RB
RB 3838
10 juni 2024
Artikel

Laatste plekken voor de Actualiteitenlunch Reclamerecht

 
RB 3837
3 juni 2024
Artikel

Vacature Simmons & Simmons: Advocaat-stagiaire IP / Life Sciences

 
RB 3836
31 mei 2024
Artikel

Pinsent Masons Amsterdam zoekt voor haar octrooi- en Life Sciences team junior en senior advocaat-medewerkers

 
RB 2601

Reclame Herbalife vermomd als ontbijt onderzoek in strijd met 11.1 NRC

RCC 2 december 2015, RB 2601; Dossiernr: 2015/01111 (Ontbijt onderzoek)
Aanbeveling. Voeding. Uiting: Het betreft de in klagers brievenbus gedeponeerde flyer met de volgende tekst -voor zover hier van belang-:

“Betreft: onderzoek ontbijt
Geachte mevrouw, mijnheer,

Mijn naam is [naam] en ik werk als voedingscoach in uw omgeving.
Ik begeleid mensen met o.a. het verbeteren van hun voedingsgewoonte. Het ontbijt is hierin de belangrijkste maaltijd. Het heeft nl. een grote invloed op ons energieniveau/vitaliteit, snackbehoefte en het kan enorme gevolgen hebben voor uw gewicht. Het is mede daarom voor ons belangrijk om meer inzicht te krijgen in de huidige eetgewoonten.
U kunt mij hierbij helpen door een korte enquête (3 min.) in te vullen? Als dank krijgt u geheel vrijblijvend een GRATIS ontbijt- en voedingsadvies.

U kunt de enquête invullen op onze website: www.ontbijtmakkelijk.nl
(…)
Maak nu kans op een gratis ontbijt- en voedingsadvies
Independent herbalife distributor”.

Klacht: In de flyer doet de afzender daarvan het voorkomen of zij bezig is met een onderzoek naar voedingsgewoontes. Uit de antwoorden die zij klager op zijn vragen over het onderzoek gaf, blijkt echter dat het een louter commercieel gedreven actie is om afslankproducten aan de man te brengen en dat de zogenaamde enquête slechts als kapstok daarvoor dient. De reclamefolder is vermomd als een verzoek om mee te werken aan een onderzoek dat de persoonlijke en volksgezondheid ten goede kan komen. Daardoor is de folder niet, zoals het hoort, direct als reclame herkenbaar.

Commissie:

Bij verweer is erkend dat de bestreden uiting reclame betreft ter bevordering van de verkoop van producten van adverteerder. Krachtens artikel 11.1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) dient reclame duidelijk als zodanig herkenbaar te zijn, door opmaak, presentatie, inhoud of anderszins, mede gelet op het publiek waarvoor zij is bestemd. Naar het oordeel van de Commissie voldoet de bestreden uiting niet aan dit vereiste. In de uiting ligt de nadruk op het onderzoeksaspect en het belang van inzicht in en verbetering van eetgewoonten. Bij de ontvanger van de uiting kan hierdoor gemakkelijk de indruk ontstaan dat slechts wordt gevraagd medewerking te verlenen aan het onderzoek door de enquête in te vullen. Niet duidelijk is dat de gegevens uit de enquête dienen om de betrokkene als klant te werven. De enkele mededeling in kleine letters onderaan de uiting “Independent herbalife distributor” verschaft evenmin de vereiste duidelijkheid.

De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 11.1 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 2600

Voldoende terughoudendheid betracht in poster Squirt.org, geen strijd met goede smaak of fatsoen

RCC 2 december 2015, RB 2600; Dossiernr: 2015/01112, 2015/01112/A & 2015/01112/B (Squirt.org)
Afwijzing. Goede smaak en fatsoen. Uiting: Het betreft posters op het station van Amsterdam Centraal, Amsterdam Zuid en Rotterdam Blaak. De poster toont, onder het logo van Squirt.org, onder meer twee naast elkaar staande mannen met ontbloot bovenlijf, en de tekst “Non-Stop Cruising #squirtnl”. Verder staat op de poster: “Join the biggest cruising site NOW” en “Get 1 year FREE! squirt.org/netherlands”.

Klacht 1: Klaagster acht het zeer ongepast dat in de openbare ruimte een dergelijke website wordt gepromoot. Jonge kinderen moeten niet ongevraagd met terminologie als ‘squirten’ en ‘cruisen’ worden geconfronteerd, in combinatie met de bijbehorende afbeelding. Anders dan thuis en op school, waar gewerkt kan worden met gefilterd internet, kan bij deze poster ongewilde confrontatie met de seksindustrie niet vermeden worden. Jonge mensen moeten tegen blootstelling aan deze seksreclames beschermd worden.

Klacht 2: De poster promoot vrije seks voor homo mannen. Het logo lijkt een witte druppel “(sperma?)” te bevatten. Klager acht dit “echt misselijkmakend en schokkend”.

Klacht 3: Met de reclame van twee bijna naakte mannen wordt de website squirt.org aangeprezen. De eerste pagina van die site blijkt al over “welwillende mannen” en “blowjobs” te gaan. Dit krijgt een klein kind dus te zien dat langs deze reclame loopt en nieuwsgierig de website opzoekt.

Commissie:

1. De Commissie neemt tot uitgangspunt dat het adverteerder in beginsel toegestaan is om haar datingdienst voor homoseksuele mannen Squirt.org aan te prijzen. Daaraan doet niet af dat tegen deze dienst bij personen die door reclame ermee worden geconfronteerd morele of andere bezwaren kunnen bestaan. De Commissie beoordeelt niet de bestaande dienst op zich, maar toetst of de wijze waarop daarvoor reclame wordt gemaakt in overeenstemming is met de bepalingen van de NRC. Daarbij kan (de aard van) de aangeprezen dienst wel een rol spelen.

2. De Commissie vat de bezwaren van klaagster tegen de reclame-uiting aldus op dat zij de poster in strijd acht met de goede smaak en/of het fatsoen als bedoeld in artikel 2 NRC, omdat deze in de openbare ruimte hangt. Bij de toetsing van een reclame-uiting aan criteria als de goede smaak en/of het fatsoen stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van die criteria. De Commissie beoordeelt of de uiting naar de huidige maatschappelijke opvattingen de grenzen van het toelaatbare overschrijdt. Hierbij wordt mede rekening gehouden met de wijze waarop de uiting is geopenbaard en het effect dat de uiting daardoor op het publiek heeft. Bij een uiting die op zodanige wijze wordt gepubliceerd dat het publiek zich niet aan confrontatie daarmee kan onttrekken, zijn de grenzen van wat toelaatbaar kan worden geacht eerder overschreden dan bij uitingen die op een andere wijze worden gepubliceerd.

Met inachtneming van voornoemde uitgangspunten overweegt de Commissie als volgt.

3. Adverteerder heeft ervoor gekozen haar dienst in Nederland aan te prijzen op posters die hangen op stations in vier grote steden. Hierdoor wordt op een plaats waar een algemeen publiek onverhoeds en onontkoombaar met de uiting wordt geconfronteerd, reclame gemaakt voor een erotische dienst. Dit betekent dat adverteerder in haar reclame-uiting de nodige terughoudendheid in acht dient te nemen om niet de grenzen te overschrijden van wat in het kader van de goede smaak en het fatsoen naar huidige maatschappelijke opvattingen bij de aanprijzing van een erotische dienst toelaatbaar is.

Naar het oordeel van de Commissie is in het onderhavige geval voldoende terughoudendheid betracht. De uiting toont de met ontbloot bovenlijf afgebeelde modellen niet in een seksueel uitdagende pose en suggereert geen seksuele handelingen. Het enkele feit dat de woorden “squirt” en “cruising” op de poster voorkomen, maakt dit niet anders, ook al zullen deze woorden - als ze al begrepen worden - door de gemiddelde consument opgevat worden in een seksueel getinte betekenis.

De Commissie wijst de klacht af.

RB 2599

Reclame voor beleg-app BUX voldoende duidelijk en behoeft geen risico-indicator

RCC 24 november 2015, RB 2599; Dossiernr: 2015/01077 (BUX)
Afwijzing. Financiële dienstverlening. Misleiding voornaamste kenmerken. Uiting: Het betreft de televisiecommercial van BUX (die ook op YouTube is te zien). In de commercial, die de vorm van een tekenfilm heeft, is de volgende tekst te horen en (als ondertiteling) te zien:

“Handelen op de beurs: Da’s iets voor slimme financiële jongens die de hele dag een beetje met miljoenen lopen te smijten. Een spannend spel, maar enorm ingewikkeld en eigenlijk alleen toegankelijk voor insiders. Daarom is er nu BUX. De smartphone app waarmee echt iedereen vanaf nu heel eenvoudig kan beleggen.

Wat denk je: gaat de koers stijgen of dalen? Zo simpel is het. Dus waar wacht je nog op?

Download BUX helemaal gratis en probeer het eerst uit met nepgeld.

BUX. Speel mee met de big boys.”

Aan het eind van de commercial verschijnt de volgende tekst onderin het beeld: “CFD’s zijn investeringen met hoge risico’s. Je kunt geld verliezen.”

Klacht: Klager stelt dat hij zich om de volgende redenen stoort aan de reclame van BUX voor “een mobiele applicatie om te kunnen beleggen”:

Door de wijze waarop de reclameboodschap wordt gebracht lijken jongeren of jong volwassenen de doelgroep te zijn. Er wordt echter niet gesproken over een minimale leeftijd of de benodigde “toestemming van de ouders en het kantongerecht bij het aangaan van beleggingen voor minderjarigen”.

In de commercial ontbreekt de risico-indicator die bij reclames voor financiële producten gebruikelijk is (de essentiële beleggersinformatie). De getoonde summiere waarschuwing voor eventuele verliezen staat niet in verhouding tot de risico’s die het product meebrengt.

De reclame is weinig transparant. Er wordt niet ingegaan op de voorwaarden van het gebruik en eventueel bijkomende kosten. Een verwijzing naar de algemene voorwaarden ontbreekt.

Er wordt gesuggereerd dat beleggen op de beurs een (kans)spel is. Dit is een onjuiste weergave van de werkelijkheid.

Het is onduidelijk welk product wordt verkocht: een applicatie, een financiële dienst, het aangaan van een beleggersrekening of een computerspel?

Commissie:

Ad a.
Klager maakt in de eerste plaats bezwaar tegen de televisiecommercial omdat daarin geen minimum leeftijd wordt genoemd, terwijl jongeren de doelgroep (lijken te) zijn.

De Commissie overweegt hierover het volgende.

In de commercial wordt “BUX, de smartphone app waarmee echt iedereen vanaf nu heel eenvoudig kan beleggen” aangeprezen. Als erkend is komen vast te staan dat deze app met name bedoeld is voor personen die niet beschikken over veel financiële kennis of veel geld, zoals jongeren. Maar ook is gebleken dat de gebruiker van de app verplicht is eerst met funBUX te handelen voordat hij met echt geld kan gaan beleggen. Voor het handelen met nepgeld geldt geen minimum leeftijd. Gelet hierop is het vermelden van een minimumleeftijd in de commercial niet vereist. Pas als de gebruiker vervolgens besluit om met echt geld te gaan handelen geldt een minimumleeftijd van 18 jaar. Adverteerder heeft aannemelijk gemaakt dat de gebruiker voorafgaand aan het handelen met seriousBUX een ‘passendheidstest’ moet doorlopen, waarbij onder meer moet blijken dat de gebruiker 18 jaar of ouder is.

Ad b.
Klager meent dat in de commercial ten onrechte “de bij financiële producten gebruikelijke risico-indicator” ontbreekt.

Uit de commercial blijkt dat Cfd’s het achterliggende product zijn wanneer gehandeld gaat worden met echt geld. Op grond van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen (BGfo) moet de door klager bedoelde risico-indicator getoond worden in reclame-uitingen voor complexe producten. Een Cfd (contract for difference) geldt niet als een complex product in de zin van artikel 1 van het BGfo. Daarom hoeft in de commercial geen risico-indicator getoond te worden. Om dezelfde reden hoeft er ook geen financiële bijsluiter of essentiële beleggersinformatie opgesteld te worden.

Ad c.
Klager stelt dat de commercial weinig transparant is over de voorwaarden en bijkomende kosten van het gebruik van de BUX app.

Naar het oordeel van de Commissie heeft adverteerder voldoende aannemelijk gemaakt dat aan het installeren van de app geen voorwaarden en/of kosten verbonden zijn en dat vrijblijvend en kosteloos met funBUX gehandeld kan worden. Dat met het handelen op de beurs met echt geld kosten gemoeid zijn, hoeft niet in de commercial vermeld te worden. De gebruiker van de app kan immers in eerste instantie alleen met nepgeld te handelen. Bovendien mag de gemiddelde consument ermee bekend worden verondersteld dat aan het ‘echte’ handelen op de beurs kosten verbonden zijn.

Ad d.
Klager maakt bezwaar tegen de volgens hem in de commercial gewekte suggestie dat beleggen op de beurs een (kans)spel is, wat klager een onjuiste weergave van de werkelijkheid vindt.

De Commissie stelt voorop dat in de commercial niet wordt gesproken over een kansspel. Er wordt gezegd dat handelen op de beurs “een spannend spel” is. Hiermee wordt niet gesuggereerd dat het beleggen op de beurs een gokspel of een spel zonder risico’s is. Met de mededeling “Speel mee met de big boys” wordt opgeroepen om de BUX app te installeren, waarmee eerst alleen met nepgeld kan worden ‘gespeeld’. Van een onjuiste weergave van de werkelijke gang van zaken bij het handelen op de beurs is geen sprake.

Ad e.
De klacht dat in de commercial niet duidelijk wordt gemaakt welk product wordt verkocht kan niet slagen. Uit de tekst “Daarom is er nu BUX. De smartphone app waarmee echt iedereen vanaf nu heel eenvoudig kan beleggen.(…) Download BUX helemaal gratis en probeer het eerst uit met nepgeld” blijkt voldoende duidelijk wat wordt aangeprezen.

De Commissie wijst de klacht af.

RB 2598

Zelfzorgproducten Tegenpijn.nl door presentatie aan te merken als geneesmiddelen

RCC 26 november 2015, RB 2598; Dossiernr: 2015/00999 (Tegenpijn.nl)
Aanbeveling. Gezondheid. Misleiding. Uiting: Het betreft een uiting op www.tegenpijn.nl. Daarin staat onder de aanhef:
“Tegenpijn.nl
Zelfzorgproducten voor spieren, huid en haar!” onder meer: “TEGENPIJN.NL. Uw webshop voor Zelfzorgproducten.

Tegenpijn.nl is een webwinkel gespecialiseerd in natuurlijke (zelfzorg) gezondheidsproducten uit Indonesië, Thailand, Finland. Denk aan vastzittende spieren, van nek of rug, (sport)blessures. Veel producten zijn op natuurlijke basis, zodat deze ook bij kinderen kunnen worden gebruikt.

Ons assortiment wordt regelmatig aangevuld met nieuwe producten.
* Zoekt u een product? Voer bij Zoeken het merk in en klik op Zoeken, u krijgt dan alle producten van dit merk onder elkaar.
* Voer bij zoeken bijv. migraine in, u ziet dan vervolgens alle producten op rij”.

Klacht: Klager maakt bezwaar tegen de urlnaam van Tegenpijn.nl, namelijk www.tegenpijn.nl.
Op www.tegenpijn.nl verkoopt Tegenpijn.nl voornamelijk gezondheidsproducten. Klager acht de naam www.tegenpijn.nl in strijd met artikel 84 van de Geneesmiddelenwet. Verder acht klager de uiting misleidend ten aanzien van de aard en de voornaamste kenmerken van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder a respectievelijk b van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Klager licht zijn bezwaar als volgt toe. De naam van de website www.tegenpijn.nl. is reclame. Deze naam heeft immers als doel de verkoop van de producten op de betreffende site te bevorderen. Bovendien moet de naam worden beschouwd als een mededeling, gericht tot de potentiële consument, waarmee aan deze kenbaar wordt gemaakt dat hij onder die naam een website betreffende deze producten zal vinden.

De naam www.tegenpijn.nl is een medische claim. Voor gezondheidsproducten mogen geen medische claims worden gebruikt. Door onder een url www.tegenpijn.nl producten aan te bieden “die niet tegen pijn zijn”, handelt Tegenpijn.nl in strijd met artikel 84 van de Geneesmiddelenwet. Op grond van deze bepaling is reclame voor een geneesmiddel waarvoor geen handelsvergunning is verleend verboden.

Verder zal de consument bij een url www.tegenpijn.nl denken dat hij producten tegen pijn zal aantreffen. Dit is misleidend.

Commissie:

De Commissie stelt voorop dat zij niet bevoegd is om te oordelen over de urlnaam www.tegenpijn.nl op zichzelf. Over deze naam, die op zichzelf genomen nog geen aanprijzing van een goed, dienst of denkbeeld is, kan zij zich uitsluitend uitlaten voor zover die wordt gebruikt in een reclame-uiting. Klager heeft bij de klacht een afdruk van één pagina van de website www.tegenpijn.nl overgelegd. Deze webpagina houdt een openbare aanprijzing in van de producten van de webshop Tegenpijn.nl en is om die reden reclame als bedoeld in artikel 1 NRC.

In deze reclame-uiting staat onder de aanhef:

“Tegenpijn.nl

 Zelfzorgproducten voor spieren,

 huid en haar!” onder meer:
“TEGENPIJN.NL. Uw webshop voor Zelfzorgproducten.

Tegenpijn.nl is een webwinkel gespecialiseerd in natuurlijke (zelfzorg) gezondheidsproducten uit Indonesië, Thailand, Finland. Denk aan vastzittende spieren, van nek of rug, (sport)blessures. Veel producten zijn op natuurlijke basis, zodat deze ook bij kinderen kunnen worden gebruikt.

Ons assortiment wordt regelmatig aangevuld met nieuwe producten.

* Zoekt u een product? Voer bij Zoeken het merk in en klik op Zoeken, u krijgt dan alle producten van dit merk onder elkaar.
* Voer bij zoeken bijv. migraine in, u ziet dan vervolgens alle producten op rij”.

Uit bovenstaande informatie zal de consument opmaken dat via de website www.tegenpijn.nl zelfzorgproducten voor in elk geval spieren, huid en haar worden aangeboden. Door de vermelding www.tegenpijn.nl in de bestreden uiting worden deze zelfzorgproducten gepresenteerd als geschikt voor het genezen of voorkomen van pijn bij de mens als bedoeld in artikel 1 lid 1 sub b 1 van de Geneesmiddelenwet en om die reden is er sprake van geneesmiddelen als bedoeld in artikel 1 lid 1 sub b 1 Geneesmiddelenwet. Adverteerder heeft niet weersproken dat voor de op de site aangeboden producten geen handelsvergunning in de zin van artikel 84 Geneesmiddelenwet is verleend. Gelet hierop acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 84 Geneesmiddelenwet en daardoor in strijd met de wet als bedoeld in artikel 2 NRC.

Bij verweer heeft adverteerder meegedeeld dat bij elk zelfzorgproduct op de productpagina staat dat het een zelfzorgproduct betreft en geen geneesmiddel. Verder heeft adverteerder meegedeeld dat via een link wordt gewezen op een pagina waarop onderscheid wordt gemaakt tussen zelfzorgproducten en geneesmiddelen. Dit verweer kan niet slagen en maakt het oordeel van de Commissie niet anders. Zoals klager ook bij repliek heeft meegedeeld, kunnen geneesmiddelen ook zelfzorgmiddelen zijn, zoals bijvoorbeeld paracetamol. 

Nu de uiting reeds om bovengenoemde reden in strijd is met de NRC, komt de Commissie niet toe aan beoordeling van de vraag of de uiting misleidend is.

De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 2 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 2597

Gezondheidsclaims voor Green Coffee Bean Max misleidend

RCC 5 november 2015, RB 2597; Dossiernr: 2015/00942 (Green Coffee Bean Max)
Aanbeveling. Gezondheidsclaim. Uiting: Het betreft reclame voor “Green Coffee Bean Max”, zoals te zien op 27 augustus 2015 op www.greenbreancoffeemax.nl.
Daarin staat onder meer:

“Disclaimer: het resultaat van Green Coffee Bean Max is niet gegarandeerd maar kan wel behaald worden.

Green Coffee Bean Max

Met green coffee bean max kunt u wellicht uw streefgewicht halen. Het behalen is niet gegarandeerd maar er zijn zeker klanten geweest die dit behaald hebben.

Daarom gebruikt Green Coffee Bean Max alleen de zuiverste groene koffieboon extracten om 100% natuurlijke dieetsupplementen te maken.

Disclaimer: het resultaat van Green Coffee Bean Max is niet gegarandeerd maar kan wel behaald worden.

Antioxidanten zijn nergens in de natuur zo talrijk als binnenin een ongeroosterde groene koffieboon. Deze jonge groene bonen zijn daarom de basis van Green Coffee Bean Max. Afvallen met Green Coffee Bean Max doe je dus verantwoord en in balans met je lichaam.

Disclaimer: het resultaat van Green Coffee Bean Max is niet gegarandeerd maar kan wel behaald worden.

Hoe helpt Green Coffee Max je lichaam gewicht te verliezen?
     • Green bean coffee max kan ervoor zorgen dat de vetopname minder wordt. Dit geldt niet voor iedereen.
     • Groene koffie kan u helpen om af te vallen.

Disclaimer: het resultaat van Green Coffee Bean Max is niet gegarandeerd maar kan wel behaald worden.

Wat krijgt u?

1 x Green coffee bean max voor 1 maand”.

Bestel nu Direct”.

Klacht: Klaagster legt “de wetenschappelijke gegevens over green coffee”, gepubliceerd op Natural Medicines Comprehensive Database (NMCD) over. Wetenschappelijke gegevens over Green Coffee Bean Max heeft klaagster “daarbij” niet kunnen vinden. Onderaan pagina 1 van de NMCD is vermeld dat de gegevens betreffende gewichtsverlies voorlopig en van slechte kwaliteit zijn. Dat betekent dat er geen wetenschappelijk bewijs is voor de werking van groene koffie waar het betreft gewichtsverlies.

Opmerkelijk is de disclaimer die adverteerder gebruikt: “Het resultaat van Green Coffee Bean Max is niet gegarandeerd maar kan wel behaald worden”. Dit wordt bevestigd in vorenbedoelde mededeling onderaan pagina 1 van de NMCD:

“However, published studies are preliminary, short-term, and of poor quality”. Klaagster stelt: “Er is geen garantie voor het gewichtsverlies door middel van groene koffie”. Klaagster acht de uiting misleidend en daardoor oneerlijk.

Commissie: De Commissie vat de klacht op in die zin dat deze in het bijzonder is gericht tegen de volgende mededelingen omtrent Green Coffee Bean Max:

“dieetsupplementen”;

“Afvallen met Green Coffee Bean Max doe je dus verantwoord en in balans met je lichaam” en

“Hoe helpt Green Coffee Bean Max je lichaam gewicht te verliezen?
     • Green coffee bean max kan ervoor zorgen dat de vetopname minder wordt. Dit geldt niet voor iedereen.
     • Groene koffie kan u helpen om af te vallen”.

Naar het oordeel van de Commissie zijn deze mededelingen gezondheidsclaims als bedoeld in artikel 2 lid 5 van de Europese Verordening inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen (Claimsverordening), meer in het bijzonder claims met betrekking tot een afslankend effect. Uit de uiting blijkt niet duidelijk op welk(e) specifieke ingrediënt(en) of op welke nutriënt(en) deze claims zijn gebaseerd.

De Commissie ziet mede gezien de informatie van de Keuringsraad KOAG/KAG geen aanleiding om de onderhavige uiting in strijd met de Claimsverordening te achten. Mogelijk is er sprake van gezondheidsclaims met betrekking tot één of meer stoffen die in het product zijn verwerkt, waarbij die claims vallen onder een overgangsregeling van de Claimsverordening, waardoor deze niet in strijd zijn met die verordening. Dat vorenbedoelde overgangsregeling mogelijk van toepassing is, ontslaat adverteerder echter niet van de verplichting om de werking van het product voldoende aannemelijk te maken. Dat een stof op de ‘on hold’ lijst is geplaatst, impliceert immers nog geen oordeel over de aannemelijkheid van de werking daarvan. Adverteerder dient, zolang een dergelijk oordeel nog niet gegeven is, de werking van het product aannemelijk te maken indien deze, zoals in het onderhavige geval, gemotiveerd wordt betwist.

Dat het product Green Coffee Bean Max kan helpen om af te vallen/gewicht te verliezen, zoals in de uiting gesteld, is door adverteerder niet, althans niet voldoende aannemelijk gemaakt, ook niet door de mededeling dat adverteerder vaak van klanten verneemt dat het product goed werkt. Gelet hierop gaat de uiting gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de van het gebruik van het product te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet zou hebben genomen is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Dat de uiting de volgende nuancering bevat: “het resultaat van Green Coffee Bean Max is niet gegarandeerd maar kan wel behaald worden” maakt bovenstaand oordeel niet anders.

De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 2596

Verwarrend gebruik van Google Maps bij routeberekening door Uber

RCC 10 november 2015, RB 2596; Dossiernr: 2015/00921 (Uber)
Aanbeveling. Vervoer. Misleiding. Uiting: Het betreft een uiting op www.uber.com/cities/london. In die uiting staat -tegen de achtergrond van een routekaart op basis van Google Maps- een kader met het kopje “FARE ESTIMATE”.

Onder dat kopje staat onder meer:
“W 13 Olf. E15 1az”.

Vervolgens zijn diverse prijzen vermeld, waaronder:
“uberX                                               £29-38”.

Klacht: Geschat wordt dat een rit van “W 13 Olf” naar “E15 1az”  £29-38 kost. De route die wordt getoond, komt overeen met de route die Google Maps toont en waarvan de afstand 27.6 miles is.

Uber brengt £1,25 per mile in rekening, hetgeen leidt tot een totaalbedrag van £34,50. Daarbij komen nog “the base fare” van £2,50 en “the time allowance” van 0.15 per minuut.

Zowel de laagste als de hoogst geschatte prijs zijn in de praktijk niet mogelijk.

De hoogste prijs impliceert een reisduur van 6,6 minuten. Om binnen deze tijd 27.6 miles af te leggen, moet een snelheid worden behaald van 250 miles per uur. Indien echter wordt uitgegaan van een gemiddelde snelheid van 40 miles per uur, bedraagt de vervoerprijs (fare) £43,21.

Commissie:

Klager heeft gemotiveerd bestreden dat voor een prijs, variërend van £29-38, een rit kan worden gemaakt met de taxi uberX van “W 13 Olf” naar “E15 1az”. Klager is voor zijn klacht uitgegaan van de in de uiting getoonde route, afkomstig van Google maps.

Het verweer komt erop neer dat klager voor zijn berekening ten onrechte is uitgegaan van de in de uiting getoonde route, afkomstig van Google maps. Adverteerder heeft erop gewezen dat bij haar berekening geen gebruik wordt gemaakt van de route (of afstand) zoals weergegeven door Google Maps, dat desondanks in de uiting een route afkomstig van Google Maps wordt getoond, maar dat momenteel wordt gewerkt aan een “Calculator interface”, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van Google Maps.

Naar het oordeel van de Commissie kan door het tonen van een route op basis van Google Maps in de onderhavige uiting, terwijl de berekening niet op basis van die route plaatsvindt, gemakkelijk verwarring ontstaan over (de wijze van totstandkomen van) de in de uiting opgenomen prijsopgave. In zoverre acht de Commissie de uiting voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van de wijze waarop de prijs wordt berekend als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 2595

Zakelijke relatie duidelijk ondanks ontbreken van #spon

RCC 17 november 2015, RB 2595; Dossiernr: 2014/00917 (Daniel Wellington)
Bijzondere Reclamecode. Digitale marketing. Uiting: Het betreft de volgende blogs van verweerders sub 2 tot en met 4 in verband met een horloge van Daniel Wellington. Naast een door iedere blogger geplaatste foto waarop het betreffende horloge is afgebeeld, staan respectievelijk de volgende teksten:

“Ohmyfoodnessnl
>3 mijn nieuwe rose gouden #danielwellington horloge. Deze dagen krijg je trouwens 15% korting via de website wanneer je de code ‘holidayohmy’ gebruikt. Fijn en leuk voor kerst?”

“Yellowlemontreeblog
Have to hurry a bit so I made this frozen gingerbread banana smoothie on the go. And Santa came by early this year! I’m in love with my new watch from @danielwellingtonwatches. It’s really classy. Want a Daniel Wellington for Christmas too? With the promotion code holi-daylemontree you get 15% off your order until the 15th of January.” “#frozenbanana #smoothie #bananasmoothie #watch #danielwellington #danielwelling-tonwatches”

“dailylin
Santa came early this year #danielwellington if you want your own you can use ‘holidaydaily’ to get a 15% discount”.

Klacht: Het betreft hier volgens klager reclame/marketing naar aanleiding van een door de desbetref-fende bloggers gratis verkregen horloge met een zeer lovende begeleidende tekst over het merk en/of product en een promotiecode. Bij deze uiting wordt op geen enkele wijze vermeld, zoals in de Reclamecode Social Media artikel 2 lid c en d en artikel 3 lid a en b is omschre-ven, dat het om een (in natura) gesponsord product van het betreffende merk gaat.

Commissie:

1) In de eerste plaats dient de vraag te worden beantwoord of de Commissie bevoegd is de onderhavige uitingen te beoordelen, nu verweerder Daniel Wellington dit betwist. Niet in geschil is dat Daniel Wellington Nederlandse bloggers heeft ingezet ter promotie van haar pro-duct in Nederland. Hierdoor is in Nederland door Nederlandse bloggers reclame gemaakt op Social Media. De Commissie acht zich om die reden bevoegd over de klacht met betrekking tot de onderhavige uitingen te oordelen en zal de klacht, gelet op de inhoud daarvan, toetsen aan de Reclamecode Social Media. De Commissie begrijpt de klacht aldus dat volgens klager de uitingen in strijd zijn met het bepaalde in de Reclamecode Social Media waarin is bepaald dat reclame via social media duidelijk als zodanig herkenbaar dient te zijn en uitdrukkelijk door de verspreider dient te worden vermeld indien daarvoor een vergoeding in geld of natura is ontvangen. Aan deze eisen is volgens klager bij de betrokken uitingen niet voldaan omdat niet zou blijken dat het om een gesponsord product gaat.

2) De Commissie stelt voorop dat ingevolge de systematiek van de Reclamecode Social Media de inhoud en de aard van de Relevante Relatie in ieder geval duidelijk herkenbaar is indien deze conform de suggesties bij artikel 3 van deze code is weergegeven. Nu in de uitin-gen geen aansluiting bij die suggesties is gezocht, dient te worden beoordeeld of de inhoud en aard van de Relevante Relatie duidelijk en op eenvoudig toegankelijke wijze geopenbaard wordt, bijvoorbeeld door opmaak en/of presentatie.

3) De Commissie constateert dat de uitingen enkele overeenkomstige elementen bevatten, te weten een afbeelding waarop het product nadrukkelijk is afgebeeld, een verwijzing in de tekst naar adverteerder Daniel Wellington door middel van #DanielWellington of @DanielWellington en de suggestie om het horloge nu met korting te bestellen met gebruik-making van een ‘discount’ van 15% bij vermelding van een daarvoor bedoelde code. Daar-naast hebben twee bloggers, Yellowlemontree en Dailylin, de zinsnede “Santa came by early this year” vermeld. Voor zover uit deze elementen nog onvoldoende zou blijken dat er sprake is van reclame via social media waarbij een Relevante Relatie bestaat tussen Daniel Welling-ton en verweerders sub 2 tot en met 4 (de bloggers), geldt dat dit tevens uit het volgende blijkt. De Commissie merkt op dat per blogger een kortingscode wordt genoemd die verwijst naar de naam waaronder wordt geblogd. Ohmyfoodnessnl gebruikt immers de kortingscode ‘holidayohmy’, Yellowlemontreeblog de code ‘holidaylemontree’ en dailylin de code ‘holiday-daily’. Deze op de betreffende blogger afgestemde kortingscode die bij de bestelling van het horloge bij Daniel Wellington kan worden gebruikt verwijst onmiskenbaar naar een zakelijke relatie tussen Daniel Wellington en de bloggers,.

4) Gelet op voornoemde elementen en de opmaak en presentatie van de betreffende blogs is de Commissie van oordeel dat uit de gewraakte uitingen, ondanks het ontbreken van de in de Code Social Media als suggestie voorgestelde vermeldingen, zoals #spon, in de vereiste mate blijkt dat sprake is van reclame en dat de bloggers voor het plaatsen van deze uitingen een vergoeding in geld of natura hebben ontvangen van Daniel Wellington.

De Commissie wijst de klacht af.

Op andere blogs:
Charlotte's law

RB 2594

Klacht dat Grondwet dode letter is en daarmee reclame tegen discriminatie misleidend afgewezen

RCC 19 november 2015, RB 2594; Dossiernr: 2015/00987 (Nederlandse grondwet)
Misleiding. Uiting: Het betreft een televisiereclame. In deze uiting is te zien dat diverse personen met rode verf een streep trekken door het woord ‘discriminatie’. Intussen wordt gezegd:

“In Nederland is discriminatie op welke grond dan ook niet toegestaan. In gelijke gevallen behandelen we iedereen gelijk. Zet zelf ook een streep door discriminatie. Kijk op discriminatie.nl”.

Klacht: Er worden verkeerde verwachtingen gewekt wat betreft het kunnen beëindigen van discriminatie in Nederland. In de onderhavige reclame betreffende “art. 1” is niet vermeld dat de “Nederlandse grondwet” “buiten werking staat” op het moment dat burgers daar rechten aan willen ontlenen. Wet- en regelgeving met betrekking tot “de grondrechten en grondwet” kunnen in Nederland sinds 1983 “met ingang van artikel 120” niet getoetst worden door de rechter. “Artikel 120 van de grondwet” heeft verder tot gevolg dat “ook als men via het EVRM en de VN gaat de overheid het advies naast zich neerleggen” kan. Klaagster verwijst naar een artikel van mr P.B. Cliteur getiteld: “ARGUMENTEN VOOR EN TEGEN CONSTITUTIONELE TOETSING” en naar een artikel op www.mr-online.nl met de aanhef: “Brenninkmeijer: “Grondwet zo dood als een pier”.”.

 

Dat discriminatie wordt tegengegaan vanuit het gelijkheidsbeginsel is niet juist. Het gelijkheidsbeginsel wordt immers door de Raad van State zelfs gebruikt om partijen uit te sluiten van verkiezingen. Klaagster verwijst naar een in de klacht opgenomen link naar www.vrouwenpartij.nl.

Commissie:

De Commissie stelt voorop dat de uiting zelf geen directe verwijzing naar de Grondwet bevat, maar de kijker slechts aanspoort om zelf discriminatie te bestrijden en in verband daarmee op de website discriminatie.nl te kijken. Deze website is kennelijk bedoeld als meldpunt voor discriminatie. De klacht faalt derhalve, reeds op deze grond.

Voorts heeft -ten overvloede- het volgende te gelden. Klaagster wijst in haar bezwaar tegen de beslissing van de voorzitter (hierna: het bezwaar) op de artikelen 1 en 120 van de Grondwet. Deze luiden als volgt.

Artikel 1:
“Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan”.

Artikel 120:
“De rechter treedt niet in de beoordeling van de grondwettigheid van wetten en verdragen”.

De Commissie begrijpt uit het bezwaar dat klaagster vindt dat artikel 1 van de Grondwet een dode letter is. Volgens klaagster staat artikel 120 Grondwet in de weg aan toepassing van artikel 1 Grondwet, tenzij (zo bedoelt klaagster kennelijk met “mits”) de rechter “tegen artikel 120 Grondwet ingaat”.

De Commissie deelt het standpunt van klaagster niet. Klaagsters bezwaar berust op een onjuiste lezing van artikel 120 Grondwet. Deze bepaling betreft “de beoordeling van de grondwettigheid van wetten en verdragen” en doet niet af aan het recht op gelijke behandeling zoals verwoord in artikel 1 Grondwet.

De Commissie wijst de klacht af.

RB 2593

"Beste business school"-claim ongegrond dus misleidend

RCC 20 november 2015, RB 2593; Dossiernr: 2015/01067 (TiasNimbas)
Aanbeveling. Misleidende reclame. Uiting 1: Het betreft een radiocommercial van TiasNimbas Business School waarin – voor zover van belang – wordt gezegd: “Tias dé nummer 1 business school van Nederland volgens de Financial Times en volgens Hilbrand van der Kooi” (…). Vervolgens zegt de voice-over: “Tias de beste business school”.

Uiting 2: Het betreft de tag-on van TiasNimbas Business School waarin wordt gezegd: “Ook de beste in maatwerk. Kijk op tias.nl”.

Klacht: In uiting 1 claimt adverteerder de beste master opleidingen van Nederland aan te bieden volgens de internationale rankings van ‘The Financial Times’. Deze informatie is volgens klager misleidend en onvolledig want adverteerder scoort alleen het beste op maatwerk. In uiting 2 wordt gezegd: “ook de beste in maatwerk” waarmee wordt gesuggereerd dat ze daarnaast ook nog op een andere ranking van The Financial Times op nummer 1 staan, terwijl dat niet het geval is.

 

Commissie: Ten aanzien van uiting 1 oordeelt de Commissie als volgt. In deze uiting wordt gezegd dat Tias dé nummer 1 business school is van Nederland volgens de Financial Times (en Hilbrand van der Kooi). Vervolgens wordt gezegd: “Tias de beste businessschool van Nederland”. Hiermee wordt de indruk gewekt dat adverteerder volgens de Financial Times in alle rankings, althans in ieder geval in de categorie ‘business school’ in Nederland het beste scoort. Uit de door adverteerder overgelegde stukken blijkt echter dat dit volgens de rankings van de Financial Times alleen geldt voor de ranking ‘Executive Education Customized’ (‘opleidingen op maat’). De Commissie is dan ook van oordeel dat adverteerder op dit punt onjuiste informatie heeft verstrekt.

Door in de tag-on te zeggen: “ook de beste in maatwerk” wordt de indruk gewekt dat (volgens de Financial Times) de TiasNimbas Business School niet alleen in maatwerk het beste is, maar ook op (alle) andere onderdelen het beste scoort van alle Nederlandse Business Schools. Zoals hiervoor onder 1 reeds is overwogen is dit niet juist.

Nu in beide radiocommercials de indruk wordt gewekt dat de TiasNimbas Business School in alle, althans meerdere rankings van de Financial Times het beste scoort, terwijl uit de overgelegde informatie blijkt dat dit slechts het geval is voor wat betreft de door adverteerder aangeboden ‘opleidingen op maat’, gaan de commercials gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de Commissie tevens van oordeel is dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, zijn de uitingen misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Dat in beide uitingen wordt verwezen naar de website maakt het oordeel van de Commissie niet anders.

De Commissie acht beide reclame-uitingen in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 2592

Actie in reclamefolder vereist zekere mate van voorraad product

RCC 20 november 2015, RB 2592; Dossiernr: 2015/00949 (Shimano)
Aanbeveling. Misleidende reclame. Uiting: Het betreft een reclamefolder van Itek die huis-aan-huis is verspreid. Hierin is – voor zover in deze zaak van belang – een elektrische fiets afgebeeld van het merk “Shimano” met daarbij vermeld: “64% korting  1295  469”. Onderaan de uiting staat: (…) ”Acties geldig van 16 augustus tot en met 6 september of zolang de voorraad strekt”. (…)

Klacht: Klager ontvangt bijna om de twee weken een reclamefolder van adverteerder waarin een elektrische fiets van Shimano met 64% korting wordt aangeboden voor een bedrag van € 469,-. Klager heeft meerdere malen naar de vestiging van adverteerder in Heerlen gebeld  met de vraag of deze fiets voorradig was, maar kreeg keer op keer te horen dat dit niet het geval was. Evenmin was de fiets op voorraad bij andere Nederlandse vestigingen van adverteerder en klager werd regelmatig (telefonisch) gewezen op de andere elektrische fietsen uit de collectie. Volgens klager is de uiting misleidend en slechts bedoeld om de consument aan te sporen om naar de winkel te gaan.

Commissie: In de bestreden uiting wordt een elektrische fiets van het merk Shimano aangeboden met 64% korting voor een bedrag van € 469,-. Indien een adverteerder een bijzonder aanbod doet, dient hij ervoor zorg te dragen dat er een – in verhouding tot dat aanbod en de daarvoor gevoerde reclame – redelijke voorraad goederen aanwezig is. Het feit dat in de uiting staat: “zolang de voorraad strekt” duidt erop dat sprake kan zijn van een beperkte beschikbaarheid. Dit neemt echter niet weg dat het aangeboden product – in ieder geval aan het begin van de actie – in een zekere mate verkrijgbaar moet zijn.

Klager heeft gemotiveerd gesteld dat voornoemde aanbieding in diverse filialen van adverteerder niet op voorraad was. De Commissie is van oordeel dat het op de weg van adverteerder had gelegen om aannemelijk te maken dat – zoals zij in haar verweer heeft gesteld – sprake is geweest van een redelijke voorraad van deze specifieke fiets. Daarin is adverteerder naar het oordeel van Commissie niet geslaagd. Adverteerder heeft volstaan met de mededeling dat er ten tijde van de actieperiode nog 16 exemplaren van de fiets op voorraad waren. Adverteerder heeft dit echter niet met stukken onderbouwd.

Gelet op het voorgaande is in de uiting geen duidelijke informatie verstrekt over de beschikbaarheid van het aangeboden product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de uiting de gemiddelde consument bovendien ertoe kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de Commissie de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.