RB
RB 3899
1 mei 2025
Uitspraak

Reclameverbod op fossiele reizen Den Haag blijft overeind: rechter wijst bezwaren ANVR en TUI af

 
RB 3897
28 april 2025
Uitspraak

Verbod tot gebruik van ‘laagste prijs garantie’ door Bauhaus in vergelijking met de producten van Hornbach toegewezen

 
RB 3894
17 april 2025
Uitspraak

Nordic Fire mag kritisch zijn op Milieu Centraal, maar moet oppassen met absolute milieuclaims

 
RB 842

Lotto: extra kans op 2 miljoen prijzen!

RCC 1 april 2011, Dossiernr. 2011/00158 (Lotto; Alleen eerste maand gratis lot van Lotto)

Reclamerecht. Klager stelt dat reclame uiting een gratis lot inhoudt, maar dat na activering blijkt dat men vastzit aan betaalde maandelijkse deelname met dit lot. Verweerder stelt dat voldoende duidelijk is gesteld dat alleen bij afsluiten van maandelijks abonnement op het extra lot, het eerste lot gratis is en dat opzeggen mogelijk is. Commissie acht dat uit de brief voldoende duidelijk blijkt dat het gaat om eenmalig gratis lot, en dat daarna maandelijks € 1,50 moet worden betaald voor het lot, tenzij wordt opgezegd. Ook de mogelijkheid tot opzegging blijkt voldoende duidelijk uit de brief. Commissie acht de klacht dus ongegrond en wijst deze af.

Uit de brief, waarin aan klager een “Gratis: extra kans op ruim 2 miljoen prijzen!” wordt aangeboden, blijkt voldoende duidelijk dat met het daarbij aangeboden lot slechts één maal gratis kan worden meegespeeld.
Reeds in de tweede alinea van deze brief staat: “Met uw extra Lot speelt u één maand GRATIS mee” (…) Na de eerste maand betaalt u slechts € 1,50 per Lot per trekking; …”

In de derde en laatste alinea van deze brief staat nogmaals: “U speelt de eerste maand GRATIS mee” en deze alinea eindigt met de mededeling: “En u weet, uw extra Lot kunt u op elk gewenst moment opzeggen”.

Uit bovenstaande tekstgedeelten blijkt voldoende duidelijk dat het aanbod hieruit bestaat dat men één trekking gratis kan meespelen en dat men voor de volgende trekkingen steeds €1,50 per trekking moet betalen, tenzij men opzegt, hetgeen -aldus de brief- op elk gewenst moment mogelijk is.
Op grond van het bovenstaande overwegingen acht de Commissie de klacht ongegrond.

Lees de gehele uitspraak (link en pdf).

RB 843

Quizzen bij Qubble leidt tot abonnement SMSdienst

RCC 1 april 2011, Dossiernr. 2011/00111 (Qubble SMS dienst)

Reclamerecht. Op website qubble.com kun je meedoen met een quiz en een iPad winnen. Daarin wordt gevraagd naar je telefoonnummer om naar de finale te gaan. Deze uiting blijkt een betaalde SMS abonnementsdienst in te houden. Klager stelt dat vooral kinderen naar deze website worden gelokt en voordat ze het doorhebben, vast zitten aan een betaalde abonnementsdienst. Klager acht dit een vorm van bedrog. Commissie leest de klacht aldus dat de klager de uiting in strijd acht met art. 3.2 Code SMS. De Commissie stelt dat de reclame uiting niet alleen gericht is op kinderen en jeugdigen, en acht de Kinder- en Jeugdreclamecode niet van toepassing. De Commissie stelt dat de reclame uiting niet in strijd is met art. 3.2 Code SMS omdat op de website voldoende duidelijk wordt gemaakt dat bij deelname aan de quiz een betaalde abonnementsdienst wordt aangegaan. De Commissie wijst de klacht daarom af.

 

Gelet op de inhoud van de klacht leest de Commissie deze aldus, dat klager de reclame-uiting in strijd acht met artikel 3.2 van de Reclamecode SMS-Dienstverlening (Code SMS), waarin - voor zover hier van belang - is bepaald dat geen enkele SMS-dienst mag worden aangeboden op een manier waardoor de dienst een ander karakter lijkt te hebben dan het werkelijke karakter, bijvoorbeeld door te suggereren dat een spelletje wordt gedaan.
 
De Commissie stelt voorop dat niet kan worden geoordeeld dat de bestreden reclame-uiting kennelijk geheel of gedeeltelijk tot kinderen en minderjarigen/jeugdigen is gericht, zodat de Kinder- en Jeugdreclamecode niet van toepassing is.
 
De Commissie acht de uiting niet strijdig met artikel 3.2 Code SMS en overweegt daartoe het volgende. In het eerste scherm staat boven de afbeelding van de te winnen iPad en de uitnodiging mee te spelen “Advertentie & abonnement”. Onder deze afbeelding staat in een aparte balk: “Dit is een betaalde abonnementsdienst, € 4,50 per item, max. 3 items per week. Afmelden? SMS STOP naar 4004.” Hieronder staat een tekstblok met informatie over de betaalde abonnementsdienst. Genoemde mededelingen worden op dezelfde wijze herhaald in het vervolgscherm. Gelet op het vorenstaande wordt naar het oordeel van de Commissie voldoende duidelijk gemaakt dat in de bestreden reclame-uiting een SMS-dienst wordt aangeboden en dat door deel te nemen aan het spel “Test je kennis” en de daarbij gevraagde gegevens in te vullen een betaalde abonnementsdienst wordt aangegaan.

Lees de uitspraak hier (link en pdf)

 

Regelingen: Code SMS, art. 3.2; Kinder- en Jeugdreclamecode

RB 841

Mobizu misleidt met e-mail IKEA

RCC 1 april 2011, Dossiernr. 2011/00104 (IKEA e-mail blijkt Mobizu abonnementsdienst)

Reclamerecht. Klager heeft e-mail ontvangen dat afkomstig lijkt te zijn van IKEA, maar bij doorklikken op de banner een abonnementsdienst van Mobizu blijkt te zijn. Mobizu verweert zich door te stellen dat een affiliate van het netwerk Ringtone Partner waarbij ook Mobizu is aangesloten, deze e-mail buiten medeweten van Mobizu heeft verstuurd. Verweerder heeft inmiddels de contracten met Ringtone Netwerk beëindigd. De Commissie oordeelt dat de e-mail niet herkenbaar is als afkomstig van Mobizu dus in strijd met art. 2.1 Code e-mail. Ook oordeelt de Commissie dat er sprake is van misleiding nu niet uit de e-mail blijkt dat er sprake is van betaalde SMS dienst, dus strijd met art. 3.2 Code SMS. Commissie acht de verweerder verantwoordelijk voor deze overtredingen, omdat niet blijkt dat verweerder zich voldoende heeft ingespannen om het te voorkomen. Commissie beveelt aan niet meer op dergelijke wijze reclame te maken.

 Vast is komen te staan dat klaagster naar aanleiding van de in de bestreden e-mail opgenomen aansporing om op de banner te klikken en vragen te beantwoorden teneinde kans te maken op een cadeaubon van IKEA ter waarde van € 1.500 terecht is gekomen op de pagina betreffende de door Mobizu aangeboden betaalde abonnementsdienst.

Nu de e-mail leidt naar deze pagina, terwijl door de vermelding van IKEA als afzender en door de tekst en de vormgeving van de e-mail de indruk wordt gewekt dat deze afkomstig is van IKEA, moet de e-mail worden aangemerkt als reclame per e-mail die niet duidelijk als zodanig herkenbaar is als bedoeld in artikel 2.1 Code verspreiding reclame via e-mail (Code e-mail).

Voorts is de Commissie van oordeel dat, nu sprake is van het aanbieden van een SMS-dienst waarop de Reclamecode SMS-Dienstverlening (Code SMS) van toepassing is, de uiting misleidend moet worden geacht in de zin van artikel 3.2 Code SMS. Hierin is bepaald dat geen enkele SMS-dienst mag worden aangeboden op een manier waardoor de dienst een ander karakter lijkt te hebben dan het werkelijke karakter. Uit de bestreden e-mail blijkt niet dat in werkelijkheid sprake is van het aanbieden van een betaalde abonnementsdienst.
 
De Commissie acht verweerder verantwoordelijk voor de bovengenoemde overtredingen van artikel 2.1 Code e-mail en artikel 3.2 Code SMS. Verweerder heeft weliswaar na ontvangst van de klacht het contract met het affiliate netwerk Ringtone Partner opgezegd, maar niet is aangetoond of gebleken dat verweerder zich voldoende heeft ingespannen om de onderhavige overtredingen te voorkomen.

Lees de volledige uitspraak hier (link) en hier (pdf).

Regelingen: Code e-mail art. 2.1; Code SMS art. 3.2

RB 840

Ongewenste reclame via e-mail

RCC 1 april 2011, Dossiernr. 2011/00156 (Ongewenste reclame via e-mail)

Reclamerecht. Klager heeft een ongewenste reclame uiting via e-mail ontvangen en stelt dat er geen mogelijkheid is om zich hiervoor af te melden. Verweerder stelt dat klager niet in klantenbestand voorkomt, weet dan ook niet hoe de e-mail in de inbox van klager is gekomen en biedt excuses aan. Commissie oordeelt dat nu verweerder de klacht niet heeft weersproken, de verweerder in strijd heeft gehandeld met art. 1.3 Code e-mail. Ook oordeelt de Commissie dat adveerteerder in strijd heeft gehandeld met art. 5.1 en 5.2 Code e-mail, nu verweerder niet heeft weersproken dat de mogelijkheid ontbreekt om zich voor dergelijke uitingen af te melden. Commissie beveelt aan niet meer op deze wijze reclame te maken.

De Commissie heeft met betrekking tot klagers bezwaren het volgende overwogen.
Ad a. Adverteerder erkent dat klager ten onrechte de gewraakte reclame-uiting heeft ontvangen. Adverteerder heeft derhalve gehandeld in strijd met artikel 1.3 van de Code Verspreiding Reclame via E-mail (Code e-mail).

Ad b. Adverteerder heeft niet weersproken dat in de uiting niet de mogelijkheid wordt geboden om kenbaar te maken dat men geen prijst stelt op verdere toezending van reclame van adverteerder. Door het ontbreken van deze mogelijkheid is de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in de artikelen 5.1 en 5.2 van de Code e-mail.

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf).

Regelingen: Code e-mail, art. 1.3, 5.1 en 5.2

RB 839

SP negeert nogmaals Nee/Ja sticker

RCC 1 april 2011, Dossiernr. 2011/00187 (SP negeert Nee-Ja sticker)

Reclamerecht. Folder van de Socialistische Partij (SP) is in brievenbus met Nee/Ja sticker gedeponeerd. Klager heeft adverteerder laten weten hier geen prijs op te stellen. Adverteerder stelt dat partij geen commercieel winstoogmerk heeft dus dat het de folder mag bezorgen in brievenbussen met Nee/Ja sticker. De Commissie oordeelt dat de folder moet worden aangemerkt als reclame in de zin van art. 1.1. sub b Code VOR, want denkbeelden SP worden erin geuit en ook mogelijkheid tot lidmaatschap wordt aangeboden. Aangezien adverteerder niet weerspreekt de folder in een brievenbus met Nee/Ja sticker te hebben bezorgd, is art. 3.1 Code VOR overtreden. Commissie beveelt aan niet meer op dergelijke wijze reclame te maken. Ook wordt deze uitspraak onder aandacht van breed publiek gebracht (art. 17 lid 1 onder h en art. 18 lid 4 Reglement betreffende de RCC en CvB), daar de adverteerder al meerdere malen geen gevolg heeft gegeven aan dergelijke uitspraken.

 

De folder moet worden aangemerkt als een reclamedrukwerk in de zin van artikel 1.1 sub b van de Code Verspreiding Ongeadresseerd reclamedrukwerk (Code VOR), nu daarin de denkbeelden van de SP worden gepropageerd en men wordt uitgenodigd om lid van de SP te worden.
Klager heeft onweersproken gesteld dat de bestreden folder is gedeponeerd in klagers brievenbus, die was voorzien van een Nee/Ja sticker in de zin van de Code VOR, bedoeld om kenbaar te maken dat men geen ongeadresseerd reclamedrukwerk wenst te ontvangen. Nu desondanks de bewuste folder in klagers brievenbus is gedeponeerd, heeft adverteerder artikel 3.1 van de Code VOR overtreden.
Aangezien de Commissie adverteerder al meermalen heeft aanbevolen om niet meer op een dergelijke wijze ongeadresseerd reclamedrukwerk te (doen) verspreiden en adverteerder daar geen gevolg aan heeft gegeven, heeft de Commissie besloten deze uitspraak onder de aandacht van een breed publiek te brengen, als bedoeld in artikel 17 lid 1 onder h jo. 18 lid 4 van hetReglement betreffende de Reclame Code Commissie en het College van Beroep.

Lees de gehele uitspraak hier (link) en hier (pdf).

Regelingen: Code VOR, art. 1.1 sub b en 3.1; Reglement betreffende de RCC en CvB, art. 17 lid 1 onder h en 18 lid 4
Zie eerder: RB 509 en RB 413

RB 838

Reclamebranche wil privacy individu zelf reguleren - cookies-uitleg-site

De internetindustrie heeft haar gedragscode voor online reclame 20 april j.l. in een petitie officieel aangeboden aan de Tweede Kamer. Hiermee is de gedragscode openbaar gemaakt. De zelfregulering is gericht op het aan banden leggen van online reclame op basis van surfgedrag.

De gedragscode is aangenomen door de Europese Stichting Reclame Code (EASA). De gedragscode zal volgens Marketingtribune z.s.m. worden ingediend bij de Nederlandse Stichting Reclame Code, op grond waarvan de RCC bevoegd zal zijn te oordelen over klachten m.b.t. de gedragscode. Bijzonder is de lancering van een gebruikerswebsite youronlinechoices waar gebruikers in toegankelijke taal uitleg krijgen over cookies, hoe werken, wat ze wel en niet kunnen en hoe de gebruiker daar zelf eenvoudig controle op kan uitoefenen.

Lees de IAB Europe Gedragscode voor Online Behavioural Advertising (OBA) hier (pdf) en hier (engelse  pdf)

 

RB 837

Televisie op je computer? Alleen voor abonnees!

RCC 1 april 2011, Dossiernr. 2011/00157 (iTelevision)

Reclamerecht. Op website televisieonline.com wordt iTelevision aangeprezen, een product waarmee de zenders Ned 1, 2 en 3 op de computer kunnen worden bekeken. Het blijkt echter dat dit product alleen beschikbaar is voor UPC en @Home abonnees. Dit wordt niet in reclame uiting vermeld dus klager vind dit misleidend. Verweerder weerspreekt dit niet. Commissie oordeelt dat de reclame onvolledig en daardoor onduidelijk is (art. 8.2 NRC), omissie. Commissie acht de reclame daardoor ook misleidend dus in strijd met art. 7 NRC en beveelt niet meer op dergelijke wijze reclame te maken.

Klager heeft onweersproken gesteld dat het aangeprezen product alleen beschikbaar is voor abonnees van upc en @home. Nu in de uiting van deze beperkte beschikbaarheid geen melding wordt gemaakt, is onvolledige en daardoor misleidende informatie verstrekt. 
 
Blijkens het voorgaande acht de Commissie de uiting voor de gemiddelde consument  onvolledig en daardoor onduidelijk als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier en hier.

Regeling NRC, art. 7 en 8.2

RB 836

Kubus kan stelling uit radiocommercial niet voldoende onderbouwen

RCC 1 april 2011, Dossiernrs. 2011/00109 en 2011/00109A (Kubus.nl)

Reclamerecht. In radiocommercial van Kubus wordt verwezen naar een recent onderzoek dat uitwijst dat ondernemers teveel betalen voor hun accountant. Klager stelt dat dit onderzoek niet op de website van Kubus is terug te vinden, dus acht de reclame uiting onvoldoende onderbouwd. Verweerder beroept zich op vijf bronnen waarop de uiting gebaseerd is. De Commissie oordeelt over de voorgelegde bronnen het volgende: ze zijn niet altijd recent, soms gebaseerd op beleving ondervraagde ondernemers, niet altijd met datum en bronvermelding, en soms niet relevant voor de stelling van de radiocommercial. Hierdoor concludeert de Commissie dat de radiocommercial gepaard gaat met onjuiste informatie en misleidend (art. 7 NRC) is.

Ter onderbouwing van de stelling in de bestreden commercial dat recent onderzoek uitwijst dat veel ondernemers teveel betalen voor hun accountant, heeft adverteerder de hiervoor in het verweer onder a t/m e genoemde stukken overgelegd.
Met betrekking tot het onder a) genoemde onderzoek van Alfa Delta Compendium en Nivra is slechts een kort krantenberichtje van mei 2007 overgelegd, waarin wordt meegedeeld dat volgens genoemd onderzoek “bijna driekwart van de Nederlandse bedrijven de rekening van hun accountant te hoog vindt”. Naar het oordeel van de Commissie kan een in mei 2007 gepresenteerd onderzoek in een in januari 2011 uitgezonden radiocommercial in redelijkheid niet meer als recent worden bestempeld. Bovendien wordt de mening van de bij het onderzoek ondervraagde personen over de hoogte van de accountantsrekening weergegeven, wat niet betekent dat veel ondernemers objectief bezien daadwerkelijk teveel betalen voor hun accountant.
 
Dit laatste geldt naar het oordeel van de Commissie ook voor het onder b) genoemde onderzoek van adverteerder. Hierin wordt kennelijk, zo concludeert de Commissie op basis van de onder de kop “Renvooi” opgesomde “reden00” t/m “reden 10”, ondernemers die willen overstappen naar een kantoor van adverteerder gevraagd wat de reden voor die overstap is. Het noemen van “reden 04 – Kosten huidige kantoor – Te hoog” en/of “reden 07 – Kosten huidige kantoor – (Advies)tarieven te hoog” als (een van de) reden(en) voor het aanvragen van een offerte van adverteerder geeft de beleving door de betreffende ondernemer weer van de hoogte van de kosten die door het huidige kantoor worden berekend. Nog afgezien van het feit dat uit de overgelegde uitdraaien niet blijkt of het “huidige kantoor” een accountantskantoor betreft, vormt de beleving van de ondervraagde ondernemers geen bewijs dat veel ondernemers teveel betalen voor hun accountant, zoals in de radiocommercial wordt gesteld.
 
Het onder c) genoemde artikel uit het Financieel Dagblad is verschenen naar aanleiding van een door de AFM uitgevoerd onderzoek naar de kwaliteit van de controles van vier grote Nederlandse accountantskantoren, en heeft betrekking op de concurrentie tussen (deze) accountantskantoren. Naar het oordeel van de Commissie kan dit artikel niet worden aangemerkt als “recent onderzoek” dat heeft uitgewezen dat veel ondernemers teveel betalen voor hun accountant.
 
Het onder d) genoemde artikel uit Info Regio dateert, evenals het onderzoeksrapport “De jacht op de klant” waarop het artikel betrekking heeft, van november 2005 en kan daarom niet als recent worden aangemerkt.
 
Met betrekking tot het onder e) genoemde artikel zijn geen datum en bron vermeld. Bovendien betreft het artikel geen onderzoek waarop de stelling in de bestreden radiocommercial kan worden gebaseerd.
 
Gelet op het vorenstaande gaat de radiocommercial gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie - te weten het aangaan van een overeenkomst met adverteerder - te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de Commissie de reclame-uiting misleidend en om die reden oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de volledige uitspraak 2011/00109 hier (link) en hier (pdf). 
Lees de volledige uitspraak 2011/00109A hier (link) en hier (pdf).
Regeling NRC art. 7 en 8.2

RB 835

Hi mobiel internet aanbieding misleidend

RCC 1 april 2011, Dossiernr. 2011/00149 (Hi mobiel internet aanbieding misleidend)

 

Reclamerecht. Reclame voor Hi internet op je mobiel alleen geldig bij afsluiten nieuw abonnement of verlenging abonnement. Klager stelt dat deze beperking niet wordt vermeld in reclame uiting dus is het misleidend en in strijd met de waarheid. Verweerder stelt dat niet alle voorwaarden in reclame uiting vermeld kunnen worden en dat daarom verwezen wordt naar de winkel of het telefoonnummer. Commissie oordeelt dat de uiting onvolledig is. De voorwaarde die gesteld wordt aan de aanbieding is een aanzienlijke beperking en dient daarom vermeld te worden in de reclame uiting. Derhalve is de reclame uiting misleidend en dus in strijd met art. 7 NRC. RCC doet aanbeveling.

 Adverteerder heeft erkend dat van de aanbieding alleen gebruik kan worden gemaakt indien een nieuw abonnement wordt afgesloten. Nu het afsluiten van een nieuw abonnement een essentiële voorwaarde is om van het aanbieding gebruik te kunnen maken, betekent dit dat sprake is van een aanzienlijke beperking ten aanzien van de aanbieding. Gelet hierop had een verwijzing naar nadere informatie in de uiting niet mogen ontbreken en is de uiting onvolledig.
 
Blijkens het voorgaande acht de Commissie de uiting voor de gemiddelde consument  onvolledig en daardoor onduidelijk als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf)
Regeling: NRC artikel 7 en 8.2 aanhef

RB 834

Voor 5000 euro een huis kopen?

RCC 17 maart 2011, Dossiernr. 2011/00113 (Huis van 5000 euro)

Reclamerecht. Klager stelt dat reclame suggereert dat voor 5000 euro een huis kan worden gekocht, terwijl voor dit bedrag alleen een verbouwing kan worden uitgevoerd. Verweerder zegt dat in de reclame voldoende duidelijk is dat het huis 198.000 euro kost en de verbouwing 5000 euro. Commissie stelt verweerder in het gelijk. Oordeelt dat duidelijk vermeld staat dat het huis bijna 2 ton kost en dat de gemiddelde consument weet dat een huis niet voor 5000 euro te koop kan staan. De uiting wordt voldoende duidelijk geacht voor de gemiddelde consument en is dus niet in strijd met art. 8.2 aanhef en onder d NRC. RCC wijst de klacht af.

Uit de advertentie blijkt voldoende duidelijk dat de in de advertentie aangeboden woning, waarvan tevens een plattegrond in de uiting is opgenomen, niet “voor slechts € 5000,- inclusief BTW” verkrijgbaar is. Bij de plattegrond van de woning staat heel duidelijk “vanaf € 198.000,- v.o.n”, terwijl bovendien de gemiddelde consument niet zal denken dat men voor € 5000,- inclusief BTW eigenaar kan worden van een tussenwoning. Afgezien daarvan wordt over de aankoopprijs van een woning geen BTW geheven.

Hoewel aan klager kan worden toegegeven dat de linkerkolom van de advertentie vragen oproept, acht de Commissie de uiting voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk ten aanzien van de prijs als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Lees de gehele uitspraak hier en hier.