RB
RB 3869
25 november 2024
Artikel

Laatste plekken: Jurisprudentielunch Merken-, Modellen- en Auteursrecht op woensdag 27 november 2024

 
RB 3867
11 november 2024
Uitspraak

HvJ EU: Parfümerie Akzente

 
RB 3866
8 november 2024
Artikel

Carly van der Beek treedt toe als Senior Associate bij Pinsent Masons Nederland

 
RB 814

Tagatesse - Zoet zonder zonde

RCC 21 maart 2011, Dossiernr: 2010/00638 (Tagatesse – Zoet zonder zonde; red. inzet vergelijkbare reclame)

Reclamerecht. Gezondheidsclaim. De klacht betreft een advertentie in het blad De Allerhande nr. 8, jaargang 2010. In de advertentie staan producten van adverteerder met daarbij de tekst: “Tagatose Zoet zonder zonde, zonder suiker!” met daarbij voordelen van Tagatose, onder meer prebiotische werking, die zorgt voor een vlotte darmwerking en spijsvertering en de glycemische index van 2 die maakt dat Tagatose geschikt is voor diabeten type I en II. Misleiding want alleen prebiotische werking bij grote hoeveelheden. Index is omstreden. Niet-toegestane medische claim. RCC: inderdaad niet toegestane claim "geschikt voor diabeten type I en II ex art. 3 RVV jo. art. 2 lid 5 en artikel 13-lijst van de EG-Verordening 1924/2006.

Klaagster meent dat de genoemde voordelen deels misleidend zijn. De prebiotische werking geldt alleen bij gebruik in grote hoeveelheden, niet bij normale consumptie van deze producten. Daarnaast is de glycemische index een waarde waar deskundigen het niet over eens zijn. Derhalve kan in een reclame-uiting geen juiste glycemische index worden genoemd. De claim “geschikt voor diabeten” is een medische claim die niet is toegestaan. Klaagster verzoekt de uiting te toetsen “aan de wetgeving van de EFSA”.

2) Naar het oordeel van de Commissie moet deze claim (red. “zorgt voor een vlotte darmwerking en spijsvertering”) worden aangemerkt als een claim in de zin van artikel 3 lid 1 Reclamecode voor voedingsmiddelen (RVV) in verbinding met artikel 2 lid 5 van EG-verordening nr. 1924/2006. Derhalve moet zijn voldaan aan de voorwaarden als vermeld in artikel 3 lid 1 aanhef en sub a tot en met c RVV, waaronder de voorwaarde dat - voor zover op dit moment actueel - de claim moet zijn vermeld op de zogenoemde artikel 13 lijst van EG-verordening nr. 1924/2006.

Ten aanzien van D/Tagatose is een aanvraag gedaan op de wijze als bedoeld in artikel 13 lid 2 EG-verordening nr. 1924/2006. De claim in de advertentie dat Tagatose een prebiotische werking heeft die zorgt voor een vlotte darmwerking en spijsvertering, valt naar het oordeel van de RCC onder de reikwijdte van de aanvraag voor D-Tagatose.

4) De aanvraag is inmiddels door de EFSA beoordeeld en heeft de status “gepubliceerd”, maar is nog niet bij verordening vastgesteld door de Europese Commissie. Aldus is ten aanzien van de claim de overgangsregeling van artikel 28 lid 5 aanhef en onder b van EG-verordening nr. 1924/2006 van toepassing, waarnaar in artikel 3 sub b RVV wordt verwezen. Ingevolge eerstgenoemde bepaling kunnen, voor zover hier relevant, gezondheidsclaims als de onderhavige vanaf de datum van inwerkingtreding van de verordening tot de aanneming van de in artikel 13 lid 3 van de verordening vermelde lijst onder de verantwoordelijkheid van bedrijfsexploitanten worden gedaan, mits zij stroken met de toepasselijke nationale bepalingen en het bepaalde in EG-verordening nr. 1924/2006. Aangaande het laatste is het volgende van belang.

5)  In de reclame-uiting worden diverse producten afgebeeld. De genoemde claim dient van toepassing te worden geacht op al deze producten, nu deze door de onderhavige reclame-uiting onmiskenbaar met de onderhavige claim in verband worden gebracht. Niet duidelijk is echter of Tagatose in al die producten steeds de werking op het spijsverteringskanaal en de darmen heeft die in de claim aan Tagatose wordt toegeschreven. Denkbaar is immers dat het gehalte Tagatose in die producten, althans enkele daarvan, dermate gering is, dat daarvan geen werking valt te verwachten. In verband daarmee is van belang dat op grond van artikel 5 lid 1 aanhef en onder b aanhef sub i) van EG-verordening nr. 1924/2006 de nutriënt of de andere stof waarvoor de claim wordt gedaan in het eindproduct aanwezig dient te zijn in een significante hoeveelheid zoals omschreven in de communautaire wetgeving of, indien er ter zake geen voorschriften bestaan, in een hoeveelheid die volgens algemeen aanvaard we-tenschappelijk bewijs het geclaimde nutritionele of fysiologische effect bewerkstelligt, Voorts dient, zoals staat in artikel 5 lid 1 aanhef en onder d van EG-verordening nr. 1924/2006, de hoeveelheid van het product die de consument, naar redelijkerwijs kan worden aangenomen, tot zich zal nemen, een significante hoeveelheid te leveren van de nutriënt of andere stof waarvoor de claim wordt gedaan, zoals omschreven in de communautaire wetgeving of, indien er ter zake geen voorschriften bestaan, een significante hoeveelheid die volgens algemeen aanvaard wetenschappelijk bewijs het geclaimde nutritionele of fysiologische effect bewerkstelligt.

6) Adverteerder heeft weliswaar onweersproken gesteld dat hoeveelheden Tagatose van 15 gram per dag een bewezen actieve werking hebben, maar heeft, ook nadat zij daartoe bij tussenbeslissing van de RCC van 10 december 2010 in de gelegenheid is gesteld, niet aannemelijk gemaakt dat de consument bij normale consumptie van de in de reclame-uiting afgebeelde Tagatesse producten voldoende Tagatose binnenkrijgt om de geclaimde prebiotische werking te ervaren. Niet kan worden geoordeeld dat is voldaan aan de vereisten van artikel 5 lid 1 aanhef en onder b aanhef sub i) en artikel 5 lid 1 aanhef en onder d van EG-verordening nr. 1924/2006. De uiting is om die reden in strijd met deze bepalingen voor zover het de afgebeelde Tagatesse producten betreft.
4)  Nu adverteerder met betrekking tot het laatste geen specifieke informatie heeft verschaft, is de Commissie van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat de consument bij normale consumptie van de in de reclame-uiting afgebeelde Tage­tes­se producten voldoende Taga­tose binnenkrijgt om de geclaimde prebiotische werking te ervaren. Op grond hiervan kan niet worden geoordeeld dat is vol­daan aan de vereisten van artikel 5 lid 1 aan­hef en onder b aanhef sub i) en artikel 5 lid 1 aanhef en onder d van EG-verordening nr. 1924/2006. De uiting is om die reden in strijd met deze bepalingen voor zover het de afgebeelde Tagatesse producten betreft.
5)  Het voorgaande impliceert tevens dat adverteerder onjuiste informatie heeft verstrekt ten aanzien van de voornaamste kenmerken van de afgebeelde Tagatesse producten. Im­mers, niet aannemelijk is geworden dat normale consumptie van die producten leidt tot de in de uiting voorgespiegelde prebiotische werking van die pro­ducten. Aldus is geen juiste in­for­­matie verschaft over de van het gebruik van de producten te verwachten resultaten als be­doeld onder b van artikel 8.2 Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC
6) Adverteerder heeft de klacht die betrekking heeft op de mededeling dat Tagatose wegens haar glycemische index van 2 geschikt is voor diabeten type 1 en 2, erkend. De RCC onderschrijft dat de bewering “geschikt voor diabeten type 1 en 2” niet is toegestaan, nu niet is voldaan aan de voorwaarden als vermeld in artikel 3 lid 1 aanhef en sub a tot en met c RVV in verbinding met EG-verordening nr. 1924/2006.

De RCC beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

De RCC is verder van oordeel dat adverteerder wél voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de hoogte van de glycemische index van een product aan de hand van objectieve universele normen kan worden berekend. Nu er geen reden is om te veronderstellen dat adverteerder die waarde in dit geval onjuist heeft berekend, kan de reclame-uiting op dit punt niet onjuist of misleidend worden geacht. Dit onderdeel van de klacht wordt afgewezen.
 
Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf)

Regelingen:
EG-verordening nr. 1924/2006 (zgn. Claimsverordening)
NRC (nieuw) art. 2 (wet),  7,  8.2 onder b.
RVV art. 3.

RB 813

FotografenFederatie lanceert wedstrijdvoorwaarden en aanbevelingen voor organisatoren van fotowedstrijden

Er wordt vaak slordig omgegaan met auteursrechten bij fotowedstrijden. Om hierin verbetering aan te brengen zijn er, zowel in Nederland als internationaal, initiatieven. Zo komt de FotografenFederatie komt nu met aanbevelingen voor organisatoren en internationaal is er een actie van Bill of Rights for Artists om regels vast te stellen waaraan fotowedstrijden moeten voldoen wat auteursrecht betreft.

Omdat de FotografenFederatie meermalig adviseerde en fotografen bijstond die last hadden van onredelijke eisen, gaat zij zich aansluiten bij het initiatief Bill of Rights for Artists. De Bill of Rights for Artists stelt zichzelf vijf doelen:

1. iedereen een basaal inzicht verschaffen in rechten (en de waarde daarvan)
2. de Bill of Rights vestigen als ethische standaard voor wedstrijdvoorwaarden en andere inzendingen van werk
3. steun verwerven voor de Bill of Rights for Artists van private, publieke en non-profit organisaties
4. organisateis en wedstrijden aanmoedigen die de Bill of Rights for Artists ondersteunen
5. aan de kaak stellen van wedstrijden die zich niet houden aan de Bill of Rights for Artists en het verminderen van het aantal deelnemers

De aanbevelingen en de voorwaarden zijn product van het gespecialiseerde juridische team van FotografenFederatie. Dit juridische team staat dagelijks succesvol fotografen bij in het verkrijgen van een juiste vergoeding voor hun werk en het beschermen van hun rechten.

Lees meer hier, hier en hier.

RB 812

Minister: dit (reclame)bord hoort niet thuis langs de snelweg

In navolging van ons eerdere bericht (RB 680), het antwoord van de Minister op kamervragen. Voor de praktijk relevant zijn

1) richtlijn dat een object langs de snelweg maximaal twee seconden de aandacht mag vasthouden, en

2) dat er een beleidskader "afleiding" wordt geformuleerd. Daaraan kunnen weigeringsgronden worden ontleend voor het niet-verlenen van een vergunning voor (geplande) objecten langs de autosnelwegen. Dit betreft dan o.a. gebouwen, windturbines, billboards en kunstobject

Opvallend zijn de richtlijn; object mag maximaal twee seconden aandracht vasthouden

Rijkswaterstaat hanteert als richtlijn dat een object wat niet relevant is voor de rijtaak de aandacht maximaal twee seconden mag vasthouden. Wanneer een bestuurder besluit een foto van dit object te maken wordt in de eerste plaats de regel betreffende het gebruik van een mobiele telefoon in de auto overtreden. Daarnaast zal naar alle waarschijnlijkheid de aandacht meer dan twee seconde van het verkeer zijn afgeleid waardoor de verkeersveiligheid negatief beïnvloed kan worden.

en het beleidskader "afleiding" dat kader geeft voor (geplande) objecten langs de auto(snel)wegen. Dit kader geeft criteria aan voor negatieve beïnvloeding van de verkeersveiligheid en mogelijk een weigeringsgrond voor vergunningen.

Binnen mijn departement wordt momenteel gewerkt aan een beleidskader “afleiding”. Dit kader beschrijft criteria om van (geplande) objecten langs auto(snel) snelwegen vast te stellen of zij de verkeersveiligheid negatief kunnen beïnvloeden. Met objecten worden in dit kader o.a. gebouwen, windturbines, billboards en kunstobjecten bedoeld. Wanneer objecten de verkeersveiligheid negatief kunnen beïnvloeden is dit een grond voor Rijkswaterstaat om een aanvraag voor een vergunning te weigeren. Wanneer het object buiten het beheergebied van Rijkswaterstaat wordt gerealiseerd, zoals in deze casus het geval is, zal dit beleidskader worden gebruikt om een standpunt in te nemen richting de betreffende decentrale overheid.

Dit beleidskader zal besproken worden met de VNG en mijn verwachting is dat het rond de zomer wordt vastgesteld waarna het aan alle gemeenten over wiens grondgebied een auto (snel) weg loopt wordt aangeboden.

Zie antwoord op kamervragen hier

RB 811

Guerilla actie: Mercedes op marktplaats

Op marktplaats (klik inzet voor vergroting) verschenen de laatste dagen advertenties van occasions van Volkswagen en Renault. Op de foto's stonden toevallig ook busjes van mercedes met de volgende tekst: "De nieuwe Sprinter heeft u al v.a. €19.800,-".

Wanneer het nummer van de zogenaamde particuliere adverteerder Peter belt, krijg je voicemail met de volgende strekking: "Je belt zeker niet voor die Volkswagen, maar voor die Mercedes? Die heb ik niet, daarvoor moet je naar de Mercedes-dealer."

Deze guerilla-actie, door autoblog opgemerkt, is door marktplaats al vroegtijdig gestaakt.

RB 810

UK ASA Adjudications 11 april 2011

Ook de Advertising Standards Authorization, de RCC in Groot Britannië, heeft een bundel uitspraken gepubliceerd. Categorieën variëren van kledingretailer, tijdsklok voor duivenmelkers/wedstrijden, israel-advertentie (herkenbaar?), airport parking, zilveren ringen, supermarkten Asda en Tesco (vergelijkende reclame), uitgeverij, omeletmaker, leenmaatschappij (geld lenen kost geld), campagne groep tegen windmolenpark, zonne-energie-opwekkers, cosmetische producten, prada retail.

Zie plaatje hieronder (klik voor vergroting), klik voor de directe site hier:

Prada Retail UK Ltd
A national press ad, in the Times, for Miu Miu featured the model Kasia Struss sitting on a chair in front of a mirror, holding a handbag in her lap, and wearing a low-cut, sleeveless dress which exposed her arms, shoulders and décolletage.

News Group Newspapers Ltd
A national press reader promotion for cosmetic products. The front-page flash stated "FREE EYE MAKE-UP KIT WORTH £24”. Inside the paper, text stated “... To claim your free Fabulous Models Own make-up kit, simply collect TWO out of the three tokens ... then collect your kit from any participating Tesco store* ... Terms and conditions apply". Small print down the side of the page stated “*Includes Tesco supermarkets and Extra stores only. Excludes selected Metro, Express stores and petrol...

Joju Ltd
An ad, in a magazine about sustainable living, was headed "Joju Ltd we design and install solar electricity systems". Further text stated "It has never been a better time to invest in a solar photovoltaic system". A testimonial read "‘If you own a house and can afford the investment, you'd be crazy not to cash in.’ Feed-in tariff sceptic, George Monbiot".

Save Berkeley Vale
A leaflet for the campaign group Save Berkeley Vale, stated "PLANNING APPLICATION ... for Four 120m Wind Turbines at Standle Farm, Stinchcombe ... COMMENTS / OBJECTIONS SHOULD BE MADE NOW ...". The leaflet included a mock up photo, which featured a country landscape with four wind turbines. Text on the photo stated "View from Wick Lane".

Tesco Stores Ltd
A national press ad for Tesco showed a selection of fresh food products; their prices at Tesco and the prices of the same or equivalent products at Asda. Text in a roundel stated "Total Tesco Saving £4.91". Text stated "One place you won't find your fresh food for the weekend? In the Asda Price Guarantee".

Stevenage Homes
A leaflet, for a loan company, was headlined "Don't be tempted by doorstep lenders ...". Text beneath stated "As Christmas is fast approaching you may be starting to think about how you can afford to buy everything you want. Remember the greatest gift you can give your family is the roof over their head. Your rent is your main priority so please think carefully about committing your family to any loans. Beware of doorstep lenders and loan sharks who charge extortionate levels of interest as

sit-up Ltd
A teleshopping ad shown on Price Drop TV, for an omelette maker, showed the product being used to cook various foods, including a pie. At the end of the presentation several pies and a pizza were shown next to the product and a close up showed a cross-section of a pie in detail.

Canonbury Publishing Ltd
A mailing, for a home-working scheme, offered a free CD-ROM and step-by-step manual to the first 200 respondents. The ad included an interview with a previous client who claimed to have "made over £100,000 in an hour online". A screenshot showed a PayPal account for one day and displayed a total income of £3,732.73. Text below the table stated "Not bad huh? That's £3,732.73 - in one day!". The ad repeatedly claimed that customers could make between £200 and £500 per mon

ASDA Stores Ltd
Voice-over in a TV ad for ASDA stated “... we now guarantee that your comparable grocery shopping will be at least 10% cheaper than the other big supermarkets or we’ll give you the difference ... About half of your weekly grocery shop is comparable with the other big supermarkets and all of that is covered by the Asda price guarantee.” On-screen text stated “mySupermarket.co.uk and independent data, exclusions apply. Vs Tesco, Morrisons, Sainsbury’s & Waitrose. Min purchase 8 items...

Airport Parking and Hotels Ltd
Two direct mailings for an airport parking company: a. The first mailing featured an illustration of a computer with a Santa hat on. Text on the screen stated "SAVE 20% ON AIRPORT PARKING". Text on the reverse of the mailing, under the headline "Previous Customers Save up to 20% on Airport Parking", stated "2011 Airport Parking Make the most of your Early Booking Discount; pre-book APH Gatwick, APH Manchester, APH Birmingham or Quality Airport Parking Heathrow 3 months or more in advance an

Coloured Rocks Ltd
A falling price auction for a morganite sterling silver ring included an on-screen graphic, indicating the current stock level, that stated "last 7". The on-screen stock level fell as and when an item was bought and continued to drop until all seven items had been sold. During the auction the presenter talked about the item and referred to the number of items remaining, including “three buyers left”, “final two” and “One chance left”.

Israeli Government Tourist Office
A poster, for travel to Israel, was headlined “Historical Treasures”. Text below stated “THINKISRAEL.COM/GEMS”. Further text stated “Few places pack as many hidden gems into such a small space. From the magical mystery of Jerusalem to the rich cultural experiences of the Dead Sea, the energy and excitement of Tel Aviv to the sun and relaxation of Eilat. The ideal year-round destination”. Smaller text below an image of the Western Wall stated “East Jerusalem. The Western Wall. One of the man

Deister Electronic (UK) Ltd
An ad, for an electronic timing system (ETS) for racing pigeons, in a magazine for pigeon fanciers, was headlined "UNIKON Over 60,000 systems worldwide No.1 Worldwide. No.1 in the UK The most advanced ETS available today". Further text stated "... It is truly the most advanced ETS available today." Further text described details of other UNIKON products. Text in a side panel was headlined "You can't go wrong with UNIKON The champion ETS Simply the Best!" and continued "For unbeatable after...

Damartex UK Ltd
A direct mailing, for a clothing catalogue retailer, stated “Designated finalist in our 5 WINNERS OF 5 X £1000 Pocket the Cheque Prize Draw Strictly confidential!! Confirmation of your status is enclosed! ... 5 names to be selected, as winners will each receive a cheque for the sum of £1,000.00!”. The mailing included a list headed “OFFICIAL EXTRACT LIST OF FINALISTS”; the complainant’s details appeared in the list. Text below stated “REMINDER: The first 5 people drawn as winners in the ‘5 x...

RB 809

Fout gekleurde chocolade eitjes zijn verboden

Met dank aan prof. Dirk Visser, Universiteit Leiden, Klos Morel Vos Schaap komend in NJB

Lees de pdf in oorspronkelijke opmaak hier.

“Het verband tussen de kleur van het folie en de smaak van het daarin verpakte paaseitje zou wettelijk moeten worden vastgelegd”.  Dit twitterde mevrouw Sylvia Witteman op 4 april 2011 en zij kreeg naar eigen zeggen nog nooit zoveel bijval. In de Volkskrant van 6 april 2011 (p. V5) schreef zij er ook over. Zij noemde terecht de volgende nationale standaard: rood = puur, blauw = melk, groen = nootjes, goud = wit en paars = praliné. Verder stelde zij voor de strikte naleving van deze standaard de Paus aan te wijzen, omdat die tenslotte iets heeft met Pasen.

Er moet echter op gewezen worden dat het te koop aanbieden van chocolade paaseitjes in van deze standaard afwijkende kleuren nu al als ‘misleidende oneerlijke handelspraktijk’ moet worden aangemerkt en daarom ‘onrechtmatig jegens consumenten’ en dus verboden is.

Dit blijkt uit artikelen 193c en b van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek:

Artikel 193b
1. Een handelaar handelt onrechtmatig jegens een consument indien hij een handelspraktijk verricht die oneerlijk is.
2. Een handelspraktijk is oneerlijk indien een handelaar handelt:
a. in strijd met de vereisten van professionele toewijding, en
b. het vermogen van de gemiddelde consument om een geïnformeerd besluit te nemen merkbaar is beperkt of kan worden beperkt, waardoor de gemiddelde consument een besluit over een overeenkomst
neemt of kan nemen, dat hij anders niet had genomen.
3. Een handelspraktijk is in het bijzonder oneerlijk indien een handelaar:
a. een misleidende handelspraktijk verricht als bedoeld in [artikel] 193c […].

Artikel 193c
1. Een handelspraktijk is misleidend indien informatie wordt verstrekt die feitelijk onjuist is of die de gemiddelde consument misleidt of kan misleiden, al dan niet door de algemene presentatie van de informatie, zoals ten aanzien van:
a. het bestaan of de aard van het product;
b. de voornaamste kenmerken van het product, zoals […] samenstelling […].

De kleur van de folie van een chocolade eitje is zonder twijfel onderdeel van de algemene presentatie van informatie die wordt verstrekt over de aard en de voornaamste kenmerken van het product, namelijk de smaak en de samenstelling.

Als de kleur van een eitje feitelijk onjuiste informatie verschaft die de gemiddelde consument kan misleiden over de smaak en samenstelling van het eitje is dat onrechtmatig.

Daarbij is aannemelijk dat door een fout gekleurd eitje “het vermogen van de gemiddelde consument om een geïnformeerd besluit te nemen merkbaar is beperkt of kan worden beperkt, waardoor de gemiddelde consument een besluit over een overeenkomst neemt of kan nemen, dat hij anders niet had genomen”. Door het foute kleurtje koopt hij eitjes die hij anders niet had gekocht. Dus is de consument misleid en is het fout gekleurde eitje verboden.

Hierbij kan nog worden opgemerkt dat in de rechtspraak op Europees niveau zelfs een norm is vastgelegd over de gemiddelde consument van eieren.

‘Om uit te maken of een vermelding ter bevordering van de verkoop van eieren de koper in strijd met […] bepaalde handelsnormen voor eieren kan misleiden, moet de nationale rechter uitgaan van de vermoedelijke verwachting van een gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument”.
(Hof van Justitie EG 16 juli 1998, zaak C-210/96).

Deze norm is geformuleerd voor echte eieren, maar geldt zonder twijfel ook voor “de vermoedelijke verwachting van een gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument” van chocolade paaseitjes.

Ook is hierbij mogelijk van belang dat zich bij fout gekleurde paaseitjes zogenaamde ‘post sale confusion’ kan voordoen. In de winkel kan de oplettende consument meestal nog op de verpakking lezen wat de smaak van de eitjes is. Thuis op het schaaltje doet zich echter de ‘post sale confusion’ voor. Dit leidt, zoals Witteman het zo treffend beschrijft, tot ‘afschuwelijke misstanden’: “Meermalen moest ik als kind een lauwe mondvol kleverig kwijl met chocoladeschilfers paniekerig kokhalzend in de hand van mijn toegesnelde moeder uitspugen”.

Voor de handhaving van dit verbod op fout gekleurde eitjes behoeft geen beroep te worden gedaan op de Paus. Iedere consument die is misleid door foutgekleurde paaseitjes kan naar de burgerlijk rechter stappen en schadevergoeding eisen. Daarnaast is het mogelijk om een klacht in te dienen bij de Consumentenautoriteit. Die kan vervolgens op grond van de Wet handhaving consumentenbescherming een bestuurlijke boete van maximaal € 450.000 opleggen. De Consumentenautoriteit kan ook op eigen initiatief tot actie over gaan, indien sprake is van algemeen belang en grote schade voor de consument.

Overigens doet zich de laatste jaren bij chocolade letters een vergelijkbare misstand voor. De traditionele kleurcodes rood voor puur en blauw voor melk worden met voeten getreden. Blauw voor puur en paars voor melk zijn voorbeelden van storende en evident misleidende verpakkingen. Het is te hopen dat de Consumentenautoriteit ook hiertegen handelend zal optreden.

RB 808

Allerhande testpanel test Port

CVB 6 april 2011, dossiernr 2010/00879 (AH Allerhande – testpanel over Port)

Reclamerecht. Klager betoogt dat de rubriek testpanel in de Allerhande van november 2010 (én klik op plaatje voor vergroting) waarin drie door Albert Heijn verkochte merken port onder de aandacht worden gebracht door een testpanel bestaande uit, onder meer, een – volgens het bijschrift - 67-jarige consument misleidend. In werkelijkheid is volgens klager de persoon op de foto jonger, hetgeen klager misleidend acht. Voorts stelt klager dat het ‘onlogisch’ is dat het ‘gebruiksmoment’ van port wordt veranderd van nagerecht naar voorgerecht. Geen strijd met artt. 2, 7, 11 NRC of 6, 9 t/m 13, 21 RVA. CVB oordeelt niet anders.

De Commissie acht het, gelet op de opmaak en inhoud van de Allerhande, voor de gemiddelde consument duidelijk dat het blad is samengesteld met de bedoeling om de producten die bij de Albert Heijn worden verkocht onder de aandacht te brengen. Aldus is geen sprake van strijd met artikel 11 NRC. Het opschrift ‘advertorial’ acht de Commissie in dit geval derhalve niet noodzakelijk.

Het opschrift ‘advertorial’ is in dit geval dan ook niet noodzakelijk. Klager heeft verder niet aannemelijk gemaakt dat geen gebruik zou zijn gemaakt van een echt testpanel. De RCC volgt klager ook niet in zijn mening dat de ‘oudere’ een ‘kwetsbare groep’ betreft in de zin of geest van de RVA. De reclame-uiting richt zich voorts niet specifiek tot minderjarigen. Evenmin acht de RCC het aannemelijk dat de reclame een publiek bereikt dat voor meer dan 25% uit minderjarigen bestaat. Nu klagers betoog in hoofdzaak gestoeld is op de stelling dat de gewraakte uiting nu juist is gericht op ouderen, acht de RCC het onnodig om adverteerder in dit kader met de bewijsplicht te belasten.

In beroep er is sprake is van agressieve reclame. Albert Heijn in de onderhavige reclame-uiting, die verspreid wordt onder argeloze lezers, gebruik van verkoopbevorderende technieken die dusdanig op beïnvloeding zijn gericht, dat sprake is van agressieve reclame.

Het College stelt in dit verband voorop dat reclame agressief is als die, mede gelet op al haar kenmerken en omstandigheden, de feite­lijke context, de beperkingen van het com­mu­nicatiemedium en het publiek waarvoor zij is bestemd, door intimidatie, dwang, inclusief het gebruik van lichamelijk geweld, of ongepaste beïnvloeding, de keuzevrijheid of de vrijheid van handelen van de ge­middelde consument met betrekking tot het product aanzienlijk beperkt of kan be­per­ken, waardoor hij ertoe wordt gebracht of kan worden gebracht over een trans­actie een besluit te nemen dat hij anders niet had genomen. Voorts is reclame agres­sief indien zich een situatie voordoet die is vermeld in bijlage 2 bij de Neder­landse Reclame Code (zie art. 14.1 en 14.2 van de Nederlandse Reclame Code).
 
Het College is van oordeel dat zich geen feiten of omstandigheden voordoen die tot het oordeel kunnen leiden dat sprake is van agressieve reclame in de hier­voor bedoelde zin. De door appellant genoemde feiten en omstan­digheden doen aan dit oordeel op geen enkele wijze af. De grieven treffen derhalve geen doel.

In dit geval doen zich geen feiten of omstandigheden voor die tot het oordeel kunnen leiden dat sprake is van agressieve reclame in de hiervoor bedoelde zin, aldus het CVB.

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf)

Nederlandse Reclamecode (NRC) artt. 2, 7, 11 
Reclamecode voor alcoholhoudende dranken (RVA), artt. 6, 9 t/m 13, 21

RB 807

Bouwproductenverordening vanaf 1 juli 2013

De nieuwe verordening geeft ten aanzien van productie en verhandelen van bouwproducten duidelijke verplichtingen. Ook afnemers van de producten kunnen beter weten wat van een product verwacht kan worden. Hoe moet een product gebruikt worden, welke eigenschappen heeft het, welke normen voldoe ik aan bij gebruik, etc.

Overwegingen 30-33 en art. 8 geven verduidelijking over CE-markering dat als enige merkteken mag worden gevoerd:

(30) Gezien het verschil in betekenis van de CE-markering voor bouwproducten, vergeleken met de algemene begin­selen die in Verordening (EG) nr. 765/2008 zijn uiteen­ gezet, moeten er specifieke maatregelen worden genomen om duidelijkheid te verschaffen over de verplichting tot het aanbrengen van de CE-markering op bouwproducten en over de gevolgen daarvan.

8 lid 2. De CE-markering wordt aangebracht op bouwproducten waarvoor de fabrikant een prestatieverklaring overeenkomstig de artikelen 4 en 6 heeft opgesteld. Als een prestatieverklaring door de fabrikant niet overeenkom­
stig de artikelen 4 en 6 is opgesteld, mag de CE-markering niet worden aangebracht.

Door de CE-markering aan te brengen of te laten aanbrengen, geven de fabrikanten te kennen dat zij de verantwoordelijkheid op zich nemen voor de conformiteit van het product met de aangegeven prestaties en de naleving van alle eisen die zijn vastgelegd in deze verordening en in andere relevante uniale harmonisatiewetgeving waarin het aanbrengen van een marke­ring wordt voorgeschreven.
Dit lid laat de voorschriften inzake het aanbrengen van de CE-markering waarin andere relevante uniale harmonisatiewetge­ving voorziet, onverlet.

lid 3. Voor een bouwproduct dat onder een geharmoniseerde norm valt of waarvoor een Europese technische beoordeling is afgegeven, is de CE-markering het enige merkteken dat verklaart dat het bouwproduct in overeenstemming is met de aangegeven prestaties met betrekking tot de essentiële kenmerken die onder
die geharmoniseerde norm of Europese technische beoordeling vallen.

De lidstaten verwijzen in dat verband in hun nationale maat­ regelen alleen naar de CE-markering en schrappen verwijzingen naar andere merktekens die de conformiteit attesteren van de aangegeven prestaties met betrekking tot de essentiële kenmer­ken die onder een geharmoniseerde norm vallen.

Klik voor de Verordening hier.

Verordening (EU) Nr. 305/2011 van het Europees parlement en de raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad

RB 806

Melk goed voor elk

RCC 23 maart 2011, Dossiernummer: 2010/00856 (Campina melk - Lekker gezond(er))

Reclamerecht. Gezondheidsclaim. Mededeling op Campina halfvolle melk literverpakking dat melk “een betere vetzuursamenstelling en dus een betere voedingswaarde” heeft. Klager acht dit misleidend nu niet is aangegeven waarmee wordt vergeleken. De formulering “betere voedingswaarde” wekt valse verwachtingen met betrekking tot het product, aldus klager.

De mededeling, waarin het bestaan van een verband tussen een (bestanddeel van een) levensmiddel en de gezondheid wordt gesteld, moet worden aangemerkt als een gezondheidsclaim in de zin van artikel 3 lid 1 Reclamecode voor voedingsmiddelen (RVV) jo. art. 2 lid 5 van EG-verordening nr. 1924/2006 (zgn. Claimsverordening). De RCC wijst de klacht af.

Samengevatte weergave: Ingevolge de overgangsregeling van artikel 28 lid 6 aanhef en onder b van Claimsverordening mogen gezondheidsclaims die nog niet in een lidstaat zijn beoordeeld en zijn toegestaan verder worden gebruikt, mits voor 19 januari 2008 een aanvraag als bedoeld in die verordening is ingediend. De RCC acht voldoende aannemelijk gemaakt dat adverteerder met betrekking tot de gezondheidsclaim tijdig de in deze bepaling bedoelde aanvraag heeft ingediend en dat daarop nog niet is beslist. Dit brengt mee dat op het moment dat de onderhavige reclame-uiting werd gepubliceerd het aan adverteerder was toegestaan de bestreden gezondheidsclaim te gebruiken.

Ook de klacht dat door de verpakking ten onrechte de indruk wordt gewekt dat Campina halfvolle melk gezonder is dan andere vergelijkbare melkproducten faalt nu volgens de RCC "voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk is dat in de op de verpakking opgenomen voedingswaardetabel de gemiddelde voedingswaarde per 100 ml van Campina halfvolle melk wordt vergeleken met de voedingswaarde van andere halfvolle melk."

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf)

EG-verordening nr. 1924/2006 (zgn. Claimsverordening)
Reclamecode voor voedingsmiddelen (RVV)

RB 805

Kamervragen: Medicijnverkoop via internet

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vind het een zorgelijke kwestie dat receptgeneesmiddelen via internet worden besteld. De WHO geeft aan dat bij verkoop via internet in meer dan 50% van de gevallen sprake is van vervalsing.

5. Wat vindt u van de werkwijze van Netpharm, die aangeeft dat ze de Nederlandse wetgeving omzeilt? Bent u bereid Netpharm aan te pakken, omdat medicijnen worden verstrekt afkomstig van buitenlandse artsen en apotheken die de patiënt zelf niet ontmoet heeft?

6. Is de werkwijze van Netpharm wettelijk toegestaan? Wordt met de op stapel staande aanpassing van de Geneesmiddelenwet het te koop aanbieden van receptgeneesmiddelen in Nederland en op Nederlandse sites strafbaar? Zo nee, bent u dan bereid de Geneesmiddelenwet aan te passen, zodat dit gat in de wet wordt gedicht?

Antwoord op vragen 5 en 6:

Ik zal de IGZ laten onderzoeken in hoeverre sprake is van strafbare handelingen door Netpharm.

In Nederland is het op grond van artikel 67 Geneesmiddelenwet verboden via internet geneesmiddelen voor te schrijven zonder dat een arts de patiënt persoonlijk ontmoet heeft, die de arts niet kent, of van wie de arts de medicatiehistorie niet beschikbaar heeft. Dit geldt ook wanneer het een buitenlandse arts betreft.

Verder dienen apothekers conform de beroepsnormen van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Pharmacie op basis van dergelijke recepten geen geneesmiddelen af te leveren. Er is dan immers geen sprake van verantwoorde zorg door de apotheek. Dit geldt uiteraard ook indien het geneesmiddel wordt toegezonden uit het buitenland.

Dit staat los van het voorstel om het onbevoegd ‘te koop aanbieden’ van geneesmiddelen afzonderlijk strafbaar te stellen. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat het voorstel niet behelst om het ‘te koop aanbieden’ in het algemeen te verbieden, maar uitsluitend voor onbevoegden. De IGZ kan op dit moment al optreden in het geval dat geneesmiddelen onbevoegd worden vervaardigd, in voorraad gehouden, verkocht en afgeleverd. Deze handelingen zijn al wettelijk verboden. Het staat bij degene die een geneesmiddel te koop aanbiedt echter niet op voorhand vast dat hij voornoemde verboden ook overtreedt. Daarom wordt de opsporing en de bewijslast vergemakkelijkt indien het ‘te koop aanbieden’ afzonderlijk strafbaar wordt gesteld. Hiermee krijgt de IGZ een extra instrument in handen. Dit gebeurt in het wetsvoorstel tot wijziging van de Geneesmiddelenwet (red. dossier ikregeer.nl: 32 196).

Lees volledige Antwoorden op Kamervragen hier (link) en hier (pdf)