RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Berichten Reclamerecht  

RB 2331

EHRM: Juiste belangenafweging bij satirische sigarettenreclame

EHRM 19 februari 2015, RB 2331; verzoek 53495/09 en 53649/09 (Bohlen en Ernst August von Hannover tegen Duitsland)
Uitspraak ingezonden door Otto Volgenant, Boekx. Mediarecht. Geen schadevergoeding 'notional licence fee'. De zaak betreft het zonder toestemming gebruiken van de voornamen van klagers (twee publieke personen in Duitsland) in een humoristische sigarettenreclame en een nieuwsitem. De advertenties waar het om gaat, gaan over, respectievelijk, een boek gepubliceerd door de musicus Dieter Bohlen en de woordenwisseling waarbij Ernst August von Hannover betrokken was.

Het Hof constateert dat het Duitse Federale Hof van Justitie een billijke afweging heeft gemaakt tussen de vrijheid van meningsuiting enerzijds en het recht op privacy anderzijds, door rekening te houden met het commerciële en humoristische karakter van de advertenties, de context waarin deze zijn gepubliceerd, het ontbreken van een vernederende of negatieve inhoud in relatie tot klagers, en het voorafgaande publieke gedrag van klagers. Derhalve is er naar het oordeel van het Hof een grondige afweging geweest tussen de op het spel staande belangen.

However, the Federal Court of Justice, to which the company British American Tobacco appealed on points of law, quashed the Court of Appeal judgments on 5 June 2008. It held, in particular, that despite their commercial nature the advertisements in question were apt to help shape public opinion. Furthermore, they had not exploited the applicants’ good name or contained anything that was degrading to them. The applicants’ claims seeking a notional licence fee were therefore dismissed.

RB 2329

Gratis oogmeting alleen bij aankoop van contactlenzen

Vz. RCC 17 februari 2015, RB 2329; dossiernr. 2014/00936 (Pearle)
Toewijzing zonder opleggen aanbeveling. Misleiding. Ontbrekende informatie. Het betreft een aan klager verzonden brief waarin adverteerder hem uitnodigt voor een “Gratis deskundige oogmeting”. In de brief staat onder meer: Bij Pearle bieden we u uw leven lang gratis service. U bent altijd welkom in onze winkels voor een gratis oogcontrole, onderhoud van uw bril en kleine reparaties”.

Klacht: Klager stelt dat hij naar aanleiding van de brief naar een Pearle winkel is gegaan voor een gratis oogcontrole. Na afloop moest klager € 15,-- betalen omdat de gratis oogcontrole alleen geldt bij aankoop van contactlenzen. Deze voorwaarde staat niet in de brief.

Oordeel:
De voorzitter begrijpt dat klager in december 2012 bij adverteerder een bril op sterkte heeft gekocht en in verband daarmee de gewraakte brief ontving met de oproep voor een gratis oogmeting. Voorts begrijpt de voorzitter dat, indien klager de oogmeting voor zijn bril had laten uitvoeren, deze gratis zou zijn geweest, zodat in zoverre de uiting niet onjuist of misleidend is. Klager heeft evenwel, naar adverteerder stelt, een meting laten uitvoeren voor contactlenzen die hij bij een andere leverancier had gekocht. Deze situatie valt niet onder het aanbod van een gratis oogmeting. Adverteerder erkent dat de brief niet duidelijk is over deze uitsluiting en zal om die reden de tekst in de brief aanpassen.

Uit het voorgaande blijkt dat sprake is van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Niet in geschil is dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet zou hebben genomen, zodat de uiting oneerlijk is in de zin van artikel 7 NRC. Nu adverteerder de bereidheid heeft getoond om de uiting aan te passen en zij het door klager voor de oogmeting betaalde bedrag zal retourneren, zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep en een aanbeveling achterwege laten.
RB 2328

Beelden in reiscommercial verwijzen niet naar specifiek land of bestemming

Vz. RCC 17 februari 2015, RB 2328; dossiernr. 2015/00057 (Corendon Spanje)
Afwijzing. Reizen. Uiting: Het betreft een televisiecommercial waarin onder meer is te zien hoe een moeder haar zoon aan de arm meesleurt om hem toe te vertrouwen aan “Cor & Don” die op een terras zitten. De voice-over zegt: “Uw kind wil nooit meer naar huis na een kids & co-vakantie van Corendon.” In de tag-on bij deze commercial wordt onder meer gezegd: “Bijvoorbeeld all-inclusive naar Spanje”, terwijl een foto van mensen aan een strand is te zien.

Klacht: Klager stelt, samengevat, dat adverteerder reclame maakt voor de kids & co vakantie in Spanje waarbij beelden van hotels op Curaçao worden gebruikt. Ook voor andere landen maakt adverteerder reclame met beelden van Curaçao. Dit schaadt het vertrouwen in reclame en is misleidend.

Voorzitter: De bestreden reclame-uiting betreft in de eerste plaats een commercial waarin is te zien hoe een moeder haar kind naar “Cor & Don” brengt. In deze commercial wordt duidelijk gedoeld op de service die adverteerder onder de naam “kids & co” bij sommige vakanties aanbiedt.

In de commercial is geen verwijzing te zien naar een specifiek land of een specifieke bestemming, anders dan dat dit blijkbaar een (sub)tropische bestemming is. Dat in de tag-on vervolgens Spanje wordt genoemd als een van de landen waar men kan de beschikking heeft over een “kids & co-club”, kan op grond van het voorgaande niet tot het oordeel leiden dat sprake is van misleidende reclame. De beelden van de moeder zijn immers niet bedoeld om een bepaalde bestemming aan te prijzen. Evenmin kan worden gezegd dat de onderhavige reclame het vertrouwen in reclame schaadt. De klacht kan derhalve niet slagen.

RB 2327

Klacht over 'Een kikker laat zich niet koken' afgewezen

RCC 6 februari 2015, RB 2326, 2014/00862 (Triodos Bank- kikker) - 2014/00862A - 2014/00862B
Afwijzing. Goede smaak en/of fatsoen. Niet bedoeld tot aanzetten tot veroorzaken van dierenleed. Het betreft een televisiecommercial voor ‘Triodos Bank’. In de commercial is een boomkikker te zien die zich bevindt in een bak met water met daaronder een gasbrander die het water aan het verwarmen is. De voice-over zegt: “Ken jij het verhaal van de kikker en het kokende water? Als een kikker in heel heet water valt springt ie d’er meteen uit. Maar leg je ‘m in koud water en breng je dat water langzaam aan de kook dan blijft ie zitten. (...)

1. De Commissie begrijpt de klacht aldus, dat klager de televisiecommercial in strijd acht met de goede smaak en/of fatsoen als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Gelet op het subjectieve karakter van deze criteria stelt de Commissie zich, bij de beoordeling of een uiting daarmee in strijd is, terughoudend op. Met inachtneming van deze terughoudendheid is de Commissie op grond van het volgende van oordeel dat in de onderhavige uiting de grens van wat naar huidige maatschappelijke opvattingen toelaatbaar moet worden geacht niet is overschreden.

2. In de onderhavige commercial is een kikker te zien die uit het (ogenschijnlijk) verwarmde water springt. De commercial is duidelijk niet bedoeld om mensen aan te zetten tot het veroorzaken van dierenleed, maar om het publiek aan te zetten tot kritisch denken: net zoals de kikker niet in het langzaam aan de kook gebrachte water blijft zitten tot hij sterft, zo zal de gehele mensheid in staat kunnen zijn om zich aan te passen aan langzaam veranderende en uiteindelijk bedreigende omstandigheden, zoals de opwarming van de aarde of het disfunctioneren van de economie. Gelet op de strekking van de commercial, het aan de kaak stellen van de onjuiste, maar ingesleten ‘boiling frog’-mythe, kan niet worden geoordeeld dat sprake is van het aanzetten tot navolging. Adverteerder heeft ook voldoende aannemelijk gemaakt dat de beelden in de televisiecommercial zodanig zijn bewerkt, dat het slechts lijkt alsof een kikker wordt verwarmd. Dit is in werkelijkheid niet gebeurd, terwijl voor het overige ook niet is gebleken van dierenmishandeling. Tegen deze achtergrond kan niet kan worden gezegd dat marketeers worden neergezet als gewetenloze schoften.

3. Het voorgaande neemt overigens niet weg dat de Commissie er begrip voor heeft dat niet iedereen de onderhavige uiting zal waarderen. Dit leidt evenwel niet tot een andere beslissing.
RB 2325

Jumbo heeft laagste prijsgarantie (van alle supermarkten)

RCC 9 februari 2015, RB 2325 (Jumbo's laagsteprijsgarantie)
Aanbeveling. RTV-reclame Laagste prijs ook op groente en fruit. Klacht: Eerder is LIDL op de vingers getikt, omdat zij zei “de beste in groente en fruit” te zijn, terwijl slechts een vergelijking werd gemaakt met supermarkten. LIDL moet nu in reclames vermelden dat zij de beste “supermarkt” zijn in groente en fruit. Naar de mening van klager zou Jumbo moeten vermelden dat ze “de laagste prijsgarantie van alle supermarkten” heeft.

Oordeel: Zoals blijkt uit de bij het verweer overgelegde “Spelregels Euro’s goedkoper”, zoals die ook worden vermeld op www.jumbo.com, geldt de “laagsteprijsgarantie” “voor alle supermarkten, drogisterijen en slijterijen met een fysieke winkel of Pick Up Point in dezelfde vestigingsplaats als Jumbo waarmee vergeleken wordt, onafhankelijk of zij ook een online winkel hebben”. Volgens diezelfde spelregels zijn “uitgesloten”:

“Andersoortige winkels (…) zoals zelfbedieningsgroothandels, weekmarkten, bouwmarkten, winkels waar restpartijen worden opgeruimd en webwinkels die uitsluitend online verkopen”.

In elk van de bestreden uitingen wordt gewezen op de laagste prijsgarantie van Jumbo, meer in het bijzonder wat betreft groente en/of fruit. Ook wordt met betrekking tot de laagste prijsgarantie van Jumbo in iedere uiting gesproken over “altijd”, alsof er geen uitzonderingen bestaan. Blijkens bovengenoemde spelregels geldt de laagste prijsgarantie van Jumbo echter in relatie tot een specifieke groep aanbieders van onder meer groente en fruit en wordt geen rekening gehouden met prijzen, gehanteerd door bepaalde andere aanbieders (van onder meer groente en fruit). Naar het oordeel van de Commissie is dit voor de gemiddelde consument onvoldoende duidelijk. In de eerste plaats kan bij de gemiddelde consument niet als algemeen bekend worden verondersteld dat de laagste prijsgarantie van Jumbo slechts op een specifieke groep aanbieders ziet, ook niet nu Jumbo deze garantie al bijna 20 jaar hanteert, zoals zij heeft gesteld. Voorts valt deze beperking tot een bepaalde groep aanbieders niet, althans niet voldoende duidelijk uit (elk van) de bestreden uitingen op te maken. Ook de vrij algemene mededeling “Kijk voor meer informatie op Jumbosupermarkten.nl” in de radioreclame geeft onvoldoende duidelijkheid over de bewuste “Spelregels”.

Gelet op het bovenstaande acht de Commissie de uitingen voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van het bestaan van een specifiek prijsvoordeel

als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, zijn de uitingen misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
RB 2324

Wehkamp BV Kerstcadeautje 7,50 korting is afhankelijk van het niet retourneren van bestelde zaken

Voorz. RCC 2 februari 2015, RB 2324;  (Gratis retourneren)
Afwijzing. Wehkamp BV Kerstcadeautje 7,50 korting is afhankelijk van het niet retourneren van bestelde zaken. Uiting: “Bestel je meer dan 1 artikel, dan wordt de korting verdeeld in verhouding tot de prijs van de artikelen. Annuleer of retourneer je een artikel, dan vervalt de korting op dat artikel. Stuur je alles retour, dan vervalt de volledige korting.” In de uiting staat voorts: “Gratis retourneren”.
Klacht: Klager stelt, samengevat, dat in de uiting aan hem een korting wordt beloofd. Deze korting wordt verdeeld over de bestelde artikelen in verhouding tot de prijs van de artikelen. Bij het retourneren vervalt echter het gedeelte van de korting dat betrekking had op het geretourneerde artikel. Zodoende retourneert klager ook een deel van de € 7,50 korting. Desondanks staat op de website “gratis retourneren”. Men kan binnen de zichttermijn van 14 dagen gratis een retouropdracht geven. Indien men de hele bestelling retourneert, worden de in rekening gebrachte verzendkosten gecorrigeerd. Indien men een deel behoudt, betaalt men een bijdrage voor het verzendklaar maken, controleren, transporteren en bezorgen afhankelijk van artikelsoort en gewicht.

Het oordeel van de voorzitter

1) De voorzitter begrijpt dat klager in de eerste plaats bezwaar maakt tegen het feit dat adverteerder de in de uiting genoemde korting van € 7,50 verdeelt over de bestelde artikelen in verhouding tot de prijs daarvan, en dat bij het vervolgens retourneren van een artikel het gedeelte van de korting dat betrekking heeft op dat specifieke artikel vervalt. Geen wettelijke of andere bepaling verzet zich evenwel tegen het hanteren van een dergelijke voorwaarde die als een bijzondere invulling kan worden beschouwd met betrekking tot de in de uiting bedoelde kortingsactie. Deze invulling kan de gemiddelde consument voorts niet ontgaan, nu deze voldoende opvallend, duidelijk en compleet in de uiting is omschreven. In zoverre treft de klacht geen doel.

2) Niet in geschil is dat adverteerder voor het retourneren geen afzonderlijke kosten in rekening brengt. Het feit dat men bij het retourneren van artikelen een evenredig deel van de korting verliest, kan ook niet als een verdekte vergoeding van retourkosten worden beschouwd. Deze voorwaarde is weliswaar nadelig voor de koper, maar levert adverteerder geen afzonderlijk financieel voordeel op met betrekking tot de retourkosten. Adverteerder dient immers ten aanzien van de retour gezonden artikelen deze kosten onverminderd voor haar rekening te nemen. Voorts stelt adverteerder terecht dat de kosten van het retourneren dienen te worden onderscheiden van de kosten van het verzenden. Klager, die klant is van adverteerder, dient bekend te worden verondersteld met dit onderscheid en het feit dat adverteerder wel verzendkosten in rekening brengt maar geen retourkosten. Uit de omschrijving in de klacht blijkt overigens dat klager dit onderscheid ook maakt. Op grond van het voorgaande kan het niet misleidend worden geacht dat adverteerder in de onderhavige uiting spreekt over “gratis retourneren”. Ook dit gedeelte van de klacht kan derhalve niet slagen.
RB 2323

Informeren publiek door concurrent geen geldige reden voor Halal Correct-merkgebruik

Vzr. Rechtbank Rotterdam 20 februari 2015, IEF 14692 (Stichting Hala Correct Certification tegen Stichting Halal Bewust)
Uitspraak ingezonden door Timme Geerlof en Leyla Bozkurt, Ploum Lodder Princen. Eerder op IE-Forum.nl. Onrechtmatige publicatie. Merkenrecht. Halal bewust heeft een artikel geplaatst op Halalpolitie.nl en heeft in haar halalwijzer welke instantie een halalcertificaat heeft verstrekt aan welke producent. Wanneer Halal Correct een keurmerk heeft verleend is haar logo daarin opgenomen. De voorzieningenrechter oordeelt dat er sprake is van een onrechtmatige publicatie ex 6:194 BW en misleidende reclame ex 6:194a BW. Dat een producent nooit handmatig kippen slacht, is te ongenuanceerd en te stellig. Voor de gedane proefbestelling uit het buitenland heeft zij dat wel gedaan. In de gewraakte publicatie en halalwijzer wordt het beeldmerk gebruikt. Er is geen sprake van een geldige reden wanneer Halal Bewust het beeldmerk gebruikt als rechtvaardiging voor voorlichting van het publiek "als toezichthouder"; partijen zijn elkaars concurrent.

4.5. Het artikel maakt naast het voorgaande melding van een partij DALO-kip die, aldus Halal Bewust, niet in overeenstemming met de standaarden van Halal Correct zou zijn geslacht, terwijl Halal Bewust de afgelopen jaren wel een certificaat verstrekt aan de producent van de kip, Storteboom. Ter zitting heeft Halal Bewust ter onderbouwing van haar stelling niet meer gesteld dan dat zij de juistheid van die stelling heeft gebaseerd op haar informatie 'dat Storteboom nooit handmatig kippen slachtte'.
Gelet op hetgeen Halal Correct heeft verklaard - namelijk dat sprake was van een speciale proefbestelling vanuit het buitenland, die afzonderlijk in behandeling is genomen en ten aanzien waarvan geldt dat de betreffende kip wél handmatig werd geslacht - is voldoende aannemelijk dat de betreffende melding onjuist was, zodat Halal Bewust deze niet zo ongenuanceerd en stellig had mogen publiceren zoals zij heeft gedaan.

4.11. Halal Correct vordert voorts Halal Bewust te verbieden inbreuk te maken op het Benelux merkrecht van Halal Correct.
(...) Halal Bewust trekt gelet op hetgeen hiervoor is overwogen naar voorlopig oordeel ongerechtvaardigd voordeel uit de reputatie van het merk Halal Correct en met het gebruik van het teken van Halal Correct door Halal Bewust (zowel in de gewraakte publicatie als in de halalwijzer) wordt afbreuk gedaan aan het onderscheidend vermogen van het merkrecht.
Halal Bewust heeft in dit verband aangevoerd dat zij het merk van Halal Correct gebruikt om de consument juist te kunnen voorlichten. Zij heeft (ook) de rol van toezichthouder en heeft in die hoedanigheid een andere pet op, wat volgens haar maakt dat het gebruik van het merk gerechtvaardigd is. Nu hiervoor echter is overwogen dat er vanuit moet worden gegaan dat Halal Bewust een concurrent is van Halal Correct, rechtvaardigt het doel (voorlichting van het publiek) naar voorlopig oordeel niet het oordeel dat sprake is van een geldige reden die het gebruik zou rechtvaardigen.
RB 2322

Voorjaarsbijeenkomst VvRr: De betekenis van het EU Handvest voor commerciële reclame

Voor op de Agenda: 17 maart 2015: Ter gelegenheid van het afscheid van Prof. Jan Kabel als bestuurslid gaat de Vereniging voor Reclamerecht (VvRr) in samenwerking met de Vereniging voor Media- en Communicatierecht (VMC) aandacht besteden aan de grondrechten uit het Handvest EU. Dat Handvest bestaat al lang, maar komt in ons land nu eerst langzaam boven water, vooral in privacy-zaken met het nieuwe dataprotectiegrondrecht. Maar er is meer. Intellectuele eigendom is een grondrecht geworden. De vrijheid van onderneming krijgt een grondwettelijke status. Menselijke waardigheid wordt een juridische issue en niet alleen maar een fatsoensnorm in reclamezaken. Reclame als financieringsbron voor de media wordt een juridisch serieus te nemen onderwerp. De vrijheid van meningsuiting krijgt een nieuw gezicht. Toegang tot preventieve gezondheidszorg is gejuridiseerd. Wat betekenen die nieuwe grondrechten voor het maken van reclame? Dat komt allemaal ter sprake in het volgende programma:

13.30 uur Binnenkomst en registratie
14.00-14.05 uur: Introductie door de voorzitter, Prof. Jan Kabel
14.05-14.30 uur: Algemene inleiding over de betekenis van het Handvest door Prof. Sybe de Vries van de Utrechtse Universiteit (Hoogleraar EU interne-marktrecht en grondrechten, Universiteit Utrecht)
14.30-15.00 uur: De betekenis van het EU Handvest voor het gebruik van consumentengegevens ten behoeve van gepersonaliseerde reclame door Dr. Frederik Zuiderveen Borgesius
(Instituut voor Informatierecht)
15.00-15.30 uur: De betekenis van de vrijheid van ondernemerschap (art. 16 Handvest) voor het maken van reclame door Dr. Alexander Tsoutsanis (Instituut voor Informatierecht/DLA Piper Advocaten)
15.30-15.45 uur: Pauze
15.45-16.15 uur: De betekenis van de vrijheid van meningsuiting (art. 11 lid 1 Handvest) voor reclame door Mr. Otto Volgenant (Boekx Advocaten)
16.15-16.30 uur: De betekenis van de vrijheid en pluriformiteit van de media (artikel 11 lid 2 Handvest) voor reclame door Prof. Jan Kabel voornoemd
16.30-17.30 uur: Vragen en Discussie

Er is een handige website van het Expertise Centrum van BZ.

@ De Brauw Blackstone Westbroek in Amsterdam-Zuid.

Voorafgaande aan het wetenschappelijk gedeelte vindt om 13.15 uur de Algemene Ledenvergadering van de VvRr plaats.

Aanmelden: door het inzenden van het deelnameformulier aan m.curiel@ploum.nl uiterlijk 10 maart 2015.

RB 2321

Reclame voor bourgondisch Zuid-Limburg toegestaan

RCC 26 januari 2015, RB 2321; 2014/00880 en 00880A (Zuid-Limburg)
Afwijzing van klacht. Het betreft een televisiereclame, waarin wordt gezegd: “Zuid-Limburg, je zal d’r maar wonen. Bloeiende bedrijven, drie innovatieve campussen, Chemelot, health, smart services, volop kansen voor je kinderen. Zuid-Limburg, je zal d’r maar wonen. Ga naar Zuid-Limburg.nl”.

Klacht: 1. Gesuggereerd wordt dat het in Zuid-Limburg zo mooi is, en dat er genoeg werk is. Dat geldt echter alleen voor mensen met een HBO- of WO-opleiding en dat voor slechts 1200 banen. Zuid-Limburg bevindt zich “aan de top van de werkeloosheid in Nederland”. Gesteld wordt: “volop kansen voor je kinderen”. Kinderen die elders in het land gaan studeren, blijven daar echter, omdat ze daar wel kans hebben op een baan.

Klager woont in Zuid-Limburg, maar werkt in Veldhoven, omdat er in Limburg geen werk is te vinden. Als hij ‘s morgens naar zijn werk rijdt, is het een uittocht van Limburgers, die buiten Limburg moeten gaan werken. De uiting toont een autosnelweg die geheel leeg is. Deze opname zal wel een zondag tijdens de feestdagen betreffen.

2. Om in Zuid-Limburg in een groot huis met een mooie tuin te wonen, moet minimaal € 500.000,- worden betaald.

Het oordeel van de Commissie

In de bestreden uiting wordt in het kort en met enige in reclame niet ongebruikelijke overdrijving de aandacht gevestigd op positieve aspecten van wonen in Zuid-Limburg, meer in het bijzonder wat betreft werkgelegenheid (deels in nader genoemde branches) en onderwijs. Dat in Zuid-Limburg niet voor iedereen een geschikte baan te vinden zal zijn, betekent niet dat de uiting om die reden in strijd is met de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Voor zover klager zijn bezwaar, dat de uiting misleidend is, baseert op de stelling dat minimaal € 500.000,- moet worden betaald voor “een groot huis met een mooie tuin”, overweegt de Commissie dat in de uiting geen suggesties besloten liggen omtrent grootte en prijzen van huizen in Zuid-Limburg.

Verweer:

Namens adverteerder is onder meer het volgende meegedeeld.

Adverteerder werkt aan het imago van Zuid-Limburg. Geprobeerd wordt de beeldvorming over Zuid-Limburg als een louter toeristische en bourgondische regio aan te vullen, ten behoeve van een realistischer beeld: een regio waar “goed leven” samengaat met innovatie en carrièrekansen.

De TV-spots van adverteerder verwijzen naar vacatures op zuidlimburg.nl. Dat zijn er altijd minimaal 1250 binnen 1 uur reistijd vanuit Zuid-Limburg. Als kwaliteitsindicatie voegt adverteerder “HBO/WO” toe aan de verwijzing naar vacatures. Er zijn echter ook MBO-vacatures te vinden.

Het werkloosheidspercentage dat het CBS per kwartaal vaststelt, is op dit moment 7,3% (Q3, 2014). Daarmee heeft Limburg na Zeeland en Utrecht de laagste werkloosheid. Juist door dit verschil in beeldvorming (klager: “top van de werkeloosheid in Nederland”) en de werkelijkheid is het nodig aan het imago van Zuid-Limburg te werken, en wordt aandacht besteed aan carrièrekansen.

De mededeling “volop kansen voor je kinderen” verwijst naar de in de uiting genoemde drie campussen, waar bedrijven en onderwijsinstellingen samen baanbrekend onderzoek verrichten, en het uitstekende onderwijs. Adverteerder wijst op de net verschenen lijst best presterende middelbare scholen van RTL Nieuws, met twee vermeldingen uit Zuid-Limburg.

Blijkens adverteerders website met het onafhankelijke aanbod van Funda.nl zijn ruime woningen op ruime percelen wel degelijk betaalbaar, waarbij betaalbaarheid en ruimte uiteraard subjectieve begrippen zijn. Funda.nl toont momenteel bijna 200 woningen onder de € 200.000,- met percelen groter dan 500 m2.
RB 2320

Korting op waardebon voor gepersonaliseerde M&M's, niet op product

RCC 26 januari 2015, RB 2320; dossiernr. 2014/00869 (gepersonaliseerde M&M's)
Aanbeveling. Voeding. Groupon/M&M gepersonaliseerde M&M's, korting op waardebon, korting niet op product, onjuist beeld geschetst van aanbod. Het betreft een tweetal uitingen op de website www.groupon.nl waarin gepersonaliseerde M&M’s worden aangeprezen.

Klacht: In beide uitingen staat dat de consument gepersonaliseerde M&M’s kan kopen vanaf € 2,- en in uiting 2 wordt er tevens bij vermeld dat de consument hiermee een korting ontvangt van 80%. Echter, de gepersonaliseerde M&M’s zijn niet verkrijgbaar vanaf € 2,-. De korting ziet op de aanschaf van waardebonnen die de consument met korting kan aanschaffen en die vervolgens te verzilveren zijn indien de consument voor een bedrag van minimaal € 29,90 bij adverteerder besteedt. De consument moet ten minste € 22,- (in plaats van € 30,-) uitgeven om het product daadwerkelijk te kunnen kopen. Dit komt neer op een korting van nog geen 30%, terwijl adverteerder het doet voorkomen alsof zij een korting verstrekt van 80%.

Het oordeel van de Commissie
1. De Commissie vat de klacht aldus op dat klager de bestreden uitingen misleidend acht nu hierin volgens hem de indruk wordt gewekt dat de consument voor een bedrag van

€ 2,- gepersonaliseerde M&M’s kan verkrijgen. Voorts zijn de uitingen volgens klager misleidend omdat er geen korting van 80% wordt verstrekt, zoals in uiting 2 wordt vermeld.

2. Adverteerder sub 1 heeft betwist dat uiting 1 dient te worden beschouwd als een zelfstandige reclame-uiting. Het betreft een nieuwsbrief die slechts als onderdeel moet worden beschouwd van en in samenhang met uiting 2. De Commissie is echter van oordeel dat de nieuwsbrief waarover is geklaagd dient te worden aangemerkt als een (zelfstandige) reclame-uiting. Deze uiting dient zelfstandig aan de Nederlandse Reclame Code (hierna: NRC) te voldoen, los van de website waarnaar deze verwijst.

3. De Commissie is van oordeel dat de nieuwsbrief (uiting 1) niet anders kan worden begrepen dan dat gepersonaliseerde M&M’s worden aangeboden voor een bedrag van

€ 2,00. De kop van de uiting luidt: gepersonaliseerde M&M’s en er staat € 10,00 € 2,00 bekijk de deal (link), terwijl in de uiting met geen enkel woord wordt gesproken over het feit dat de korting ziet op ‘waardebonnen’ waarmee men gepersonaliseerde M&M’s kan aanschaffen. Evenmin wordt in de uiting vermeld dat het minimum bestedingsbedrag om gepersonaliseerde M&M’s te kunnen aanschaffen € 29,90 bedraagt (exclusief € 7,90 verzendkosten). Gelet op het vorenstaande oordeelt de Commissie dat in de reclame-uiting een onjuist beeld wordt geschetst van wat het aanbod daadwerkelijk inhoudt en dat onjuiste informatie is verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef NRC. Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden acht de Commissie uiting 1 misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Ook indien, zoals adverteerder sub 2 stelt, in de reclame-uiting beperkte ruimte is, brengt dit niet met zich dat op misleidende wijze reclame mag worden gemaakt.

4. Met betrekking tot uiting 2 oordeelt de Commissie als volgt. Bij de vraag of sprake is van misleiding dient op de totale uiting te worden gelet. In de kop van de uiting wordt gezegd: “Geef iemand met Kerstmis een gepersonaliseerd chocolade cadeau met My M&M’s – tot 80% korting” en daaronder staat vermeld: “vanaf € 2”, waardoor men stellig de indruk krijgt dat met 80% korting en vanaf € 2,- gepersonaliseerde M&M’s verkrijgbaar zijn. Hierna volgt een uitleg van 3 opties waaruit de consument kan kiezen en waarvan niet aanstonds duidelijk is hoe deze zich verhouden met het in de kop van de uiting genoemde aanbod. Deze uitleg is complex en pas bij zorgvuldige bestudering van de voorwaarden blijkt de korting geen betrekking te hebben op een gepersonaliseerd chocolade cadeau, maar op een waardebon. Gelet hierop is de Commissie van oordeel dat in de uiting onduidelijke informatie is verstrekt over wat het aanbod daadwerkelijk inhoudt in de zin van artikel 8.2 aanhef NRC. Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden acht de Commissie deze uiting eveneens misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

5. De Commissie acht beide adverteerders verantwoordelijk nu het een product van adverteerder sub 1 betreft en dit product kennelijk in overleg met haar wordt aangeprezen door adverteerder sub 2.