RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Berichten Reclamerecht  

RB 888

Nespresso met George Clooney

Voorzitter RCC 16 maart 2011, Dossiernr. 2011/00098 (Nespresso)

Reclamerecht. Televisiecommercial van Nespresso met George Clooney. Klager vindt reclame misleidend nu nespressocups niet in winkel kunnen worden gekocht, discriminerend nu cups alleen verkocht worden aan leden van de Nespressoclub en kwetsend omdat er gesuggereerd wordt dat in hemel geen cups te krijgen zijn.

Voorzitter oordeelt dat Commissie klacht zal afwijzen. Overweegt dat verweerder heeft gesteld dat in winkels wel nespressocups te verkrijgen zijn, ongeacht of men lid is van de Nespressoclub. Geen aanleiding om hieraan te twijfelen dus geen sprake van misleidende reclame volgens voorzitter. Klacht over discriminatie treft geen doel, nu dit gaat over het verkoopsysteem en het feitelijk grondslag mist. Ook acht de voorzitter de uiting niet kwetsend, nu de grenzen van het toelaatbare niet worden overschreden. Voorzitter wijst klacht af.

 

De voorzitter is van oordeel dat de Commissie de klacht zal afwijzen. Hij overweegt daartoe het volgende.

Adverteerder heeft in reactie op de klacht aangevoerd dat er in Nederland tien winkels zijn waar klanten terecht kunnen voor Nespresso capsules en waar deze winkels zich bevinden. In die winkels kan men volgens ad­verteerder ook een kopje Nespresso drinken. Voorts heeft adverteerder gesteld dat iedereen in deze winkels aankopen kan doen, ongeacht of men een lidnummer heeft of een Nespres­so apparaat bezit. Nu geen aanleiding bestaat om aan de juistheid van deze mededelingen te twijfelen, is geen sprake van misleidende reclame.

Voor zover klager stelt dat sprake is van discriminatie, treft de klacht geen doel, reeds omdat dit gedeelte van de klacht geen betrekking heeft op de reclame-uiting, maar op het verkoop­systeem van adverteerder. Overigens volgt uit het voorgaande dat ook dit gedeelte van de klacht feitelijke grondslag mist.
Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting nodeloos kwetsend is, stelt de Reclame Code Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van dit criterium. Met inachtneming van deze terughoudendheid acht de voorzitter de onderhavige, duidelijk humoristisch bedoelde reclame niet van dien aard, dat de grens van het toelaatbare wordt overschreden. Dat niet iedereen de uiting - om wat voor reden ook - zal waarderen, leidt niet tot een ander oordeel.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)

RB 887

AH Bonus: tweede product gratis

RCC 28 maart 2011, Dossiernr. 2011/00105 (AH Bonus: 2e product gratis)

Reclamerecht. AH Bonusfolder waarin voor 50 producten het tweede product gratis is. Klager stelt dat uiting onjuist en misleidend is nu bij sommige producten 50% korting wordt gegeven op het gewicht en men niet tweede gratis krijgt. Verweerder stelt dat dergelijke producten altijd per gewicht worden betaald en dat daarom 50% korting op gewicht wordt gegeven. In folder wordt ook uitleg gegeven over deze methode. Commissie oordeelt uiting voldoende duidelijk en wijst klacht af.

Naar het oordeel van de Commissie blijkt uit de bestreden Bonusfolder met de voor 50 producten geldende aanbieding “2e gratis” voldoende duidelijk, dat de vermelding “50% korting op basis van gewicht” bij de aanbieding van Milner kaas en AH kipfilet een toelichting is op de wijze van verrekening van de aanbieding “2e gratis” bij deze producten waarvan het gewicht bepalend is voor de prijs. Door middel van een asterisk bij de vermelde kiloprijs van de betreffende producten wordt verwezen naar deze toelichting. In de uiting ligt naar het oordeel van de Commissie niet de suggestie besloten dat naast verrekening van de korting van 50% op de totaalprijs tevens het tweede product gratis wordt verstrekt.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)

RB 884

Geen logo van gratis tablet in uiting dus geen misleiding

Voorzitter RCC 8 april 2011, Dossiernr. 2011/00200 (Seats&Sofas)

Reclamerecht. Online folder op website waarin gratis touchscreen tablet wordt aangeboden bij aankoop bank. Klager acht uiting misleidend nu Apple iPad wordt afgebeeld en deze niet wordt weggegeven. Voorzitter oordeelt dat Commissie klacht zal afwijzen. Overweegt als volgt: er zijn tablets van verschillende merken op de markt en in de uiting is geen merk of logo te zien. Hierdoor kan niet de suggestie gewekt worden dat bij aankoop bank een iPad wordt weggegeven. Voorzitter wijst de klacht af.

De voorzitter is van oordeel dat de Commissie de klacht zal afwijzen en overweegt daartoe het volgende.

Er zijn inmiddels mediatablets van verschillende merken en modellen op de markt. In de bestreden uiting wordt door de afbeelding van de tablet, waarop geen merk of logo te zien is, en de tekst “10 inch touchscreen tablet” niet gesteld of de suggestie gewekt dat de bij aankoop van een bankstel aangeboden tablet een Apple iPad betreft.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)

RB 883

Proost!

RCC 11 april 2011, Dossiernr. 2011/00257 (Gall&Gall)

Reclamerecht. Digitale nieuwsbrief en website van Gall&Gall met reclame voor wijn. Klager stelt dat uiting in strijd is met art. 1 RvA nu overmatige consumptie wordt gestimuleerd. Ook acht klager de voorpagina van het boekje op de website in strijd met art. 18 RvA. Verweerder stelt dat er geen sprake is van strijd met art. 1 RvA en zegt dat er sprake is van reclame voor Gall&Gall en niet specifiek voor de wijn. De wijnfles is onderdeel van het logo van Gall&Gall.

Commissie oordeelt dat het verweerder vrij staat op wervende manier reclame te maken en dat er geen sprake is van stimulering van overmatige alcoholconsumptie. Acht uitingen derhalve niet in strijd met art. 1 RvA. Ook oordeelt Commissie dat uitingen in overeenstemming zijn met art. 18 RvA nu het boekje als geheel dient te worden gezien. Wijst klacht af.

Met betrekking tot de verschillende uitingen overweegt de Commissie het volgende:

Ad 1. De Commissie stelt voorop dat het adverteerder vrij staat om in reclame voor alcoholhoudende drank op een wervende manier te wijzen op de prijs van die drank. De wijze waarop dat in dit geval gebeurt, leidt niet tot het oordeel dat de uiting in strijd is met artikel 1 RvA, waarop klager zich beroept.
Door de woorden ‘Met zulke prijzen… blijf je proosten’ -waarbij sprake is van enige in reclame gebruikelijke overdrijving, nu men in het algemeen niet veel vaker dan één maal proost- wordt naar het oordeel van de Commissie geen overmatige of anderszins onverantwoorde consumptie gesuggereerd of gestimuleerd. Daarbij komt dat voor zover al vaker dan één maal wordt geproost, dat niet per definitie betekent dat meer dan anders wordt gedronken. Met één glas kan immers meermalen worden geproost.

Ad 2. Naar het oordeel van de Commissie moet de voorpagina van het ‘100 wijnen boekje’ niet op zichzelf worden beschouwd, maar in combinatie met de inhoud van dat boekje en dient dit geheel te worden aangemerkt als een reclame-uiting van Gall & Gall.

Adverteerder heeft meegedeeld dat de “100 wijnen onder 5 euro” zoals bedoeld op de voorpagina alle zijn opgenomen in het boekje, elk onder aanduiding van plaats, streek of land herkomst.
Gelet op het bovenstaande is er sprake van reclame die in overeenstemming is met artikel 18 RvA, waarin -voor zover hier van belang- staat: “Toegestaan is slechts reclame voor alcoholhoudende drank onder aanduiding van de merk of handelsnaam, en bij wijn tevens onder aanduiding van de plaats, streek of land van herkomst”.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: RvA art. 1, art. 18

RB 889

Meergranenbrood met "Ik Kies Bewust" logo en tekst

RCC 31 maart 2011, Dossiernr. 2011/00161 (Becel meergranenbrood)

Reclamerecht. Verpakking van Becel meergranen volkoren brood met "Ik Kies Bewust" logo en tekst. Klager acht tekst misleidend aangezien het brood gekarameliseerde suiker en suiker bevat. Verweerder acht klacht ongegrond omdat tekst naast logo verplicht is gesteld door Stichting "Ik Kies Bewust" (IKB) en het brood voldoet aan de hiervoor gestelde richtlijnen van de Stichting. Commissie oordeelt dat klacht geen doel treft nu brood voldoet aan de richtlijnen. Er wordt niet gesuggereerd dat het brood geen suikers bevat. Wijst klacht af.

De gewraakte tekst bevat de mededeling dat het product voldoet aan internationale aanbevelingen voor gezondere voeding met minder verzadigd vet, suikers en zout (natrium). Verwezen wordt naar de website www.ikkiesbewust.nl. Naar uit het verweer en de bijgaande stukken is gebleken, voldoet het Becel  meergranen volkoren brood aan de bedoelde (ook op de website te vinden) aanbevelingen die gelden voor brood. Niet wordt naar het oordeel van de Commissie met de gewraakte mededeling gesuggereerd dat het product in het geheel geen (toegevoegde) suikers bevat.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)

RB 885

Schoonenberg afspraakkaart

RCC 31 maart 2011, Dossiernr. 2011/00152 (Gratis hoortest)

Reclamerecht. Uiting betreft een aan klaagster gerichte brief met afspraakkaart in envelop. Klaagster heeft uiting tweemaal ontvangen en vindt de reclame opdringerig en respectloos. Ook stelt zij dat het verwarrend kan werken voor ouderen. Ook wijst zij op ja/nee-sticker op haar brievenbus. Klacht is gemotiveerd weersproken.

Commissie oordeelt dat uiting duidelijk maakt dat het gaat om uitnodiging voor gratis hoortest. Ondanks verwarring die het bij klaagster heeft opgeleverd, is uiting niet strijdig met NRC. Code VOR is niet van toepassing nu reclame geadresseerd was en er sprake was van ja/nee-sticker. Commissie wijst klacht af.

Ten aanzien van de klacht met betrekking tot de mededeling op de envelop dat deze een afspraakkaart bevat, oordeelt de Commissie als volgt. De Commissie acht het, op grond van de uiting in zijn geheel, duidelijk dat sprake is van een uitnodiging voor de ‘Gratis Hoortest’ en dat de ontvanger van de brief op 27 januari hiervoor tussen 09.00 en 17.00 uur kan langs komen.

Ter vergadering is gebleken dat klaagster, op basis van het op de kaart vermelde adres van Schoonenberg Hoorcomfort (Reinier de Graafweg 1), de indruk kreeg dat zij een afspraak had in het ‘Reinier de Graaf Ziekenhuis’. De Commissie heeft er begrip voor dat de adressering van de winkel waar de hoortest zou plaatsvinden bij klaagster verwarring heeft gewekt. Dit brengt echter niet mee dat de reclame strijdig is met de Nederlandse Reclame Code.

Zoals blijkt uit artikel 2.2 van de Code verspreiding ongeadresseerd reclamedrukwerk (Code VOR, geeft een bewoner of gebruiker van een perceel met een op zijn brievenbus aangebrachte JA/NEE sticker aan geen prijs te stellen op de ontvangst van ongeadresseerd reclamedrukwerk en huis-aan-huisbladen. De onderhavige brief is geadresseerd. Derhalve is de Code VOR hierop niet van toepassing.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regelingen: NRC, Code VOR art. 2.2

RB 882

Vifit naturisten reclame ook fatsoenlijk?

RCC 13 april 2011, Dossiernr. 2011/00250 (Vifit)

Reclamerecht. Televisiecommercial van Vifit dat zich afspeelt op een naturistencamping in een besneeuwd wintergebied. Klager ergert zich aan het bloot in de reclame, omdat dit slachtoffers van seksueel misbruik van streek kan maken. Ook stoort klager zich aan tijdstip van uitzending omdat kleine kinderen dan nog wakker zijn. Verweerder stelt dat mensen in het algemeen de link tussen bloot en seksueel misbruik niet leggen en dat hij daarom er geen rekening mee hoefde te houden. Ook zijn getoonde beelden volgens verweerder niet schadelijk of ontoelaatbaar. Verweerder stelt dat consumenten zullen begrijpen dat er sprake is van humoristische overdrijving.

Commissie begrijpt de klacht als gezien in strijd met de goede smaak/fatsoen, danwel nodeloos kwetsend. Gezien subjectieve karakter van deze criteria stelt Commissie zich terughoudend op. Commissie oordeelt dat grenzen van het toelaatbare niet zijn overschreden, nu er geen blote borsten of geslachtsdelen worden getoond en er gebruik wordt gemaakt van absurde beelden. Dit oordeel is niet anders met inachtneming van de tijdstippen van uitzending waarop kinderen ook naar televisie kijken. Heeft begrip ervoor dat uiting niet door iedereen zal worden gewaardeerd, maar dat leidt niet tot ander oordeel. Wijst klacht af.

Bij de beoordeling of een reclame-uiting in strijd is met de goede smaak en/of het fatsoen, als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), dan wel nodeloos kwetsend is in de zin van artikel 4 NRC, stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van deze criteria. Met inachtneming van deze terughoudendheid is de Commissie van oordeel dat in de bestreden reclame-uiting de grenzen van het toelaatbare niet worden overschreden. De adverteerder merkt in de eerste plaats terecht op dat in de uiting geen blote borsten en/of geslachtsdelen worden getoond. Maar verder is ook van belang dat in de uiting met behulp van absurde beelden, zoals die van de mannen die wel skischoenen en ski’s aan hebben maar verder geheel bloot in de lift zitten, op een duidelijk overdreven en humoristisch bedoelde wijze de weerstandverhogende werking van Vifit onder de aandacht wordt gebracht. Gelet op het vorenstaande acht de Commissie de commercial ook voor zover deze wordt uitgezonden op tijdstippen dat kinderen naar de televisie kijken, niet in strijd met de goede smaak en/of het fatsoen.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf).
Regeling: NRC art. 2, art. 4

RB 880

Zalando naturisten reclame is fatsoenlijk?

RCC 13 april 2011, Dossiernrs. 2011/00260 en 2011/00260A

Reclamerecht. Televisiecommercial voor Zalando dat zich afspeelt op naturistencamping. Klager 1 maakt bezwaar over tijdstip van uitzending ('s middags), nu er pornografische beelden in voorkomen en kinderen op dat tijdstip naar televisie kijken. Klager 2 stelt dat het bloot in de reclame geen functie heeft, vervagen intieme delen vooroordelen versterkt en naturisme belachelijk wordt gemaakt. Verweerder stelt over klacht 1 dat er geen sprake is van pornografische beelden, kinderen er niet bij betrokken worden en dat uiting ook niet op kinderen is gericht. Over klacht 2 stelt verweerder dat naturisten juist in positief daglicht worden gesteld, er sprake is van humoristische overdrijving en intieme delen vervaagd worden om jonge kijkers te beschermen.

Commissie vat beide klachten samen als geacht in strijd met het goede smaak/fatsoen als bedoeld in art. 2 NRC. Bij de beoordeling hierover stelt Commissie zich terughoudend op, gelet op subjectieve karakter van criteria. Commissie oordeelt dat de uiting de grenzen van art. 2 NRC niet overschrijdt. Oordeelt dat er is geen sprake van pornografische beelden, zeker niet nu intieme delen vervaagd zijn. Oordeelt dat uiting duidelijk humoristisch is bedoeld, ook al wordt dat misschien niet door iedereen gewaardeerd. Wijst beide klachten af.

2011/00260. De Commissie vat het bezwaar van klager aldus op, dat hij de bestreden televisie-commercial niet geschikt acht voor kinderen. In dit verband zal de Commissie beoordelen of de commercial, voor zover deze wordt uitgezonden op tijdstippen dat kinderen ook naar de televisie kijken, in strijd is met de goede smaak en/of het fatsoen als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Bij de beoordeling of een reclame-uiting in strijd is met de goede smaak en/of het fatsoen stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van deze criteria. Met inachtneming van deze terughoudendheid is de Commissie van oordeel dat in de commercial, voor zover deze uitgezonden wordt op tijdstippen waarop ook kinderen naar de televisie kijken, de grenzen van hetgeen toelaatbaar moet worden geacht niet zijn overschreden. Hierbij is van belang dat in de uiting blote borsten en geslachtsdelen onzichtbaar zijn gemaakt en dat van pornografische beelden, zoals door klager gesteld, naar het oordeel van de Commissie geen sprake is.

2011/00260A. De Commissie vat de bezwaren van klager aldus op, dat hij de bestreden televisie-commercial in strijd met de goede smaak en/of het fatsoen acht dan wel nodeloos kwetsend voor naturisten.

Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met criteria zoals de goede smaak en/of het fatsoen dan wel nodeloos kwetsend is, stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjec­tieve karakter van die criteria. Met inachtneming van deze terughoudendheid acht de Commissie de onderhavige commercial niet van dien aard dat de grens van het toelaatbare wordt overschre­den. Hoewel de uiting, die duidelijk humoristisch is (bedoeld), niet door iedereen zal worden gewaardeerd, geeft dit de Commissie geen aanleiding de televisiecommercial op de door klager aangevoerde gronden ontoelaatbaar te achten.

Lees de gehele uitspraak 2011/00260 hier (link en pdf)
Lees de gehele uitspraak 2011/00260A hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 2

RB 879

Adapter retour onmogelijk zonder contact

Voorzitter RCC 7 april 2011, Dossiernr. 2011/00172 (adapter retour)

Reclamerecht. Uiting op www.adaptercentrum.nl over "niet goed, geld terug"-garantie. Klager stelt geen contact te hebben kunnen krijgen met adverteerder om accu te retourneren. Klaagt ook over logo thuiswinkelkeurmerk op de website. Verweerder stelt aan klager te hebben laten weten dat accu geretourneerd kon worden. Nu klager deze onderhands heeft verkocht, kan verweerder niets meer voor hem doen aldus verweerder.

Voorzitter acht dat Commissie klacht zal toewijzen en baseert zich op het volgende: nu klager geen contact kon krijgen met adverteerder en dit niet door verweerder is weersproken, is niet voldaan aan eis van art. 15c lid 1 aanhef en onder b BW. Hierdoor handelt adverteerder in strijd met art. 2 NRC. Voorzitter kan niet oordelen over logo thuiswinkelkeurmerk op website nu klager hier geen bewijs van heeft overlegd en laat het derhalve buiten beschouwing. Voorzitter doet aanbeveling.

1)  De voorzitter is van oordeel dat de Commissie de klacht zal toewijzen. Hij overweegt daartoe het volgende.
2)  In de reclame-uiting staat als voorwaarde voor het terugstorten van het aankoopbedrag dat het product dient te worden retour gezonden, waarna binnen vijf dagen het aankoopbe­drag wordt teruggestort. Klager, die een niet-passende accu bij adverteerder heeft gekocht, heeft in verband hiermee diverse malen tevergeefs contact gezocht met adverteerder. Nu klager on­weersproken heeft gesteld dat hij, ondanks diverse pogingen, geen con­tact kon krijgen met adverteerder, is niet voldaan aan de eis van artikel 15c  lid 1 aanhef en onder b BW, dat adverteerder - kort gezegd - gege­vens dient te noemen die op gemakkelijke en directe wijze een snel contact en rechtstreekse en effectieve communicatie met hem moge­lijk ma­ken. Als gevolg hiervan heeft geen com­mu­nicatie kun­nen plaatsvinden tussen klager en ad­verteerder over de terugzending als bedoeld in de gewraakte uiting. Al­dus heeft adver­teer­der niet vol­daan aan een wettelijke verplichting die zich ook uitstrekt tot de reclame-uiting, en heeft adverteerder daardoor gehandeld in strijd met artikel 2 van de Ne­derlandse Recla­me Code (NRC).

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 2

RB 878

Buitenlands spaargeld: depositogarantiestelsel

Reclamerecht. Tweede Kamer, 2011Z07640. Vragen over Nederlandse garanties over buitenlands spaargeld.

Vraag (PvdA-kamerlid Plasterk):

Hoe verhoudt deze manier van informeren zich tot de regel dat geen reclame mag worden gemaakt over een depositogarantiestelsel? Druist de bij vraag 2 genoemde aanprijzing niet in tegen het Nederlandse belang? Bent u niet van mening dat er geen Nederlands belang mee gediend is dat buitenlandse spaarders via het internet hun geld naar Nederlandse banken brengen, met garantie van de Nederlandse overheid?

Antwoord (Minister van Financiën, De Jager):

Tekst over het Nederlandse DGS [red. depositogarantiestelsel]
De vraagsteller verwijst naar een tekst over het Nederlandse DGS op de Belgische internetsite van de Rabobank. Naar aanleiding van de aangehaalde tekst wil ik benadrukken dat alle kosten voor het DGS ten laste komen van de banken, niet ten laste van de schatkist. Verder is relevant om op te merken dat banken, op basis van Europese regelgeving en de Wft, potentiële en bestaande depositohouders dienen te informeren welk DGS op hen van toepassing is. Tegelijkertijd geldt echter dat het een financiële onderneming op grond van artikel 3:264, lid 1, Wet op het financieel toezicht (Wft) niet is toegestaan deze informatie voor reclamedoeleinden te gebruiken. Lid 2 van dit artikel staat wel toe dat een bank in een reclame-uiting vermeldt dat op haar een vangnetregeling van toepassing is. Het is niet aan mij om te oordelen of de informatie die de Rabobank op haar website had opgenomen in strijd is met lid 1 van dit artikel. De Nederlandsche Bank (DNB) ziet hierop toe en kan zo nodig direct of indirect corrigerend optreden. Echter, ik kan me voorstellen dat de door de vraagsteller aangehaalde tekst wervend over kan komen, en dat de tekst niet voldoende tot uitdrukking brengt dat de kosten van het DGS ten laste komen van de banken. Ook de Rabobank heeft aangegeven dat de tekst op de Belgische website van de Rabobank de suggestie wekte dat deze voor reclamedoeleinden was bedoeld. De Rabobank heeft aangegeven dat dit niet had mogen gebeuren en heeft de tekst aangepast om deze suggestie weg te nemen.

Lees de kamervragen met antwoord hier