RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Berichten Reclamerecht  

RB 1276

Het systeem van megastallen

RCC 7 december 2011, dossiernr. 2011/01140 (Milieudefensie Dieren in megastallen)

Het betreft een radiocommercial en een filmpje op de website van Milieudefensie (en You Tube) waarin bezwaar wordt gemaakt tegen megastallen.

Klacht: Er bestaat geen feitelijke of wetenschappelijke onderbouwing voor de bewering en ten onrechte wordt in de uitingen een relatie gelegd tussen het houden van dieren in megastallen en strafbare handelingen door veehouders.

In de uitingen wordt het systeem van megastallen aangeklaagd, bij Monde van Martin Gaus. De kwalificatie "dierenmishandeling in het groot" overschrijdt niet de grens van het toelaatbare. Er worden geen individuele veehouders die megastallen bezitten beschuldigd. De klacht wordt afgewezen.

Commissie

In de bestreden uitingen wordt bij monde van Martin Gaus door Milieudefensie stelling genomen tegen het systeem van megastallen en worden luisteraars en kijkers opgeroepen te tekenen tegen megastallen. Het staat Milieudefensie in beginsel vrij haar mening over megastallen te geven en de wijze waarop Milieudefensie dat in de onderhavige reclame-uitingen doet, acht de Commissie niet van dien aard dat sprake is van strijd met de Nederlandse Reclame Code (NRC).  Door Milieudefensie is voldoende onderbouwd dat de leefomstandigheden van dieren in megastallen leiden tot ernstig en langdurig ongerief bij deze dieren. Naar het oordeel van de Commissie overschrijdt de kwalificatie “dierenmishandeling in het groot” die Milieudefensie hieraan geeft, niet de grenzen van het toelaatbare. Daarbij speelt een rol dat het in het kader van een maatschappelijk debat, waarin de onderhavige reclamecampagne gevoerd wordt, niet ongebruikelijk is een standpunt in scherpe bewoordingen duidelijk te maken. De Commissie acht voldoende duidelijk dat de uitingen geen beschuldiging inhouden van het plegen van strafbare feiten door individuele veehouders die dieren in megastallen houden.
RB 1275

Consumentenautoriteit gaat scherp toezien op onbetrouwbare webwinkels

Uit't nieuwsbericht: De Consumentenautoriteit gaat scherp toezien op onbetrouwbare webwinkels. Dit maakte de toezichthouder bekend bij de presentatie van haar Agenda 2012-2013. Bernadette van Buchem, directeur Consumentenautoriteit: “Steeds meer consumenten kiezen voor het gemak van online shoppen. Het aantal klachten over webshops die het bestelde product niet leveren of die het geld niet terugbetalen als men binnen de wettelijke termijn van de koop afziet neemt navenant toe. De Consumentenautoriteit wil snel optreden tegen webshops die de regels overtreden met als doel de consumentenschade te beperken en het vertrouwen te herstellen. De signalen die wij ontvangen via ons loket ConsuWijzer zijn daarbij belangrijke inbreng.” De andere speerpunten voor de komende periode zijn misleidende en agressieve telemarketing en misleidende reisprijzen.

1. Webwinkels
2. Misleidende en agressieve telemarketing
3. Misleidende prijzen reisbranche
4. Vooronderzoek en monitoring

5. Autoriteit Consument en Markt

1. Webwinkels
Met de toename van de online aankopen neemt het aantal vragen en klachten van consumenten ook toe. Deze betreffen met name:

  • dat bestelde producten niet worden geleverd
  • dat het herroepingsrecht niet correct wordt nageleefd
  • dat bepaalde webshops niet bereikbaar zijn voor vragen of klachten

De Consumentenautoriteit wil snel optreden tegen webwinkels die schade veroorzaken bij consumenten doordat zij de regels niet naleven. De toezichthouder kan bijvoorbeeld consumenten waarschuwen of ervoor zorgen dat een website uit de lucht wordt gehaald. Ook gaat de Consumentenautoriteit ondernemers voorlichten over de geldende regels.
Meer informatie over het aandachtsgebied webwinkels

2. Misleidende en agressieve telemarketing
Via het informatieloket ConsuWijzer melden veel consumenten vooral last te hebben van agressieve telefonische werving voor energie- en telecomcontracten, puzzelboekjes of goede doelen. De informatie die zij ontvangen is vaak verwarrend of onvolledig, waardoor zij soms ongewild een overeenkomst hebben afgesloten. De Consumentenautoriteit wil hier een eind aan maken door zowel met de sector af te spreken dat de regels beter worden nageleefd als op te treden tegen bedrijven die de regels overtreden.

Meer informatie over het aandachtsgebied misleidende en agressieve telemarketing

3. Misleidende prijzen reisbranche
Bij het online boeken van een reis of vliegticket blijkt er vaak een groot verschil te zijn tussen de prijs waarmee wordt geadverteerd en de prijs die de consument uiteindelijk moet betalen. Tijdens het boekingsproces wordt de consument vaak geconfronteerd met allerlei onverwachte kosten als reserveringskosten. De Consumentenautoriteit kan optreden tegen ‘lokprijzen’ en sancties opleggen. Daarnaast zal de toezichthouder samen met de betrokken organisaties de kennis bij de bedrijven over de geldende regels voor prijstransparantie bevorderen.

Meer informatie over het aandachtsgebied misleidende prijzen reisbranche

4. Vooronderzoek en monitoring
De Consumentenautoriteit start twee vooronderzoeken:

1. naar garantie en conformiteit bij mobiele telefoons
2. online games en jonge consumenten
Deze onderzoeken zijn erop gericht om o.a. via ConsuWijzer signalen te verzamelen en zo in kaart te brengen of er mogelijk sprake is van sectorbrede consumentenproblemen en zo ja, wat daarvan de omvang is.

Meer informatie over de vooronderzoeken

5. ACM
De Consumentenautoriteit gaat per 1 januari 2013 samen met de NMa (Nederlandse Mededingingsautoriteit) en OPTA (Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit) verder onder de naam ACM (Autoriteit Consument en Markt). De nieuwe toezichthouder wil markten laten werken om de belangen van consumenten te waarborgen. Hiertoe richt de ACM zich op drie pijlers: consumentenbescherming, sectorspecifiek markttoezicht en mededingingstoezicht. Deze agenda zal een belangrijke basis vormen voor de werkzaamheden van de consumentendirectie van de ACM.

Download de Agenda 2012-2013 van de Consumentenautoriteit (pdf, 25MB)

RB 1274

Veiligheidswaarschuwing: terugroep Massive klassieke kroonluchter

VWA veiligheidwaarschuwingen Philips constateert dat een klein aantal klassieke kroonluchters van het merk Massive niet voldoet niet aan de kwaliteitseisen. Het gaat om de O-ringen aan beide uiteinden van de ketting, waarmee de kroonluchter aan het plafond hangt, die zouden kunnen breken. Als dit gebeurt kan de kroonluchter naar beneden vallen.

RB 1273

Onjuiste cijfers over rechtspraak

Uit't persbericht. Incassobureau Intrum Justitia heeft recent een persbericht uitgegeven met onjuiste cijfers over de rechtspraak. Bij de aankondiging van een overeenkomst met een online arbitrage-instituut, gaf het bedrijf aan 'bijna acht keer sneller' een proces te kunnen afronden dan bij de rechtbank.

'De traditionele rechter heeft gemiddeld 62 weken nodig voor de afronding van een proces', schrijft Intrum Justitia in zijn persbericht. Het bedrijf beroept zich daarbij op cijfers uit het jaarverslag van de Rechtspraak die niet alleen betrekking hebben op incassozaken. In werkelijkheid duurt de afhandeling van incassozaken gemiddeld 16 weken. Van een lang en slepend proces, zoals het bedrijf suggereert, is geen sprake.

Lees meer hier.

RB 1272

Jaarlijkse griepprik

RCC 22 december 2011, dossiernr. 2011/01042 (Griepprik)

Het betreft mededelingen met betrekking tot de “jaarlijkse griepprik”: een gerichte brief van een huisarts, op de website RIVM.nl en folders die van de site gedownload kunnen worden.

Klacht: Voor zover de door huisartsen en/of verweerder verspreide informatie als reclame dient te worden aangemerkt, stelt klager, kort weergegeven, dat sprake is van misleidende reclame met een gezondheidsclaim, die niet conform de huidige wetenschappelijke criteria is onder­bouwd. Klager verwijst naar een informatiebron (een artikel in het Pharmaceutisch Weekblad) waarin de effectiviteit van de griepprik ter discussie wordt gesteld.

De klacht wordt afgewezen met een uitgebreide bespreking als volgt:

2. Voor zover het de informatie betreft die in de brief van een huisarts staat, komt het de Com­missie voor dat verweerder voor deze uiting niet verantwoordelijk is. Overigens is de Commissie van oordeel dat deze brief niets anders dan een oproep aan de geadresseerde bevat om de griepprik te komen halen, met de reden waarom de griepprik aan de geadresseerde wordt aangeboden, te weten het behoren tot een risicogroep. Nu in deze oproep elke vorm van aanprijzing ontbreekt, is geen sprake van reclame in de zin van de artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Los daarvan merkt de Commissie op dat het tot de zorgplicht van de huisarts behoort om patiënten die tot een risicogroep beho­ren de mogelijkheid te bieden tot het krijgen van een griepprik. Het aanbieden van deze griepprik kan, zoals verweerder voldoende heeft onderbouwd, op basis van de huidige stand van de wetenschap gerechtvaardigd worden geacht. Niet valt in te zien waarom huisartsen onder deze omstandigheden geen oproep aan patiënten zouden mogen sturen in verband met het krijgen van de griepprik.

3. Ten aanzien van de informatie op de website www.rivm.nl is de Commissie eveneens van oordeel dat geen sprake is van een aanprijzing in de zin van artikel 1 NRC. De informatie op deze website dient te worden beschouwd als een toelichting van zuiver feitelijke aard op
de griepprik en de reden waarom deze wordt aangeboden. Dat daarbij in bepaalde opzichten wordt gewezen op po­sitieve aspecten van de griepprik, te weten de vermindering van de kans op griep en de aan griep verbonden risico’s, leidt niet tot een ander oordeel. Het gaat
om informatie waarin uitsluitend wordt verantwoord waarom de griepprik wordt aangeboden.
 
4. Overigens geldt ook ten aanzien van de bestreden uitingen op de website dat op grond van hetgeen verweerder gemotiveerd heeft aangevoerd, de informatie die daarop over de griepprik wordt gegeven, geacht moet worden te zijn opgesteld overeenkomstig de huidige stand van de weten­schap. Naar het oordeel van de Commissie bevat de informatie op de website niets anders dan een voor de patiënt begrijpelijke weergave van de geldende weten­schappelijke opvattingen op dit terrein, teneinde de consument de noodzakelijke informatie over de griepprik te bieden. Dat blijkbaar ook anders kan worden gedacht over het te ver­wach­ten effect van de griepprik, doet voor het onderhavige geschil niet ter zake, nu dit op grond van het voorgaande niet tot het oordeel kan leiden dat de bestreden uitingen in strijd met de Neder­landse Reclame Code zijn.
RB 1271

Herleef de passie. Begin een affaire.

RCC 16 december 2011, dossiernr. 2011/01080 (vreemdgaan / scheidingen oproep minnaar / minnares te nemen bij relatie)

Afwijzing, maar wel leuk om te vermelden.

Het betreft een radioreclame waarin een vrouw het volgende zegt:
“Heb je een relatie maar is de spanning verdwenen?
Wanneer heb je voor het laatst gehoord dat je aantrekkelijk en begeerlijk bent?
Mis je de romantiek en de aandacht?
Ga naar victoriamilan.nl.
Een nieuwe website voor wie in een relatie zit, maar op zoek is naar een discrete minnaar of minnares.
Herleef de passie. Begin een affaire.
Victoriamilan.nl”.
 
De klacht: Een reclame met de oproep om een minnaar of minnares te zoeken, wanneer de spanning uit je relatie is, vindt klaagster in strijd met de goede zeden. Bovendien luisteren ook kinderen naar de radio; zij krijgen de indruk dat “dit soort dingen normaal zijn”. Ook om deze reden is de uiting in strijd met het fatsoen of de goede zeden.

RCC: Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met het fatsoen en/of de goede zeden stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van die criteria.
Met betrekking tot de onderhavige uiting stelt de Commissie voorop dat het adverteerder vrij staat reclame te maken voor de door haar aangeboden dienst. De wijze waarop adverteerder dat in dit geval doet, acht de Commissie -voornoemde terughoudendheid in acht genomen- niet van dien aard, dat de Nederlandse Reclame Code wordt overtreden, ook niet voor zover de reclame wordt beluisterd door kinderen. Dat niet iedereen de uiting zal waarderen, leidt niet tot een ander oordeel.

RB 1270

Schonere brandstoffen

Vz RCC 22 december 2011, dossiernr. 2011/01233 (Tank en Autowascentrum - ZWART Milieuvriendelijke/schonere brandstoffen)

Op de website www.bpzwart.nl staat de volgende mededeling: “Na de verhuizing in 2000 naar de locatie aan de Ookmeerweg zijn we gaan samenwerken met BP en kunt u sindsdien bij ons terecht voor benzine, diesel, lpg en de milieuvriendelijke en schonere ultimate brandstoffen.”
 
Klager stelt dat de aanduiding “milieuvriendelijke en schonere” voor brandstoffen in strijd met de Milieu reclame Code (MRC) is. Voorzitter wijst de klacht toe op basis van artikel 2 MRC:

Niet in geschil is dat de aanduiding “milieuvriendelijke en schonere” voor brandstoffen in strijd met de MRC is. Meer in het bijzonder acht de voorzitter deze aanduiding in strijd met artikel 2 MRC.
 
De voorzitter neemt nota van het feit dat adverteerder de fout heeft erkend en gecorrigeerd. Dit kan evenwel niet tot een andere beslissing leiden nu klager de klacht heeft gehandhaafd. Tot slot doen zich geen feiten of omstandigheden voor die aanleiding zou kunnen geven voor een “openbare aanbeveling”, zoals klager verzoekt. Derhalve wordt beslist als volgt.

RB 1269

12x per uur snel naar Amsterdam

RCC 14 december 2011, dossiernr. 2011/01128 (Connexxion Van Zaandam 12 x per uur snel naar Amsterdam)

Het betreft de op een aantal bussen van Connexxion aangebrachte tekst “Van Zaandam 12x per uur snel naar Amsterdam”.
 
Er wordt, volgens klager,  gesuggereerd dat de bussen elk uur 12 keer rijden van en naar Amsterdam en Zaandam. Klager betwijfelt of dit ook ’s avonds, ’s nachts, in het weekend en op feestdagen het geval is, hoewel in de uiting geen beperking is opgenomen ten aanzien van de tijden waarop 12 keer per uur wordt gereden.

RCC wijst de klacht af:
Adverteerder heeft voldoende onderbouwd dat de frequenties van bussen van Connexxion op het traject Zaandam-Amsterdam, afhankelijk van het moment van de dag en van de week, varieerden van 12 keer per uur (weekend) tot 28 keer per uur (spits). Naar het oordeel van de Commissie is de gemiddelde, goed geïnformeerde consument  ervan op de hoogte dat openbaar vervoer per bus niet 24 uur per dag wordt aangeboden en de dienstregeling van bussen overdag anders is dan ’s nachts en in het weekend. De mededeling dat men “12 x per uur” van Zaandam naar Amsterdam kan reizen wordt daarom niet misleidend geacht, ook al wordt niet uitdrukkelijk in de uiting vermeld dat dit aantal niet geldt voor tijden buiten de reguliere dienstregeling.

RB 1268

De Halal-factuur

Strafrechter Rechtbank Breda 18 januari 2012, LJN BV1237 (Halalvleesfraude)

Als randvermelding. Uitspraak over fraude met facturen geeft aan hoe gewoon vlees opeens een Halal-stempel krijgt. (halal)vleesfraude. Valsheid in geschrift bij het opmaken van verkoopfacturen voor levering/verkoop van halalvlees aan bedrijven van de hoofdverdachte. Aan deze facturenstroom lag geen fysieke levering van vlees ten grondslag. De hoofdverdachte heeft deze facturen gebruikt voor het verkrijgen van zogenaamde halaltraceerbaarheidsformulieren.

Via NJD.

RB 1267

Overzicht november 2011

Faits divers. Het afgelopen jaar is er veel gepubliceerd, een aantal uitspraken hebben geen individuele vermelding op deze website gekregen en worden in een overzicht weergegeven: vandaag november 2011:

RCC 30 november 2011, 2011/00962 (Nuon aanvraagkosten EPA)

Adverteerder heeft gemotiveerd aangevoerd dat voorwaarde voor de toekenning van de bedoelde subsidie een Energie Prestatie Advies (EPA) is, waaruit volgt dat de Energie Indexering van de woning door het aanbrengen van de isolatie met minimaal 0,5 is verbeterd. Voorts heeft adverteerder meegedeeld dat de kosten die aan dit EPA zijn verbonden
€ 275,- bedragen.
 
Zonder dit EPA, waarvoor men normaal gesproken € 275,- dient te betalen, kan men derhalve niet de bedoelde subsidie verkrijgen. Om die reden is het naar het oordeel van de Commissie niet onjuist om de besparing van € 275,-, inhoudende een besparing van de kosten van dit EPA, een besparing op de aanvraagkosten voor de subsidie te noemen.

RCC 30 november 2011, dossiernr. 2011/00963 (YourHosting dommeinnaam verplicht extra services afnemen)

Gebleken is dat men, wanneer men een domeinnaam registreert bij adverteerder, daarnaast minimaal een ‘parkeer/doorlinkservice’ dient af te nemen. De service kost € 1,- per maand en is het eerste jaar gratis. Na het eerste jaar mag de domeinnaam en de parkeer-/doorlinkservice worden opgezegd.
 
Aldus is het mogelijk om voor de in de banner genoemde prijzen gedurende een jaar te beschikken over een domeinnaam (inclusief de bewuste service). Gelet hierop acht Commissie het niet ontoelaatbaar om in een banner met deze prijzen te adverteren. Uit door adverteerder overgelegde stukken is de Commissie voorts gebleken dat de in dit verband essentiële informatie voldoende duidelijk op de website wordt vermeld.

RCC 30 november 2011, dossiernr.2011/00965 (Kia Motors 5-deurs 3-deurs afbeelding; niet leverbaar)


In de reclame-uiting, die in ieder geval op 3 oktober 2011 (datum overgelegde afdruk) werd  gepubliceerd, wordt niet vermeld dat de genoemde vanaf-prijs geldt voor een 3-deurs uitvoering van de betreffende auto, die in Nederland pas leverbaar is vanaf januari 2012. De Commissie acht de informatie over het moment van levering (pas drie maanden later) dermate essentieel voor het nemen van een besluit om al dan niet de bewuste auto aan te schaffen, dat deze in de uiting had moeten worden genoemd, althans dat hiernaar had moeten worden verwezen. Gelet hierop is sprake van een omissie dan wel een te laat verstrekken van informatie als bedoeld in artikel 8.3 sub c van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
 
Nu in de reclame-uiting voorts een 5-deurs auto is afgebeeld, terwijl de genoemde prijs geldt voor een 3-deurs uitvoering, gaat de uiting tevens gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van één van de voornaamste kenmerken van het product als bedoeld onder b van artikel 8.2 NRC, te weten de uitvoering. In dit kader wijst de Commissie ook op haar Algemene Aanbeveling zoals genoemd onder ‘Algemene Aanbevelingen’ onder i (afbeelding van het aangeboden product).

RCC 30 november 2011, dossiernr. 2011/00975 (Trekpleister videobanden 30 minuten)

Naar het oordeel van de Commissie blijkt voor de gemiddelde consument uit de reclame-uiting voldoende duidelijk dat de genoemde prijs uitsluitend geldt voor videobanden met een speelduur van 30 minuten. In de advertentietekst staat duidelijk dat ‘bij video’s langer dan 30 minuten’ een ‘meerprijs’ wordt gerekend. Boven de genoemde prijs staat voorts de tekst: ‘Bijvoorbeeld, Video op DVD, speelduur per 30 minuten’. De asterisk bij de prijs verwijst naar de verwerkingskosten.
Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de Commissie de reclame-uiting niet misleidend. Dat de meeste videobanden – naar klager stelt - een langere tijdsduur hebben, heeft, gelet op de duidelijke vermelding van de in dit verband essentiële informatie, niet tot gevolg dat de uiting misleidend is. Evenmin acht de Commissie de uiting ‘niet reëel’, nu het, naar door adverteerder gemotiveerd is gesteld en door de Commissie niet onaannemelijk wordt geacht, ook zal voorkomen dat men (oude) videobanden wenst om te zetten die minder dan dertig minuten duren.

RCC 29 november 2011, dossiernr. 2011/01032 (Ziggo WIFI modem niet voor klager/internetsnelheid)

Verweerder stelt dat er meer dan een miljoen modems omgeruild dienden te worden. Omdat hierdoor de klantenservice en technische helpdesk te zwaar werden belast, is ervoor geko­zen een deel van de omwisseling tot nader order uit te stellen. Klanten zoals klager, van wie het huidige modem voldoende is om de internetsnelheid die hoort bij het abonnement te garan­deren, worden later omgezet naar het nieuwe modem.

Op zichzelf genomen staat vast dat verweerder de toezegging om “tussen mei en augustus”
een nieuwe modem bij klager te bezorgen niet is nagekomen. De voorzitter acht dit gegeven onvoldoende om de uiting misleidend te achten. Niet kan worden aangenomen immers dat de mededeling over de vervanging van het modem de gemiddelde consument ertoe brengt of kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet zou hebben ge­nomen. Daarnaast begrijpt de voorzitter uit de reactie van verweerder dat klager alsnog het beloofde modem, zij het met enige vertraging, zal ontvangen. Het had weliswaar op de weg van verweerder gelegen om klager hierover tijdig en volledig te informeren, maar het ont­breken van deze informatie brengt op grond van het voorgaande niet mee dat de uiting misleidend is.


CVB 29 november 2011, dossiernr. 2011/00690 (Extra inruilkorting euro 1.500, afwijzing bevestigd)

1. In de uiting staat: “Er is dan ook veel vraag naar gebruikte Qashqai’s”. “En dan stijgt uw auto vandaag ook nog eens flink in waarde! Wij doen u namelijk een uiterst aantrekkelijk inruilaanbod”.

Op grond van het voorgaande kan niet worden geoordeeld dat de mededelingen over de inruilpremie onjuist of misleidend zijn. Uitgaan­de hiervan en rekening hou­dend met enige, in reclame gebruikelijk te achten over­drijving, kan de me­dedeling dat sprake is van “een uiterst aantrek­kelijk inruilaanbod” evenmin onjuist of mislei­dend worden geacht. Hetzelfde geldt voor andere me­de­delingen waarin Nissan direct of indirect verwijst naar de inruilpremie, zoals “Qash met de Qashqai” en “geniet veel voor­deel” en “Uw Nissan Qashqai is vandaag in waarde ge­stegen” en “uw auto is geld waard”. De mededeling “Er is dan ook veel vraag naar gebruikte Qash­qai’s” kan evenmin tot het oordeel leiden dat sprake is van misleidende recla­me. Niet gebleken is dat deze mededeling onjuist is. Tot slot is het College van oor­deel dat niet valt in te zien waarom de mededeling “Ruil uw hui­dige Qashqai vóór 30 juni in voor een gloednieuw exem­plaar” kan meebrengen dat geen sprake is van “een uiterst aantrek­kelijk inruilaanbod”. De grieven tref­fen der­halve geen doel.

RCC 28 november 2011, dossiernr. 2011/00889 (Campina Grasboter / Sales promotion / 1x restitutie per klant)

Vast is komen te staan dat de actie “Nu € 1 retour” beperkt is tot terugbetaling van maximaal € 1 per adres. Naar het oordeel van de Commissie had deze beperking reeds op de actiesticker vermeld moeten worden, nu het essentiële informatie betreft waarover de consument had moeten worden geïnformeerd. Adverteerder kan er niet mee volstaan de consument die zich in een winkel bevindt voor deze informatie uitsluitend naar internet te verwijzen. Van de gemiddelde consument kan immers niet worden verwacht dat hij in een winkel via internet alle actievoorwaarden raadpleegt.

RCC 28 november 2011, dossiernr. 2011/00938 (V & D Canon SX210 €179,99, Airmiles inwisselen=50% korting)

Op pagina 3 van de folder staat: 50% korting op bijna alles!” en wordt naar het oordeel van de Commissie in voldoende leesbare letters verwezen naar “de voorwaarden en uitzonderingen” op “vd.nl/vipactie”.
Bij de klacht is een afdruk overgelegd van een overzicht van “uitzonderingen” op vd.nl. Hierin wordt genoemd: “elektronica”.
Nu in de folder uitdrukkelijk is vermeld dat de 50% korting niet op alle artikelen wordt gegeven en aangezien algemeen bekend mag worden verondersteld dat camera’s onder elektronica vallen, acht de Commissie de klacht ongegrond.  

RCC 24 november 2011, dossiernr. 2011/01018 (AD/drukwerk los in AD Nee/Ja-sticker;drukwerk in AD van abonnees)

Niet is weersproken dat het AD en de daarbij gevoegde reclamefolder uitsluitend bij betalende abonnees van het AD zijn bezorgd. Op grond hiervan dient de bedoelde reclame­bijla­ge te worden aangemerkt als onderdeel van het AD en derhalve niet als ongeadresseerd reclamedrukwerk. Nu de Code VOR niet van toe­passing is, kan de op die code gebaseerde klacht niet slagen.


VT RCC 22 november 2011, dossier 2011/00978 (KPN ongewenst geadresseerde reclame)

De voorzitter begrijpt dat uiteindelijk niet in geschil is dat klager in strijd met het bepaalde in artikel 5.2 Code Postfilter direct mail van afzender heeft ontvangen.
 
De voorzitter neemt nota van het feit dat afzender excuses heeft aangeboden en maatre­ge­len heeft genomen om herhaling te voorkomen. Nu klager evenwel de klacht heeft gehand­haafd, dient te worden beslist als volgt.

RCC 24 november 2011, dossiernr. 2011/00804 (Favoriete programma's tot 10 dagen terugkijken favoriete tv programma's tot 10 dagen terugkijken;Vz-aanbeveling bevestigd)

In de bestreden uiting wordt zonder voorbehoud ten aanzien van de omvang van het aanbod gezegd dat men met TV Gemist zijn favoriete programma’s tot 10 dagen kan terugkijken. Anders dan adverteerder stelt, wijst de aanduiding “favoriete programma’s” naar het oordeel van de Commissie niet op het bestaan van beperkingen in het aanbod, noch ter zake het aanbod van terug te kijken programma’s noch ten aanzien van de zenders waarvan programma’s kunnen worden teruggekeken. Daarbij komt dat allerlei programma’s tot de favoriete programma’s van een kijker kunnen behoren. Met de voorzitter acht de Commissie het gegeven dat het aanbod van andere aanbieders van uitzending-gemist-diensten ook niet alle programma’s omvat, onvoldoende om de gemiddelde consument bekend te veronderstellen met het bestaan van beperkingen in de door Ziggo aangeboden dienst, zeker niet nu de uiting zelf een andere indruk wekt. Dat een andere adverteerder mogelijk ook soortgelijke onduidelijkheid doet ontstaan, maakt dit oordeel niet anders. Ter zake de door adverteerder overgelegde uiting van een andere aanbieder kan nog worden opgemerkt dat – anders dan in de uiting van adverteerder - uitdrukkelijk wel de zenders zijn genoemd die onder de aangeboden dienst vallen.
 
Gelet op het vorenstaande is geen duidelijke informatie verstrekt over een van de voornaamste kenmerken van het aangeprezen product, te weten de van het gebruik van TV Gemist te verwachten resultaten, als bedoeld onder b van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

RCC 15 november 2011, dossiernr. 2011/00867 (Primera winkel Reclame tabak bij artikelen kind)

In artikel 5, lid 2 sub a van de Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 4 mei 2007, nr. VGP/ADT 2758655, houdende vaststelling van de Regeling tabaksreclame in of aan tabaksspeciaalzaken en tabaksverkooppunten, zijnde een ministeriële regeling, gebaseerd op artikel 5, lid 4 sub c, 3° van de Tabakswet en derhalve een wettelijk voorschrift, is bepaald dat tabaksreclame niet mag worden geplaatst in de directe omgeving van productgroepen die met name aantrekkelijk zijn voor jongeren onder de 16 jaar.
 
Nu, zoals is komen vast te staan, in de bewuste winkel tabaksreclame in de directe omgeving van een display met kinderboeken was geplaatst, heeft adverteerder gehandeld in strijd met het genoemde voorschrift.

RCC 15 november 2011, dossiernr. 2011/00738 (Gewichtloze olien bestaan niet, bevestiging VZ afwijzing)

Naar het oordeel van de Commissie kan de gemiddelde consument worden geacht te weten dat olie op zichzelf niet gewichtloos is. Gelet hierop is het niet aannemelijk dat deze consument de woorden “gewichtloze, voedende oliën” letterlijk zal opvatten. Mede nu in de uiting over “de nieuwe lijn van Dove Hair met gewichtloze, voedende oliën” wordt gezegd: “wordt direct opgenomen”, zal de gemiddelde consument begrijpen dat met de woorden “gewichtloze, (..) oliën” wordt bedoeld dat gebruik van het product er niet toe zal leiden dat het haar na gebruik zwaarder aanvoelt dan daarvoor. Aldus bezien is er geen sprake van een claim die niet wordt waargemaakt, zodat de klacht geen doel treft.

RCC 14 november 2011, dossiernr. 2011/00939 (www.bingocams.nl Hoe meer kaarten je koopt hoe vaker je wint aanzetten tot kopen van kaarten)

Adverteerder heeft de juistheid van de door klager gemotiveerd bestreden bewering “Hoe meer kaarten je koopt, hoe vaker je wint” niet aannemelijk gemaakt. Adverteerder erkent dat de tekst een onjuiste indruk kan geven en heeft deze inmiddels aangepast, in die zin dat men meer kans maakt om te winnen, naarmate men meer kaarten koopt.
 
Gelet op het bovenstaande acht de Commissie de uiting in strijd met de waarheid als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

RCC 14 november 2011, dossiernr. 2011/00873 (Online vergelijkende reclame bedragen Ziggo/UPC onjuist)

ad 1. Naar adverteerder heeft meegedeeld zijn de genoemde verschillen echter gebaseerd op een vergelijking met de bewuste providers van de vaste abonnementskosten ‘in totaal’ ‘over twee jaar’. Aldus is de mededeling in de uiting dat sprake is van een vergelijking ‘p/j’ (per jaar) met de genoemde providers onjuist.

ad2. Naar door klaagster onweersproken is gesteld, bevatten de pakketten van de providers waarmee wordt vergeleken minimaal 60 televisiezenders, terwijl Online slechts 24 zenders biedt.
 
De Commissie is van oordeel dat deze informatie voor de consument essentieel is om een goed geïnformeerd besluit te nemen over het al dan niet afsluiten van een abonnement bij adverteerder. Daarom had deze informatie in de uiting had moeten staan.

RCC 10 november 2011, 2011/00917 (algemeen dagblad Elektrische kindertandenborstel bij AD/ 10 weken AD kopen)

Gesuggereerd wordt dat men bij aankoop “morgen” van het AD een elektrische kindertandenborstel ontvangt. Dit blijkt niet het geval te zijn; men dient 10 weken lang de krant te kopen om stempels of zegels te verzamelen. De uiting is misleidend.

Uit de televisiereclame valt naar het oordeel van de Commissie voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk op te maken dat men dient te sparen voor het ontvangen van een kindertandenborstel. Gezegd wordt “Spaar mee” en deze woorden verschijnen ook in beeld. In de uiting ligt niet de suggestie besloten dat men de tandenborstel zou ontvangen na enkele aankoop van één exemplaar van het AD. In de uiting wordt gezegd “Koop morgen het AD”, maar deze mededeling verwijst kennelijk naar nadere informatie in die krant over de onderhavige actie. Zo bevat de uiting ook beelden van een pagina in het AD waarop een artikel met de kop “Gratis tandenborstel” staat.

CVB 9 november 2011, dossiernr. 2011/00662 (Uw rentevaste periode loopt af)

2. Vooropgesteld wordt dat geen grief is gericht tegen het onderdeel van de bestre­den be­slis­sing waarin de Commissie heeft geoordeeld dat de bestreden uiting als recla­me in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code dient te worden aan­ge­merkt. Dit staat derhalve in beroep als onbestreden vast.
 
3. Het College begrijpt de klacht in eerste aanleg aldus, dat volgens geïntimeerde de uiting ten onrechte de suggestie wekt dat deze een za­ke­lijke kennisgeving met be­trekking tot het eindigen van de rentevaste periode van zijn hypotheek bevat. Vol­gens geïntimeerde is de uiting in werkelijkheid slechts bedoeld als reclame, te we­ten teneinde een seminar/ financieel product aan te prijzen. Volgens geïntimeerde is geen sprake van het verlopen van de rentevaste periode.
 
4. Naar het oordeel van het College blijkt uit het geheel van de uiting voldoende dui­delijk dat deze niet een zakelijke mededeling met betrekking tot het (moment van) verstrijken van de rentevaste periode bevat, maar is bedoeld om een “online semi­nar” van ING aan te prijzen dat verband houdt met het eindigen van de ren­te­vaste pe­riode. ING licht in de brief uit­voerig toe wat het doel van dit seminar is en op wel­ke vragen daarbij ant­woord zal worden gegeven. Aldus is de strekking van de uiting voldoende duidelijk. Van misleiding is daarbij geen sprake.

Vernietigt de beslissing van de Commissie voor zover in beroep en wijst de klacht alsnog af.

Vz afwijzing RCC 3 november 2011, dossiernr. 2011/00909 (postnl 1 1/2 uur i.p.v. 2 1/2 uur postbezorger)

Klacht over vacature advertentie als postbezorger. In de vacature van postbezorger in Den Haag is vermeld, dat het een baan betreft voor 15 uur per week; verdeeld over 6 dagen komt dat neer op 2,5 uur per dag. In werkelijkheid blijkt het te gaan om 1,5 uur per dag. Ook de mededeling dat na twee maanden pensioen wordt opgebouwd is niet juist. Het is klager gebleken dat in ieder geval de eerste drie maanden geen pensioen wordt opgebouwd.

De voorzitter acht voldoende aannemelijk geworden, dat klager in zijn klacht de arbeidsvoorwaarden die voor hem in de functie van tijdelijke hulpkracht bij PostNL gelden vergelijkt met de in de vacatures opgesomde arbeidsvoorwaarden ten aanzien van pensioenopbouw en werktijdenindeling die gelden voor de functie van postbezorger. Niet is gebleken dat de bestreden vacatureteksten onjuiste mededelingen bevatten over de werktijden en/of de pensioenopbouw van een postbezorger. Evenmin is gesteld of gebleken dat de arbeidsvoorwaarden van een tijdelijke hulpkracht op deze punten gelijk zijn aan die van een postbezorger.De klacht wordt daarom afgewezen.
 
RCC bevestigt Vz aanbeveling, 24 november 2011, dossiernr. 2011/00804 (Favoriete programma's tot 10 dagen terugkijken favoriete tv programma's tot 10 dagen terugkijken)

Klager stelt, kort samengevat, dat adverteerder in de uiting suggereert dat men favorie­te programma’s tot 10 dagen kan terugkijken via het nieuwe digitale TV-pakket van adver­teer­der. Er is echter slechts een zeer beperkt aanbod. Klager kan daardoor zijn favoriete pro­gram­ma’s niet terugzien.

In de bestreden uiting wordt zonder voorbehoud ten aanzien van de omvang van het aanbod gezegd dat men met TV Gemist zijn favoriete programma’s tot 10 dagen kan terugkijken. Anders dan adverteerder stelt, wijst de aanduiding “favoriete programma’s” naar het oordeel van de Commissie niet op het bestaan van beperkingen in het aanbod, noch ter zake het aanbod van terug te kijken programma’s noch ten aanzien van de zenders waarvan programma’s kunnen worden teruggekeken. Daarbij komt dat allerlei programma’s tot de favoriete programma’s van een kijker kunnen behoren. Met de voorzitter acht de Commissie het gegeven dat het aanbod van andere aanbieders van uitzending-gemist-diensten ook niet alle programma’s omvat, onvoldoende om de gemiddelde consument bekend te veronderstellen met het bestaan van beperkingen in de door Ziggo aangeboden dienst, zeker niet nu de uiting zelf een andere indruk wekt. Dat een andere adverteerder mogelijk ook soortgelijke onduidelijkheid doet ontstaan, maakt dit oordeel niet anders. Ter zake de door adverteerder overgelegde uiting van een andere aanbieder kan nog worden opgemerkt dat – anders dan in de uiting van adverteerder - uitdrukkelijk wel de zenders zijn genoemd die onder de aangeboden dienst vallen.
 
Gelet op het vorenstaande is geen duidelijke informatie verstrekt over een van de voornaamste kenmerken van het aangeprezen product, te weten de van het gebruik van TV Gemist te verwachten resultaten, als bedoeld onder b van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet zou hebben genomen, acht de Commissie de uiting, overeenkomstig de beslissing van de voorzitter, misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RCC 8 november 2011, dossiernr. 2011/00911 (Club VIt, Den Haag Nat. onderzoek gezondheid / abonnement fitnessclub)

Naar het oordeel van de Commissie is de bestreden folder voldoende duidelijk herkenbaar als een reclame-uiting van Club Vit om deelname aan het Nationaal Onderzoek “Hoe gezond is Nederland?” via Club Vit aan te prijzen. In de uiting worden inhoud en doel van het onderzoek en het trainingsprogramma van Club Vit toegelicht en wordt meegedeeld dat de bijdrage voor deelname € 39,95 is. Niet wordt gesteld of gesuggereerd dat sprake is van een door de overheid geïnitieerd en uitgevoerd onderzoek.
De Commissie acht voorts voldoende aannemelijk gemaakt, dat klagers eindresultaten niet geschikt zijn om te worden opgenomen in het Nationaal Onderzoek, omdat klager niet heeft voldaan aan de voorwaarde van een trainingsprogramma in vier aaneengesloten weken. Niet is gebleken dat Club Vit de resultaten van deelnemers die wel aan alle voorwaarden hebben voldaan, niet verzamelt en/of doorgeeft ten behoeve van het Nationaal Onderzoek.
 
Gelet op het vorenstaande acht de Commissie de bestreden uiting niet misleidend in de door klager bedoelde zin, zodat de klacht wordt afgewezen.

RCC 8 november 2011, dossiernr. 2011/0085 (Honig vergelijkende voedingsclaim misleiding)

Ad 1.
Sprake is van een vergelijkende voedingsclaim in de zin van de Verordening (EG) Nr. 1924/2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen. Niet in geschil is dat, naar door adverteerder is gesteld, de claim in overeenstemming is met het hieromtrent bepaalde in de Verordening.
 
Met betrekking tot het onder Ad 1. genoemde bezwaar overweegt de Commissie als volgt.
Naar door adverteerder is erkend, bevat Honig Vezelrijk pasta niet 1,7, maar 1,5 keer meer vezels dan volkorenpasta. Aldus staat vast dat de reclame-uiting onjuiste informatie bevat ten aanzien van de één van de voornaamste kenmerken van het product als bedoeld onder b van arti­kel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), te weten de voordelen. De Commissie is van oordeel dat de gemiddelde con­sument door de reclame-uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
 
Ad 2.
Met betrekking tot klagers stelling dat de vezels in het kookwater worden opgelost zodat de consument niet voldoende vezels meer zou binnen krijgen, heeft adverteerder aangevoerd dat deze stelling een misvatting is. Adverteerder heeft onweersproken gesteld dat tijdens het koken het gewicht van pasta toeneemt vanwege wateropname en dat hierdoor het vezelgehalte per 100 gram gekookt product afneemt, maar dat haar product ook na het koken 4,4 gram vezels per 100 gram bevat. Ook uit een door adverteerder overgelegde analyse blijkt dat ná bereiding de vezels nog altijd in het gekookte product aanwezig zijn.
Gelet op het voorgaande acht de Commissie het niet aannemelijk dat de vezels oplossen in water en dient de klacht op dit punt te worden afgewezen.
 
Ad 3.
Dat ‘voor meer gedetailleerde informatie’ naar de website van de MaagLeverDarmStichting wordt verwezen staat adverteerder in beginsel vrij. Niet weersproken is echter dat op deze website geen nadere informatie staat over het product van adverteerder, zoals in de uitging wordt gesuggereerd. Gelet op het voorgaande bevat de uiting ook op dit punt onjuiste informatie als bedoeld onder b van arti­kel 8.2 NRC en is deze ook op dit punt misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RCC 4 november 2011, dossiernr. 2011/00858 (Peter Langhout Reizen vanaf prijs vliegticket)

Toen klaagster een reis op de door haar gewenste vertrekdatum boekte, bleek dat voor de terugreis per persoon € 220,- extra moest worden betaald.

Naar door adverteerder is erkend, betreffen de in de uiting getoonde prijzen voor de 8-daagse reis naar Malta ‘vanaf-prijzen’, te weten de prijzen ‘op basis van de laagste vluchtklasse’. Deze informatie had naar het oordeel van de Commissie in de uiting bij de genoemde prijzen vermeld dienen te worden. Nu deze informatie ontbreekt, is de Commissie van oordeel dat sprake is van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat hierdoor de gemiddelde consument ertoe gebracht kan worden om een besluit te nemen over een transactie, dat hij anders niet had genomen.
 
Gelet op het voorgaande is de reclame misleidend en daar­door oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RCC 4 november 2011, dossiernr. 2011/00903 (Award Notification Commission misleidende indruk grote prijs gewonnen)

Door deze zinsneden in het begin van de mailing wordt de stellige indruk gewekt dat klager winnaar is van een groot geldbedrag. Uit de mededelingen in het vervolg van de mailing “mits u het vooraf geselecteerde winnende nummer hebt” en “Stap 2: Geef Uw Keuze Voor Uitbetaling Van De Contante Prijs Indien U Wordt Bepaald Als Winnaar”, alsmede de laatste mededeling van de bijgevoegde, zeer klein afgedrukte Officiële Regels “U hebt nog niet gewonnen” kan worden afgeleid, dat van het winnen van een prijs door de geadresseerde van de mailing nog geen sprake is. Deze mededelingen nemen echter de sterk de aandacht trekkende indruk dat de ontvanger van de mailing reeds als prijswinnaar wordt beschouwd onvoldoende weg.
 
Gelet op het vorenstaande gaat de mailing gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in de aanhef van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. Gesuggereerd wordt immers dat, om de prijs op te vragen, de in het bijgevoegde “Acceptatieformulier” vermelde “Stap 1 t/m Stap 3” moeten worden voltooid, waarbij Stap 3 inhoudt dat € 15 moet worden betaald voor aankoop van het “bijkomende Exclusieve Aanbod”. De uiting is daarom misleidend en om die reden oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RCC 4 november 2011, dossiernr. 2011/00898 (Temps Geadresseerde reclame / postfilter)

Niet is weersproken dat klaagster zich heeft ingeschreven in het Post Register, waarmee zij kenbaar heeft gemaakt geen reclame via Direct Mail te willen ontvangen als bedoeld in artikel 3 van de Code voor het gebruik van Postfilter (Code Postfilter). Op grond van artikel 5.2 van de Code Postfilter dient een adverteerder/opdrachtgever, voordat hij een adressenbestand met personen wil gebruiken voor het verzenden van Direct Mail, altijd het Post Register te raadplegen en is het de adverteerder/opdrachtgever niet toegestaan een persoon te benaderen van wie de gegevens in het Post Register zijn opgenomen. Nu adverteerder niet aannemelijk heeft gemaakt voorafgaand aan het feitelijk toesturen van de mailing aan klaagster het Post Register te hebben geraadpleegd, heeft adverteerder in strijd met de genoemde bepaling van de Code Postfilter gehandeld.

RCC 4 november 2011, dossiernr. 2011/00862 (Het Perzenhuis, achterhakkers 73 te Dordrecht opheffingsuitverkoop suggestie unieke aanbieding)

Met de zinsneden ‘VERKOOP SLECHTS 2 DAGEN’, en ‘A.S. VRIJD.&ZATERD.’, wordt de suggestie gewekt dat het een unieke aanbieding betreft. De gemiddelde consument zal menen dat het om een eenmalige kortingsactie gaat waarbij een bijzonder voordeel valt te behalen. Gebleken is echter dat dezelfde advertentie wekelijks in de krant staat en dat het derhalve niet gaat om een unieke, eenmalige actie.
 
Blijkens het voorgaande is geen duidelijke informatie verstrekt over de voornaamste kenmerken van de producten waarop de actie betrekking heeft, te weten de beschikbaarheid van die producten, als bedoeld onder b van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.


RCC 4 november 2011, dossiernr. 2011/00857 (Vodafone Internet op reis niet voor alle abonnementen)

Naar het oordeel van de Commissie wordt in de reclame de indruk gewekt dat men met elk willekeurig abonnement bij Vodafone in 42 landen voor € 2 per dag internet op zijn mobiele telefoon kan ontvangen. Gebleken is echter dat deze dienst niet kan worden gebruikt door ‘Vodafone Scherp’ abonnees.
Naar het oordeel van de Commissie is dit essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een goed geïnformeerd besluit over een transactie te nemen. In een dergelijk geval kan een adverteerder er niet mee volstaan om, zoals in dit geval, in de uiting uitsluitend te verwijzen naar een website.

RCC 4 november 2011, dossiernr. 2011/00871 (ClickandBuy prijs gewonnen)

In het onderwerp van de e-mail wordt nadrukkelijk gesteld dat de ontvanger van de mail een iPad2 heeft gewonnen.
 
Gebleken is echter dat de ontvanger zich, om kans te maken op een prijs, dient aan te melden voor een selectieprocedure. De mededeling, waarin wordt gesteld dat reeds een prijs is gewonnen, is derhalve onjuist.
 
Gelet op het voorgaande gaat de uiting gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consu­ment door de uiting ertoe ge­bracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te ne­men, dat hij anders niet zou hebben genomen. Gelet op het voorgaande is de uiting misleidend en daar­door oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Vz toewijzing 3 november 2011, dossiernr. 2011/00924 (Opel pk)

In artikel 1 van de CVP is bepaald dat in reclame-uitingen het motorvermogen in ieder geval in kilowatts (kW) dient te worden uitgedrukt. Nu dat in de gewraakte tekstgedeelten niet is gebeurd, acht de voorzitter deze in strijd met eerdergenoemde  bepaling.  

Vz toewijzijng 3 november 2011, dossiernr. 2011/00967 (Dell XPS 17-standaard geleverd met 3D vision)
“Ervaar de sensatie van 3D” en “De XPS 17 wordt standaard geleverd met NVIDIA 3D  Vision, dat unieke mogelijkheden biedt om 3D-inhoud te streamen (…) Alleen beschikbaar via www.3DVisionLive.com. Speel meer dan 500 games in adembenemend 3D. NVIDIA 3D Vision zet 2D-games automatisch om naar 3D (…)”

Klager stelt terecht dat uit de reclame-uiting lijkt te volgen dat elke XPS 17-laptop beschikt over de in die uiting genoemde 3D-eigenschappen. Adverteerder heeft niet betwist dat alleen de duurdere versies van deze laptop over die eigenschappen beschikken en dat dit niet uit de uiting blijkt. Adver­teerder erkent dat de website op dit punt voor verbetering vatbaar is.

Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Vz afwijzing 3 november 2011, dossiernr. 2011/00946 (orangegas.nl HAPPY PLANET. Schoner rijden goedkoper, schoner, beter voor Nederland voor iedereen die van zijn longen houdt)

In de uiting wordt GroenGas aangeprezen als brandstof die schoner is of wel minder vervuilend. Uit het overzicht waarnaar adverteerder verwijst, blijkt dat de fijnstof-emissie en de NOx-emissie van GroenGas geringer zijn dan deze emissies van andere brandstoffen, uitgezonderd LPG en elektriciteit. Gelet hierop acht de voorzitter de gewraakte zinsneden, die geen absolute milieuclaim bevatten, niet in strijd met de MRC.

Vz afwijzing 3 november 2011, dossiernr. 2011/00893 (Importeur FORD NEDERLAND Automatisch remmen / parkeren / (geen recidive 11 / 634))

De voorzitter gaat ervan uit dat klager doelt op de uitspraak van de Commissie in dossier 2011/00634, waarin de Commissie heeft geoordeeld dat de advertentie waarin de Ford Focus Wagon wordt aangeprezen met de mededeling “Voorkomt kop-staartbotsingen. Active City Stop” misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) is. De onderhavige uiting betreft een televisiecommercial waarin de technologie van de nieuwe Ford Focus wordt aangeprezen, die nog niet door de Commissie is beoordeeld. Van de door klager gestelde recidive is derhalve geen sprake.
 
Nu niet is gesteld of gebleken dat de mededelingen in de commercial betreffende de in de aangeprezen Ford Focus aanwezige technologische hulpmiddelen niet juist of anderszins in strijd met de NRC zijn, wordt de klacht afgewezen.

Vz RCC 3 november 2011, dossiernr. 2011/00968 (Transavia euro 7 extra onvermeld)


Vaststaat dat aan klager tijdens het boeken van de reis ten onrechte de mededeling werd ge­toond dat in de reissom van € 350,-- 10 kilo ruimbagage per persoon inbegrepen was. Aldus dient te wor­den geoordeeld dat adverteerder in haar re­cla­me-uiting geen juiste informatie heeft verstrekt over de inhoud van de dienst, te weten over de uitvoering daarvan, een van de voornaamste kenmerken als bedoeld onder b van artikel 8.2 van de Nederlandse Re­clame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. De disclaimer waarop adverteerder zich beroept, leidt niet tot een ander oor­deel. Deze disclaimer neemt immers de misleiding niet weg.