Bikini Beyoncé is misleidend
Vz RCC 14 juni 2013, dossiernr. 2013/00407 (Bikini Beyoncé)
Beschikbaarheid. Aanbeveling. Het betreft de televisiecommercial waarin Beyoncé onder meer een bikini met hoge bikinislip en omslagdoek showt.
De klacht - De groen blauwe bikini, met hoge bikinislip en omslagdoek die Beyoncé in deze uiting draagt, is niet bij adverteerder verkrijgbaar. Hierdoor acht klaagster de uiting misleidend.
Het oordeel van de voorzitter
Adverteerder heeft erkend dat de in de uiting getoonde bikinislip met hoge taille niet verkrijgbaar was. Door het tonen en daarmee aanprijzen van deze niet bij adverteerder verkrijgbare bikini, acht de voorzitter de reclame-uiting misleidend. Aannemelijk is immers dat de gemiddelde consument ervan zal uitgaan dat de getoonde modellen in de winkel kunnen worden gekocht.
De beslissing
Op grond van het hierboven overwogene acht de voorzitter de uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC en beveelt hij adverteerder, voor zo ver nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Calgon 2-in-1 heeft alleen een preventieve werking
RCC 29 juni 2013, dossiernr. 2013/00363 (Calgon 2-in-1)
Gemiddelde consument. Voornaamste kenmerken product. Aanbeveling. Het betreft de televisiecommercial voor Calgon 2-in-1. Te zien is hoe in het programma “Slim wassen door Calgon” een presentator “een huisvrouw met drie kinderen en minstens elke dag een was” interviewt. Op de vraag van de presentator “Waarom gebruikt u Calgon 2-in-1?” antwoordt de vrouw onder meer: (…) “Daarvóór maakte mijn wasmachine nogal wat lawaai en rook ook niet altijd even fris (…). Nu, met Calgon 2-in-1, heb ik deze problemen niet meer. Mijn machine lijkt ook veel beter te werken.” De presentator sluit het gesprek af met de mededeling: “Ervaar het zelf, hoe Calgon 2-in-1 uw machine schoonhoudt en beschermt.”
De klacht - In de commercial wordt beweerd dat de vieze geur en rare geluiden van een wasmachine zijn verholpen door het gebruik van Calgon 2-in-1. Calgon kan echter alleen dergelijke klachten voorkomen indien het vanaf het begin wordt gebruikt. Het is misleidend te stellen dat Calgon deze klachten oplost.
Het oordeel van de Commissie
Als erkend is komen vast te staan dat Calgon 2-in-1 alleen een preventieve werking heeft en bestaande klachten van een wasmachine, zoals het vies ruiken of lawaai maken, niet kan oplossen. Naar het oordeel van de Commissie wordt dit in de televisiecommercial onvoldoende duidelijk gemaakt. Uit de zinsneden “Daarvóór maakte mijn wasmachine nogal wat lawaai en rook ook niet altijd even fris (…). Nu, met Calgon 2-in-1 heb ik deze problemen niet meer” blijkt niet dat met “daarvóór” wordt gedoeld op een oude wasmachine en met “nu” op een nieuwe machine, en niet op de situatie voor en na gebruik van Calgon 2-in-1 in dezelfde wasmachine. Naar het oordeel van de Commissie maakt de slotzin “Ervaar het zelf, hoe Calgon 2-in-1 uw machine schoonhoudt en beschermt” de gemiddelde consument evenmin duidelijk dat alleen sprake is van een preventieve werking van Calgon 2-in-1.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Geen specifiek prijsvoordeel
Vz RCC 17 juni 2013, dossiernr. 2013/00437 (Kruidvat luiers)
Misleidende reclame. Betreft de mededeling op het prijskaartje in een Kruidvat filiaal bij het schap met luiers van het huismerk: 'ACTIE! Kruidvat Jumbopack 13,89'. Volgens klaagster wordt gesuggereerd dat de pakken een speciale actieprijs hebben, terwijl deze prijs gelijk is aan de normale prijs.
De aanduiding 'actie' wijst op het bestaan van een prijsvoordeel voor het product. De uiting is voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van het bestaan van een specifiek prijsvoordeel. De voorzitter acht de uiting misleidend.
Het oordeel van de voorzitter
De voorzitter is van oordeel dat de klacht de Commissie aanleiding zal geven een aanbeveling te doen, en overweegt daartoe het volgende.
De aanduiding “actie” in de uiting wijst op het bestaan van een prijsvoordeel voor het betreffende product. Niet is echter weersproken dat de weergegeven prijs van € 13,89 geen actieprijs is, maar de normale prijs betreft. Aldus is de uiting voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van het bestaan van een specifiek prijsvoordeel als bedoeld in de aanhef en onder d van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de voorzitter voorts van oordeel is dat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen,is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De voorzitter ziet in hetgeen adverteerder bij verweer heeft meegedeeld aanleiding om ten aanzien van de aanbeveling te bepalen dat deze wordt gedaan voor zover nog nodig.
Voldoende duidelijk dat reclame toeziet op 'zelf beleggen'
RCC 17 juni 2013, dossiernr. 2013/00327 (Binck Bank)
Audiovisuele Mediadiensten. Ontbrekende informatie. Betreft een televisiereclame met de oud-weerman John Bernard op reis. Hierin wordt door de voice-over gezegd: 'Tegenwoordig heeft John Bernard meer oog voor het beursklimaat en belegt hij bij de beste broker van Nederland zonder bewaarloon of andere onnodige kosten. Beleggen doe je zelf het best bij Binck'.
Klacht ten aanzien van 'geen bewaarloon'. Klager is rekeninghouder bij Binck, maar in zijn geval wordt steeds bewaarloon van zijn rekening afgeschreven. Navraag wijst uit dat alleen bij de 'normale' Binckrekening geen bewaarloon in rekening wordt gebracht, niet bij de professionele rekening, die klager heeft.
De Commissie wijst de klacht af. Gelet op de beelden uit de commercial acht de Commissie voldoende duidelijk dat deze betrekking heeft op 'zelf beleggen bij Binck', zonder tussenkomst van een derde. Niet weersproken is dat bij deze vorm van zelf beleggen door adverteerder geen bewaarloon in rekening wordt gebracht.
Het oordeel van de Commissie
Gelet op de beelden van oud-weerman John Bernard die zich, op reis, kennelijk met beleggen bezighoudt in combinatie met de tekst: “Beleggen doe je zelf het best bij Binck” acht de Commissie voldoende duidelijk dat de commercial betrekking heeft op “zelf beleggen bij Binck”, zonder tussenkomst van een derde. Klager heeft niet weersproken dat bij deze vorm van zelf beleggen door adverteerder geen bewaarloon in rekening wordt gebracht.
In de uiting ligt niet de suggestie besloten dat geen bewaarloon is verschuldigd indien een klant van BinckBank via een derde, zoals een beleggingsadviseur, bij BinckBank belegt, en wel op basis van een overeenkomst tussen die klant, de derde en BinckBank. Naar de Commissie begrijpt uit het verweer is klager partij bij een zodanige overeenkomst.
Ten overvloede overweegt de Commissie dat de Commissie zich beperkt tot het toetsen van de bestreden uiting aan de Nederlandse Reclame Code. Zij is niet bevoegd zich uit te laten over de vraag of klager recht heeft op het niet in rekening brengen van bewaarloon.
Ultrasone golven goed waarneembaar
RCC 19 juni 2013, dossiernr.2013/00313 (Solar Tuinwachter)
Onjuiste informatie. Te absoluut. Aanbeveling. Het betreft de beschrijving van het product Solar Tuinwachter op de webpagina https://www.postordershop.nl/Tuin/Accessoires/Solar-Tuinwachter.html, waar onder meer staat: “Dit apparaat brengt ultrasone golven voort, die nagenoeg niet door de mens, maar wel door (huis)dieren worden gehoord.”
De klacht - In de uiting staat dat de Solar Tuinwachter werkt op de volgende frequenties: “13.5 kHz – 17.5 kHz weert muizen, knaagdieren,… 15.5 kHz – 19.5 kHz weert grote honden, vossen,…19.5 kHz – 23.5 kHz weert honden, katten, vogels,…” Uit de genoemde frequenties blijkt dat geen sprake is van ultrasoon geluid, maar hoogfrequent geluid. Geluid is ultrasoon vanaf 20 kHz. Nu mensen tot circa 20 kHz kunnen horen, is de mededeling dat de Solar Tuinwachter nagenoeg niet door de mens wordt gehoord onjuist. Klager heeft ervaren dat het geluid van het apparaat (bij zijn buren), dat een bereik heeft van 39 meter, door zowel jonge kinderen als volwassenen wordt gehoord en als zeer irritant wordt ervaren. De uiting is misleidend.
Het oordeel van de Commissie
In de bestreden uiting wordt meegedeeld dat de Solar Tuinwachter ultrasone golven voortbrengt die nagenoeg niet door de mens worden gehoord. Van ultrasoon geluid is sprake als de frequentie van het geluid hoger is dan 20.000 Hertz, welke frequentie wordt gehanteerd als grens van het voor de mens hoorbare geluid (zie bijvoorbeeld Van Dale woordenboek). Blijkens de uiting is de Solar Tuinwachter in te stellen op drie frequenties, te weten 13.5 kHz – 17.5 kHz, 15.5 kHz – 19.5 kHz en 19.5 kHz – 23.5 kHz. Alleen laatstgenoemde frequentie kan boven eerdergenoemde grens van 20 kHz uitkomen, de andere frequenties blijven in ieder geval onder de grens van ultrasoon.Op grond van het voorgaande acht de Commissie de mededeling dat de Solar Tuinwachter ultrasone golven voortbrengt te absoluut en daardoor onjuist. Dat brengt mee dat ook de mededeling dat de door het apparaat voortgebrachte golven voor de mens nagenoeg niet hoorbaar zijn, onjuist is. Vast staat immers dat de in te stellen frequenties grotendeels lager zijn dan 20 kHz en dus met het menselijk oor (goed) waarneembaar.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Publiekrechtelijke instelling, zoals ziekenfonds, kwalificeert als handelaar
Conclusie A-G HvJ EU 4 juli 2013, zaak C-59/12 (BKK Mobil Oil) - dossier
Verzoek om een prejudiciële beslissing, Bundesgerichtshof, Duitsland.
Uitlegging van artikel 3, lid 1, juncto artikel 2, sub d, van richtlijn 2005/29/EG („richtlijn oneerlijke handelspraktijken”) – Werkingssfeer – Begrippen „handelspraktijken” en „handelaar” – Reclame van een wettelijk ziekenfonds die misleidende informatie verschaft over de nadelen die voor haar leden gepaard gaan met een eventuele overstap naar een ander wettelijk ziekenfonds.
Conclusie:
Artikel 3, lid 1, van richtlijn 2005/29/EG (...) („richtlijn oneerlijke handelspraktijken”), juncto artikel 2, sub d, van richtlijn 2005/29, moet aldus worden uitgelegd dat een publiekrechtelijke instelling die is belast met een taak van algemeen belang, zoals een ziekenfonds, kan worden gekwalificeerd als „handelaar” wanneer zij commerciële reclame onder consumenten verspreidt.
Gestelde vraag:
„Moet artikel 3, lid 1, [van de richtlijn], juncto artikel 2, sub d, van [de richtlijn] aldus worden uitgelegd, dat ook van een – als handelspraktijk van een onderneming jegens consumenten te beschouwen – gedraging van een handelaar sprake kan zijn wanneer een wettelijk ziekenfonds zijn leden (misleidende) informatie verschaft over de nadelen die voor deze leden gepaard gaan met een overstap naar een ander wettelijk ziekenfonds?”
24 amendementen veiligheid consumentenproducten
Draft opinion of the Committee on Legal Affairs on the proposal for a regulation of the European Parliament and of the Council on consumer product safety, 2013/0049(COD)
Verzoek van de Commissie Juridische zaken aan de Commissie Interne Markt en Consumentenbescherming om 24 amendementen betreffende de veiligheid van producten in haar rapport op te nemen. The Committee on Legal Affairs calls on the Committee on the Internal Market and Consumer Protection, as the committee responsible, to incorporate the following amendments into its report:
Draft opinion over misleidende reclamepraktijken
Draft opinion of the Committee on Legal Affairs on misleading advertisement practices, 2013/2122(INI).
Suggesties van de Commissie Juridische zaken aan de Commissie Interne markt en Consumentenbescherming betreffende de ontwerpresolutie misleidende reclame praktijken.
The Committee on Legal Affairs calls on the Committee on the Internal Market and Consumer Protection, as the committee responsible, to incorporate the following suggestions into its motion for a resolution:
1. Is deeply concerned about the negative impact of misleading marketing practices on economic growth, especially for SMEs, and on fair competition within the internal market;
5. Is strongly supportive of a closer cooperation procedure for cross-border cases of misleading advertising; accordingly, emphasises the need for specific provisions regarding mutual assistance between the relevant national authorities;
7. Encourages the Commission to further reflect on a proposal for an amendment to Directive 2006/114 EC to include a blacklist of practices that are to be considered misleading under all circumstances; believes that this would be preferable to extending the scope of the Unfair Commercial Practices Directive to B2B practices, as vulnerability and need for protection differ in B2C and B2B relationships;
8. Calls upon the Commission to analyse the relationship between comparative advertising and certain intellectual property rights, in particular concerning comparisons between products with designation of origin and those without such designation.
Ontwerpbesluit: werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen
Herplaatsing Staatscourant d.d. 7 juni 2013, nr. 14921 betreffende Advies Raad van State Besluit werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen. - In navolging van RB 1767
Het ontwerpbesluit strekt ertoe handvatten te bieden om concrete invulling te geven aan de verplichting voor vergunninghouders voor kansspelen om op zorgvuldige en evenwichtige wijze vorm te geven aan wervings- en reclameactiviteiten en om preventiebeleid te voeren, zoals vervat in artikel 4a van de Wet op de kansspelen (hierna: Wok). Een belangrijk doel is voorts om de kansspelautoriteit de noodzakelijke handvatten te geven om daar waar nodig handhavend op te kunnen treden.
De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking van het ontwerpbesluit, maar maakt een aantal opmerkingen over onder meer de effectiviteit en handhaafbaarheid van het ontwerpbesluit, de persoonlijke benadering van consumenten en de zorgplichtbepaling betreffende het preventiebeleid. Zij is van oordeel dat in verband daarmee enige aanpassing van het ontwerpbesluit wenselijk is.
1. Effectiviteit en handhaafbaarheid
2. Persoonlijke benadering van consumenten
3. Beperkingen aan reclame-uitingen in de media naar tijd en methode
4. Zorgplichtbepaling betreffende preventiebeleid
5. Verhouding Wok, ontwerpbesluit en Wohp
6. Rapportageverplichting
7. Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Afdeling naar de bij het advies behorende bijlage.
'Laat u niet verplichten of chanteren door fabrikanten' is onrechtmatig
Vzr. Rechtbank Amsterdam 28 juni 2013, zaaknr. C/13/554102 / KG ZA 13-535 (Lely tegen Agib)
Uitspraak ingezonden door Thera Adam-van Straaten, Kneppelhout & Korthals N.V..
Misleidende en vergelijkende reclame. Merkinbreuk. Rectificatie. Lely is producent van melkrobots en materialen om de melkrobots te reinigen. Agib verkoopt ook dergelijke reinigingsmiddelen onder de merknaam Agib Rood. Sinds januari 2012 voert Lely ook een melkrobot model Lely A4 welke een ander reinigingsproces kent dan andere modellen. Vanwege klachten heeft Lely een onderzoek ingesteld naar de effecten van het gebruik van het reinigingsmiddel Agib Rood. Hieruit blijkt dat Agib Rood zwavelzuur bevat, hetgeen Lely per brief aan Agib heeft vermeld.
De bestreden reclame-uiting: 'Reiniging van melkrobots. Hiervoor hebben wij geschikte middelen die al jaren succesvol worden toegepast: (chloorvrije) reinigingsmiddelen, borstelreiniger en spenensprays. Maak eens een prijsvergelijking en laat u niet verplichten of chanteren door fabrikanten!' (klik op afbeelding). Eerst met dezelfde kleur rood als waarvoor Lely een kleurmerk heeft ingeschreven, later is dit door Agib aangepast naar donker-oranje.
De voorzieningenrechter oordeelt dat een gedeelte van de reclame-uiting onrechtmatig is en er strijd is met artikel 2.20 lid 1 sub c BVIE. Het etiket dient gewijzigd te worden en de rectificatie hoeft enkel op de website geplaatst te worden. Hetzelfde geldt voor het gebruik van de donkeroranje kleur, nu dat moet worden beschouwd als een overeenstemmend teken in de zin van artikel 2.20 lid 1 sub c BVIE.
De klacht
3.2. Lely stelt dat de onder 2.5 weergegeven reclame-uiting misleidend is, omdat de afbeelding van een melkrobot eerst rood en later donkeroranje is ingekleurd, wat door de afnemers zal worden geassocieerd met de rode melkrobots van Lely. De reinigingsmiddelen van Agib zijn echter niet geschikt voor alle melkrobots van Lely, met name niet voor de Lely A4. Ook de mededeling dat Agib reinigingsmiddelen heeft die 'al jaren succesvol worden toegepast' is misleidend, omdat Agib Rood zoals gezegd schadelijk is voor de melkrobot A4 van Lely. De opmerking 'laat u niet verplichten of chanteren door fabrikanten' tast de goede naam aan van (onder andere) Lely, die als concurrent van Agib op dezelfde markt actief is. Verder is op het Veiligheidsinformatieblad van Agib Rood niet het juiste percentage zwavelzuur dat het product bevat aangegeven, en staan op het etiket van Agib Rood niet de juiste ingrediënten vermeld. Ook het Veiligheidinformatieblad en het etiket bevatten daarom misleidende mededelingen. Vanwege het gebruik van een aan het kleurmerk van Lely verwante kleur dient de reclame/uiting tevens als een niet-toegestane vorm van vergelijkende reclame en een inbreuk op het kleurmerk van Lely te worden beschouwd.
De advertentie
De voorzieningenrechter acht de reclame-uiting 'reiniging van melkrobots. Hiervoor hebben wij geschikte middelen die al jaren succesvol worden toegepast: (chloorvrije) reinigingsmiddelen, borstelreiniger en spenensprays' niet onrechtmatig. (r.o. 4.6.) De toevoeging 'laat u niet verplichten of chanteren door fabrikanten!' acht de voorzieningenrechter wel onrechtmatig. Met deze uitlating wordt gesuggereerd dat fabrikanten van melkrobots gebruik maken van oneerlijke praktijken om de verkoop van het door hen zelf op de markt gebrachte product te bevorderen. Nu de concurrenten van Agib in deze uitlating impliciet worden genoemd is er sprake van vergelijkende reclame in de zin van artikel 6:194a BW.
Kleurmerk
4.14. (...) In geval Agib in haar reclame-uitingen gebruik maakt van een afbeelding met een melkrobot, ongeacht van welk merk, en deze melkrobot weergeeft met de kleur waarvoor Lely haar kleurmerk heeft ingeschreven, zal er bij het relevante publiek een associatie met Lely ontstaan. (...) In dit geval levert naar het oordeel van de voorzieningenrechter de afbeelding, in de context van de tekst 'laat u niet verplichten of chanteren door fabrikanten!', een gebruik op dat afbreuk doet aan de reputatie van het merk van Lely. Nu Agib geen enkele reden heeft gegeven voor het feit dat zij juist de door Lely gedeponeerde kleur heeft gebruikt, moet dit gebruik in strijd met artikel 2.20 lid 1 sub c BVIE worden geacht. Hetzelfde geldt voor het gebruik van de donkeroranje kleur, nu dat moet worden beschouwd als een overeenstemmend teken in de zin van artikel 2.20 lid 1 sub c BVIE.
Etiket en veiligheidsinformatieblad
De voorzieningenrechter wijst de vordering betreffende wijziging van het etiket toe, alsook de vordering van rectificatie betreffende de zinsnede 'laat u niet verplichten of chanteren door fabrikanten' (zie r.o. 4.16 en 4.20).