RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Berichten Reclamerecht  

RB 907

Manna actie in strijd met RVA

RCC 28 maart 2011, Dossiernr. 2011/00231 (Manna)

Reclamerecht. Actie van restaurant Manna op website. Klager acht uiting in strijd met art. 20 RVA. Verweerder stelt dat er sprake is van een ludieke actie en dat er geen reclame wordt gemaakt voor alcolhoudende dranken.
Commissie oordeelt dat er sprake is van uiting in zin van NRC. Oordeelt deze in strijd met art. 20 RVA omdat er gratis flessen worden weggegeven. Doet aanbeveling.

Vooropgesteld is de Commissie van oordeel dat sprake is van een reclame-uiting in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). In de tekst worden zowel het restaurant, als de rosé van Manna, onder de aandacht gebracht. Dat, naar verweerder stelt, sprake is van een ludieke actie, doet hier niet aan af.

Nu deze reclame-uiting een actie betreft waarbij gratis flessen rosé wijn worden weggegeven, is deze uiting in strijd met artikel 20 RVA, waarin is bepaald dat reclame waarbij alcoholhoudende drank door een lid van de branche gratis aan particulieren wordt aangeboden niet is toegestaan.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regelingen: NRC art. 1; RVA art. 20

RB 904

Radiocommercial rookmelder niet misleidend

CVB 11 april 2011, Dossiernr. 2010/00873 (Rookmelder)

Reclamerecht. Radiocommercial over rookmelders. Klager vindt dat gesuggereerd wordt dat er doden vallen bij brand zonder rookmelder. Aangezien er kans is op overleving, ook zonder rookmelder, vindt klager uiting misleidend. Verweerder stelt dat percentage overlevenden bij brand zonder melder zeer klein is. Uiting is stelling om Nederlander hier bewust van te maken. Commissie oordeelde dat er sprake was van onjuiste informatie (art. 8.2 aanhef NRC) en in strijd met art. 7 NRC. Deed aanbeveling.

Grieven: consument wordt opgeroepen melder te testen, wordt niet overgehaald tot transactie. Uiting is dus niet misleidend. CVB acht dat Commissie ten onrechte aan art. 7 NRC heeft getoetst, omdat reclame consument aanspoort de rookmelder te testen en dus niet te kopen. Ook is CVB van mening dat er geen strijd is met NRC, de overdrijving is daar niet sterk genoeg voor. Vernietigt beslissing van Commissie en wijst klacht alsnog af.

De Brandwonden Stichting heeft terecht aangevoerd dat de boodschap van de radiocommercial is dat men dient te controleren of de rook­melder in huis nog werkt. In de radiocommercial ligt naar het oordeel van het College niet tevens de bood­schap besloten dat men een nieuwe rookmelder dient te kopen.

Op grond van het voorgaande heeft de Commissie ten onrechte getoetst of sprake is van oneerlijke reclame in de zin van artikel 7 van de Nederlandse Re­clame Code. De consument wordt immers door de commercial niet ertoe gebracht een bepaalde transactie te nemen.

Ook overigens kan niet worden geoordeeld dat de onderhavige uiting in strijd met de Nederlandse Reclame Code is. Er is weliswaar sprake van overdrijving, maar niet kan worden gezegd dat deze overdrijving dusdanig is, dat de uiting om die reden in strijd met de waar­heid zou moeten worden geacht.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 7, art. 8.2 aanhef

RB 903

NL Energie Maatschappij - vergelijking met andere energiebedrijven

RCC 29 maart 2011, Dossiernrs. 2011/00160, 2011/00160A, 2011/00171

Reclamerecht. Uitingen van de Nederlandse Energie Maatschappij. Vergelijking met Essent en Nuon waar verband wordt gelegd tussen overnames en omhoog gaan prijzen. Klagers achten deze uitingen oneerlijk, misleidend en discriminerend. Commissie oordeelt dat verweerder onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat verband tusen overname en prijsverhoging bestaat. Acht de suggestie daarom onjuist (art. 8.2 onder d NRC). Oordeelt uitingen in strijd met art. 7 en art. 13 aanhef en sub a NRC. Doet aanbeveling en wijst klacht voor het overige af, want geen sprake van discriminatie.

Klacht over vergelijking met Essent. Klager vindt dit geen stijl hebben. Commissie oordeelt dat er sprake is van vergelijkende reclame, maar of reclame aan voorwaarden hiervoor voldoet is niet in geschil. Indien klager uiting in strijd acht met art. 2 NRC (goede smaak/fatsoen) of art. 4 NRC (onnodig kwetsend), moet Commissie zich terughoudend opstellen bij beoordeling i.v.m. subjectiviteit criteria. Acht grens van het toelaatbare niet overschreden. Wijst klacht af.

2011/00160. De Commissie is van oordeel dat adverteerder onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat, zoals in de commercials wordt gesuggereerd, de overname van Essent door het Duitse bedrijf RWE en de overname van NUON door het Zweedse bedrijf Vattenfall tot gevolg hebben dat de tarieven van Essent dan wel de NUON daadwerkelijk worden of zijn verhoogd en dat het daardoor voor de klanten van Essent en de NUON ‘honderden euro’s scheelt’ wanneer men overstapt naar adverteerder. Derhalve acht de Commissie de in de commercials gewekte suggestie onjuist.

Gelet op het voorgaande gaan de commercials naar het oordeel van de Commissie gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de prijs van het product als bedoeld in artikel 8.2 onder d NRC. De Commissie is voorts van oordeel dat de gemiddelde consument, naar aanleiding van deze onjuiste informatie, ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Op grond van voorgaande zijn de commercials misleidend in de zin van artikel 8 NRC en daarom oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Voorts is sprake van ontoelaatbare vergelijkende reclame in de zin van artikel 13 aanhef en sub a NRC.

Lees de gehele uitspraak 2011/00160 hier (link en pdf).

2011/00160A.De Commissie is van oordeel dat adverteerder echter onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat, zoals in de commercial wordt gesuggereerd, de overname van NUON door het Zweedse bedrijf Vattenfall tot gevolg heeft dat de tarieven van de NUON daadwerkelijk worden of zijn verhoogd (en dat het daardoor voor de klanten van NUON ‘honderden euro’s scheelt’ wanneer men overstapt naar adverteerder). Derhalve acht de Commissie deze in de commercial gewekte suggestie onjuist.

Gelet op het voorgaande gaat de commercial naar het oordeel van de Commissie gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de prijs van het product als bedoeld in artikel 8.2 onder d NRC. De Commissie is voorts van oordeel dat de gemiddelde consument, naar aanleiding van deze onjuiste informatie, ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen.

Op grond van voorgaande is de commercial misleidend in de zin van artikel 8 NRC en daarom oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Voorts is sprake van ontoelaatbare vergelijkende reclame in de zin van artikel 13 aanhef en sub a NRC.

Lees de gehele uitspraak 2011/00160A hier (link en pdf)

2011/00171. De Commissie stelt voorop dat sprake is van vergelijkende reclame. Het maken van vergelijkende reclame is op zichzelf niet ontoelaatbaar, mits deze voldoet aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 13 a tot en met h. Of de reclame aan deze voorwaarden voldoet is in het onderhavige geval niet in geschil.

Voor zover klager de reclame in strijd acht met de goede smaak of het fatsoen zoals bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) dan wel onnodig kwetsend acht in de zin van artikel 4 NRC, oordeelt de Commissie als volgt.

Gelet op het subjectieve karakter van deze criteria, stelt de Commissie zich, bij de beantwoording van de vraag of reclame daarmee in strijd is, terughoudend op. De Commissie acht de commercial, mede gelet op deze terughoudendheid, niet van dien aard, dat de grens van het toelaatbare wordt overschreden.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 2, art. 4, art. 7, art. 8.2 onder d, art. 13 aanhef en onder a
Vergelijkbare zaak: RB 678

RB 917

Steekproef: te kleine groep

Hof 's-Gravenhage 17 mei 2011, KG ZA 09-1645 (Architectenweb B.V. tegen Sdu Uitgevers B.V.) met dank aan Lars Bakers en Floor de Ruijter, Bingh Advocaten

In navolging van IEF 8857 en IEF 8510. Reclamerecht. Architectenweb stelt dat SDU zich van misleidende reclame heeft bediend bij aanprijzen vakblad De Architect. (6:194 BW) Vorderingen afgewezen in eerste instantie (IEF 8510). Steekproef als bewijs. Te kleine groep (82 v/d 9.699 in het 'architecten-segment'), nalaten melding van bredere context in brochure. Crossmediaal bereik komt vrijwel geheel voor rekening van het vakblad.

Geen verbod brochure, wegens ontbreken spoedeisend belang, brochure wordt niet (meer) openbaar gemaakt. Onvoldoende gespecificeerd verbod op mededelingen met overeenkomende strekking. Eisvermeerderingen, ongeoorloofde reclame in mailing, feitelijk onjuiste mededeling gebruikers op website en onrechtmatige wijze profiteren dmv domeinnaamregistratie) worden allen afgewezen. Ook geen overige onrechtmatig handelen. Wel rectificatie gedurende twee maanden op o.a. www.dearchitect.nl.

12. (...) Volgens Sdu is 82 dus ruim voldoende. Sdu laat evenwel na te vermelden deze dezelfde bladzijde, één zin later, wordt aanbevolen om een steekproefgrootte van minimaal 100 te nemen; dan is 82 dus ruim onvoldoende. Wat hier ook verder van zij, dergelijke algemene uitspraken zijn niet toegesneden op het onderhavige geval. Het hof gaat hier aan voorbij. In de derde plaats blijkt volgens Sdu uit de uitgevoerde non-response analyse dat 82 een representatieve steekproefgrootte is. Deze analyse is echter niet in het geding gebracht, zodat het hof ook deze stelling als onvoldoende onderbouwd passeert.

13. Uit het voorgaande volgt dat de gebruikte steekproefgrootte van 82 naar gebruikelijke normen te klein is om verantwoord de gewraakte uitspraak over de onderhavige populatie (de mededeling in de brochure) te kunnen doen.

14. (...) Architectenweb heeft aangevoerd dat 'architect' in Nederland een beschermd beroep en een beschermde titel is (Stb. 1987, 347), en dat het desbetreffende onderzoek van The Choice niet uitsluitend onder architecten heeft plaatsgevonden. De enquêtes zijn name afgenomen onder 82 respondenten 'binnen het segment architect, zo blijkt uit het rapport van The Choice (blz. 16). Het onderzoek blijkt te zijn gedaan onder diverse typen beroepen die in de architectenbranche voorkomen, zoals tekenaars, managers en secretaresses. Uit de vragenlijst blijkt ook niet dat specifiek naar beroep of registratie is gevraagd (rapport The Choice, blz. 4). Derhalve is niet uitgesloten dat ook niet-architecten in de (toch al te kleine) steekproef van 82 respondenten zijn opgenomen. (...)

Lees de uitspraak hier (pdf - let op: 5,7 Mb)

RB 909

Reclame gericht op kinderen. Amerikaanse overheid beveelt nieuwe richtlijnen aan voor kindermarketing van junk food

Met dank aan Carja Mastenbroek, DLA Piper.

Ten minste een op de drie Amerikaanse kinderen heeft last van overgewicht, en dit percentage is bij bepaalde (etnische) groepen nog hoger. Onderzoek heeft uitgewezen dat kinderen sterk worden beïnvloed door de reclame die ze zien. Dit geldt ook voor reclame voor voedsel.

Een werkgroep van de Amerikaanse overheid heeft recent, in een poging overgewicht en obesitas bij kinderen te voorkomen "Voluntary Principles for Marketing Food to Children" gepubliceerd. Belanghebbenden kunnen de komende maand nog commentaar op het voorstel geven (hier). Het is uiteindelijk de bedoeling dat de industrie deze regels als “richtlijn” voor voedselmarketing voor kinderen gebruikt. Het betreft uitdrukkelijk geen wetsvoorstel, maar een aanbeveling. De "Voluntary Principles" zijn ontworpen om effectievere zelfregulatie door de voedselindustrie te stimuleren, en om ouders te ondersteunen om hun kinderen gezonder voedsel te geven.

Lees het gehele artikel hier (pdf).

RB 902

Hoofdprijs gewonnen?

RCC 28 maart 2011, Dossiernr. 2011/00100 (Garant-o-matic)

Reclamerecht. Verschillende mailings over prijzen "Wintertrekking." Klager acht teksten suggestief dus misleidend. Acht ook ontbreken van adres gerechtsdeurwaarder die trekking verricht onjuist en verwijst naar besluit Consumentenautoriteit van 21 september 2010. Verweerder stelt dat trekking in overeenstemming is met Gedragscode Promotionele Kansspelen (GPK). Vindt ook dat uit mailing duidelijk blijkt dat deelnemer slechts kanshebber is op hoofdprijs. Reglement staat in mails. Uitspraak Consumentenautoriteit gaat over ander type promotioneel kansspel.

Commissie gaat niet in op besluit Consumentenautoriteit. Verstaat klagers bezwaar als agressieve reclame (art. 14.2 NRC.) Acht dat uiting niet indruk wekt dat hoofdprijs is gewonnen. Ook vervolgmails zijn voldoende duidelijk. Ontbreken naam en adres gerechtdeurwaarder is niet in strijd met NRC of wet. Wijst klacht af.

3. Hoewel naar het oordeel van de Commissie door de aanhef van de aanvangsmailing (GD786C) “Bericht inzake afwikkeling van de betaling van een nog niet uitbetaalde hoofdprijs van € 100.000,00 in de ‘Wintertrekking’” op het eerste gezicht de indruk zou kunnen ontstaan dat de geadresseerde van de mailing (bijna) de hoofdprijs heeft gewonnen, wordt deze indruk door het vervolg van de mailing op voldoende duidelijke wijze weggenomen. Zo staat reeds in de eerste alinea dat wordt overgegaan tot uitbetaling van de hoofdprijs “na controle en goedkeuring van het correcte Bestelformulier dat voldoet aan de voorwaarden zoals hieronder vermeld” en staat in het vetgedrukte en onderstreepte gedeelte “Als u tijdig en correct uw Bestelformulier terugstuurt en u voldoet aan de onderstaande onder A, B en C vermelde voorwaarden, dan zal deze Hoofdprijs in de ‘Wintertrekking’ van € 100.000,00 aan u worden uitbetaald, want dan bent u de winnares.” Blijkens voorwaarde C moet bij controle het deelnamenummer van de geadresseerde gelijk zijn aan het vooraf getrokken winnende deelnamenummer.
Voorts is in de mailing het reglement van de actie opgenomen.

4. Gelet op het vorenstaande wordt naar het oordeel van de Commissie in de bestreden uiting niet de indruk gewekt dat de geadresseerde reeds de hoofdprijs van  € 100.000 heeft gewonnen, maar wordt voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk gemaakt dat en aan welke bepaalde voorwaarden moet zijn voldaan om voor de prijs van € 100.000 in aanmerking te komen. Nu de looptijd van de Wintertrekking 2010/2011 nog niet is verstreken, is de winnaar nog niet bekend. De Commissie ziet geen aanleiding op voorhand ervan uit te gaan dat in het geheel geen prijs wordt toegekend. Klager kan met een beroep op artikel 4 lid 6 GPK en artikel 8 van het actiereglement een overzicht van de uitgekeerde prijzen opvragen bij Garant-O-Matic.

5. De Commissie acht eveneens voldoende duidelijk dat in de vervolgmailings nieuwe deelnamenummers worden toegekend waarmee onder dezelfde voorwaarden als met het eerder verstrekte nummer (opnieuw) aan de Wintertrekking of het Garant-O-Matic Prijzengala kan worden deelgenomen. In de vervolgmailings, die eveneens vergezeld gaan van het actiereglement, wordt niet gesteld of gesuggereerd dat door het niet insturen van het nieuwe deelnamenummer, gekoppeld aan een nieuwe bestelling, de deelname aan de actie met een eerder ingestuurd deelnamenummer vervalt.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 14.2

RB 901

Actievoorwaarden aan binnenzijde product

RCC 26 april 2011, Dossiernr. 2011/00192 (Palmolive Nutra.fruit)

Reclamerecht. Neckhanger met tekst "100% retour" bij douchecrème Palmolive. Klager kocht flacon in januari 2011, en actie "100% retour" liep tot 31 december 2010. Klager acht slogan derhalve misleidend. Commissie oordeelt dat er sprake is van te laat vermelden van essentiële informatie (art. 8.3 aanhef en onder c NRC) omdat actievoorwaarden aan binnenzijde neckhanger vermeld worden. Acht de uiting daarom in strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling.

Tussen partijen staat vast dat Palmolive Nutra.fruit in januari 2011 nog in de winkel werd aangeboden in een flacon, die was voorzien van een neckhanger met de vermelding “100% Retour”, terwijl deze retouractie -behoudens wijziging- tot 31 december 2010 liep. Nu op de buitenzijde van de neckhanger niet is vermeld dat de actie loopt tot  31 december 2010, behoudens wijziging van die periode, maar dit pas valt op te maken uit de actievoorwaarden aan de binnenzijde van de neckhanger, waarvan men redelijkerwijs pas na aankoop kennis kan nemen, is er sprake van een te laat verstrekken van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 7 en art. 8.3 aanhef en onder c

RB 900

Sap van roze grapefruits

RCC 21 april 2011, Dossiernr. 2011/00201 (Coolbest PINK Grapefruit)

Reclamerecht. Verpakking van Coolbest Pink Grapefruit. Klager stelt dat product alleen grapefruit concentraat bevat aangelengd met bessensap. Ook vindt klager de tekst PINK in strijd met de waarheid en misleidend. Verweerder stelt dat product voor 99,5% uit grapefruitrassen met roze vruchtvlees is gemaakt. Bessensap is maar 0,5%. Verpakking maakt duidelijk dat PINK staat voor roze. Commissie trekt juistheid mededeling verweerder niet in twijfel. Productverpakking en woord PINK niet in strijd met NRC. Wijst klacht af.

Naar adverteerder bij verweer heeft meegedeeld, wordt CoolBest Pink Grapefruit voor 99,5% gemaakt uit grapefruitrassen waarvan het vruchtvlees roze is. De Commissie ziet geen reden om de juistheid van deze mededeling in twijfel te trekken.
Gelet op het bovenstaande is er geen aanleiding om te oordelen dat de verpakking, die gezien de afbeelding van roze grapefruits en de vermelding “PINK GRAPEFRUIT” duidt op het gebruik van roze grapefruits, in strijd is met de Nederlandse Reclame Code (NRC).
Dat ter aanduiding van de kleur van de gebruikte grapefruits gebruik is gemaakt van het Engelse woord PINK, betekent ook niet dat de uiting in strijd is met de NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC

RB 899

Verzekering bij ONVZ

RCC 21 april 2011, Dossiernr. 2011/00238 (ONVZ)

Reclamerecht. Uiting van zorgverzekeraar over optimale keuzevrijheid. Klager acht uiting niet juist, nu zij geweigerd is na medeling alternatieve circuit te bezoeken. Verweerder zegt dat in uiting wezenlijk kenmerk van verzekering onder de aandacht wordt gebracht. Acht acceptatiebeleid van algemene bekendheid waardoor dit niet vermeld hoeft te worden in reclame. Commissie oordeelt dat de niet-acceptatie van klaagster de uiting niet misleidend maakt. Wijst de klacht af.

In de bestreden uiting wordt de ‘optimale vrijheid in de keuze van medicijnen, het ziekenhuis en welke arts of specialist u wilt inschakelen’ van ONVZ-verzekeringen aangeprezen. Het enkele feit dat klaagster kennelijk niet is geaccepteerd voor een (aanvullende) verzekering van ONVZ in verband met het consulteren van een mesoloog maakt - nog afgezien van de vraag of een mesoloog als arts of specialist moet worden beschouwd – de bestreden uiting niet misleidend.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)