RB
RB 3838
10 juni 2024
Artikel

Laatste plekken voor de Actualiteitenlunch Reclamerecht

 
RB 3837
3 juni 2024
Artikel

Vacature Simmons & Simmons: Advocaat-stagiaire IP / Life Sciences

 
RB 3836
31 mei 2024
Artikel

Pinsent Masons Amsterdam zoekt voor haar octrooi- en Life Sciences team junior en senior advocaat-medewerkers

 
RB 3140

Reclame in de vorm van een krant is niet herkenbaar als reclame van VVD Venlo

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 1 mei 2018, RB 3140; (VVD Venlo), https://reclameboek.nl/artikelen/reclame-in-de-vorm-van-een-krant-is-niet-herkenbaar-als-reclame-van-vvd-venlo

RCC 1 mei 2018, RB 3140; Dossiernr. 2018/00221 (VVD Venlo) Advies (herkenbaarheid adverteerder). De uiting betreft een folder die huis-aan-huis is verspreid. De folder heeft het uiterlijk van een krant. Op de voorpagina staat groot afgebeeld “DVNL” met daaronder “Zaterdag 17 maart 2018” en “SPECIALE UITGAVE DAGBLAD VOOR NOORD LIMBURG EDITIE VENLO”. De rest van de voorpagina en de overige door klager overgelegde 15 pagina’s zijn ingedeeld als reguliere krantenpagina’s. Klager maakt bezwaar tegen de folder omdat deze eruit ziet als een nieuwsbron (krant), maar in feite reclame voor de Venlose VVD is. Nergens in het blad is te zien dat het om een uitgave van de Venlose VVD gaat. Zo staat op de voorpagina dat er een tweestrijd is tussen de PVV en de VVD Venlo. Dit is volgens klager enkel gebaseerd op de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen in 2017 en niet op onderzoek. Klager vindt het kwalijk dat de VVD Venlo “verkapt campagne” voert door aan te haken bij de populariteit van Het Dagblad voor Noord Limburg, een krant die al jaren niet meer bestaat maar nog wel op veel sympathie kan rekenen in de regio.

RB 3139

Coolblue mag niet adverteren met "Gratis kaartupdates levenslang" voor navigatiesysteem

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 26 apr 2018, RB 3139; (Coolblue), https://reclameboek.nl/artikelen/coolblue-mag-niet-adverteren-met-gratis-kaartupdates-levenslang-voor-navigatiesysteem

RCC 26 april 2018, RB 3139; Dossiernr. 2018/00118 (Coolblue) Aanbeveling (Misleiding). De uiting betreft de mededeling “Gratis kaartupdates Levenslang” bij de aanbieding van het navigatiesysteem TomTom Via 52 West-Europa op de website van Coolblue, welke aanbieding staat onder “Coolblue’s keuze voor een navigatiesysteem met verkeersinformatie”. Klaagster stelt, samengevat, dat zij op basis van de tekst op de website van Coolblue mocht verwachten dat zij bij aankoop van het TomTom navigatiesysteem levenslang gratis kaartupdates voor dit systeem zou ontvangen, waarbij ‘levenslang’ in het geval van een navigatiesysteem minimaal drie jaar is. Op de website van TomTom staat echter dat TomTom onder “lifetime” verstaat: “de nuttige levensduur van het navigatiesysteem: de periode waarin TomTom ondersteuning voor het navigatiesysteem biedt in de vorm van software-updates” etc. Een medewerker van Coolblue heeft in dit verband desgevraagd aan klaagster meegedeeld dat kaartupdates voor een navigatiesysteem mogelijk al binnen een of twee jaar niet meer te krijgen zijn, als het systeem volgens de fabrikant op dat moment niet meer courant is. De mededeling “levenslang” gratis kaartupdates op de website van Coolblue is volgens klaagster dan ook in tegenspraak met de mogelijkheid dat de kaartupdates wellicht, afhankelijk van de fabrikant, maar een jaar beschikbaar zijn.

RB 3138

Dezelfde misleidende mededelingen hebben niet geleid tot blijven deelnemen aan Staatsloterij

9 mei 2018, RB 3138; ECLI:NL:RBLIM:2018:4295 (Deelnemer tegen Staatsloterij), https://reclameboek.nl/artikelen/dezelfde-misleidende-mededelingen-hebben-niet-geleid-tot-blijven-deelnemen-aan-staatsloterij

Ktr. Rechtbank Limburg 9 mei 2018, RB 3138; ECLI:NL:RBLIM:2018:4295 (deelnemer tegen Staatsloterij) Staatsloterij. Misleidende mededelingen in de periode 2000-2007 en eenmaal in 2008. Eiser vordert met beroep op ECLI:NL:GHDHA:CA0587 en ECLI:NL:HR:2015:178 schadevergoeding. De kantonrechter wijst de vorderingen af nu het oorzakelijk verband tussen de gestelde schade en misleidende mededelingen niet komt vast te staan. Eiser heeft onvoldoende aangevoerd om aan te nemen dat zijn deelname in de relevante periode beïnvloed is door de misleidende mededelingen. Ook een beroep op dwaling, bedrog of artikel 6:193j BW slaagt daarom niet.

4.5.4
De kantonrechter laat in het midden of de door de Hoge Raad in de specifieke casus van World Online toegepaste regel tevens toepassing heeft in een feitelijk geheel andere casus van misleidende uitlatingen in het kader van Staatsloterij. Immers, ook indien de omkeringsregel toegepast zou worden blijft de bewijslast en daarmee het bewijsrisico bij [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] liggen en is er –enkel- sprake van een voorshands aannemelijk zijn van dat gevraagde causale verband waartegen dan Staatsloterij tegenbewijs kan leveren. De kantonrechter is van oordeel dat Staatsloterij in dit geval is geslaagd in dat tegenbewijs, althans in zoverre daarin is geslaagd dat van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] nadere stellingname vereist was.

In het kader van de keuzes in deelname van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] is door Staatsloterij onweersproken het speelgedrag van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] beschreven. Voor zover hier relevant volgt daaruit dat [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] is begonnen met deelname in 1994, derhalve vóór de misleidende mededelingen. Van een beïnvloeding door de misleidende mededelingen kan op dat moment geen sprake zijn. De aanpassing in tussen 1995 en 1997 om deel te nemen met de zogenoemde jackpot is gedaan voor de misleidende mededelingen zodat ook die keuze daar niet door beïnvloed kan zijn. Hetzelfde geldt voor de keuzes in september 1997 om te stoppen met deelname en de daaropvolgende keuze in november 1997 om opnieuw te gaan deelnemen met een zogenoemde straat (van 10 hele staatsloten) met jackpot.

In de periode van de misleidende mededelingen zijn door [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] aanpassingen in zijn deelname aangebracht. Allereerst is dit in 2002 stoppen van zijn abonnement. Als deze keuze al beïnvloed is door misleidende mededelingen is daar geen gevorderde causale schade uit voortgevloeid.

Daarna is [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] in 2004 opnieuw begonnen met deelname, nu met een zogenoemd straatje van 1/5de staatsloten. Tussen 2005 en 2009 is [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] vervolgens weer gestopt. Ook in de periode ná beëindiging van de misleidende uitlatingen is door [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] deelgenomen, vanaf 2009 tot juni 2012.

In het licht van het vorenstaande is Staatsloterij geslaagd in hetgeen van haar als tegenbewijs gevergd zou mogen worden. Het enkele moment waarop in de relevante periode een zichtbare deelnamekeuze is gemaakt die mogelijke schade tot gevolg zou hebben is de keuze van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] om in 2004 opnieuw te gaan deelnemen. Nu diezelfde misleidende mededelingen bij [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] echter eerder in 2002 niet hebben geleid tot blijven deelnemen en de nieuwe deelname een beperktere omvang had dan in de voorafgaande periode is zonder nadere stellingname onvoldoende onderbouwd gesteld dat de misleidende mededelingen [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] in 2004 hebben beïnvloed in zijn keuze wederom te gaan deelnemen. Integendeel stelt [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] dat deelname en omvang van deelname met name werden beïnvloed door de financiële mogelijkheden die [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] daartoe had. In het licht van dit alles had [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] zijn standpunt dat hij door de misleidende mededelingen aangaande de (minuscule) winkansen is beïnvloed nader dienen te onderbouwen, hetgeen hij heeft nagelaten zodat om die reden het gevorderde –bij gebrek aan causaal verband- dient te worden afgewezen. Een en ander geldt –mutatis mutandis- ook voor de bijzondere trekkingen waaraan [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] heeft deelgenomen in de relevante periode. Gelet op de ontbrekende onderbouwing is er ook geen grond om [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] toe te laten tot bewijslevering.

RB 3136

Daisycon terecht door ACM beboet als affiliate netwerk, adverteerder en publisher

3 apr 2018, RB 3136; ECLI:NL:CBB:2018:139 (Daisycon tegen ACM), https://reclameboek.nl/artikelen/daisycon-terecht-door-acm-beboet-als-affiliate-netwerk-adverteerder-en-publisher

CBb 3 april 2018, IT 2565; RB 3136; ECLI:NL:CBB:2018:139 (Daisycon tegen ACM) Zie eerder IT 2072 en IT 1609. Telecommunicatiewet, spamverbod, adverteerder, Publisher, affiliatenetwerk, hulppersonen, feitelijk leidinggevende, boete matiging redelijke termijn. Daisycon kan in de rol van affiliate netwerk, adverteerder en publisher worden gezien als verzender. Zie persbericht ACM

RB 3137

Uitspraak mede ingezonden door Diederik Stols, Boekx.

TP Vision mag 'The best OLED TV you can buy' niet meer gebruiken voor aanprijzing 'beste koop'

Rechtspraak (NL/EU) 16 mei 2018, RB 3137; ECLI:NL:RBAMS:2018:3431 (LG tegen TP Vision), https://reclameboek.nl/artikelen/tp-vision-mag-the-best-oled-tv-you-can-buy-niet-meer-gebruiken-voor-aanprijzing-beste-koop

Vzr. Rechtbank Amsterdam 16 mei 2018, RB 3137; ECLI:NL:RBAMS:2018:3431 (LG tegen TP Vision) Reclamerecht. “Best Buy” is gebaseerd op de prijs/kwaliteitverhouding, niet op beste product. TP Vision Europe mag voor de OLED Philips televisie die zij verkoopt, niet meer de reclameslogan “The best OLED TV you can buy” gebruiken in combinatie met het predicaat van het European Imaging and Sound Association (EISA). Voor zover de claim wordt gebruikt voor de Philips 55POS9002 in combinatie met het EISA-predicaat is sprake van misleiding omdat dit toestel niet de prijs voor het beste product, maar voor de beste koop heeft gekregen (de prijs voor het beste product is uitgereikt aan de LG OLED65E7). De prijs voor de beste koop (“Best Buy”) is gebaseerd op de prijs/kwaliteitverhouding en houdt dus niet in dat de Philips 55POS9002 het beste product is. De consument wordt derhalve misleid ten aanzien van de karakteristieken en kwaliteit van de betrokken OLED-tv’s. Door het gebruik van de claim in combinatie met het EISA-predicaat wordt ten onrechte de indruk gewekt dat de kwaliteit op objectieve wijze door een gerenommeerde organisatie (EISA) zou zijn vastgesteld en dat hierbij de Philips 55POS9002 als beste uit de bus komt.

RB 3135

Wijze van oogmeting in Eyelove tv-reclame met Rene Froger is misleidend

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 30 apr 2018, RB 3135; (Eyelove), https://reclameboek.nl/artikelen/wijze-van-oogmeting-in-eyelove-tv-reclame-met-rene-froger-is-misleidend

RCC 30 april 2018, RB 3135; Dossiernr. 2018/00194 (Eyelove) Aanbeveling. Misleiding ontbrekende informatie. De commissie bevestigt de beslissing van de voorzitter. De uiting betreft een televisiecommercial waarin René Froger een vestiging van Eyelove binnenloopt en zegt dat hij komt voor een multifocale bril. Hierna is onder meer te zien hoe zijn ogen met behulp van een apparaat worden gemeten en hij een bril krijgt waarmee hij volgens de medewerkster van Eyelove veraf scherp kan zien. René Froger reageert daarop door te zeggen: “Maar ook van dichtbij”. De klacht: Klager is naar een winkel geweest voor een varifocale bril. Het oog meten bleek een farce. Dit wordt niet gedaan door een opticien maar door een medewerker. Het leesgedeelte wordt niet gemeten maar geschat op basis van leeftijd. De televisiecommercial wekt wel de suggestie van een oogmeting. Klager acht dit bedrog en stelt dat het slecht voor de ogen is indien het leesgedeelte aan leeftijd wordt gekoppeld.

RB 3133

Wat BankGiro Loterij bedoelt met "voorrang" is niet duidelijk voor gemiddelde consument

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 19 apr 2018, RB 3133; (Bankgiroloterij), https://reclameboek.nl/artikelen/wat-bankgiro-loterij-bedoelt-met-voorrang-is-niet-duidelijk-voor-gemiddelde-consument

RCC 19 april 2018, RB 3133; Dossiernr. 2018/00137 (Bankgiroloterij) Aanbeveling (Bijzondere Reclamecode). De uiting betreft een e-mail van de BankGiro Loterij met onder meer de tekst: “Maak nú al kans op de hoge bedragen! Meneer of mevrouw, u heeft voorrang!”, “Beste meneer of mevrouw, Goed nieuws: u krijgt een voorkeursbehandeling! U bent namelijk geselecteerd om nu al kans te maken op een geldbedrag tot wel € 25.000,-! Donderdag krijgt de rest van Nederland via post deze mogelijkheid. Gebruik uw voorrang nú. Ga meespelen met de BankGiro Loterij via de Gouden Code 5680-8GL827493, voordat deze grote bedragen door andere geluksvogels worden gewonnen […]”. De klacht: Door de tekst wordt de indruk gewekt dat "wie eerst komt, eerst maalt" en daardoor een grotere kans heeft op het winnen van een prijs. Klager maakt hier bezwaar tegen, omdat in een loterij iedereen dezelfde kans op een prijs zou moeten hebben, aldus klager. Hij acht de uiting niet eerlijk en daardoor in strijd met artikel 3a van de Reclamecode voor Kansspelen die worden aangeboden door vergunninghouders ingevolge de wet op de Kansspelen (RVK) 2015.

RB 3132

Claim Windsharefund voor "jaarlijks vast, duurzaam rendement van 5%" is in strijd met Wft

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 16 apr 2018, RB 3132; Dossiernr. 2018/00199 (Windsharefund), https://reclameboek.nl/artikelen/claim-windsharefund-voor-jaarlijks-vast-duurzaam-rendement-van-5-is-in-strijd-met-wft

RCC 16 april 2018, RB 3132; Dossiernr. 2018/00199 (Windsharefund) Aanbeveling (Strijd met wet). Het uiting betreft de televisiecommercial en de flyer van Windsharefund voor het fonds WindShareFund III. In de televisiecommercial wordt onder meer gezegd: “Investeren in een beter milieu is nu eenvoudig en aantrekkelijk. Investeer in windenergie en ontvang 5% rente. Ga nu naar windsharefund.com”. In de flyer staat op de voorzijde onder meer: “ClimateBonds vanaf € 500,- met 5% groene rente” en, in een oranje cirkel: “Rente 5%”. Op de achterzijde van de flyer staat, voor zover hier van belang: “WindShareFund ClimateBonds zijn beschikbaar voor € 500,- per stuk met jaarlijks 5% groene rente met uitkeringen per kwartaal” en “Jaarlijks 5% groene rente”. Ook is een rekenvoorbeeld opgenomen met een inleg van € 7000,-, waarbij staat: “+5%  € 350,- per jaar”. De klacht: In dossier 2015/01089 heeft de Commissie adverteerder naar aanleiding van een klacht over diens folder een aanbeveling gedaan niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Dat oordeel is volgens klager onverkort van toepassing op de huidige flyer, waarin ten opzichte van de oude folder nauwelijks iets veranderd is, en ook op de televisiecommercial.

RB 3131

De “snuggere” consument kan altijd kiezen voor het internettarief

Rechtspraak (NL/EU) 27 mrt 2018, RB 3131; ECLI:NL:RBAMS:2018:1756 (Schipholtarief), https://reclameboek.nl/artikelen/de-snuggere-consument-kan-altijd-kiezen-voor-het-internettarief

Rechtbank Amsterdam 27 maart 2018, RB 3131; ECLI:NL:RBAMS:2018:1756 (Schipholtarief) Oneerlijke en misleidende handelspraktijk. De BV probeert voor gedupeerden van een vertraagde vlucht een vergoeding te krijgen en brengt daarvoor kosten in rekening. Er is een tarief voor internetklanten (overeenkomst via internet) en een duurder tarief voor Schipholklanten (overeenkomst gesloten op de luchthaven). Welke overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen is voor de beoordeling zaak niet van belang. Namens de BV is verklaard dat het inderdaad juist is dat “snuggere” consumenten altijd via internet een overeenkomst kunnen sluiten. De gemiddelde consument moet echter als maatstaf worden genomen. Dat deze gemiddelde consument er bij de totstandkoming volgens het Schipholtarief vanuit gaat dat er ook een lager internettarief bestaat is onaannemelijk. Door op Schiphol geen volledige duidelijkheid te verschaffen over de verschillende tarieven heeft de BV zich schuldig gemaakt aan oneerlijke en misleidende handelspraktijken.

RB 3130

Gebruik verklaringen reumatologen om werking crème te bewijzen is oneerlijk

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 28 feb 2018, RB 3130; Dossiernr. 2018/00069 (BeezMax), https://reclameboek.nl/artikelen/gebruik-verklaringen-reumatologen-om-werking-cr-me-te-bewijzen-is-oneerlijk

RCC 28 februari 2018, RB 3130; Dossiernr. 2018/00069 (BeezMax) Aanbeveling met ALERT (Misleiding). De bestreden reclame-uiting betreft een op Facebook getoonde en op de website www.mysupplelegs.com geplaatste uiting waarin het product BeezMax crème wordt aangeprezen. Met de BeezMax crème zou elke aandoening van de gewrichten of wervels kunnen worden behandeld en zou een patiënt een volledig gezond persoon maken, in plaats van de symptomen tijdelijk onderdrukken zoals het geval is bij de meeste medicijnen. Dit wordt in de reclame beweerd door drie bij naam genoemde “reumatologen”, die verbonden zijn (geweest) met de Nederlande Vereniging voor Reumatologen. De klacht: In de uiting, waarin valse beloftes worden gedaan, worden de namen van klaagster en twee van haar collega-reumatologen genoemd, hoewel zij daarvan niet op de hoogte zijn gesteld en daarvoor zeker geen toestemming hebben gegeven. De foto’s in de uiting zijn niet van de genoemde personen. Klaagster stelt dat de namen van haar en haar collega’s alsmede de uitspraken die zij zogenaamd zouden hebben gedaan uit de uiting moeten worden verwijderd. Dat geldt ook voor de naam van de Nederlandse Vereniging voor Reumatologie (NVR), waarvan klaagster vicevoorzitter is.

Het oordeel van de Commissie

1. In de uiting wordt BeezMax crème onder meer aangeprezen als “innovatieve remedie”, waarmee “elke aandoening van de gewrichten of wervels kan worden behandeld”, die “de pijn elimineert en tegelijkertijd gezonde gewrichten bevordert” als gevolg waarvan “een patiënt een volledig gezond persoon wordt”. De beweringen dat BeezMax de beschreven werking heeft, worden in de uiting toegeschreven aan twee bij naam genoemde Nederlandse reumatologen, onder wie klaagster, terwijl van een derde genoemde Nederlandse reumatoloog wordt gezegd dat zij als “voormalige voorzitter van de Vereniging voor Reumatologie”  eerdere toelating van BeezMax in Nederland uit persoonlijke (zakelijke) motieven heeft tegengehouden.

2. Klaagster ontkent dat zij en/of haar twee collega-reumatologen de aan hen toegeschreven uitspraken hebben gedaan of toestemming hebben gegeven voor het in de uiting opnemen van hun namen. Ook de Nederlandse Vereniging voor Reumatologie, waarvan klaagster vicevoorzitter is, mag volgens haar niet in de uiting worden genoemd.

3. De Commissie acht aannemelijk geworden dat de in de uiting weergegeven mededelingen en uitspraken over het product BeezMax niet daadwerkelijk afkomstig zijn van de drie met naam en toenaam genoemde reumatologen. In de eerste plaats geldt dat adverteerder de stellingen van klaagster niet heeft weersproken. Verder heeft de Commissie ambtshalve geconstateerd dat op de in de uiting opgenomen foto’s niet de genoemde reumatologen zijn afgebeeld, hoewel in de uiting wel die indruk wordt gewekt. Voorts heeft de Commissie ambtshalve geconstateerd dat de uiting met dezelfde inhoud – tekst en foto’s – ook in het Italiaans is gepubliceerd, waarbij alleen de namen van de Nederlandse reumatologen zijn vervangen door Italiaanse namen, van wie er twee waren of zijn verbonden aan de “associazione dei reumatologi”.

4. Door in de uiting in strijd met de waarheid de indruk te wekken dat het product BeezMax als effectief middel bij elke aandoening van de wervels en de gewrichten wordt aangeprezen door reumatologen en de (Nederlandse) Vereniging voor Reumatologie, heeft adverteerder gehandeld in strijd met de vereisten van professionele toewijding. Deze handelwijze zal het economische gedrag van de gemiddelde consument op wie de reclame is gericht ernstig (kunnen) verstoren. Het is immers aannemelijk dat de consument die op zoek is naar een werkzaam middel door de suggestie dat de reumatologen achter het product BeezMax en de daaraan toegeschreven werking staan, ertoe wordt gebracht het product aan te schaffen. Het voorgaande leidt tot het oordeel dat de bestreden uiting oneerlijk is in de zin van artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). In de ernst van de overtreding van de NRC ziet de Commissie bovendien aanleiding om haar uitspraak door middel van een Alert onder de aandacht te brengen van een breed publiek.

5. Op grond van het voorgaande wordt als volgt beslist.

De beslissing

De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken en zal deze beslissing als Alert laten verspreiden.