordening nr. 1924/2006 (zgn. Claimsverordening)
NRC (nieuw) art. 2 (wet),  7,  8.2 onder b.
RVV art. 3.

RB 810

UK ASA Adjudications 11 april 2011

Ook de Advertising Standards Authorization, de RCC in Groot Britannië, heeft een bundel uitspraken gepubliceerd. Categorieën variëren van kledingretailer, tijdsklok voor duivenmelkers/wedstrijden, israel-advertentie (herkenbaar?), airport parking, zilveren ringen, supermarkten Asda en Tesco (vergelijkende reclame), uitgeverij, omeletmaker, leenmaatschappij (geld lenen kost geld), campagne groep tegen windmolenpark, zonne-energie-opwekkers, cosmetische producten, prada retail.

Zie plaatje hieronder (klik voor vergroting), klik voor de directe site hier:

Prada Retail UK Ltd
A national press ad, in the Times, for Miu Miu featured the model Kasia Struss sitting on a chair in front of a mirror, holding a handbag in her lap, and wearing a low-cut, sleeveless dress which exposed her arms, shoulders and décolletage.

News Group Newspapers Ltd
A national press reader promotion for cosmetic products. The front-page flash stated "FREE EYE MAKE-UP KIT WORTH £24”. Inside the paper, text stated “... To claim your free Fabulous Models Own make-up kit, simply collect TWO out of the three tokens ... then collect your kit from any participating Tesco store* ... Terms and conditions apply". Small print down the side of the page stated “*Includes Tesco supermarkets and Extra stores only. Excludes selected Metro, Express stores and petrol...

Joju Ltd
An ad, in a magazine about sustainable living, was headed "Joju Ltd we design and install solar electricity systems". Further text stated "It has never been a better time to invest in a solar photovoltaic system". A testimonial read "‘If you own a house and can afford the investment, you'd be crazy not to cash in.’ Feed-in tariff sceptic, George Monbiot".

Save Berkeley Vale
A leaflet for the campaign group Save Berkeley Vale, stated "PLANNING APPLICATION ... for Four 120m Wind Turbines at Standle Farm, Stinchcombe ... COMMENTS / OBJECTIONS SHOULD BE MADE NOW ...". The leaflet included a mock up photo, which featured a country landscape with four wind turbines. Text on the photo stated "View from Wick Lane".

Tesco Stores Ltd
A national press ad for Tesco showed a selection of fresh food products; their prices at Tesco and the prices of the same or equivalent products at Asda. Text in a roundel stated "Total Tesco Saving £4.91". Text stated "One place you won't find your fresh food for the weekend? In the Asda Price Guarantee".

Stevenage Homes
A leaflet, for a loan company, was headlined "Don't be tempted by doorstep lenders ...". Text beneath stated "As Christmas is fast approaching you may be starting to think about how you can afford to buy everything you want. Remember the greatest gift you can give your family is the roof over their head. Your rent is your main priority so please think carefully about committing your family to any loans. Beware of doorstep lenders and loan sharks who charge extortionate levels of interest as

sit-up Ltd
A teleshopping ad shown on Price Drop TV, for an omelette maker, showed the product being used to cook various foods, including a pie. At the end of the presentation several pies and a pizza were shown next to the product and a close up showed a cross-section of a pie in detail.

Canonbury Publishing Ltd
A mailing, for a home-working scheme, offered a free CD-ROM and step-by-step manual to the first 200 respondents. The ad included an interview with a previous client who claimed to have "made over £100,000 in an hour online". A screenshot showed a PayPal account for one day and displayed a total income of £3,732.73. Text below the table stated "Not bad huh? That's £3,732.73 - in one day!". The ad repeatedly claimed that customers could make between £200 and £500 per mon

ASDA Stores Ltd
Voice-over in a TV ad for ASDA stated “... we now guarantee that your comparable grocery shopping will be at least 10% cheaper than the other big supermarkets or we’ll give you the difference ... About half of your weekly grocery shop is comparable with the other big supermarkets and all of that is covered by the Asda price guarantee.” On-screen text stated “mySupermarket.co.uk and independent data, exclusions apply. Vs Tesco, Morrisons, Sainsbury’s & Waitrose. Min purchase 8 items...

Airport Parking and Hotels Ltd
Two direct mailings for an airport parking company: a. The first mailing featured an illustration of a computer with a Santa hat on. Text on the screen stated "SAVE 20% ON AIRPORT PARKING". Text on the reverse of the mailing, under the headline "Previous Customers Save up to 20% on Airport Parking", stated "2011 Airport Parking Make the most of your Early Booking Discount; pre-book APH Gatwick, APH Manchester, APH Birmingham or Quality Airport Parking Heathrow 3 months or more in advance an

Coloured Rocks Ltd
A falling price auction for a morganite sterling silver ring included an on-screen graphic, indicating the current stock level, that stated "last 7". The on-screen stock level fell as and when an item was bought and continued to drop until all seven items had been sold. During the auction the presenter talked about the item and referred to the number of items remaining, including “three buyers left”, “final two” and “One chance left”.

Israeli Government Tourist Office
A poster, for travel to Israel, was headlined “Historical Treasures”. Text below stated “THINKISRAEL.COM/GEMS”. Further text stated “Few places pack as many hidden gems into such a small space. From the magical mystery of Jerusalem to the rich cultural experiences of the Dead Sea, the energy and excitement of Tel Aviv to the sun and relaxation of Eilat. The ideal year-round destination”. Smaller text below an image of the Western Wall stated “East Jerusalem. The Western Wall. One of the man

Deister Electronic (UK) Ltd
An ad, for an electronic timing system (ETS) for racing pigeons, in a magazine for pigeon fanciers, was headlined "UNIKON Over 60,000 systems worldwide No.1 Worldwide. No.1 in the UK The most advanced ETS available today". Further text stated "... It is truly the most advanced ETS available today." Further text described details of other UNIKON products. Text in a side panel was headlined "You can't go wrong with UNIKON The champion ETS Simply the Best!" and continued "For unbeatable after...

Damartex UK Ltd
A direct mailing, for a clothing catalogue retailer, stated “Designated finalist in our 5 WINNERS OF 5 X £1000 Pocket the Cheque Prize Draw Strictly confidential!! Confirmation of your status is enclosed! ... 5 names to be selected, as winners will each receive a cheque for the sum of £1,000.00!”. The mailing included a list headed “OFFICIAL EXTRACT LIST OF FINALISTS”; the complainant’s details appeared in the list. Text below stated “REMINDER: The first 5 people drawn as winners in the ‘5 x...

RB 806

Melk goed voor elk

RCC 23 maart 2011, Dossiernummer: 2010/00856 (Campina melk - Lekker gezond(er))

Reclamerecht. Gezondheidsclaim. Mededeling op Campina halfvolle melk literverpakking dat melk “een betere vetzuursamenstelling en dus een betere voedingswaarde” heeft. Klager acht dit misleidend nu niet is aangegeven waarmee wordt vergeleken. De formulering “betere voedingswaarde” wekt valse verwachtingen met betrekking tot het product, aldus klager.

De mededeling, waarin het bestaan van een verband tussen een (bestanddeel van een) levensmiddel en de gezondheid wordt gesteld, moet worden aangemerkt als een gezondheidsclaim in de zin van artikel 3 lid 1 Reclamecode voor voedingsmiddelen (RVV) jo. art. 2 lid 5 van EG-verordening nr. 1924/2006 (zgn. Claimsverordening). De RCC wijst de klacht af.

Samengevatte weergave: Ingevolge de overgangsregeling van artikel 28 lid 6 aanhef en onder b van Claimsverordening mogen gezondheidsclaims die nog niet in een lidstaat zijn beoordeeld en zijn toegestaan verder worden gebruikt, mits voor 19 januari 2008 een aanvraag als bedoeld in die verordening is ingediend. De RCC acht voldoende aannemelijk gemaakt dat adverteerder met betrekking tot de gezondheidsclaim tijdig de in deze bepaling bedoelde aanvraag heeft ingediend en dat daarop nog niet is beslist. Dit brengt mee dat op het moment dat de onderhavige reclame-uiting werd gepubliceerd het aan adverteerder was toegestaan de bestreden gezondheidsclaim te gebruiken.

Ook de klacht dat door de verpakking ten onrechte de indruk wordt gewekt dat Campina halfvolle melk gezonder is dan andere vergelijkbare melkproducten faalt nu volgens de RCC "voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk is dat in de op de verpakking opgenomen voedingswaardetabel de gemiddelde voedingswaarde per 100 ml van Campina halfvolle melk wordt vergeleken met de voedingswaarde van andere halfvolle melk."

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf)

EG-verordening nr. 1924/2006 (zgn. Claimsverordening)
Reclamecode voor voedingsmiddelen (RVV)

RB 795

Parkeerservice Schiphol - mededeling te absoluut door ontbreken voorbehoud

RCC 16 maart 2011, dossiernr. 2011/00070 (Parkeerservice Schiphol)

Reclamerecht. Central Parking en BijSchipholParkeren.nl (BPS) adverteren op de websites www.centralparking.nl en www.bijschipholparkeren.nl voor het tegen een vergoeding overdekt parkeren van de auto van reizigers in de hun parkeergarages. Op klacht van vliegveld Schiphol. Misleidend omtrent beschikbaarheid parkeerlocaties. Afwijzing klacht dat door gebruik aanduiding "Schiphol" op verwarringwekkende wijze aanhaakt bij  naam, merken en diensten van Schiphol, ook geen vergelijking diensten Schiphol. Verzoek verspreiding beslissing als Alert afgewezen.

Schiphol laat eigen recherchedienst en extern bedrijfsrecherchebureau onderzoek instellen naar activiteiten van Central Parking en BPS. Uit rapport volgt dat parkeren van auto's niet gebeurd conform uitingen op de sites. Schiphol klaagt (1) diverse uitingen op sites zijn misleidend, (2) ten onrechte de indruk gewekt dat zij aan Schiphol gelieerd zijn en profiteren op verwarringwekkende wijze van goede naam en merken Schiphol, en (3) uitingen waarover wordt geklaagd een ontoelaatbare vergelijkende reclame vormen. Verzoek om de beslissing van de Commissie als Alert onder de aandacht te brengen van breed publiek.

Verweer: door softwarefout en piekdrukte (herfstvakantie) is de incidentele situatie ontstaan dat meer reserveringen zijn geaccepteerd dan aantal beschikbare parkeerplaatsen. Er wordt niet structureel op deze wijze gehandeld. De aanduiding "Schiphol" wordt alleen gebruikt als geografische aanduiding. Websites wekken niet de indruk dat Central Parking en BPS gelieerd zijn aan Schiphol.

Commissie: fout in software en piekdrukte zijn omstandigheden die voor rekening komen van Central Parking en BPS. Mededeling is te absoluut door het ontbreken van een voorbehoud ten aanzien van beschikbaarheid parkeerlocaties. Wijst klacht toe.

3. Wat hiervan zij, deze omstandigheid dient naar het oordeel van de Commissie voor rekening van adverteerders te komen. Nu op de websites geen enkel voorbehoud daaromtrent is opgenomen, moeten consumenten erop kunnen vertrouwen dat hun auto wordt geparkeerd op de bij de reservering afgesproken parkeerlocatie. Het had op de weg van Central Parking en BSP gelegen klanten door middel van een voorbehoud of melding op hun websites te informeren zodra bleek dat gedurende langere tijd sprake was van overboekingen, ook al was de oorzaak daarvan adverteerders nog niet bekend.

4. Door het ontbreken van een voorbehoud ten aanzien van beschikbaarheid van de aangeboden parkeerlocaties acht de Commissie de mededelingen betreffende de te reserveren parkeerlocaties op de websites www.centralparking.nl en www.bijschipholparkeren.nl te absoluut en daarom in strijd met artikel 8.2 aanhef en sub b NRC. Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over het afnemen van een dienst van adverteerders te nemen dat hij anders niet had genomen, zijn de bestreden websites misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Afwijzing overige klachten: Gebruik aanduiding "Schiphol" toelaatbaar. Aanduiding wordt gebruikt als aanduiding van de plaats waar de aangeboden parkeerdiensten worden uitgevoerd. Verder geen sprake van specifieke vergelijking van diensten Central Parking en BPS met die van Schiphol. Geen aanleiding om beslissing als Alert te verspreiden.

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf).

Regeling: NRC art. 2, 7, 8.2, 8.3, 8.5 en 13
Alert-verspreiding

RB 765

CVB reclame NL Energie blijft oneerlijk, ontoelaatbaar en misleidend

CVB  25 maart 2011, dossiernr. 2011/00075. (vervolg op RB 678 en de uitspraak achter RB 754); ook uitspraak in dossiernr. 2011/00076 (gelijk aan onderstaand oordeel), 2011/00076A (afwijzing klacht door CVB),  2011/00076C (veroordeling CVB)

Reclamerecht. Misleidende en vergelijkende reclame. In een televisiecommercial van NLEnergie wordt gezegd dat een groot Duits energiebedrijf sinds kort eigenaar van Essent is en de voor de overname betaalde 8,5 miljard wil terugverdienen. Op verzoek van Essent heeft de Commissie op 18 februari j.l.  geoordeeld dat de televisiecommercial ten onrechte de indruk wekt dat door de overname van Essent haar tarieven omhoog gaan of zijn gegaan. Ook is de televisiecommercial misleidend nu niet blijkt dat de mededeling “de goedkoopste” specifiek betrekking heeft op een prijsvergelijking met Essent. Later heeft de Commissie een vergelijkbare uitspraak gedaan naar aanleiding van klachten van particulieren.

Grieven: Ten eerste: onvoldoende aannemelijk gemaakt dat overname Essent tot hogere tarieven heeft geleid. Geleverde bewijs niet afdoende betwist. Essent is de duurste geworden van de grootste drie; dus geen oneerlijke reclame. Voldoen aan de eisen art. 13 NRC en vergelijkbare zaak (2007.0474) waarin de klacht is afgewezen. Ten tweede: Ook in 2009 prijsvergelijking en die klachten ook afgewezen. Uitsluitend vergelijking met Essent, geen stelling of suggestie dat NLEnergie goedkoopste is. Consument wordt juist geïnformeerd. Ten derde: Beslissing van de Commissie met betrekking tot de printreclame is gebaseerd op twee onjuiste aannames, die in samenhang bezien tot gevolg hebben dat in de energiiemarkt geen reclame meer voor variabele producten zou worden gemaakt. Prijs van energie is afhankelijk van marktomstandigheden.

College...

...ziet geen grief tegen de overweging dat van de commissie dat de indruk wordt gewekt dat tgv overname de tarieven van Essent omhoog (zijn ge)gaan. Dit is niet zo is bedoeld, echter strookt niet met de uitleg die de gemiddelde consument eraan zal geven (r.o. 5.2). Verder ziet het college geen aanleiding om aan te nemen dat commissie bepaalde stukken of stellingen buiten beschouwing heeft gelaten. Aan dossiernr. 07.0474 ligt een impliciete vergelijking ten grondslag; in dit geval wordt de concurrent uitdrukkelijk genoemd, er is dus sprake van een wezenlijk andere uiting (r.o. 5.3). Daarbij wijzigt jaarlijks de rangorde van goedkoopste aanbieder en dit biedt onvoldoende houvast om de overname van Essent door RWE hieraan schuld te geven. Ook de oliemarktprijzen zijn van belang (r.o. 5.4).

Op grond van het voorgaande is ten onrechte de indruk gewekt dat tengevolge van de overname van Essent door RWE de tarieven van Essent omhoog gaan of zijn gegaan. Situatie is niet onder werkking van 8.2 aanhef en onder d NRC, nu geen sprake is van onjuist informatie over eigen productprijs. Onjuiste en voor Essent negatieve indruk die de tv-commercial wekt (overnamekosten wordt op consument verhaald). Economische gedrag van gemiddelde consument verstoren, strijd met professionele toewijding in de zin van art. 7 en misleidend ex art. 13 aanhef en onder a NRC (r.o. 5.6). De mededeling "de goedkoopste" lijkt op zichzelf te staan, het is geen vergrotende (goedkoper), maar overtreffende trap (goedkoopst). De tag-on vermeld niet dat enkel wordt vergeleken met Essent (r.o. 5.7).

Commissie is uitgegaan van instaptarief, voor nieuwe klanten en een basistarief. Er  dient wel een objectieve vergelijking ex 13 aanhef en onder c NRC plaats te vinden (r.o. 5.10).

Nu NLEnergie in de printreclame geen informatie heeft opgenomen over het feit dat in de prijsvergelijking prijen van haar worden genoemd waaraan een tijdelijke berekeningsmethode ten grondslag ligt die afwijkt van de wijze waarop de prijzen van bestaande klanten worden berekend, en zij niet duidelijk maakt dat ook bij nieuwe klanten na verloop van tijd de prijzen op dezelfde wijze als bij bestaande klanten worden berekend, zijn de hier bedoelde uitingen in strijd met artikel 13 aanhef en onder c NRC. Het College onderschrijft derhalve het gelijkluidende oordeel van de Commissie. Voorts onderschrijft het College het oordeel van de Commissie dat in de reclame ten onrechte een bedrag wordt genoemd dat de consument bespaart door over te stappen naar NLEnergie. Het noemen van een vast en nauwkeurig bedrag dat men gerekend over een jaar kan besparen door over te stappen op het product van NLEnergie is alleen juist indien de tarieven in dat jaar niet wijzigen. Nu vaststaat dat sprake is van variabele, regelmatig wijzigende tarieven, dient de printreclame in zoverre misleidend en daarmee oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC te worden geacht. Voorts is alduss sprake van ongeoorloofde vergelijkende reclaame in de zin van artikel 13 aanhef en onder a NRC.

Lees de uitspraak hier (link), hier (RCC pdf), hier (zuivere pdf) en hier (site RCC pdf) Essent overweegt om een civielrechtelijke schadeclaim in te dienen, zie hier.

Regeling: NRC (nieuw) art. 7, 8.2 onder d, 13 aanhef en onder a, c.

RB 764

KNMP: impliciete vergelijking met traditionele apothekers

RCC 3 maart 2011, dossiernr. 2011/00072 (KNMP tegen De thuisapotheek) Met dank aan mr. F. Moss, KNMP

Reclamerecht. Uitspraak nav klacht van Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter Bevordering der Pharmacie (KNMP). In nieuwsbrieven en in antwoorden op Frequently Asked Questions (FAQ) komt tot uiting dat er kostenloze bezorging thuis, op het werk of op vakantie in Nederland plaatsvindt door De Thuisapotheek. Impliciete vergelijkende reclame, vind KNMP, waarin adverteerder zich afzet tegen traditionele apothekers (13 sub a en e NRC), met gratis bezorging wil zij zich profileren terwijl alle apothekers gratis bezorgservice hebben. Ook wordt de suggestie gewekt dat bestaande apotheken minder kennis zouden hebben van medicatie voor chronische aandoeningen door de woorden "als geen ander". Strijd met art.7 en 2 NRC met het fatsoen.

Verweer; uitgangspunt bij KNMP is medicijnen ophalen, bezorgen kan vaak binnen een verzorgingsgebied. Slechts gratis binnen dat gebied of gebonden aan voorwaarden. Steekproef laat zien dat serviceniveau van traditionele apotheken niet kan tippen aan de door De Thuisapotheek geboden bezorgservice.

Commissie: Er is geen vergelijkende reclame, geen impliciete verwijzing naar concurrenten of zodanig dat er sprake is van vergelijkende reclame (art. 13 NRC). Kostenloze bezorging in heel nederland is niet onjuist, dus geen misleiding. "Als geen ander" - in het dagelijks spraakgebruik - wijst naar gespecialiseerde deskundigheid, niet gesteld of gesuggereerd dat de traditionele apotheken geen of minder kennis beschikken. Geen strijd met fatsoen.

2. naar het oordeel van de Commissie dienen de mededelingen van De Thuisapotheek omtrent de bezorging van medicijnen en de daaraan verbonden kosten niet te worden opgevat als vergelijkende reclame in de zin van artikel 13 NRC. In de reclame-uitingen prijst De Thuisapotheek in algemene zin haar diensten aan. daarbij wordt niet specifiek naar concurrenten of hun diensten verwezen. Evenmin worden die concurrenten impliciet genoemd op zodanige wijze dat sprake is van vergelijkende reclame. Het beroep op artikel 13 moet derhalve worden afgewezen.

3. Ter beoordeling staat vervolgens de vraag of de aanprijzing van de diensten van De Thuisapotheek, waaronder kostenloze bezorging van medicijnen in heel Nederland aan mensen met een chronische aandoening misleidend moet worden geacht. Naar het oordeel van de Commissie is dat niet het geval. De Thuisapotheek heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat gratis bezorging op elk willekeurig adres in Nederland aan alle ingeschreven patiënten plaatsvindt, zodat de mededelingen hieromtrent in de bestreden uitingen niet onjuist zijn.

4. Naar het oordeel van de Commissie moet de mededeling "omdat wij alleen medicijnen verstrekken aan mensen met een chronische aandoening, kennen we als geen ander de medicijnen die daarbij horen én we weten welke bijwerkingen er kunnen zijn" worden beschouwd als een mededeling betreffende de gespecialiseerde deskundigheid van De Thuisapotheek danzij de ervaring die bestaat met medicijnen voor chronisch zieken, en zal de mededeling door de gemiddelde consument ook als zondanig worden opgevat. De zinsnede "als geen ander" heeft in het dagelijks spraakgebruik niet per definitie de betekenis dat men met uitsluiting van anderen iets als enige en/of het beste kan. Met de bestreden mededeling "als geen ander" wordt, mede gelet op de context waarin deze mededeling wordt gedaan, niet gesteld of gesuggereerd dat traditionele apotheken geen of minder kennis bezitten op het gebied van medicatie voor chronisch zieken.

5. Nui in de uitingen naar het oordeel van de Commissie niet de suggestie ligt besloten dat de consument slechter af zou zijn bij de traditionele apotheker dan bij De Thuisapotheek is, mede gelet op hetgeen hiervoor is geoordeeld, van misleiding geen sprake. De Commissie acht de uitingen evenmin strijdig met het fatsoen als bedoeld in artikel 2 NRC.

Lees de uitspraak incl. de uitingen hier (pdf), hier (link) en hier (doorzoekbare pdf)

Regeling: NRC (nieuw) art. 2, 7 en 13 (sub a en e)