RB
RB 3899
1 mei 2025
Uitspraak

Reclameverbod op fossiele reizen Den Haag blijft overeind: rechter wijst bezwaren ANVR en TUI af

 
RB 3897
28 april 2025
Uitspraak

Verbod tot gebruik van ‘laagste prijs garantie’ door Bauhaus in vergelijking met de producten van Hornbach toegewezen

 
RB 3894
17 april 2025
Uitspraak

Nordic Fire mag kritisch zijn op Milieu Centraal, maar moet oppassen met absolute milieuclaims

 
RB 812

Minister: dit (reclame)bord hoort niet thuis langs de snelweg

In navolging van ons eerdere bericht (RB 680), het antwoord van de Minister op kamervragen. Voor de praktijk relevant zijn

1) richtlijn dat een object langs de snelweg maximaal twee seconden de aandacht mag vasthouden, en

2) dat er een beleidskader "afleiding" wordt geformuleerd. Daaraan kunnen weigeringsgronden worden ontleend voor het niet-verlenen van een vergunning voor (geplande) objecten langs de autosnelwegen. Dit betreft dan o.a. gebouwen, windturbines, billboards en kunstobject

Opvallend zijn de richtlijn; object mag maximaal twee seconden aandracht vasthouden

Rijkswaterstaat hanteert als richtlijn dat een object wat niet relevant is voor de rijtaak de aandacht maximaal twee seconden mag vasthouden. Wanneer een bestuurder besluit een foto van dit object te maken wordt in de eerste plaats de regel betreffende het gebruik van een mobiele telefoon in de auto overtreden. Daarnaast zal naar alle waarschijnlijkheid de aandacht meer dan twee seconde van het verkeer zijn afgeleid waardoor de verkeersveiligheid negatief beïnvloed kan worden.

en het beleidskader "afleiding" dat kader geeft voor (geplande) objecten langs de auto(snel)wegen. Dit kader geeft criteria aan voor negatieve beïnvloeding van de verkeersveiligheid en mogelijk een weigeringsgrond voor vergunningen.

Binnen mijn departement wordt momenteel gewerkt aan een beleidskader “afleiding”. Dit kader beschrijft criteria om van (geplande) objecten langs auto(snel) snelwegen vast te stellen of zij de verkeersveiligheid negatief kunnen beïnvloeden. Met objecten worden in dit kader o.a. gebouwen, windturbines, billboards en kunstobjecten bedoeld. Wanneer objecten de verkeersveiligheid negatief kunnen beïnvloeden is dit een grond voor Rijkswaterstaat om een aanvraag voor een vergunning te weigeren. Wanneer het object buiten het beheergebied van Rijkswaterstaat wordt gerealiseerd, zoals in deze casus het geval is, zal dit beleidskader worden gebruikt om een standpunt in te nemen richting de betreffende decentrale overheid.

Dit beleidskader zal besproken worden met de VNG en mijn verwachting is dat het rond de zomer wordt vastgesteld waarna het aan alle gemeenten over wiens grondgebied een auto (snel) weg loopt wordt aangeboden.

Zie antwoord op kamervragen hier

RB 811

Guerilla actie: Mercedes op marktplaats

Op marktplaats (klik inzet voor vergroting) verschenen de laatste dagen advertenties van occasions van Volkswagen en Renault. Op de foto's stonden toevallig ook busjes van mercedes met de volgende tekst: "De nieuwe Sprinter heeft u al v.a. €19.800,-".

Wanneer het nummer van de zogenaamde particuliere adverteerder Peter belt, krijg je voicemail met de volgende strekking: "Je belt zeker niet voor die Volkswagen, maar voor die Mercedes? Die heb ik niet, daarvoor moet je naar de Mercedes-dealer."

Deze guerilla-actie, door autoblog opgemerkt, is door marktplaats al vroegtijdig gestaakt.

RB 810

UK ASA Adjudications 11 april 2011

Ook de Advertising Standards Authorization, de RCC in Groot Britannië, heeft een bundel uitspraken gepubliceerd. Categorieën variëren van kledingretailer, tijdsklok voor duivenmelkers/wedstrijden, israel-advertentie (herkenbaar?), airport parking, zilveren ringen, supermarkten Asda en Tesco (vergelijkende reclame), uitgeverij, omeletmaker, leenmaatschappij (geld lenen kost geld), campagne groep tegen windmolenpark, zonne-energie-opwekkers, cosmetische producten, prada retail.

Zie plaatje hieronder (klik voor vergroting), klik voor de directe site hier:

Prada Retail UK Ltd
A national press ad, in the Times, for Miu Miu featured the model Kasia Struss sitting on a chair in front of a mirror, holding a handbag in her lap, and wearing a low-cut, sleeveless dress which exposed her arms, shoulders and décolletage.

News Group Newspapers Ltd
A national press reader promotion for cosmetic products. The front-page flash stated "FREE EYE MAKE-UP KIT WORTH £24”. Inside the paper, text stated “... To claim your free Fabulous Models Own make-up kit, simply collect TWO out of the three tokens ... then collect your kit from any participating Tesco store* ... Terms and conditions apply". Small print down the side of the page stated “*Includes Tesco supermarkets and Extra stores only. Excludes selected Metro, Express stores and petrol...

Joju Ltd
An ad, in a magazine about sustainable living, was headed "Joju Ltd we design and install solar electricity systems". Further text stated "It has never been a better time to invest in a solar photovoltaic system". A testimonial read "‘If you own a house and can afford the investment, you'd be crazy not to cash in.’ Feed-in tariff sceptic, George Monbiot".

Save Berkeley Vale
A leaflet for the campaign group Save Berkeley Vale, stated "PLANNING APPLICATION ... for Four 120m Wind Turbines at Standle Farm, Stinchcombe ... COMMENTS / OBJECTIONS SHOULD BE MADE NOW ...". The leaflet included a mock up photo, which featured a country landscape with four wind turbines. Text on the photo stated "View from Wick Lane".

Tesco Stores Ltd
A national press ad for Tesco showed a selection of fresh food products; their prices at Tesco and the prices of the same or equivalent products at Asda. Text in a roundel stated "Total Tesco Saving £4.91". Text stated "One place you won't find your fresh food for the weekend? In the Asda Price Guarantee".

Stevenage Homes
A leaflet, for a loan company, was headlined "Don't be tempted by doorstep lenders ...". Text beneath stated "As Christmas is fast approaching you may be starting to think about how you can afford to buy everything you want. Remember the greatest gift you can give your family is the roof over their head. Your rent is your main priority so please think carefully about committing your family to any loans. Beware of doorstep lenders and loan sharks who charge extortionate levels of interest as

sit-up Ltd
A teleshopping ad shown on Price Drop TV, for an omelette maker, showed the product being used to cook various foods, including a pie. At the end of the presentation several pies and a pizza were shown next to the product and a close up showed a cross-section of a pie in detail.

Canonbury Publishing Ltd
A mailing, for a home-working scheme, offered a free CD-ROM and step-by-step manual to the first 200 respondents. The ad included an interview with a previous client who claimed to have "made over £100,000 in an hour online". A screenshot showed a PayPal account for one day and displayed a total income of £3,732.73. Text below the table stated "Not bad huh? That's £3,732.73 - in one day!". The ad repeatedly claimed that customers could make between £200 and £500 per mon

ASDA Stores Ltd
Voice-over in a TV ad for ASDA stated “... we now guarantee that your comparable grocery shopping will be at least 10% cheaper than the other big supermarkets or we’ll give you the difference ... About half of your weekly grocery shop is comparable with the other big supermarkets and all of that is covered by the Asda price guarantee.” On-screen text stated “mySupermarket.co.uk and independent data, exclusions apply. Vs Tesco, Morrisons, Sainsbury’s & Waitrose. Min purchase 8 items...

Airport Parking and Hotels Ltd
Two direct mailings for an airport parking company: a. The first mailing featured an illustration of a computer with a Santa hat on. Text on the screen stated "SAVE 20% ON AIRPORT PARKING". Text on the reverse of the mailing, under the headline "Previous Customers Save up to 20% on Airport Parking", stated "2011 Airport Parking Make the most of your Early Booking Discount; pre-book APH Gatwick, APH Manchester, APH Birmingham or Quality Airport Parking Heathrow 3 months or more in advance an

Coloured Rocks Ltd
A falling price auction for a morganite sterling silver ring included an on-screen graphic, indicating the current stock level, that stated "last 7". The on-screen stock level fell as and when an item was bought and continued to drop until all seven items had been sold. During the auction the presenter talked about the item and referred to the number of items remaining, including “three buyers left”, “final two” and “One chance left”.

Israeli Government Tourist Office
A poster, for travel to Israel, was headlined “Historical Treasures”. Text below stated “THINKISRAEL.COM/GEMS”. Further text stated “Few places pack as many hidden gems into such a small space. From the magical mystery of Jerusalem to the rich cultural experiences of the Dead Sea, the energy and excitement of Tel Aviv to the sun and relaxation of Eilat. The ideal year-round destination”. Smaller text below an image of the Western Wall stated “East Jerusalem. The Western Wall. One of the man

Deister Electronic (UK) Ltd
An ad, for an electronic timing system (ETS) for racing pigeons, in a magazine for pigeon fanciers, was headlined "UNIKON Over 60,000 systems worldwide No.1 Worldwide. No.1 in the UK The most advanced ETS available today". Further text stated "... It is truly the most advanced ETS available today." Further text described details of other UNIKON products. Text in a side panel was headlined "You can't go wrong with UNIKON The champion ETS Simply the Best!" and continued "For unbeatable after...

Damartex UK Ltd
A direct mailing, for a clothing catalogue retailer, stated “Designated finalist in our 5 WINNERS OF 5 X £1000 Pocket the Cheque Prize Draw Strictly confidential!! Confirmation of your status is enclosed! ... 5 names to be selected, as winners will each receive a cheque for the sum of £1,000.00!”. The mailing included a list headed “OFFICIAL EXTRACT LIST OF FINALISTS”; the complainant’s details appeared in the list. Text below stated “REMINDER: The first 5 people drawn as winners in the ‘5 x...

RB 809

Fout gekleurde chocolade eitjes zijn verboden

Met dank aan prof. Dirk Visser, Universiteit Leiden, Klos Morel Vos Schaap komend in NJB

Lees de pdf in oorspronkelijke opmaak hier.

“Het verband tussen de kleur van het folie en de smaak van het daarin verpakte paaseitje zou wettelijk moeten worden vastgelegd”.  Dit twitterde mevrouw Sylvia Witteman op 4 april 2011 en zij kreeg naar eigen zeggen nog nooit zoveel bijval. In de Volkskrant van 6 april 2011 (p. V5) schreef zij er ook over. Zij noemde terecht de volgende nationale standaard: rood = puur, blauw = melk, groen = nootjes, goud = wit en paars = praliné. Verder stelde zij voor de strikte naleving van deze standaard de Paus aan te wijzen, omdat die tenslotte iets heeft met Pasen.

Er moet echter op gewezen worden dat het te koop aanbieden van chocolade paaseitjes in van deze standaard afwijkende kleuren nu al als ‘misleidende oneerlijke handelspraktijk’ moet worden aangemerkt en daarom ‘onrechtmatig jegens consumenten’ en dus verboden is.

Dit blijkt uit artikelen 193c en b van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek:

Artikel 193b
1. Een handelaar handelt onrechtmatig jegens een consument indien hij een handelspraktijk verricht die oneerlijk is.
2. Een handelspraktijk is oneerlijk indien een handelaar handelt:
a. in strijd met de vereisten van professionele toewijding, en
b. het vermogen van de gemiddelde consument om een geïnformeerd besluit te nemen merkbaar is beperkt of kan worden beperkt, waardoor de gemiddelde consument een besluit over een overeenkomst
neemt of kan nemen, dat hij anders niet had genomen.
3. Een handelspraktijk is in het bijzonder oneerlijk indien een handelaar:
a. een misleidende handelspraktijk verricht als bedoeld in [artikel] 193c […].

Artikel 193c
1. Een handelspraktijk is misleidend indien informatie wordt verstrekt die feitelijk onjuist is of die de gemiddelde consument misleidt of kan misleiden, al dan niet door de algemene presentatie van de informatie, zoals ten aanzien van:
a. het bestaan of de aard van het product;
b. de voornaamste kenmerken van het product, zoals […] samenstelling […].

De kleur van de folie van een chocolade eitje is zonder twijfel onderdeel van de algemene presentatie van informatie die wordt verstrekt over de aard en de voornaamste kenmerken van het product, namelijk de smaak en de samenstelling.

Als de kleur van een eitje feitelijk onjuiste informatie verschaft die de gemiddelde consument kan misleiden over de smaak en samenstelling van het eitje is dat onrechtmatig.

Daarbij is aannemelijk dat door een fout gekleurd eitje “het vermogen van de gemiddelde consument om een geïnformeerd besluit te nemen merkbaar is beperkt of kan worden beperkt, waardoor de gemiddelde consument een besluit over een overeenkomst neemt of kan nemen, dat hij anders niet had genomen”. Door het foute kleurtje koopt hij eitjes die hij anders niet had gekocht. Dus is de consument misleid en is het fout gekleurde eitje verboden.

Hierbij kan nog worden opgemerkt dat in de rechtspraak op Europees niveau zelfs een norm is vastgelegd over de gemiddelde consument van eieren.

‘Om uit te maken of een vermelding ter bevordering van de verkoop van eieren de koper in strijd met […] bepaalde handelsnormen voor eieren kan misleiden, moet de nationale rechter uitgaan van de vermoedelijke verwachting van een gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument”.
(Hof van Justitie EG 16 juli 1998, zaak C-210/96).

Deze norm is geformuleerd voor echte eieren, maar geldt zonder twijfel ook voor “de vermoedelijke verwachting van een gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument” van chocolade paaseitjes.

Ook is hierbij mogelijk van belang dat zich bij fout gekleurde paaseitjes zogenaamde ‘post sale confusion’ kan voordoen. In de winkel kan de oplettende consument meestal nog op de verpakking lezen wat de smaak van de eitjes is. Thuis op het schaaltje doet zich echter de ‘post sale confusion’ voor. Dit leidt, zoals Witteman het zo treffend beschrijft, tot ‘afschuwelijke misstanden’: “Meermalen moest ik als kind een lauwe mondvol kleverig kwijl met chocoladeschilfers paniekerig kokhalzend in de hand van mijn toegesnelde moeder uitspugen”.

Voor de handhaving van dit verbod op fout gekleurde eitjes behoeft geen beroep te worden gedaan op de Paus. Iedere consument die is misleid door foutgekleurde paaseitjes kan naar de burgerlijk rechter stappen en schadevergoeding eisen. Daarnaast is het mogelijk om een klacht in te dienen bij de Consumentenautoriteit. Die kan vervolgens op grond van de Wet handhaving consumentenbescherming een bestuurlijke boete van maximaal € 450.000 opleggen. De Consumentenautoriteit kan ook op eigen initiatief tot actie over gaan, indien sprake is van algemeen belang en grote schade voor de consument.

Overigens doet zich de laatste jaren bij chocolade letters een vergelijkbare misstand voor. De traditionele kleurcodes rood voor puur en blauw voor melk worden met voeten getreden. Blauw voor puur en paars voor melk zijn voorbeelden van storende en evident misleidende verpakkingen. Het is te hopen dat de Consumentenautoriteit ook hiertegen handelend zal optreden.

RB 808

Allerhande testpanel test Port

CVB 6 april 2011, dossiernr 2010/00879 (AH Allerhande – testpanel over Port)

Reclamerecht. Klager betoogt dat de rubriek testpanel in de Allerhande van november 2010 (én klik op plaatje voor vergroting) waarin drie door Albert Heijn verkochte merken port onder de aandacht worden gebracht door een testpanel bestaande uit, onder meer, een – volgens het bijschrift - 67-jarige consument misleidend. In werkelijkheid is volgens klager de persoon op de foto jonger, hetgeen klager misleidend acht. Voorts stelt klager dat het ‘onlogisch’ is dat het ‘gebruiksmoment’ van port wordt veranderd van nagerecht naar voorgerecht. Geen strijd met artt. 2, 7, 11 NRC of 6, 9 t/m 13, 21 RVA. CVB oordeelt niet anders.

De Commissie acht het, gelet op de opmaak en inhoud van de Allerhande, voor de gemiddelde consument duidelijk dat het blad is samengesteld met de bedoeling om de producten die bij de Albert Heijn worden verkocht onder de aandacht te brengen. Aldus is geen sprake van strijd met artikel 11 NRC. Het opschrift ‘advertorial’ acht de Commissie in dit geval derhalve niet noodzakelijk.

Het opschrift ‘advertorial’ is in dit geval dan ook niet noodzakelijk. Klager heeft verder niet aannemelijk gemaakt dat geen gebruik zou zijn gemaakt van een echt testpanel. De RCC volgt klager ook niet in zijn mening dat de ‘oudere’ een ‘kwetsbare groep’ betreft in de zin of geest van de RVA. De reclame-uiting richt zich voorts niet specifiek tot minderjarigen. Evenmin acht de RCC het aannemelijk dat de reclame een publiek bereikt dat voor meer dan 25% uit minderjarigen bestaat. Nu klagers betoog in hoofdzaak gestoeld is op de stelling dat de gewraakte uiting nu juist is gericht op ouderen, acht de RCC het onnodig om adverteerder in dit kader met de bewijsplicht te belasten.

In beroep er is sprake is van agressieve reclame. Albert Heijn in de onderhavige reclame-uiting, die verspreid wordt onder argeloze lezers, gebruik van verkoopbevorderende technieken die dusdanig op beïnvloeding zijn gericht, dat sprake is van agressieve reclame.

Het College stelt in dit verband voorop dat reclame agressief is als die, mede gelet op al haar kenmerken en omstandigheden, de feite­lijke context, de beperkingen van het com­mu­nicatiemedium en het publiek waarvoor zij is bestemd, door intimidatie, dwang, inclusief het gebruik van lichamelijk geweld, of ongepaste beïnvloeding, de keuzevrijheid of de vrijheid van handelen van de ge­middelde consument met betrekking tot het product aanzienlijk beperkt of kan be­per­ken, waardoor hij ertoe wordt gebracht of kan worden gebracht over een trans­actie een besluit te nemen dat hij anders niet had genomen. Voorts is reclame agres­sief indien zich een situatie voordoet die is vermeld in bijlage 2 bij de Neder­landse Reclame Code (zie art. 14.1 en 14.2 van de Nederlandse Reclame Code).
 
Het College is van oordeel dat zich geen feiten of omstandigheden voordoen die tot het oordeel kunnen leiden dat sprake is van agressieve reclame in de hier­voor bedoelde zin. De door appellant genoemde feiten en omstan­digheden doen aan dit oordeel op geen enkele wijze af. De grieven treffen derhalve geen doel.

In dit geval doen zich geen feiten of omstandigheden voor die tot het oordeel kunnen leiden dat sprake is van agressieve reclame in de hiervoor bedoelde zin, aldus het CVB.

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf)

Nederlandse Reclamecode (NRC) artt. 2, 7, 11 
Reclamecode voor alcoholhoudende dranken (RVA), artt. 6, 9 t/m 13, 21

RB 807

Bouwproductenverordening vanaf 1 juli 2013

De nieuwe verordening geeft ten aanzien van productie en verhandelen van bouwproducten duidelijke verplichtingen. Ook afnemers van de producten kunnen beter weten wat van een product verwacht kan worden. Hoe moet een product gebruikt worden, welke eigenschappen heeft het, welke normen voldoe ik aan bij gebruik, etc.

Overwegingen 30-33 en art. 8 geven verduidelijking over CE-markering dat als enige merkteken mag worden gevoerd:

(30) Gezien het verschil in betekenis van de CE-markering voor bouwproducten, vergeleken met de algemene begin­selen die in Verordening (EG) nr. 765/2008 zijn uiteen­ gezet, moeten er specifieke maatregelen worden genomen om duidelijkheid te verschaffen over de verplichting tot het aanbrengen van de CE-markering op bouwproducten en over de gevolgen daarvan.

8 lid 2. De CE-markering wordt aangebracht op bouwproducten waarvoor de fabrikant een prestatieverklaring overeenkomstig de artikelen 4 en 6 heeft opgesteld. Als een prestatieverklaring door de fabrikant niet overeenkom­
stig de artikelen 4 en 6 is opgesteld, mag de CE-markering niet worden aangebracht.

Door de CE-markering aan te brengen of te laten aanbrengen, geven de fabrikanten te kennen dat zij de verantwoordelijkheid op zich nemen voor de conformiteit van het product met de aangegeven prestaties en de naleving van alle eisen die zijn vastgelegd in deze verordening en in andere relevante uniale harmonisatiewetgeving waarin het aanbrengen van een marke­ring wordt voorgeschreven.
Dit lid laat de voorschriften inzake het aanbrengen van de CE-markering waarin andere relevante uniale harmonisatiewetge­ving voorziet, onverlet.

lid 3. Voor een bouwproduct dat onder een geharmoniseerde norm valt of waarvoor een Europese technische beoordeling is afgegeven, is de CE-markering het enige merkteken dat verklaart dat het bouwproduct in overeenstemming is met de aangegeven prestaties met betrekking tot de essentiële kenmerken die onder
die geharmoniseerde norm of Europese technische beoordeling vallen.

De lidstaten verwijzen in dat verband in hun nationale maat­ regelen alleen naar de CE-markering en schrappen verwijzingen naar andere merktekens die de conformiteit attesteren van de aangegeven prestaties met betrekking tot de essentiële kenmer­ken die onder een geharmoniseerde norm vallen.

Klik voor de Verordening hier.

Verordening (EU) Nr. 305/2011 van het Europees parlement en de raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad

RB 806

Melk goed voor elk

RCC 23 maart 2011, Dossiernummer: 2010/00856 (Campina melk - Lekker gezond(er))

Reclamerecht. Gezondheidsclaim. Mededeling op Campina halfvolle melk literverpakking dat melk “een betere vetzuursamenstelling en dus een betere voedingswaarde” heeft. Klager acht dit misleidend nu niet is aangegeven waarmee wordt vergeleken. De formulering “betere voedingswaarde” wekt valse verwachtingen met betrekking tot het product, aldus klager.

De mededeling, waarin het bestaan van een verband tussen een (bestanddeel van een) levensmiddel en de gezondheid wordt gesteld, moet worden aangemerkt als een gezondheidsclaim in de zin van artikel 3 lid 1 Reclamecode voor voedingsmiddelen (RVV) jo. art. 2 lid 5 van EG-verordening nr. 1924/2006 (zgn. Claimsverordening). De RCC wijst de klacht af.

Samengevatte weergave: Ingevolge de overgangsregeling van artikel 28 lid 6 aanhef en onder b van Claimsverordening mogen gezondheidsclaims die nog niet in een lidstaat zijn beoordeeld en zijn toegestaan verder worden gebruikt, mits voor 19 januari 2008 een aanvraag als bedoeld in die verordening is ingediend. De RCC acht voldoende aannemelijk gemaakt dat adverteerder met betrekking tot de gezondheidsclaim tijdig de in deze bepaling bedoelde aanvraag heeft ingediend en dat daarop nog niet is beslist. Dit brengt mee dat op het moment dat de onderhavige reclame-uiting werd gepubliceerd het aan adverteerder was toegestaan de bestreden gezondheidsclaim te gebruiken.

Ook de klacht dat door de verpakking ten onrechte de indruk wordt gewekt dat Campina halfvolle melk gezonder is dan andere vergelijkbare melkproducten faalt nu volgens de RCC "voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk is dat in de op de verpakking opgenomen voedingswaardetabel de gemiddelde voedingswaarde per 100 ml van Campina halfvolle melk wordt vergeleken met de voedingswaarde van andere halfvolle melk."

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf)

EG-verordening nr. 1924/2006 (zgn. Claimsverordening)
Reclamecode voor voedingsmiddelen (RVV)

RB 805

Kamervragen: Medicijnverkoop via internet

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vind het een zorgelijke kwestie dat receptgeneesmiddelen via internet worden besteld. De WHO geeft aan dat bij verkoop via internet in meer dan 50% van de gevallen sprake is van vervalsing.

5. Wat vindt u van de werkwijze van Netpharm, die aangeeft dat ze de Nederlandse wetgeving omzeilt? Bent u bereid Netpharm aan te pakken, omdat medicijnen worden verstrekt afkomstig van buitenlandse artsen en apotheken die de patiënt zelf niet ontmoet heeft?

6. Is de werkwijze van Netpharm wettelijk toegestaan? Wordt met de op stapel staande aanpassing van de Geneesmiddelenwet het te koop aanbieden van receptgeneesmiddelen in Nederland en op Nederlandse sites strafbaar? Zo nee, bent u dan bereid de Geneesmiddelenwet aan te passen, zodat dit gat in de wet wordt gedicht?

Antwoord op vragen 5 en 6:

Ik zal de IGZ laten onderzoeken in hoeverre sprake is van strafbare handelingen door Netpharm.

In Nederland is het op grond van artikel 67 Geneesmiddelenwet verboden via internet geneesmiddelen voor te schrijven zonder dat een arts de patiënt persoonlijk ontmoet heeft, die de arts niet kent, of van wie de arts de medicatiehistorie niet beschikbaar heeft. Dit geldt ook wanneer het een buitenlandse arts betreft.

Verder dienen apothekers conform de beroepsnormen van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Pharmacie op basis van dergelijke recepten geen geneesmiddelen af te leveren. Er is dan immers geen sprake van verantwoorde zorg door de apotheek. Dit geldt uiteraard ook indien het geneesmiddel wordt toegezonden uit het buitenland.

Dit staat los van het voorstel om het onbevoegd ‘te koop aanbieden’ van geneesmiddelen afzonderlijk strafbaar te stellen. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat het voorstel niet behelst om het ‘te koop aanbieden’ in het algemeen te verbieden, maar uitsluitend voor onbevoegden. De IGZ kan op dit moment al optreden in het geval dat geneesmiddelen onbevoegd worden vervaardigd, in voorraad gehouden, verkocht en afgeleverd. Deze handelingen zijn al wettelijk verboden. Het staat bij degene die een geneesmiddel te koop aanbiedt echter niet op voorhand vast dat hij voornoemde verboden ook overtreedt. Daarom wordt de opsporing en de bewijslast vergemakkelijkt indien het ‘te koop aanbieden’ afzonderlijk strafbaar wordt gesteld. Hiermee krijgt de IGZ een extra instrument in handen. Dit gebeurt in het wetsvoorstel tot wijziging van de Geneesmiddelenwet (red. dossier ikregeer.nl: 32 196).

Lees volledige Antwoorden op Kamervragen hier (link) en hier (pdf)

RB 804

Privatised Online Enforcement Series: B. Is "Self-Regulation" Worse Than Useless?

under CC-BY license Contribution by Joe McNamee - EDRi 
Much of the policy with regard to "self-regulation" in the context of illegal online content is developed on the basis that anything that industry can do to help fight crime is automatically a good thing. The assumption is that, however distasteful it is that private companies should be regulating and enforcing the law in the online world, it is better that "somebody" is doing "something". The reality is, however, very different.

The first area where Internet intermediaries started enforcing the law is in relation to child abuse images. The European Commission funds "hotlines" to receive reports of child abuse images and these send reports to law enforcement authorities and Internet hosting providers and, sometimes, Internet access providers. Law enforcement authorities are supposed to play their role in investigation and prosecution, while Internet providers are supposed to play their role, in diligently and within the rule of law, removing content that has been shown to be illegal and supporting collection of evidence by law enforcement authorities.

At a recent meeting of the European Commission "dialogue" on dissemination of illegal content within the European Union", the Safer Internet Unit of the Commission gave a different and more worrying analysis. A representative explained that many EU police forces did not prioritise online child abuse and even if it was on the priority list in some countries, it was at the bottom. The proposal was made, therefore, that hotlines should send reports directly to Internet hosting providers to delete the websites. The fact that this would facilitate and propagate the alleged inaction of the police appears not to be a consideration.

This approach is confirmed by the European Commission's guidelines for co-funded hotlines on notice and takedown (that are, unsurprisingly, not publicly available), which suggest that agreements should be signed between the hotlines and the police. These guidelines suggest that "the agreement should preferably stipulate a deadline for the police to react after which the hotline would proceed with giving notice". In other words, law enforcement authorities would be assured that, if they remained wholly inactive for an agreed period, the evidence of their failure to address serious crimes would be diligently hidden by the hotlines, in cooperation with well-meaning "industry self-regulation".

This is, unfortunately, far from the only example. As mentioned above, hotlines also contact Internet access providers. In some countries, these take it upon themselves to undertake technically limited "blocking" against sites identified as being illegal. In Sweden, for example, ISPs "block" sites and receive an updated list from the police every two weeks. The pointlessness of this whole process is shown by the fact that, while the lists are updated every 14 days, the British hotline, the IWF, has produced statistics showing that the average length of time the sites remain online is only twelve days. In other words, on average, there are no functioning sites at all on the "blocking" list one day out of every seven.
Unfortunately, this activity is not just useless, it is worse than useless. In a speech given to the German Parliament, a Danish police official explained that, having "blocked" the websites domestically, the police in that country do not see any point in communicating evidence of serious crimes against children to the police forces in the United States and Russia, because they probably wouldn't be interested. It is difficult to imagine another crime which would be treated in such a trivial way.

Reports from the European Commission are that there will be a major push to increase the "safer internet" budget, which is currently being reviewed. As yet, there are no signs that any lessons are being learned regarding the failures of "self-regulation" under the current programme.

Internet Watch Foundation Annual Report 2010 (pdf)
EDRi-gram: Dialogue on illegal online content (28.06.2010) (pdf)
Child abuse is difficult to stop on the web (only in Swedish, 29.09.2010 - pdf)
Danish police statement (pdf)
Privatised Online Enforcement Series A. Abandonment of the rule of law (23.03.2011) (pdf)

RB 803

Frans advies: interactieve reclame en harmonisering

Reclamerecht. De Franse RCC Conseil Paritaire de la Publicité (CPP), gelieerd aan l'Autorité de régulation professionnelle de la publicité (ARPP), heeft advies gepubliceerd over reclame en nieuwe media.

Dit advies volgt op een eerder besluit van de Conseil d'Administration van de ARPP om de Recommandation Internet te actualiseren naar aanleiding van de ontwikkelingen op het internet, o.a. op het gebied van social media en reclame. Het CPP adviseert dat in de vernieuwde Recommandation Internet op het gebied van reclame, de professionele ethische regels worden uitgebreid en aangepast aan digitale en interactieve reclame uitingen. Ook adviseert het CPP de competentiegebieden en de gedragscodes van de Europese zelfregulerende instanties te harmoniseren.

Lees het Franse bericht hier en het advies van de CPP hier.

Op 17 maart jl. is de nieuwe 'Recommandation Communication Publicitaire Digitale' in werking getreden. Lees het oorspronkelijke bericht hier.