RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Berichten Reclamerecht  

RB 1960

Het aanbod van vluchten is onrealistisch

RCC 8 oktober 2013, dossiernr. 2013/00628 (travelgenio)
Aanbeveling. Bijzondere reclamecode. Het betreft het aanbod van vluchten op de website www.travelgenio.nl.
Klager heeft de volgende bezwaren.
1. Het aanbod is onrealistisch.*
2. Een verzekering wordt vooraf aangevinkt. Dit is in strijd met artikel 23 lid 1 van de EU-verordening 1008-2008
3. Tijdens het boekingsproces worden extra kosten, namelijk servicekosten opgevoerd, welke kosten eerder in het boekingsproces hadden kunnen worden opgenomen en die (indien niet onvermijdelijke en onvoorzienbaar) aan de klant hadden moeten worden meegedeeld. Dit is in strijd met artikel III lid 1 van de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR).
Klager vraagt de Commissie adverteerder te verzoeken haar website aan te passen. Voorts vraagt klager de Commissie om zowel andere adverteerders als vergelijkingssites aan te bevelen geen advertentie van adverteerder (Travelgenio SL) op te nemen zolang adverteerder vluchtprijzen op de

*1. Het aanbod is onrealistisch. Klager wijst op de volgende voorbeelden.
a. Anders dan adverteerder het in de uiting doet voorkomen, worden in werkelijkheid geen vluchten aangeboden van Amsterdam naar Maastricht, ook niet via een tussenstop.
b. Geadverteerd wordt met een tarief “vanaf 7 €” voor een vlucht “Balearen”. Op de advertentie kan niet worden doorgeklikt naar dat tarief. Ook is onduidelijk om welke luchthaven het gaat.
c. Geadverteerd wordt met een vlucht Amsterdam-Barcelona voor € 44,50. Niet is echter vermeld wanneer en voor welke maatschappij deze prijs geldt. Klager heeft meer dan 20 data geprobeerd tot ver in december. De laagste verkoopprijs voor een enkele reis bleek 2x boven het geadverteerde tarief te liggen.

Het oordeel van de Commissie
Met betrekking tot de verschillende bezwaren overweegt de Commissie het volgende.

Ad 1 a. Adverteerder heeft niet weersproken dat hij in werkelijkheid geen vluchten aanbiedt van Amsterdam naar Maastricht. In zoverre gaat de reclame gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van het bestaan van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder a van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Ad 1 b. Adverteerder heeft niet aannemelijk gemaakt dat het gestelde tarief “vanaf 7 €” voor een vlucht naar de Balearen juist is. Gelet hierop acht de Commissie de uiting in strijd met artikel III onder 1 RR, waarin onder meer staat: “Aanbieders zijn gehouden tot het hanteren van correcte en duidelijke prijzen in hun reclame-uitingen”. Voorts heeft adverteerder niet weersproken dat uit de uiting niet valt op te maken naar welke luchthaven wordt gevlogen, in het geval van de vlucht “Balearen”. In zoverre is de reclame voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van de uitvoering als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Ad 1 c. Adverteerder heeft niet aannemelijk gemaakt dat het gestelde tarief van € 44,50 voor een vlucht Amsterdam-Barcelona juist is. Gelet hierop acht de Commissie de uiting in strijd met artikel III onder 1 RR, waarin onder meer staat: “Aanbieders zijn gehouden tot het hanteren van correcte en duidelijke prijzen in hun reclame-uitingen”.

Ad 2. In de uiting is een verzekeringsoptie, namelijk de Annulatieverzekering PLUS ad € 35,- per passagier, reeds aangevinkt. Dit is in strijd met artikel IV onder 2 RR, met welke bepaling, blijkens de Toelichting daarbij, invulling wordt gegeven aan (het door klager genoemde) artikel 23 lid 1 van de EU-verordening 1008-2008. In artikel IV onder 2 RR staat onder meer: “Facultatieve prijstoeslagen worden op duidelijke, transparante en ondubbelzinnige wijze aan het begin van elk boekingsproces medegedeeld en moeten door de passagier op een “opt-in”-basis worden aanvaard”.

Ad 3. Adverteerder heeft niet weersproken dat tijdens het boekingsproces extra kosten, namelijk servicekosten worden opgevoerd, welke kosten eerder in het boekingsproces hadden kunnen worden opgenomen. In zoverre is de uiting in strijd met artikel III onder 1 RR, waarin onder meer staat:
“Aanbieders zijn gehouden tot het hanteren van correcte en duidelijke prijzen in hun reclame-uitingen. Zij publiceren hun prijzen, (..) inclusief de hen op het moment van publicatie bekende onvermijdbare (…) kosten die voor de aangeboden diensten aan de aanbieder moeten worden betaald”.
Naar aanleiding van klagers verzoek met betrekking tot “adverteerders” en “vergelijkingssites” overweegt de Commissie dat zij niet bevoegd is om in het kader van de onderhavige procedure, waarin alleen klager en adverteerder partij zijn, een aanbeveling te doen aan “andere adverteerders” en “vergelijkingssites”, zoals in de klacht bedoeld. In hetgeen adverteerder bij verweer heeft aangevoerd, ziet de Commissie aanleiding een aanbeveling “voor zover nodig” te doen.

De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC en de artikelen III onder 1 en IV onder 2 RR. Zij beveelt adverteerder, voor zover nog nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Het meer of anders gevraagde wijst de Commissie af.

Regeling: NRC (nieuw) art. 7
NRC (nieuw) art. 8.2 aanhef
NRC (nieuw) art. 8.2 onder a.
NRC (nieuw) art. 8.2 onder b.
RRA III. sub 1.
RRA IV. sub 2.

RB 1959

De totale bodyscan geeft volgens de mededeling informatie, maar geen garantie

RCC 16 oktober 2013, dossiernr. 2013/0062 (prescan)
Ingezonden door: Willem Leppink, Ploum Lodder Princen.
Afwijzing. Het betreft een advertentie in de Volkskrant van 24 augustus 2013, waarin onder de aanhef “Total body scan. Dé APK voor uw lichaam!” onder meer wordt gezegd: “De Total Body Scan van Prescan is inclusief uitgebreid hartonderzoek en geeft direct inzicht in uw gezondheid. Herken levensbedreigende ziekten vroegtijdig, want een tijdige behandeling kan erger voorkomenl”. Onderaan in de advertentie staat, naast een foto van Willeke van Ammelrooy: “Prescan heeft mijn leven gered .. Willeke van Ammelrooy: Lees haar hele verhaal op www.prescan.nl. (Een kopie van de uiting is aan de uitspraak gehecht.)
De klacht -  Een eerder door adverteerder geplaatste advertentie die qua inhoud grotendeels hetzelfde was, werd door het College van Beroep op 4 november 2011 misleidend en oneerlijk geoordeeld. Klager verwijst in het bijzonder naar hetgeen het College van Beroep met betrekking tot grief 2 heeft overwogen, Iuidende: “In de uiting staat zonder voorbehoud en met zoveel woorden dat men dankzij de Total Body Scan van Prescan kan weten of men gezond is. De redelijk geïnformeerde, omzichtige en oplettende consument zal dan ook veronderstellen dat men na het ondergaan van de Total Body Scan op dat punt zekerheid heeft en aldus een onjuiste verwachting hebben over het resultaat van deze scan".

De in de onderhavige uiting staande mededeling “geeft direct inzicht in uw gezondheid” heeft dezelfde intentie, namelijk dat men door een Total Body Scan zekerheid krijgt over zijn gezondheid. De mededeling “geeft direct inzicht in uw gezondheid” is tevens misleidend en oneerlijk omdat het mogelijk is dat bij een Total Body Scan niet alle aandoeningen worden ontdekt. Voorts maakt klaagster bezwaar tegen de quote van Willeke van Ammelrooy: “Prescan heeft mijn leven gered. Op grond van het vorenstaande acht klaagster de uiting in strijd met de artikelen 6, 8.2 en 10 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Het oordeel van de Commissie
Allereerst overweegt de Commissie dat zij zich beperkt tot de vraag of hetgeen over de Total Body Scan zelf wordt gezegd in strijd is met de NRC. De vraag of een Total Body Scan wenselijk c.q. zinvol is staat niet ter beoordeling van de Commissie. Ten aanzien van de gewraakte tekst en in het bijzonder de mededeling “De Total Body Scan (...) geeft direct inzicht in uw gezondheid” overweegt de Commissie dat daarmee tot uitdrukking wordt gebracht dat men door het laten uitvoeren van een Total Body Scan iets te weten komt over zijn gezondheid op dat moment. Na een Total Body Scan te hebben ondergaan, weet men meer over (de status quo van) zijn gezondheid dan daarvoor. De Total Body Scan geeft informatie, maar geen garantie en adverteerder heeft aannemelijk gemaakt dat de gemiddelde consument de gewraakte mededeling ook
in die zin zal opvatten.

Ook uit de uiting in haar geheel blijkt voldoende duidelijk dat door adverteerder geen absolute zekerheid in het vooruitzicht wordt gesteld. Zo staat onder het kopje “Uw dag bij Prescan” welke onderzoeken deel uitmaken van de Total Body Scan en het met“goed gevolg” doorlopen hebben van deze onderzoeken geeft geen zekerheid over de algehele gezondheidssituatie.

Met betrekking tot de in de uiting opgenomen uitspraak van Willeke van Ammelrooy en “haar hele verhaal” op adverteerders website. overweegt de Commissie dat adverteerder. door middel van de van Willeke van Ammelrooy afkomstige verklaring, aannemelijk heeft gemaakt dat haar uitlating in de advertentie en het verslag van haar persoonlijke ervaring met de Total Body Scan waartoe adverteerders website toegang
geeft van haar afkomstig zijn.

Ten aanzien van de vraag of de uiting in strijd is met artikel 6 NRC overweegt de Commissie dat, zoals zij in een eerdere uitspraak oordeelde ten aanzien van een reclame-uiting voor de Total Body Scan, de uiting weliswaar angstige gevoelens kan oproepen, maar dat niet kan worden geoordeeld dat door de wijze waarop de Total Body Scan in de uiting wordt aangeprezen, zonder te rechtvaardigen redenen appelleert aan gevoelens van angst, aangezien het gaat over een preventief onderzoek met betrekking tot de gezondheidssituatie.

Tot slot acht de Commissie de uiting ook niet in strijd met artikel 10 NRC, aangezien de uiting geen wetenschappelijke termen, statistieken en aanhalingen bevat, die tot begripsven/varring zouden kunnen leiden.

De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.

Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij het College van Beroep, onder gelijktijdige storting van het voor de behandeling van het beroep verschuldigde bedrag.

dossiernr. 2013/0062 (pdf)

RB 1957

Geldwaarde van de te winnen reis kan niet worden afgeleid

RCC 2 oktober 2013, dossiernr. 2013/00638 (Koninklijke Reis)
Aanbeveling. Prijsvragen. Kansspel. Reizen en toerisme. Het betreft een folder. Daarin staan onder de aanhef “KONINKLIJKE REIS” en “WIN Reis naar Argentinië voor 2 personen!” 10 meerkeuzevragen over de “Koninklijke Familie”. Onder die vragen staat onder meer: “Eén van de winnaars maakt kans op de reis voor twee personen naar Argentinië! (loting op vrijdag 3 mei 2013)”.
De klacht - Tot haar vreugde vernam klaagster op 8 mei 2013 dat zij de winnaar was van de reis naar Argentinië. Tijdens de prijsuitreiking op 17 mei 2013 werd een reischeque uitgereikt ter waarde van € 2.000,- voor  2 personen. Thuis bleek dat er veel “kleine lettertjes” waren. De tickets alleen kostten al € 2.200,-, en daar kwamen nog hotelovernachtingen bij. Klaagster voelde zich misleid. Zij heeft adverteerder gevraagd het bedrag aan te passen of klaagster een andere bestemming te laten uitkiezen waarbij € 2.000,- wel toereikend zou zijn was. Adverteerder blijft echter bij de voorwaarden, die achteraf bekend zijn gemaakt.

Het oordeel van de Commissie
De Commissie stelt vast dat uit de bestreden uiting niet valt op te maken wat de geldswaarde is van de in die uiting bedoelde reis naar Argentinië. Gelet hierop acht de Commissie de uiting in strijd met de Bijzondere Reclamecode “c. Prijsvragen 2012” aanhef en onder b, waarin staat:
“Reclame in gedrukte media (..) waarin een prijsvraag wordt aangekondigd dient tenminste de volgende mededelingen te bevatten:
(..)
b. het aantal prijzen en een omschrijving waaruit de geldswaarde blijkt of gemakkelijk kan worden afgeleid”.

De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met het bepaalde onder b van de Bijzondere Reclamecode “c. Prijsvragen 2012”. Zij beveelt adverteerder, voor zover nog nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Regeling: Bijzondere Reclame Code c. (Prijsvragen)

RB 1956

Spotje donorweek is in strijd met de goede smaak en nodeloos kwetsend

RCC 17 oktober 2013, dossiernr. 2013/00784D (Donorweek)
Vrijblijvend advies met ALERT. Het betreft een in de zendtijd van de Rijksoverheid uitgezonden televisiespot in het kader van de Donorweek 2013. In de spot is te zien hoe een op een landweg joggende man een spoorwegovergang nadert. Terwijl de rode overweglichten knipperen, de bel rinkelt, de slagbomen zich sluiten en met hoge snelheid een trein die toetert nadert, neemt hij een sprintje om nog net voor de trein langs de spoorweg over te steken. (...)
De klacht - Te zien is dat de triatleet, terwijl de spoorbomen naar beneden gaan en de lichten knipperen en de trein vervolgens toetert, snel onder de spoorbomen door rent, vlak voor de trein langs. Het spotje geeft een zeer slecht voorbeeld, door te suggereren dat als je maar hard genoeg rent, je nog net voor de trein langs kunt lopen. Dit gedrag moet juist worden voorkomen, omdat die inschatting heel vaak verkeerd afloopt. Dit leidt elk jaar tot veel ongevallen, met doden en zwaargewonden tot gevolg. Veel machinisten zullen gaan remmen om een aanrijding te voorkomen, maar het kan ook leiden tot gezondheidsklachten zoals posttraumatische stressstoornis, waardoor de machinist op de lange duur zijn/haar werk niet meer kan doen. 

Vervolg spot
Vervolgens rijdt de man op een racefiets door Amsterdam. Bij het naderen van een brug slalomt hij tussen wachtende auto’s door, negeert de bel ten teken dat de brug opengaat, en rijdt hij hard door. Omdat de brug dan al een stukje open is, komt hij met een sprongetje op het wegdek aan de andere kant terecht. Bij het passeren van een terras, roept één van de bezoekers hem toe: “Denk aan je hart!”, waarop de man glimlacht. Tenslotte rijdt hij met zijn fiets het water van het IJ in. Terwijl hij naar de overkant zwemt, wordt gezegd: “14 tot en met 20 oktober is het weer donorweek. Dan vragen we allemaal een ander om ook donor te worden”. Als de zwemmer de overkant heeft bereikt en het water heeft verlaten, zegt hij: “Ik ben [naam], triatleet met een donorhart. Ben jij al donor?” In beeld verschijnt de tekst: “JaofNee.nl”.

Het oordeel van de Commissie
In de bestreden spot, die deel uitmaakt van de overheidscampagne om donoren te werven, is een jonge man te zien, welke man - naar pas aan het eind van de spot blijkt - een donorhart heeft. Hij is bezig met een triatlon. Daarbij steekt hij vlak voor een aanstormende trein die toetert een spoorwegovergang over en rijdt hij op een racefiets over een brug die al opengaat. Blijkens het verweer is gekozen voor deze “risicovolle beelden” en een “spannend en prikkelend filmpje” om zoveel mogelijk - ook jonge - mensen aan te spreken en meer donorregistraties te verkrijgen. De Commissie is echter van oordeel dat de uiting - wat er zij van de goede intenties van zowel de campagne als de in de spot optredende triatleet - door de bovenbeschreven beelden in strijd is met de goede smaak en nodeloos kwetsend is als bedoeld in de artikelen 2 en 4 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). De Commissie overweegt daartoe het volgende.

Strijd met de goede smaak acht de Commissie aanwezig nu van de spot de suggestie uitgaat dat het “risicovolle” gedrag van de triatleet stoer is en een mens het uiterste uit zijn leven haalt als hij risico’s, die zijn leven in gevaar brengen, neemt.

Nodeloos kwetsend acht de Commissie de spot omdat zij, anders dan verweerder, van oordeel is dat de getoonde beelden niet als fictieve situaties herkenbaar zijn, maar dat sprake is van realistisch aandoende situaties. Het nog net voor een naderende trein oversteken, komt immers vaker voor en daartegen wordt ook regelmatig door de overheid gewaarschuwd. Daar waar de atleet de spoorwegovergang oversteekt op het moment dat de slagbomen sluiten en een trein met hoge snelheid nadert, wordt - ook door de geluiden - op realistische wijze een levensgevaarlijke situatie getoond. Het is algemeen bekend dat dergelijke situaties een schrikbeeld kunnen zijn voor veel machinisten en dat de beelden zowel bij hen als ook bij andere groeperingen in de samenleving die betrokken zijn (geweest) bij ongelukken op het spoor een schokeffect teweeg kunnen brengen. Van de overheid had verwacht mogen worden dat zij met dergelijke gevoelens rekening had gehouden. Gelet op het voorgaande acht de Commissie de uiting nodeloos kwetsend.

In de ernst van de overtreding van de NRC ziet de Commissie aanleiding om gebruik te maken van de haar in artikel 18 lid 4 van het Reglement betreffende de Reclame Code Commissie en het College van Beroep gegeven bevoegdheid om de uitspraak als Alert te verspreiden en aldus onder de aandacht te brengen van een breed publiek.

De beslissing
Gelet op het vorenstaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met de artikelen 2 en 4 NRC. Zij geeft verweerder, die in dit geval reclame voor denkbeelden maakt, een zogenaamd vrijblijvend advies om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Voorts heeft de Commissie besloten om de uitspraak onder de aandacht van een breed publiek te brengen als bedoeld in artikel 18 lid 4 van het Reglement betreffende de Reclame Code Commissie en het College van Beroep.

Regeling:    NRC (nieuw) art. 4

NRC (nieuw) art. 2 (goede smaak en fatsoen)

RB 1955

Vereniging voor Reclamerecht onderzoekt Code Social Media Marketing

VvRr, Advies Code Social Media Marketing, 21oktober 2013.
Reclame gaat met zijn tijd mee. Adverteerders maken vaker en effectiever gebruik van sociale media voor het aanprijzen van hun producten. Reclame via social media heeft een grote vlucht genomen. Op internet gaat het gesprek meer en meer over producten. Bekende Nederlanders twitteren over die leuke film of die lekkere koffie. Consumenten geven op Facebook hun mening over het aanbod. Weblogs publiceren product reviews. Soms zit daar een adverteerder achter. Dat is niet altijd duidelijk.

De leden van de Dutch Dialogue Marketing Association (DDMA) hebben zich begin 2012 gecommitteerd aan de door de DDMA opgestelde Code Social Media Marketing. De code beoogt transparantie te bevorderen door te zorgen dat reclame via social media als zodanig herkenbaar is. Dat getuigt van een groot verantwoordelijkheidsgevoel.

Momenteel onderzoekt de Stichting Reclame Code of de code als Bijzondere Code onderdeel kan worden van de Nederlandse Reclame Code. Verschillende belanghebbende partijen zijn in dat kader gevraagd om hun zienswijze te geven. Op verzoek van de Bond van Adverteerders heeft de Vereniging voor Reclamerecht de code onderzocht. Het bijgaande advies van de Studiecommissie Social Media Marketing is het resultaat van dat onderzoek. Het advies onderschrijft dat het initiatief van de DDMA lovenswaardig is, maar zet ook enkele vraagtekens bij de noodzaak om de code onderdeel te maken van de Nederlandse Reclame Code.

RB 1954

Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten niet van toepassing op billboardreclame

RCC 8 oktober 2013, dossiernr. 2013/00723 (billboard)
Billboard 011Afwijzing. Billboard. Het betreft een billboard van de “Customs Administration of the Netherlands” in de aankomsthal van Luchthaven Eindhoven.
De klacht - De boodschap van de billboard is dat je namaakartikelen niet mag meenemen naar Nederland. Om duidelijk te maken dat het om een namaakartikel gaat, is een duidelijk islamitische verkoper afgebeeld die een tas probeert te verkopen aan een blonde vrouw. Door af te beelden dat producten van moslims nep zijn, bevordert de Douane discriminatie. Dit is in strijd met artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Onder dit artikel vallen onder andere de bepalingen uit de Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten dat reclame niet de menselijke waardigheid mag aantasten en dat reclame geen vorm van discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afstamming, nationaliteit, godsdienst of levensbeschouwing, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid mag bevatten of bevorderen.

Het oordeel van de Commissie
De bestreden billboard heeft tot doel reizigers erop attent te maken dat de invoer van namaak merkartikelen niet is toegestaan. Deze boodschap wordt geïllustreerd door het afbeelden van een voor de gemiddelde consument herkenbaar markttafereel in mediterraan gebied met een verkoper in een voor dat gebied niet ongebruikelijk gewaad. De gewaden zijn plaatsbepaald, niet religieusbepaald. Niet kan worden geoordeeld dat door de enkele afbeelding van deze verkoper bij het gemiddelde publiek een negatief beeld over moslims wordt opgeroepen dan wel bevestigd en dat sprake is van discriminatie. De klacht wordt daarom afgewezen.

 

Ten overvloede wordt opgemerkt dat de Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten niet van toepassing is op een billboardreclame.

 

De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.

 

RB 1952

Reclame Havaianas teenslippers misleidend over beschikbare voorraad

RCC 1 oktober 2013, dossiernr. 2013/00626 (slippers kruidvat)
Aanbeveling. Misleiding. Voorraad. Het betreft een folder van Kruidvat, geldig van 6 tot en met 18 augustus 2013. Op de  voorpagina daarvan worden Havaianas teenslippers aangeboden, maten “27-28 t/m 47/48”, voor de prijs van:  “27,95 9,99”.
Vermeld is: “Teenslippers voor dames, heren of kinderen. Keuze uit diverse kleuren, maten of dessins”. Bij de aanhef “HAVAIANAS” staat een asterisk die verwijst naar de mededeling:
“Ondanks zorgvuldige inkoop kan het zijn dat het artikel snel is uitverkocht. Het aanbod kan per filiaal verschillen”.
De klacht - Op 6 augustus bezocht klaagster een Kruidvat filiaal. Daar werd haar meegedeeld dat de slippers niet binnengekomen waren. In een volgend filiaal vernam klaagster, om 9.15 uur, dat de slippers al uitverkocht waren. Volgens telefonische informatie van de Kruidvat klantenservice ging het om een restpartij en beschikten de door klaagster bezochte filialen mogelijk niet over de slippers, omdat de restpartij “over alle filialen was
verdeeld”. Klaagster vindt het misleidend dat op de voorpagina van een folder een artikel wordt aangeprezen dat bij meerdere filialen nooit aanwezig is geweest of zal zijn. Volgens haar is er sprake van strijd met het bepaalde in de “Algemene Aanbeveling onder h. reclame voor filiaalbedrijven”.

Het oordeel van de Commissie
Ervan uitgaande dat, zoals door adverteerder is meegedeeld, aan elk van de twee door klaagster bezochte filialen 6 paar slippers zijn geleverd, oordeelt de Commissie als volgt.

In de bestreden uiting worden tegen een zeer aantrekkelijke prijs Havaianas teenslippers aangeboden, en wel in 11 verschillende maten, “voor dames, heren of kinderen”, en in “diverse kleuren (..) of dessins”. Gelet op dit ruime aanbod en de omvang van de daarvoor gemaakte reclame acht de Commissie de (door adverteerder gestelde) beschikbaarheid van gemiddeld 11 paar per filiaal en van 6 paar in elk van de twee door klaagster bezochte filialen zeer gering. De mededeling “Ondanks zorgvuldige inkoop kan het zijn dat het artikel snel is uitverkocht. Het aanbod kan per filiaal verschillen” geeft onvoldoende duidelijkheid over het feit dat het ingekochte aantal slippers zo klein kan zijn.
Gelet op het bovenstaande acht de Commissie de uiting voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van de beschikbaarheid van het aangeboden product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Aangenomen dat aan elk van de twee door klaagster bezochte filialen 6 paar slippers zijn geleverd, acht de Commissie de “Algemene Aanbeveling onder h. reclame voor filiaalbedrijven”, in dit geval niet van toepassing.

De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Regeling: NRC (nieuw) art. 7
NRC (nieuw) art. 8.2 aanhef
NRC (nieuw) art. 8.2 onder b.

RB 1951

Er wordt niet meer gezegd dan dat er voordelen zijn bij verzekeren via de bank

RCC 1 oktober 2013, dossiernr. 2013/00654 en RCC 1 oktober 2013, dossiernr. 2013/00654A (ABN AMRO)
Afwijzing. Het betreft een televisiereclame waarin adverteerder zijn verzekeringen aanprijst. Daarin wordt getoond dat een man en een vrouw in Lapland aan het kamperen zijn. Wanneer zij, na een wandeling te hebben gemaakt, terugkomen bij hun tent, blijkt deze door twee elanden vernield te zijn. In de uiting wordt onder meer het volgende gezegd:
Man “Gelukkig zijn we verzekerd!
Vrouw Nee, joh, dat vergoeden ze nooit.
Man Ik heb ze toch maar even gebeld en ze hebben direct uitbetaald. Kon gelijk een nieuwe kopen”.
De voice over luidt: “Verzekerd zijn via uw bank heeft zo zijn voordelen. Dat is verzekeren anno nu. ABN AMRO, de bank anno nu”

De klacht - Klaagster acht de in de uiting geschetste situatie niet realistisch. In werkelijkheid wordt schade niet afgewikkeld op de wijze als in de uiting wordt voorgesteld.

Het oordeel van de Commissie
Klaagster veronderstelt dat de in de uiting getoonde schade(melding) door adverteerder in werkelijkheid niet wordt afgewikkeld op de door adverteerder in de uiting beschreven wijze. Adverteerder stelt evenwel dat de schade die geleden is in het in de uiting getoonde geval, wel degelijk wordt afgewikkeld op de wijze als in de uiting gesteld en niet is gebleken dat dit niet het geval is.

In de uiting gaat het om een niet alledaagse situatie en het feit dat adverteerder in die situatie het schadebedrag direct op de rekening van de gedupeerden overmaakt, rechtvaardigt niet de conclusie dat in zijn algemeenheid schademeldingen aldus worden afgewikkeld. Ook wordt in de uiting niet gesuggereerd dat bij iedere schademelding direct wordt uitgekeerd. In de uiting wordt niet meer gezegd dan dat er voordelen zijn bij verzekeren via de bank. De gang van zaken in het getoonde geval bevestigt dit.
Gelet op het vorenstaande acht de Commissie de klacht ongegrond.

De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.

RB 1949

Antwoord kamervragen over aanprijzen bodyscans (maar vergunningsplichtig uitvoeren)

Antwoord kamervragen over het aanprijzen van bodyscans, Aanhangsel Handelingen II 2013-2014, nr. 280.
Vraag 1 Wat is uw reactie op de paginagrote advertentie van Prescan voor een zomeraanbieding op een Total Body Scan?1

Antwoord 1 Naast die advertentie zijn de afgelopen maanden verschillende artikelen2 en commentaren verschenen over de full body scan, die ik met veel interesse heb gelezen. Zoals ik in mijn brief vroegopsporing en gezondheidsrisico’s3 al aangaf, vind ik dat mensen ten aanzien van een full body scan zelf een afweging moeten kunnen maken en wil ik kijken naar de voorwaarden waaronder een dergelijk aanbod in Nederland mogelijk zou zijn. Ik heb de Gezondheidsraad hierover om advies gevraagd4. De Gezondheidsraad heeft aangegeven in dit advies enkele recente ontwikkelingen mee te zullen nemen, zoals de publicatie van de Multidisciplinaire richtlijn preventief medisch onderzoek (MDR PMO)5 in juni 2013 en de NEN-normen «Quality criteria for health checks» (CWA 16642:2013). Deze ontwikkelingen en de discussie in de (sociale) media geven actuele input voor dit advies. Ik verwacht dit advies voor de zomer van 2014. Recent heb ik naar aanleiding van de gigantische wereldwijde ontwikkelingen op het terrein van de zelftesten aangegeven dat ik die ontwikkelingen graag betrek bij het advies van de Gezondheidsraad.

Vraag 2 Waarom staat u dergelijke advertenties toe als het uitvoeren van de body scans in ons land verboden is?

Antwoord 2. Dit komt omdat de Wet op het bevolkingsonderzoek (WBO), die een vergunningplicht verbindt aan screening naar kanker, met behulp van straling of naar onbehandelbare aandoeningen, niet geldt voor onderzoek dat in het buitenland wordt verricht. Ik heb in mijn adviesvraag aan de Gezondheidsraad ook gevraagd welke randvoorwaarden zouden moeten gelden voor reclame in Nederland.

Vraag 3 Deelt u de mening dat de vergelijking van een body scan met een wettelijk verplichte APK, zoals die geldt voor voertuigen, niet alleen misleidend is maar ook onterechte verwachtingen en zorgen kan losmaken bij gezonde mensen?

Antwoord 3 Een belangrijk onderdeel van mijn screeningsbeleid is het stimuleren van een geïnformeerde keuze. Mensen moeten goede informatie krijgen. Het is niet aan mij om in een individuele casus te beoordelen wat misleidend is. Overigens staat het eenieder vrij om een klacht in te dienen bij de Reclame Code Commissie.

Vraag 4 Gaat u reclames voor body scans en andere verboden praktijken in de zorg per direct verbieden in ons land? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4 Zodra ik advies van de Gezondheidsraad ontvang, zal ik een standpunt naar uw Kamer sturen en het punt van reclame daarbij meenemen.

Vraag 6 Handelen radiologen en cardiologen in strijd met de beroepseer en de Hippocratische eed, omdat de Nederlandse Vereniging voor Radiologie (NVvR) eerder concludeerde dat voldoende wetenschappelijk bewijs ontbreekt voor het rechtvaardigen van screenend beeldvormend onderzoek bij gezonde mensen? Kunt u uw antwoord toelichten?6

Antwoord 6 Op dit moment vindt dit beeldvormend onderzoek vooral plaats in het buitenland. In hoeverre dergelijk onderzoek in Nederland zou kunnen plaatsvinden als iemand dat zelf graag wil en hiervoor betaalt, maakt onderdeel uit van mijn hiervoor genoemde adviesvraag bij de Gezondheidsraad. Net als de vloedgolf van nieuwe preventieve testen die Nederland, net als alle andere landen in de wereld, zal overspoelen. De kansen zie ik graag in beeld gebracht evenals hoe ik de risico’s kan verkleinen.

Vraag 7 Is inmiddels duidelijk hoeveel extra zorgkosten worden veroorzaakt door aanbieders van body scans doordat mensen onnodig ongerust worden gemaakt en verkeerde adviezen of onduidelijke uitslagen van testen hebben gekregen, waardoor overbodige zorgvraag wordt gecreëerd? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 7 Nee, evenmin als ik informatie heb over gezondheidswinst door de scans. De vervolgkosten in de zorg zijn een onderdeel van mijn adviesvraag aan de Gezondheidsraad.

Vraag 8 Hoe verhoudt uw mening om scans voor eigen rekening toe te staan in ons land, zich tot de boodschap dat er al zorgverzekeraars zijn die de scans (gedeeltelijk) vergoeden? Welke zorgverzekeraars zijn dat precies?7

Antwoord 8 Volgens de door u aangehaalde informatie betreft het enkele verzekeraars die (een deel van de) kosten vergoeden via een aanvullende verzekering. De scan zit niet in het basispakket.

RB 1947

Reclame in de vorm van nieuwsbericht

RCC 7 oktober 2013, dossiernr. 2013/00667
Aanbeveling, Casino, loterij, kansspel.
Het betreft een uiting met de aanhef “Overvallen Fair Play Casino’s in Eindhoven 4 JULY 2013 by CASINOTOPLISTS” op www.casinotoplistst.nl.
Daarin staat onder meer:
“Het is alweer de derde keer in een paar maanden tijd dat een Fair Play Casino in Eindhoven werd overvallen.
(…). Maar liefst drie Fair Play Casino’s in Eindhoven werden overvallen in een tijdsbestek van een paar maanden.
Het filiaal in de Kruisstraat werd in mei overvallen en in de maanden maart en juni was het filiaal aan de Kruisstraat de klos.

(..). De toekomst van de kleinere casino’s lijkt er dus enigszins somber uit te zien. Naast de problemen van de overvallen kampen de kleinere filialen ook met toekomstige concurrentie van online casino’s. Het staat vast dat online gokken in Nederland gelegaliseerd zal worden, waardoor mensen ook de mogelijkheid krijgen om vanuit de  comfort van hun eigen huis online casino spellen te spelen.
Naast het voordeel dat men niet meer naar een filiaal hoeft te gaan, is het spelen van online casino spellen ook een stuk veiliger gezien de huidige trend van overvallen op casino filialen”.

De klacht - Klager heeft de volgende bezwaren.
1. Deze reclame, in de vorm van een nieuwsbericht, is nadelig voor de amusementscentra (speelautomatenhallen) in Nederland. Nadat op neutrale wijze melding wordt gemaakt van een derde overval op eenzelfde amusementscentrum in Eindhoven, worden langzaam maar zeker allerlei nadelen van amusementscentra genoemd. Deze wijze van reclame maken over de rug van andere bedrijven is in strijd met de goede smaak.
 
2. De mededeling “Het staat vast dat online gokken in Nederland gelegaliseerd zal worden, waardoor mensen ook de mogelijkheid krijgen om vanuit het comfort van hun eigen huis online casino spellen te spelen” is in strijd met de waarheid. Er dient immers nog een wetgevingsproces te worden doorlopen, dat met de nodige onzekerheden omgeven is. 
 
3. De reclame is afkomstig van een aanbieder van kansspelen die op basis van de Wet op de Kansspelen (WOK) illegaal opereert in Nederland, maar onder voorwaarden wel wordt gedoogd door de overheid, in dit geval de Kansspelautoriteit. Hier is sprake van een frictie met het algemeen belang als bedoeld in artikel 3 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), in die zin dat in reclame van een gedoogde partij een legale partij zwart wordt gemaakt. Oneerlijke concurrentie, die er al is, wordt versterkt.
 
4. Er wordt zonder te rechtvaardigen redenen geappelleerd aan gevoelens van angst als bedoeld in artikel 6 NRC. Door het opsommen van maatregelen die amusementscentra soms moeten nemen, wordt gesuggereerd dat de veiligheid in het geding is.
 
5. De uiting is oneerlijk als bedoeld in artikel 7 NRC, om de volgende redenen:
a. Het nieuwsbericht is niet met professionele toewijding gemaakt; gelet op de inhoud rijst de vraag of er sprake is van drie overvallen op één dan wel op drie amusementscentra van Fair Play. Gesteld wordt immers:
“Het filiaal in de Kruisstraat werd in mei overvallen en in de maanden maart en juni was het filiaal aan de Kruisstraat de klos”.
b. Het economische gedrag van bezoekers van amusementscentra wordt wezenlijk verstoord. Hen wordt angst aangepraat en de toekomst van amusementscentra wordt ten onrechte als een aflopende zaak beschreven. Voorts worden bedoelde bezoekers overgehaald om te gaan spelen bij het illegale of gedoogde alternatief, dat ten onrechte als legaal (op korte termijn) wordt voorgesteld.
 
6. De uiting is misleidend als bedoeld in artikel 7 NRC, omdat de veiligheid, klantvriendelijkheid en toekomst van amusementscentra ten onrechte als nadelig worden beschreven, zulks ten voordele van bijvoorbeeld het in de uiting genoemde Oranje Casino en andere internetcasino’s. Nadelen van internetcasino’s, zoals de afwezigheid van wettelijke begrenzingen, waardoor de kans op verlies vele malen groter is dan bij amusementscentra, worden niet vermeld.   
   

Het oordeel van de Commissie
De Commissie stelt voorop dat de bestreden uiting moet worden aangemerkt als reclame in de zin van artikel 1 NRC; de uiting houdt duidelijk een aanprijzing in van online casino’s en online casino spellen, waar gesteld wordt:

“Naast de problemen van de overvallen kampen de kleinere filialen ook met toekomstige concurrentie van online casino’s. Het staat vast dat online gokken in Nederland gelegaliseerd zal worden, waardoor mensen ook de mogelijkheid krijgen om vanuit de  comfort van hun eigen huis online casino spellen te spelen.

Naast het voordeel dat men niet meer naar een filiaal hoeft te gaan, is het spelen van online casino spellen ook een stuk veiliger gezien de huidige trend van overvallen op casino filialen”.

De Commissie ziet aanleiding de verschillende bezwaren gezamenlijk te behandelen. Zij overweegt met betrekking tot die bezwaren het volgende.

Ingevolge artikel 1 lid 1 sub a WOK is het verboden om gelegenheid te geven om mee te dingen naar prijzen of premies, indien de aanwijzing der winnaars geschiedt door enige kansbepaling waarop de deelnemers in het algemeen geen overwegende invloed kunnen uitoefenen, tenzij daarvoor ingevolge deze wet vergunning is verleend. Naar het oordeel van de Commissie dienen de in de uiting aangeprezen online casino spellen te worden aangemerkt als kansspelen als bedoeld in artikel 1 lid 1 sub 1 a WOK. Niet is gebleken dat voor deze kansspelen een vergunning is verleend ingevolge de WOK. Gelet hierop acht de Commissie de bestreden uiting, inhoudende een aanprijzing van online casino spellen, in strijd met artikel 1 aanhef en lid 1 sub 1 b WOK, waarin -voor zover hier van belang- is bepaald:

“(…) is het verboden:
b. de deelneming (…) aan een onder a bedoelde gelegenheid, gegeven zonder vergunning ingevolge deze wet, (…) te bevorderen (..)”.     

Adverteerder heeft niet weersproken dat de mededeling “Het staat vast dat online gokken in Nederland gelegaliseerd zal worden” in strijd is met de waarheid, nu nog een wetgevingsproces moet worden doorlopen, dat met de nodige onzekerheden is omgeven. 

Gelet op het bovenstaande acht de Commissie de uiting in strijd met wet en met de waarheid als bedoeld in artikel 2 NRC. Nu de uiting reeds om deze redenen in strijd is met de NRC, komt de Commissie niet toe aan toetsing van de uiting aan andere in de klacht genoemde bepalingen van de NRC.

De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 2  NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Regeling:    NRC (nieuw) art. 2 (wet)
NRC (nieuw) art. 2 (waarheid)