RB
RB 3838
10 juni 2024
Artikel

Laatste plekken voor de Actualiteitenlunch Reclamerecht

 
RB 3837
3 juni 2024
Artikel

Vacature Simmons & Simmons: Advocaat-stagiaire IP / Life Sciences

 
RB 3836
31 mei 2024
Artikel

Pinsent Masons Amsterdam zoekt voor haar octrooi- en Life Sciences team junior en senior advocaat-medewerkers

 
RB 2631

Misleidende prijsvermelding door technische fout, aanbeveling achterwege gelaten

Vzr. RCC 17 december 2015, RB 2631; Dossiernr: 2015/01144 (Ryanair)
Misleiding. Prijsvermelding. Reclamecode Reisaanbiedingen. Uiting: Het betreft een op 30 oktober 2015 aan klager gezonden e-mailbericht met als onderwerp: “winteruitverkoop vanaf € 9,99 | Wees er snel bij, op is op”, afkomstig van adverteerder. In het e-mailbericht staat onder meer: “Winteruitverkoop 9,99€ 500.000 stoelen (…) Boek nu (link)”.

Klacht: Ryanair maakt reclame waarbij 500.000 tickets worden aangeboden voor een bedrag van € 9,99. Klager heeft een (retour)ticket willen boeken van Eindhoven naar Turijn voor € 9,99 per enkele reis. De retourvlucht werd na de eerste zoekopdracht aangeboden voor het actietarief, echter toen klager op de tekst “boeken” klikte veranderde zonder enige toelichting de prijs van de (enkele) terugreis in een bedrag van € 30,99, zoals blijkt uit de door klager overgelegde screenprint. Contact met Ryanair mocht niet baten. De terugvlucht kon slechts tegen het hogere tarief worden geboekt. Vervolgens heeft klager geconstateerd dat dit ‘probleem’ zich ook bij andere bestemmingen voordeed.

Voorzitter:

De bestreden uiting met boekingsmodule is een uitnodiging tot aankoop gericht op de Nederlandse markt betreffende reisdiensten en aldus aan te merken als een uiting waarop – naast de andere bepalingen van de Nederlandse Reclame Code (NRC) – de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR) 2014 van toepassing is. Ingevolge het bepaalde in artikel IV lid 1 RR zijn aan­bieders van reisdiensten in hun uitnodigingen tot aankoop op dezelfde wijze als in reclame-uitingen conform artikel III lid 1 RR gehouden tot het hanteren van correcte en duidelijke prijzen. De voorzitter vat de klacht aldus op dat volgens klager de bestreden uiting niet aan deze verplichting ten aanzien van prijsvermelding in de uitnodiging tot aankoop voldoet.

Deze klacht treft doel. Blijkens de door klager overgelegde screenprints wordt de vlucht van Turijn naar Eindhoven op 21 november 2015 in eerste instantie aangeboden voor € 9,99. Nadat klager op de onder deze prijs staande button “Boeken” heeft gedrukt, verschijnt een scherm waarin de prijs is verhoogd naar € 30,99.  Dit is in strijd met het vereiste van correcte en duidelijke prijzen.

De voorzitter is van oordeel dat adverteerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat deze prijsverhoging is ontstaan als gevolg van een technische fout en dat zij passende maatregelen heeft genomen om te voorkomen dat een dergelijk probleem zich nogmaals voordoet. Om die reden zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep en een aanbeveling achterwege laten.

Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel IV sub 1 RR.

RB 2630

Voorbehoud op directe levering onderaan uiting onvoldoende duidelijk

RCC 11 december 2015, RB 2630; Dossiernr: 2015/01124 (Inktwereld)
Misleiding. Uiting: Het betreft een uiting op de website www.inktwereld.nl waarop – voor zover hier van belang – staat: “Ilford Galerie Prestige Smooth Pearl Paper 310 grams, is recentelijk geïntroduceerd en voorzien van een volledig nieuw ontwikkelde coating: Nano porous coating. Het product staat op kwalitatief eenzame hoogte. Beter fine art papier bestaat er gewoon niet! (…)”

“Voor 17u besteld, vandaag verzonden!*

Daaronder zijn 10 kaders afgebeeld van verschillende soorten/hoeveelheden van dit papier, waaronder:

Ilford galerie prestige smooth pearl paper 310 gram A4

Voorraad info bel ons 085-0020747                          € 31,90 (€ 38,60 incl. BTW)

(…)”

“Diversen   Snelkoppeling inkt    Snelkoppeling toner

(…)             (…)                           (…)”

“*Wanneer u betaalt met Ideal, Creditcard, of Paypal en indien op voorraad!”

Klacht: Adverteerder biedt Ilford fine art fotopapier aan. Een dag na de bestelling via de webshop ontving klaagster een telefoontje van adverteerder dat Ilford al jaren failliet is en dat adverteerder het papier niet kon leveren. Adverteerder bood klaagster ander papier aan van twee verschillende merken dat vrijwel ‘identiek’ zou zijn aan het Ilford fine art fotopapier. Op de website wordt hiervan geen melding gemaakt. Indien klaagster geen gebruik wenste te maken van dit aanbod kon zij het reeds overgemaakte bedrag van adverteerder retour ontvangen.

Commissie:

De Commissie begrijpt de klacht aldus dat klaagster de uiting misleidend acht omdat het hierin aangeboden fotopapier van Ilford fine art niet leverbaar zou zijn.

Adverteerder heeft naar het oordeel van de Commissie voldoende gemotiveerd gesteld dat het – anders dan klaagster stelt – niet zo is dat zij het papier niet (meer) in haar assortiment heeft, maar dat het zeer moeilijk leverbaar is. In de uiting staat echter boven de kaders, maar direct onder de beschrijving van het papier: “Voor 17u besteld, vandaag verzonden!*”. De Commissie is van oordeel dat de gemiddelde consument door deze mededeling zal denken dat het papier direct leverbaar is. Weliswaar wordt door middel van een sterretje verwezen naar de tekst: “Wanneer u betaalt met Ideal, creditcard, of paypal en indien op voorraad!”, maar dit voorbehoud zal de gemiddelde consument gemakkelijk ontgaan nu dit helemaal onderaan de uiting in een zeer klein lettertype en buiten het kader geplaatst is. Dat onder in het kader wordt vermeld: “voorraad info bel ons 085-0020747” maakt het oordeel van de Commissie niet anders, evenals het feit dat klanten er ook voor kunnen kiezen om pro-line papier te bestellen dat volgens adverteerder kennelijk identiek is aan het in de uiting aangeboden papier van Ilford.

Gelet op het voorgaande is in de uiting geen duidelijke informatie verstrekt over de beschikbaarheid van het aangeboden product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de uiting de gemiddelde consument bovendien ertoe kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de Commissie de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

 De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 2629

Onduidelijkheid over definitie 'marktconforme tarief' misleid de consument

RCC 21 december 2015, RB 2629; Dossiernr: 2015/01091 (DSW)
Misleiding. Uiting: Het betreft een uiting op www.dsw.nl. Daarin staat onder het kopje “Vrije keuze zorgverlener” onder meer: “DSW vindt het (…) heel belangrijk dat u zelf uw zorgverlener (en zorgverzekeraar) kunt kiezen. Er zijn in de zorgverzekeringswereld op dit moment drie soorten polissen: de restitutiepolis, de naturapolis en de budgetpolis. De enige polis waarbij u de vrijheid heeft in het kiezen van uw zorgverlener is de restitutiepolis.

Bij een restitutiepolis heeft u recht op vergoeding van de kosten. Bij DSW krijgt u bij zorgverleners met contract 100% vergoed volgens overeengekomen tarief. Bij niet gecontracteerde zorg, krijgt u 100% vergoed tot het wettelijke maximum- of marktconforme tarief (dit kan wel lager zijn dan de nota van de zorgverlener). Bij de naturapolis kunt u, voor een lagere premie, alleen bij gecontracteerde zorgverleners terecht voor de volledige vergoeding. Bij niet-gecontracteerde zorgverleners, krijgt u niet 100% vergoed. De budgetpolis is een uitgeklede naturapolis (….). Daarom biedt DSW geen natura- of budgetpolis, maar alleen de restitutiepolis waarbij u altijd zelf uw zorgverlener kunt kiezen”.

Onder het kopje “Verwijzing arts” staat onder meer:
“Indien u zorg afneemt bij een niet-gecontracteerde ZBC worden de kosten vergoed conform het restitutiereglement”.

Klacht: DSW stelt dat er een vrije keuze is om welke zorgverlener dan ook te kiezen en dat men alleen een restitutiepolis biedt. Beide stellingen zijn onjuist en misleidend. Klager voert hiertoe het volgende aan.

Er blijkt een uitzondering te worden gemaakt voor niet-gecontracteerde zelfstandige behandelcentra. Dan geldt het restitutiereglement. Volgens dit reglement wordt slechts 50% van de nota vergoed, terwijl voor verrichtingen een wettelijk maximum geldt. DSW vergoedt hier dus niet de beloofde 100%, maar 50%. Dit past bij de definitie die DSW in de bestreden uiting geeft van de naturapolis.

Commissie:

1. Op grond van artikel 7 lid 1 van het Reglement betreffende de Reclame Code Commissie en het College van Beroep kan een ieder die van oordeel is dat een reclame in strijd is met de Nederlandse Reclame Code (NRC) een klacht indienen bij de Reclame Code Commissie. De stelling van DSW dat klager slechts een afgeleid en geen direct belang heeft in deze zaak, omdat klager geen verzekerde van DSW is, vormt geen aanleiding om klager niet-ontvankelijk te verklaren in zijn klacht.

2. In de bestreden uiting staat onder het kopje “Vrije keuze zorgverlener” onder meer:

“DSW vindt het (…) heel belangrijk dat u zelf uw zorgverlener (en zorgverzekeraar) kunt kiezen” en “Daarom biedt DSW geen natura- of budgetpolis, maar alleen de restitutiepolis waarbij u altijd zelf uw zorgverlener kunt kiezen”.

Anders dan klager meent, wordt in de uiting niet ten onrechte gesteld dat men bij DSW vrij is in de keuze van een zorgverlener. Niet is gebleken dat men niet vrij is om een zorgverlener te kiezen. Wel maakt DSW voor wat betreft de vergoeding onderscheid tussen zorgverleners met een contract met DSW en zorgverleners zonder contract met DSW. Dit is uitdrukkelijk in de uiting vermeld en betekent niet dat men niet vrij is in de keuze.

3. In het geval waar klager op wijst, is sprake van niet-gecontracteerde zorg. Daarover staat in de uiting, voor zover het betreft de restitutiepolis: “Bij niet gecontracteerde zorg, krijgt u 100% vergoed tot het wettelijke maximum- of marktconforme tarief (dit kan wel lager zijn dan de nota van de zorgverlener)”. Volgens de klacht en zoals elders op de website is vermeld, onder het kopje “Verwijzing arts”, worden de kosten van zorg bij een niet-gecontracteerd ZBC vergoed conform “het restitutiereglement”. De Commissie begrijpt uit de bij de klacht overgelegde websitepagina’s met restitutievergoedingen voor “Kaakchirurgie” en de op die pagina’s door klager gemaakte aantekeningen dat de restitutievergoeding voor een aantal door klager aangestreepte verrichtingen 50% bedraagt van het -zoals klager stelt- “wettelijk tarief”.

DSW heeft bij verweer meegedeeld dat de door klager, als ZBC, bij patiënten in rekening gebrachte wettelijke maximum tarieven gebaseerd zijn op de (geïndexeerde) kostprijzen van ziekenhuizen en niet van toepassing zijn op ZBC’s. Wat daarvan zij, naar het oordeel van de Commissie is voor de gemiddelde consument niet voldoende duidelijk wat DSW bedoelt met “Bij niet gecontracteerde zorg, krijgt u 100% vergoed tot het wettelijke maximum- of marktconforme tarief (dit kan wel lager zijn dan de nota van de zorgverlener)”. Meer in het bijzonder is niet voldoende duidelijk dat DSW met “marktconforme tarief” bedoelt: “de door ons vastgestelde marktconforme vergoeding”, die -zo begrijpt de Commissie- is opgenomen in het elders op de website staande “restitutiereglement”. In zoverre acht de Commissie de uiting voor de gemiddelde consument onduidelijk als bedoeld in artikel 8.2 aanhef NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Op grond van het oordeel onder 3 acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.

RB 2628

OP = OP onvoldoende om beperkt aantal beschikbare vrijkaartjes aan te duiden

Vzr. RCC 21 december 2015, RB 2628; Dossiernr: 2015/01176 (Theater Voorhuys)
Misleiding. Uiting: Het betreft een uiting van 6 november 2015 op de website www.theater-voorhuys.nl betreffende de door adverteerder georganiseerde actie “Zet je schoen voor het goede doel! En krijg een gratis kaartje voor een jeugdvoorstelling.”

Onder de kop “Sinterklaas komt weer in ons land” staat onder meer het volgende:
“Wij roepen ouders en kinderen op om kinderschoenen, waar de kinderen zijn uitgegroeid, maar die nog niet versleten zijn, in te leveren bij ons (…). De kinderen ontvangen dan een gratis kaartje voor één van de vijf geselecteerde jeugdvoorstellingen.”

Bij de “Actievoorwaarden” staat onder meer:
“-    Eén vrijkaart per kind (ook als je meer paar schoenen inlevert). Deze actie geldt alleen voor       kinderkaarten.

Op=op. Niet geldig voor reeds gekochte kaarten of in combinatie met andere kortingen en passen.”

Klacht: Op 27 november 2015 heeft klager een paar schoenen ingeleverd bij theater ’t Voorhuys. Hij kreeg echter geen vrijkaartje meer voor de voorstelling ‘Raad eens hoeveel ik van je hou”, omdat het maximale aantal van 8 vrijkaartjes inmiddels was vergeven. Klager meent dat sprake is van misleiding. Weliswaar staat bij de actievoorwaarden “op=op”, maar klager meende dat dit betrekking had op het vol zijn van het theater. Er is in de uiting niet vermeld dat slechts een beperkt aantal gratis kaartjes beschikbaar is voor deze actie.

Voorzitter:

In de beschrijving van de actie “Zet je schoen voor het goede doel” wordt zonder voorbehoud een gratis kaartje voor een jeugdvoorstelling beloofd bij inlevering van kinderschoenen. Gebleken is dat per geselecteerde voorstelling slechts een beperkt aantal vrijkaartjes beschikbaar is. Niet is weersproken dat voor de door klager uitgezochte voorstelling het maximale aantal vrijkaartjes acht stuks bedroeg. Adverteerder stelt dat de bij de actievoorwaarden vermelde mededeling “op=op” wijst op de beperkte beschikbaarheid van vrijkaartjes.

Dit verweer kan geen stand houden. Naar het oordeel van de voorzitter maakt de mededeling “op=op” de gemiddelde consument onvoldoende attent op het feit dat per voorstelling slechts een zeer beperkt aantal vrijkaartjes beschikbaar is, vooral nu in de beschrijving van de actie geen enkel voorbehoud ten aanzien van het aantal weg te geven vrijkaartjes wordt gemaakt. De uiting is hierdoor onduidelijk ten aanzien van de beschikbaarheid van het aangeprezen product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. In de toezegging van adverteerder om bij een volgende actie de voorwaarden waar nodig aan te passen ziet de voorzitter aanleiding om de aanbeveling te doen voor zover nodig.

De voorzitter acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Hij beveelt adverteerder voor zover nodig aan om niet meer op een derge­lij­ke wijze reclame te maken.

RB 2627

Toeslag van 27,50 voor voucher 'gratis overnachting' misleidend

RCC 21 december 2015, RB 2627; Dossiernr: 2015/01136 (Planeteo Voucher)
Misleiding. Toerisme. Uiting: Het betreft een aan klager gerichte e-mail. Daarin staat onder meer:
“met plezier delen we u mede dat uw e-mailadres geselecteerd is in het kader van 6de Editie van het Onderzoek naar het Ecologische Bewustzijn van Europeanen. (….).

Wij vragen u om enkele minuten te vinden om onze enquête in te vullen en enkele vragen eerlijk te beantwoorden. (…).

Voor uw deelname aan het onderzoek hebben de sponsoren van ons onderzoek voor u een Voucher voor gratis overnachtingen voorbereid:”. Hieronder is een voucher afgebeeld.

Onder de voucher staat onder meer:
“IK DOE MEE
Hoe kan ik mijn voucher in ontvangst nemen en inwisselen?
Nadat u de enquête heeft ingevuld, moet u het ontvangstformulier nog invullen”.
Verderop in de e-mail staat: “Wij nodigen uit om deel te nemen. Klik a.u.b. hier.”

Onderaan de e-mail staat in relatief kleine letters:
“Voor de voorbereiding en bezorging van de voucher per post naar het opgegeven adres moet een emissietoeslag betaald worden (27,50 €). De enige kost van het verblijf met de cheque in een hotel zijn de verplichte maaltijdkosten die betaald worden na aankomst in het hotel”.

Bij de klacht is ook een afdruk van het ontvangstformulier overgelegd. Onderaan een reeks in te vullen gegevens staat:
“Voor de uitgave en levering van de voucher per post zal een toeslag geheven worden van € 27,50”.

Klacht: Door deelname aan het bewuste onderzoek zou klager een voucher voor drie gratis nachten in een hotel ontvangen. Na deelname blijkt hij € 27,50 te moeten betalen voor verzending van de voucher. Er is duidelijk geen sprake van een echte enquête, maar van een dekmantel om mensen een hotelverblijf “aan te smeren”.

Commissie:

In de e-mail wordt gesproken over een “Voucher voor gratis overnachtingen”. Men dient echter een toeslag van € 27,50 te betalen om de voucher per post geleverd te krijgen. In zoverre acht de Commissie de uiting misleidend als bedoeld in Bijlage 1 onder 19 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) en daardoor oneerlijk als bedoeld in artikel 7 NRC. In Bijlage 1 onder 19 staat dat het onder alle omstandigheden misleidend is om een product als gratis te omschrijven als de consument iets anders moet betalen dan de onvermijdelijke kosten om in te gaan op het aanbod en het product af te halen dan wel te laten bezorgen. Het bedrag van € 27,50 ziet niet op dergelijke kosten, maar op kosten van uitgave en levering van de voucher.

De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

 

RB 2626

Reisaanbieding exclusief verblijf misleidend door bed-icoontje

Vzr. RCC 18 december 2015, RB 2626; Dossiernr: 2015/01143 (TUI)
Misleiding. Toerisme. Klacht: Klager vindt de uiting misleidend nu hierin de suggestie wordt gewekt dat de consument voor een bedrag van € 399,- per persoon een 9-daagse reis naar Miami kan boeken ínclusief vlucht, huurauto en verblijf, terwijl het verblijf niet bij dit bedrag is inbegrepen. Ook vindt klager dat de reisspecificatie die hij van adverteerder heeft ontvangen vol tegenstrijdigheden zit.

Voorzitter:

De voorzitter zal niet oordelen over de boekingsspecificatie nu dit niet kan worden aangemerkt als reclame in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code.

Niet in geschil is dat de door adverteerder aangeboden reis met een aanbiedingsprijs van € 399,- per persoon een 9-daagse reis naar Miami betreft, inclusief vlucht en huurauto, éxclusief accommodaties. In de uiting staat enerzijds “Fly & Drive Miami retour (…) Excl. Accommodaties. Echter, naast deze tekst in de uiting staat: “Aanbieding € 399,- per persoon” met direct daaronder afgebeeld een icoontje van een vliegtuig en een bed en daaronder de tekst: “9 dagen – Logies”. Om die reden gaat de bestreden uiting naar het oordeel van de voorzitter gepaard met dubbelzinnige informatie als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Anders dan adverteerder is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. Klager heeft aangevoerd dat deze reis in het verleden wel ínclusief accommodaties voor deze aanbiedingsprijs is aangeboden, hetgeen verweerder niet heeft weerlegd. Ook los hiervan zou de consument kunnen menen dat in dit specifieke geval de accommodatie bij deze aanbiedingsprijs is inbegrepen. Gelet op voorgaande is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Adverteerder heeft meegedeeld dat zij de uiting zal aanpassen. Hierin ziet de voorzitter aanleiding de aanbeveling te doen voor zover nodig.

Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Hij beveelt adverteerder, voor zover nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 2625

Mededeling "direct leverbaar" te absoluut

Vzr. RCC 14 december 2015, RB 2625; Dossiernr: 2015/01153 (Woonexpress)
Misleiding. Uiting: Het betreft een uiting op adverteerders website www.woonexpress.nl. In deze uiting wordt met betrekking tot de aangeboden “hanglamp Kylie” gezegd: “actie -15%” en “Levertijd: Direct leverbaar”.

Klacht: Naar aanleiding van de mededeling “direct leverbaar” heeft klaagster op 29 oktober 2015 in de webwinkel van Woonexpress de hanglamp gekocht. Op 30 oktober 2015 heeft klaagster een e-mail van Woonexpress ontvangen dat de lamp niet voorradig was en pas in week 46 weer op voorraad zou zijn. Ten tijde van het indienen van de (aanvulling van de) klacht, 19 november 2015, heeft klaagster echter nog geen bericht over levering van de lamp gekregen. Klaagster vindt de mededeling “direct leverbaar” misleidend.

Voorzitter:

Klaagster acht de bestreden uiting misleidend, nu daarin met betrekking tot de lamp Kylie wordt meegedeeld dat deze direct leverbaar is, terwijl dat in werkelijkheid niet het geval bleek te zijn. Deze klacht treft doel. Als erkend is komen vast te staan dat de op 29 oktober 2015 door klaagster bestelde lamp, waarbij staat “direct leverbaar”, eerst op 2 december 2015 naar klaagster verzonden is. Uit het verweer begrijpt de voorzitter dat deze omstandigheid niet alleen het gevolg is van het in dit geval ‘om kwaliteitsredenen moeten afkeuren van een hele partij’, maar dat het - structureel - technisch gezien niet mogelijk is om de actuele voorraadstand op de website weer te geven. Gelet hierop is de zonder enig voorbehoud vermelde mededeling “direct leverbaar” te absoluut.

Gelet op het voorgaande gaat de bestreden uiting gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de levering van het aangeprezen product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). De gemiddelde consument kan hierdoor ertoe gebracht worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. Een korte levertijd kan immers een belangrijke overweging zijn bij de aankoop van een product. De voorzitter acht de uiting om die reden misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De voorzitter acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Hij beveelt adverteerder aan om niet meer op een derge­lij­ke wijze reclame te maken.

RB 2624

Vanafprijs moet slaan op de in de uiting vermelde console om misleiding te voorkomen

RCC 10 december 2015, RB 2624; Dossiernr: 2015/01100 (Bol.com)
Misleidende reclame. Uiting: Het betreft een reclamefolder van bol.com, waarin – voor zover hier van belang – staat:

“Echt herfstweer? Goed excuus om te gamen! Terwijl buiten de herfststorm het laatste blad van de bomen blaast en met bakken uit de hemel komt, installeer jij je binnen voor je tv of computer met de nieuwste games. Of je nou een Wii U, Xbox of Playstation hebt, voor elk console zijn er toppers verkrijgbaar”.

Daaronder staan een aantal games afgebeeld, waaronder de PS 3 Lego Jurassic World met daarnaast de tekst:
“Lego Jurassic World. Beleef alle vier de Jurassic-films opnieuw. Vanaf 29,99”.

Klacht: In de folder wordt geadverteerd met een dvd van Lego Jurassic World, geschikt voor Playstation 3 (hierna: PS 3) met een vanafprijs van € 29,99. Toen klaagster de website van adverteerder bezocht kwam zij er achter dat dit de prijs was voor de dvd, geschikt voor een PC. De prijs voor de dvd voor de PS 3, zoals afgebeeld in de folder bedraagt € 49,99. Hoewel er in de uiting ‘vanaf’ staat, acht klaagster de uiting misleidend. Vooral omdat het om een product voor kinderen gaat. Voor het zoontje van klaagster was het lastig te begrijpen dat de dvd in werkelijkheid € 20,- duurder was dan in de uiting staat vermeld.

Commissie:

Niet in geschil is dat de prijs van de in de uiting afgebeelde dvd voor PS 3 Lego Jurassic World € 49,99 bedraagt en dat de in de uiting genoemde vanafprijs van € 29,99 de prijs is van een versie die geschikt is voor de PC. De Commissie is van oordeel dat dit onvoldoende duidelijk uit de uiting blijkt, terwijl het gebruikte medium (reclamefolder) daartoe voldoende ruimte biedt. Door een vanafprijs van € 29,99 te noemen direct naast de afbeelding van een spel voor een console waarvoor deze prijs niet geldt, zal de gemiddelde consument in verwarring raken. Deze verwarring wordt niet weggenomen door de volgende tekst: “Of je nou een Wii U, Xbox of Playstation hebt, voor elk console zijn er toppers verkrijgbaar”. Hierdoor zal de gemiddelde consument denken dat de genoemde vanafprijs tenminste behoort bij één van de drie genoemde consoles. De vanafprijs slaat echter op de PC-versie en niet op de prijs voor de versie voor één van de genoemde consoles.

Gelet op het voorgaande acht de Commissie de uiting onduidelijk ten aanzien van de prijs als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Op grond van het voorgaande wordt als volgt beslist. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 2623

Suggestie dat kraamzorg kan worden uitgesloten van basispakket misleidend

RCC 15 december 2015, RB 2623; Dossiernr: 2015/01160 (FBTO)
Misleiding. Uiting: Het betreft een televisiecommercial over de zorgverzekering 2016 waarin – voor zover hier van belang – wordt gezegd:
Vrouw: “Het is tijd voor een nieuwe zorgverzekering, maar al die uitgebreide pakketten…”

Man: “Vol zorg die je niet nodig hebt, maar wel betaalt”.

Vrouw: “Ja, zoals zij daar”(verwijzing naar twee mannen van middelbare leeftijd, die hand in hand aan een tafeltje zitten). “Kleine kans dat zij behoefte hebben aan kraamzorg, grote kans dat zij er wel voor betalen”.

Man: “Of die jongen. Kijk hij heeft er wat aan als zorg wereldwijd wordt vergoed, maar zijn oma…”

Vrouw: “En ik heb ook allemaal dingen in mijn zorgpakket zitten die ik echt niet gebruik”.

Man: “Bij FBTO kies je gewoon de basisverzekering en die vul je aan met modules die bij jou passen. Kleine kans dat je dan voor aanvullende zorg betaalt die je niet nodig hebt”.

Vrouw: “Grote kans dat ik meteen even ga kijken”.

Man: “Weten hoe dat werkt? Check FBTO.nl”.

Klacht: In de televisiecommercial wordt naar een homokoppel verwezen met de opmerking dat zij geen kraamzorg nodig hebben en daarom voor een zorgverzekering van FBTO moeten kiezen. Hiermee wordt volgens klager ten onrechte de suggestie gewekt dat het bij adverteerder mogelijk is om geen kraamzorg af te nemen, terwijl kraamzorg verplicht onderdeel uitmaakt van de basisverzekering.

Commissie:

Niet in geschil is dat kraamzorg verplicht onderdeel uitmaakt van de basisverzekering en dat voor deze zorg een zogenaamde ‘eigen bijdrage’ geldt. Door een aanvullende verzekering af te sluiten is het voor de consument mogelijk om zich voor deze kraamzorgkosten (eigen bijdrage) te verzekeren. Niet in geschil is voorts dat in de commercial door de vrouw wordt gewezen naar een homopaar van middelbare leeftijd.

Uit het verweer van adverteerder blijkt dat het doel van de bestreden commercial is om de consument erop te wijzen dat het bij adverteerder – meer nog dan bij andere zorgverzekeraars – mogelijk is om het basispakket uit te breiden met diverse aanvullende modules, zodat de consument zijn zorgpakket kan samenstellen met aanvullende zorg die bij zijn specifieke situatie past. In dat kader wordt in de televisiecommercial ten aanzien van een homopaar gezegd: “Kleine kans dat zij behoefte hebben aan kraamzorg, grote kans dat zij er wel voor betalen”. Naar het oordeel van de Commissie kan de gemiddelde consument er niet mee bekend worden geacht dat voor kraamzorg een eigen bijdrage geldt. Daarom zal deze consument na het zien van deze commercial in verwarring (kunnen) raken en (kunnen) denken dat het bij adverteerder mogelijk is om kraamzorg uit te sluiten van zijn (basis)pakket. Dat dit specifieke voorbeeld over kraamzorg ziet op de aanvullende verzekering blijkt onvoldoende duidelijk uit de bestreden uiting.

Gelet op het voorgaande acht de Commissie de uiting onduidelijk als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Op grond van het voorgaande wordt als volgt beslist. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

 

RB 2622

Adverteren met 'vers' voor ingevroren en ontdooide pangasius in strijd met art. 7 NRC

Vzr. RCC 24 december 2015, RB 2622; Dossiernr: 2015/01141 (AH Pangasiusfilet)
Misleiding. Uiting: Het betreft de website www.ah.nl voor zover hierop een bonusaanbieding stond voor “AH Verse pangasiusfilet” met 25% korting. Op de bijbehorende foto is onder meer visfilet in een cellofaanverpakking te zien. Daarnaast zijn ook andere verpakkingen met visfilet afgebeeld.

Klacht: Klager stelt dat adverteerder reclame maakt voor verse pangasiusfilet. Uit niets blijkt dat het ontdooide vis betreft. Pas na het bestuderen van de achterkant van de verpakking bleek dat het product diepgevroren vanuit Vietnam is getransporteerd. Klager acht deze manier van adverteren misleidend.

Voorzitter:

1)  In de bestreden uiting wordt in algemene zin “AH Verse pangasiusfilet” aangeboden. Hierbij ontbreekt informatie over het feit dat het product ingevroren is geweest en in ontdooide staat wordt verkocht. Blijkbaar bestaat geen mogelijkheid om door middel van klikken meer informatie over deze algemene aanbieding op te vragen. Bij de afzonderlijke pangasiusproducten die daarnaast in dezelfde uiting (blijkbaar in het kader van de webshop van adverteerder) worden aangeboden, staat overigens niet de aanduiding ‘vers’ in de omschrijving van die producten. Nu uit de klacht niet blijkt dat klager het product via de webshop heeft besteld, gaat de voorzitter ervan uit dat klager naar aanleiding van de algemene aanbieding heeft besloten het product in de winkel te kopen. Op grond hiervan zal de voorzitter de uiting niet toetsen aan de specifieke voedselinformatiebepalingen die op grond van Verordening (EU) nr. 1169/2011 gelden bij verkoop op afstand van levensmiddelen.

2)  Adverteerder beroept zich op artikel 2 aanhef en onder 4 van Richtlijn 91/493/EEG. In de Nederlandstalige versie van dit artikel staat: “verse producten: visserijproducten, in gehele staat of na bewerking, daaronder begrepen vacuüm of onder een gewijzigde atmosfeer verpakte producten, die geen andere op conservering gerichte behandeling hebben ondergaan dan koeling”. Deze bepaling dient te worden uitgelegd in verband met de overige bepalingen van de richtlijn, die gedeeltelijk is geïmplementeerd in het Warenwetbesluit Visserijproduc­ten, slakken en kikkerbillen. De voorzitter verwijst naar de volgende definitie van ‘koeling’ in Richtlijn 91/493/EEG: “procedé dat erin bestaat de temperatuur van de visserijproducten zodanig te doen dalen dat zij de temperatuur van smeltend ijs benadert”, alsmede naar de volgende definitie van ingevroren producten: “visserijproducten die zo zijn ingevroren dat hun kerntemperatuur, na thermische stabilisatie, minimaal - 18 °C bedraagt”. Uit deze bepalingen in onderling verband bezien, volgt dat een ‘ingevroren product’ onder de werking van Richtlijn 91/493/EEG niet een ‘vers product’ kan worden genoemd. Dit impliceert dat het beroep van adverteerder op Richtlijn 91/493/EEG geen doel treft.

3)  Naar het oordeel van de voorzitter doet de aanduiding ‘vers’ zonder nadere toelichting ook onvoldoende recht aan het feit dat sprake is van een product dat eerst is ingevroren en, mogelijk pas geruime tijd na het invriezen, in ontdooide staat wordt verkocht. Door de aanduiding ‘vers’ zal de gemiddelde consument zich vermoedelijk een onjuist beeld vormen over het product. De gemiddelde consument kan immers niet uit eigen wetenschap op de hoogte worden geacht van het feit dat het om een product gaat dat altijd ingevroren is geweest. De voorzitter acht deze informatie van belang voor de consument. Aangenomen moet namelijk worden dat de consument bij een ‘vers’ (dat wil zeggen niet-ingevroren en ontdooid) product andere verwachtingen omtrent de kwaliteit heeft dan bij een diepvriesproduct. Niet gesteld of gebleken is dat pangasiusfilet die ingevroren is geweest zich kwalitatief gezien in geen enkel opzicht onderscheidt van pangasiusfilet die uitsluitend is gekoeld op de wijze als bedoeld in Richtlijn 91/493/EEG. De voorzitter acht het aannemelijk dat de gemiddelde consument om die reden bereid is meer te betalen voor het als ‘vers’ omschreven product dan het diepvriesproduct in de onjuiste veronderstelling dat het ‘verse’ product van betere kwaliteit is. In feite bestaat er echter geen relevant onderscheid, anders dan dat de als ‘vers’ aangeduide pangasiusfilet reeds is ontdooid. De gemiddelde consument dient om die reden te worden geïnformeerd over het feit dat het om een ontdooid product gaat. Dat deze informatie wel op de verpakking staat, doet niet af aan de verplichting ook op de website de consument reeds de essentiële informatie te verstrekken die hij nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen. Nu deze informatie ontbreekt, is sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Uit het voorgaande volgt dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

4)  Naar aanleiding van de mededeling van adverteerder dat andere aanbieders op dezelfde wijze hun product aanprijzen als ‘verse’ pangasiusfilet, overweegt de voorzitter dat blijkbaar sprake is van de situatie dat binnen de desbetreffende branche een onjuiste opvatting bestaat omtrent de wijze waarop dergelijke producten dienen te worden omschreven. Dit kan niet afdoen aan het feit dat adverteerder dient te worden aanbevolen om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Teneinde evenwel adverteerder niet onnodig in een ongunstigere positie te brengen dan de andere aanbieders in de branche, zal de voorzitter een termijn bepalen waarbinnen adverteerder de aanbeveling dient op te volgen, waarbij een termijn van acht weken de voorzitter redelijk voorkomt. De voorzitter zal bepalen dat de aanbeveling binnen deze termijn moet zijn opgevolgd. De voorzitter gaat ervan uit dat de branche door de Stichting Reclame Code over deze beslissing zal worden geïnformeerd en dat de branche naar aanleiding daarvan zijn reclame-uitingen zal aanpassen zodat deze alsnog in overeenstemming met de Nederlandse Reclame Code zullen zijn.

Op grond van hetgeen hiervoor is vermeld, acht de voorzitter de bestreden reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. De voorzitter beveelt adverteerder aan om uiterlijk acht weken na de datum van deze beslissing niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.