RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Oneerlijke handelspraktijken  

RB 3864

HvJ EU: Protéines France

EU 4 okt 2024, RB 3864; ECLI:EU:C:2024:826 (Protéines France), https://reclameboek.nl/artikelen/hvj-eu-proteines-france

HvJ EU 4 oktober 2024, RB 3864; ECLI:EU:C:2024:826 (Protéines France) De Franse overheid vaardigde decreten uit die deze namen wilden beschermen voor producten van dierlijke oorsprong. Verschillende organisaties, waaronder Protéines France en de Europese Vegetarische Unie, vochten deze decreten aan bij de Franse rechter. Zij stelden dat de decreten in strijd zijn met Europese regelgeving over voedselinformatie (Verordening 1169/2011). De Franse rechter legde de zaak voor aan het Europese Hof van Justitie.

RB 3284

Uitspraak ingezonden door Rutger Stoop en Darya Bondarchuk, Brinkhof.

Prijsdifferentiatie in Google Shopping is geen misleidende reclame

Rechtspraak (NL/EU) 25 feb 2019, RB 3284; C/16/4772285 (123inkt tegen Prindo), https://reclameboek.nl/artikelen/prijsdifferentiatie-in-google-shopping-is-geen-misleidende-reclame

Rechtbank Midden-Nederland 25 februari 2019, IEF18263, Rb 3284; C/16/4772285 (123inkt tegen Prindo). Kort geding. 123inkt en Prindo houden zich beide bezig met de verkoop van printerbenodigdheden en kantoorartikelen via webshops. Beide ondernemingen bieden hun producten aan via Google Shopping. 123inkt is van mening dat Prindo zich bij het gebruik van Google Shopping schuldig maakt aan misleidende reclame, misleidende (oneerlijke) handelspraktijken en misleidende vergelijkende reclame omdat Prindo op haar eigen site hogere prijzen hanteert dan bij prijsvergelijkingen van Google Shopping. De rechtbank overweegt met betrekking tot de misleidende reclame dat Prindo onrechtmatig handelt indien de mededeling in een of meer opzichten misleidend is. Volgens 123inkt is dit het geval nu (bij Google Shopping) nergens melding wordt gemaakt van het feit dat de getoonde prijs in feite een actie betreft. De voorzieningenrechter volgt 123inkt echter niet in dit verweer en overweegt dat een ondernemer in beginsel vrij is om zijn producten aan te bieden waar hij wil tegen de prijs die hij wil. Daarnaast kunnen klanten van Prindo het product gewoon bestellen, en krijgen zij deze dan ook geleverd tegen de in Google Shopping getoonde prijs. Nu 123inkt zich met betrekking tot haar vorderingen die zien op misleidende (oneerlijke) handelspraktijken en misleidende vergelijkende reclame op dezelfde feiten beroept, wijst de rechter ook alle vorderingen van 123print af. Daarnaast wordt 123inkt veroordeeld in de proceskosten.

RB 2363

Niet vermeld dat het aanbod om “gratis” mee te spelen verband houdt met een abonnement

Vz. RCC 23 maart 2015, RB 2363, dossiernr. 2015/00047 (Vriendenloterij.nl)
Zwarte lijst (misleiding). Ontbrekende informatie. Voorzitterstoewijzing. De uiting: Het betreft een op 5 januari 2015 in De Telegraaf gepubliceerde advertentie waarin onder meer staat: “Speel GRATIS mee voor dubbele prijzen tot wel € 2 miljoen! Ga naar vriendenloterij.nl.” De klacht: Klager wijst op het feit dat in de uiting staat dat men gratis kan meespelen. Uit voorwaarden die niet in de advertentie staan, blijkt echter dat alleen de eerste maand gratis is.

Vervolgens dient er maandelijks betaald te worden en zal een bedrag worden geïncasseerd indien men niet direct na aanmelding actie onderneemt om te voorkomen dat voor de maand die volgt op de gratis maand een bedrag zal worden geïncasseerd. Adverteerder maakt aldus misbruik van het woord gratis. Het woord “gratis” is misleidend omdat de aanmelding leidt tot een overeenkomst tegen betaling in de vorm van een abonnement tot deelname aan de loterij.

Het oordeel:

1) In de gewraakte uiting staat dat men “gratis” kan meespelen voor prijzen tot maximaal € 2 miljoen. In de uiting wordt geen informatie gegeven over de voorwaarden die gelden om van dit aanbod gebruik te kunnen maken. Meer in het bijzonder wordt niet vermeld dat sprake is van een abonnement waarbij men de eerste maand “gratis” meespeelt en vervolgens tegen betaling blijft doorspelen indien en zolang niet wordt opgezegd. De voorzitter begrijpt de klacht aldus dat klager van mening is dat deze informatie in de uiting had dienen te worden vermeld omdat anders niet duidelijk is dat het “gratis” aanbod verband houdt met een abonnement dat na de “gratis” maand tegen betaling wordt voortgezet.

2) Deze klacht treft doel. Naar het oordeel van de voorzitter had uit de advertentie dienen te blijken dat het aanbod om “gratis” mee te spelen verband houdt met de verplichting een abonnement tot wederopzegging te sluiten. Dit vloeit voort uit artikel 3 aanhef onder b sub 1 van de Reclamecode voor kansspelen die worden aangeboden door vergunninghouders ingevolge de wet op de kansspelen (RVK) 2015. Het ontbreken van deze informatie brengt mee dat sprake is van oneerlijke reclame.

3) Dat bedoelde voorwaarden wel op de website van adverteerder staan en het blijkbaar mogelijk is bij tijdige opzegging slechts gedurende de gratis maand mee te spelen, doet niet af aan de verplichting voor adverteerder de informatie over het abonnement ook in de advertentie te vermelden. De bestreden uiting dient immers zelfstandig, los van hetgeen op de website staat, te voldoen aan de bepalingen van de Nederlandse Reclame Code in het algemeen en de RVK in het bijzonder.
RB 1974

Ontwerpadvies richtlijn oneerlijke handelspraktijken

Ontwerpadvies van de Commissie juridische zaken aan de Commissie interne markt en consumentenbescherming inzake de toepassing van Richtlijn 2005/29/EG ("Richtlijn oneerlijke handelspraktijken") 15 oktober 2013 (2013/2116INI))
SUGGESTIES
De Commissie juridische zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie interne markt en consumentenbescherming onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen:
1. betreurt de laattijdige indiening van het verslag van de Commissie over de toepassing van
de richtlijn;
2. onderstreept het belang van een correcte toepassing van de richtlijn om de onzekerheden op juridisch en praktisch vlak voor ondernemingen die grensoverschrijdend actief zijn weg te nemen;
3. stelt met bezorgdheid vast dat de Commissie, als gevolg van de gebrekkige omzetting van de richtlijn, in de periode 2011-2012 een beroep heeft moeten doen op het overlegsysteem "EU Pilot" ten aanzien van een aantal lidstaten;

4. wijst erop dat er in enkele lidstaten nog steeds wetsbepalingen van kracht zijn die beperkende maatregelen opleggen die verder gaan dan Richtlijn 2005/29/EG, waardoor de doelstelling van een uniforme harmonisatie op losse schroeven komt te staan;
5. acht het absoluut noodzakelijk dat, tegen de achtergrond van de snelle verspreiding van internetreclame, aandacht wordt besteed aan de bescherming van de zwakkere groepen, in het bijzonder de minderjarigen;
6. spreekt zijn bezorgdheid uit over het feit dat enkele economische actoren misbruik maken van de instrumenten voor klantenbeoordeling en de prijsvergelijkingswebsites; is daarom ingenomen met het besluit van de Commissie om op zoek te gaan naar oplossingen die de informatie die dergelijke platforms aanbieden duidelijker te maken voor de consumenten;
7. spreekt zijn tevredenheid uit over het feit dat de Commissie een databank betreffende de nationale wetgevingen en jurisprudentie met betrekking tot oneerlijke handelspraktijken in het leven heeft geroepen en onderstreept het nut daarvan omdat zij hierdoor de informatie ten behoeve van de consumenten doet toenemen;
8. verzoekt de Commissie de richtsnoeren betreffende de toepassing van de richtlijn te actualiseren op basis van een open raadpleging waar alle belanghebbende partijen bij worden betrokken.

  • 1 - 5 van 5