RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Berichten Reclamerecht  

RB 1475

Niet duidelijk op basis van welke informatie tarieven zijn verkregen

RCC 26 juli 2012, dossiernr. 2012/00617 (NLEnergie tag on vergelijkende reclame)

In een tag on (tv-commercial) wordt vergelijkende reclame gemaakt door NLEnergie in relatie tot Nuon, Essent en Eneco. De klacht is onvoldoende gemotiveerd (niet duidelijk elke informatie de tarieven zijn verkregen) en wordt afgewezen.

Adverteerder heeft met betrekking tot de inhoud van de klacht - kort gezegd - aangevoerd dat de reclame een vergelijking betreft van de kosten van gas en stroom bij een vast contract over drie jaar en dat de consument bij het afsluiten van een 3-jarig vast energiecontract bij adverteerder voordeliger uit is.

Klagers stelling dat NLEnergie in alle gevallen duurder is dan de genoemde andere leveranciers, is door hem slechts onderbouwd aan de hand van een door hem opgestelde vergelijking van de tarieven van adverteerder met tarieven die volgens hem in werkelijkheid zouden gelden bij Nuon - waarbij hij tevens een ‘jaarlijkse korting’ noemt die men bij Nuon zou krijgen. Klager komt tot de conclusie dat NLEnergie € 157,- per 3 jaar duurder is dan Nuon.

Het is de Commissie op basis van hetgeen klager heeft overgelegd echter niet duidelijk op basis van welke informatie klager de door hem genoemde tarieven heeft verkregen. Evenmin is duidelijk wat de aard en de duur is van het contract waarop de door klager genoemde tarieven zouden gelden. Aldus is de klacht onvoldoende gemotiveerd.

RB 1474

Met natuurlijke ingrediënten

Vzr (afwijzing) RCC 30 juli 2012, dossiernr. 2012/00605 (Rivella natuurlijke ingrediënten)

Het betreft de verpakking van de drank Rivella (1,5 liter) waarop onder meer de tekst: “met natuurlijke ingrediënten” en het “ik kies bewust”-logo staan.
 
De drank bevat weliswaar natuurlijke ingrediënten, maar ook onnatuurlijke, synthetisch geproduceerde stoffen. Het gebruik van deze stoffen is, vanwege gezondheidsredenen, omstreden. Gelet op het voorgaande is klager van mening dat de tekst: “met natuurlijke ingrediënten” moet worden verwijderd. De voorzitter wijst de klacht af, de consument betrekt ingrediëntenlijst bij zijn aankoopbeslissing

Vast staat dat de bewuste drank voor een (groot) deel bestaat  uit natuurlijke ingrediënten. Gelet hierop is het in beginsel toegestaan om op de verpakking de tekst: “met natuurlijke ingrediënten” te vermelden. Voor zover de consument na het zien van deze tekst (in combinatie met het ‘ik kies bewust’-logo) de indruk mocht krijgen dat het product uitsluitend uit natuurlijke ingrediënten bestaat, wordt die onjuiste indruk voldoende weggenomen door de op het etiket opgenomen ingrediëntenlijst, waaruit de samenstelling van het product blijkt. Van de gemiddelde consument mag worden verwacht dat hij deze ingrediëntenlijst betrekt bij zijn aankoopbeslissing.

RB 1473

Suggestie sportschoolabonnement van 18 maanden

Vzr. (afwijzing) RCC 30 juli 2012, dossiernr. 2012/00649 (Essent Flexibel)

Essent wekt onterecht de suggestie dat opzegtermijn van sportschoolabonnement van 18 maanden (YouTube).

Gesuggereerd wordt dat de klant bij een sportschool geconfronteerd kan worden met een opzegtermijn van 18 maanden. Krachtens de per 1 december 2011 gewijzigde wetgeving voor het opzeggen van abonnementen geldt een maximale opzegtermijn van 1 maand of – voor oude contracten – van 1 jaar. De aanbieding van Essent is dus niet bijzonder, nieuwe energiecontracten kunnen altijd met een maximale termijn van 1 maand worden opgezegd.

Er wordt niet de suggestie gewekt dat er voor sportschoolabonnementen daadwerkelijk een opzegtermijn van 18 maanden geldt. Klacht wordt afgewezen.

In de bestreden televisiecommercial  wordt Essent Flexibel als “het energiecontract met alle vrijheid” aangeprezen door op een voor de gemiddelde consument duidelijk overdreven en niet-realistische wijze te laten zien dat het in sommige gevallen “niet handig” is vast te zitten aan een contract. In de commercial wordt niet gesuggereerd dat voor sportschoolabonnementen daadwerkelijk een opzegtermijn van (gemiddeld) 18 maanden geldt. Evenmin wordt gesuggereerd dat andere energiecontracten niet tussentijds kunnen worden opgezegd. Adverteerder heeft aangevoerd dat Essent Flexibel een energiecontract betreft met een variabel tarief, waarvan de looptijd door de klant zelf wordt bepaald en met de mogelijkheid voor de klant het contract zonder opzegvergoeding aan te passen. Gelet hierop acht de voorzitter de uiting, waarin Essent Flexibel wordt aangeprezen als “het energiecontract met alle vrijheid”, niet misleidend.

 

RB 1472

Afslank slippers mét ALERT

RCC 12 juli 2012, dossiernr. 2012/00511 (Afslankslippers)

De Reclame Code Commissie heeft geoordeeld dat reclame voor “Afslank slippers” op de website www.compleetcomfort.nl misleidend is. Op de website worden “Afslank slippers” aangeprezen als een product met behulp waarvan men kan afvallen. Omdat de adverteerder niet aannemelijk heeft gemaakt dat de “Afslank slippers” deze werking hebben, is de uiting volgens de Commissie misleidend. De Commissie heeft al eerder een reclame-uiting van de adverteerder voor “Afslank slippers” in strijd met de Nederlandse Reclame Code bevonden. Daarom heeft de Commissie besloten deze uitspraak onder de aandacht van een breed publiek te brengen.

RB 1471

Vlakken geen openbare aankondiging

Rechtbank Alkmaar 19 juli 2012, LJN BX4279 (Eiseres tegen de Gemeente Hoorn)

Reclamerecht. Reclamebelasting voor openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg. Eiseres is eigenaar van een pand waarin particulieren en bedrijven opslagruimte kunnen huren. Op dit pand zijn reclame-uitingen aangebracht. In geschil is of de gemeente Hoorn terecht een aanslag reclamebelasting heeft opgelegd aan eiseres. Partijen zijn het oneens over het feit of de vlakken op de gevels zijn aan te merken als openbare aankondiging.

De rechtbank oordeelt dat bij het aanmerken van de vlakken als openbare aankondiging, aansluiting is gezocht bij de intentie van de architect. De intentie van de architect is echter niet voldoende om de vlakken als een openbare aankondiging te beschouwen. Bij onbekendheid met het bedrijf van eiseres is voor voorbijgangers bij waarneming van de vlakken niet meteen duidelijk dat het gaat om een pand waarin goederen kunnen worden opgeslagen, de zogenaamde storage-formule. De verweerder heeft de vlakken volgens de rechtbank ten onrechte bij de grondslag van de reclamebelasting voor eiseres betrokken.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

7. De rechtbank leidt uit het verweerschrift en het verhandelde ter zitting af dat verweerder bij het aanmerken van de vlakken als openbare aankondigingen aansluiting heeft gezocht bij de intentie van de architect van het pand. Blijkens zijn verklaring heeft de architect met de vlakken bedoeld de functie van het gebouw te symboliseren en het gebouw herkenbaar te maken voor het publiek, zodat het publiek weet wat er gaande is in het gebouw. Naar het oordeel van de rechtbank is de intentie van de architect niet voldoende om de vlakken als een mededeling, en dus als openbare aankondiging, te beschouwen. Immers, bij onbekendheid met het bedrijf van eiseres is voor voorbijgangers bij waarneming van de vlakken niet meteen duidelijk dat het hier gaat om een pand waarin bedrijven en particulieren goederen kunnen opslaan (de storage-formule). .Weliswaar verhoogt de combinatie van de naam, de slagzin en het logo met op de achtergrond het patroon van gele rechthoeken, zoals voorkomend op voor- en achtergevel, de attentiewaarde van het pand van eiseres, maar daarmee is niet gezegd dat de vlakken op zichzelf een mededeling zijn. Dat eiseres dezelfde kleur geel waarin de rechthoeken zijn uitgevoerd als bedrijfskleur gebruikt, doet hieraan niet af. De rechtbank concludeert uit het voorgaande dat verweerder de vlakken ten onrechte bij de grondslag van de reclamebelasting voor eiseres heeft betrokken.

8. Het vorenstaande brengt mee dat het beroep van eiseres gegrond zal worden verklaard en dat de uitspraak op bezwaar zal worden vernietigd. Nu blijkens de verklaring van de gemachtigde van verweerder ter zitting geen verschil van mening bestaat over het aantal vierkante meters openbare aankondiging indien het standpunt van eiseres wordt gevolgd, ziet de rechtbank aanleiding om met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht zelf in de zaak te voorzien. De rechtbank zal de beschikking van 31 mei 2009 herroepen en de grondslag van de reclamebelasting ten aanzien van eiseres vaststellen op 32,15 m² en daarmee de aanslag op € 1.543. De rechtbank zal daarbij tevens bepalen dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar. Verweerder hoeft dus geen nieuwe beslissing te nemen op het bezwaarschrift van eiseres. De rechtbank gaat er hierbij vanuit dat verweerder vanwege deze uitspraak het teveel door eiseres betaalde bedrag aan reclamebelasting aan eiseres zal terugbetalen.

RB 1469

Door KAG gevraagde wetenschappelijke onderbouwing niet gegeven

RCC 9 juli 2012, dossiernr. 2012/00457 (Voedingssupplement)

Misleidende reclame. Voornaamste kenmerken product. Het betreft hier een website waar staat: “Hoe ondersteunt Refresh Teacaps (EGCG) bij natuurlijk afvallen?
- Helpt bij overgewicht
- Verhoogt de vetverbranding
- Verhoogt het basaalmetabolisme
(…)”.

De klacht richt zich op het feit dat het voedingssupplement Refresh Teacaps bestaat uit een concentratie van de stof EGCG uit de bladeren van de groene theeplant. Aan het product wordt werkzaamheid ten aanzien van gewichtsverlies toegeschreven. Klaagster stelt zich op het standpunt dat de genoemde claims onjuist en misleidend zijn.

De KOAG/KAG heeft hierop een reactie gegeven. Zij oordeelt dat indien de Refresh Teacaps wel ter beoordeling zou zijn voorgelegd en dat de KAG zou hebben gevraagd om een wetenschappelijke onderbouwing. Wanneer adverteerder deze zou hebben gegeven en slaagt, zou de KAG de claims van een toelatingsnummer hebben voorzien.

De Commissie oordeelt dat adverteerder er niet in is geslaagd de geclaimde werking van de Refresh Teacaps aannemelijk te maken. Er is sprake van onvoldoende wetenschappelijke onderbouwing van de claims. De uiting gaat aldus gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de resultaten die van het gebruik van de Refresh Teacaps zijn te verwachten. De uiting is misleidend.

4) Adverteerder heeft voorts ter onderbouwing van de juistheid van de reclame-uiting verwezen naar de bij het verweer gevoegde “Onderbouwing claims met 95% zuivere EGCG Sunphenon”. Voor zover de onderbouwing in dit stuk betrekking heeft op de claims “geeft meer energie/houdt jong, mooi en sterk”, “helpt bij het dagelijks onderhoud van je hart en bloedvaten”, “voedt en beschermt de huid” en “goed voor het cholesterolgehalte” laat de Commissie deze buiten beschouwing, nu deze claims in de klacht niet aan de orde zijn gesteld. Met betrekking tot de hier wel relevante onderbouwing van de claim “verhoogt de vetverbranding” heeft klager gemotiveerd en onderbouwd met (verwijzingen naar) wetenschappelijke literatuur aangevoerd dat het door adverteerder genoemde onderzoek van Boschmann en Thielecke uit 2007 niet de conclusie rechtvaardigt dat EGCG leidt tot gewichtsverlies. Adverteerder heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid op deze stelling van klager te reageren. Op grond van het vorenstaande is de Commissie van oordeel dat adverteerder de juistheid van de voor het product Refresh Teacaps gemaakte claim “Verhoogt de vetverbranding” onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt.

5) Hetzelfde geldt voor de claims “Verhoogt het basaalmetabolisme” en “Helpt bij overgewicht”. Voor de claim dat Refresh Teacaps het basaalmetabolisme verhoogt is door adverteerder geen wetenschappelijke onderbouwing overgelegd. Met betrekking tot de claim “Helpt bij overgewicht” komt de Commissie op basis van de door partijen overgelegde onderzoeksresultaten tot de conclusie dat een eventueel positief resultaat van EGCG met betrekking tot gewichtsverlies kan worden toegeschreven aan een combinatie van EGCG met cafeïne, maar dat voor het geclaimde gunstige effect van uitsluitend EGCG op gewichtsverlies onvoldoende wetenschappelijke onderbouwing bestaat.

6) Nu adverteerder de in de uiting geclaimde werking van het aangeprezen product Refresh Teacaps onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt, gaat de uiting gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de resultaten die van het gebruik van Refresh Teaps zijn te verwachten, als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Omdat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de Commissie de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 1467

Sprake van excessief gebruik van Fruittella snoep

RCC 23 juli 2012, dossiernr. 2012/00583 (Fruittella)

Bijzondere Reclamecode. Het betreft de 'billboarding' rond de televisieserie Goede Tijden Slechte Tijden, waarin wordt medegedeeld dat dit programma mede mogelijk wordt/werd gemaakt door 'Fruittella, vierkant de fruitigste'. De uiting bestaat uit drie delen, waarin is te zien hoe een (tiener)meisje een Fruittella 'snoeppot' leeg eet.

De klager baseert zich op het feit dat de indruk wordt gewekt dat Fruittella snoepjes zo lekker zijn dat je de hele verpakking wel achter elkaar leeg moet eten. Overmatige suikerconsumptie is slecht voor kinderen, die in Nederland steeds meer aan obesitas (gaan) lijden.

De Commissie oordeelt dat in de bestreden uiting de artikel 6 RVV en artikelen 1 en 6 CVZ worden overtreden. In deze uiting, die overigens niet specifiek op kinderen onder 13 jaar is gericht, is sprake van overmatige consumptie c.q. excessief gebruik van Fruittella snoep. Krachtens artikel 6 CVZ dient televisiereclame voor zoetwaren op een van de in artikel 6 CVZ beschreven wijzen een door de RCC vastgestelde, gestileerde afbeelding van een tandenborstel te tonen. Deze ontbreekt in de bestreden uiting van Fruittella. Volgens de Commissie is geen sprake van een dermate humoristisch karakter waardoor de uiting niet strijdig met de RVV en CVZ zou moeten worden bevonden.

Naar het oordeel van de Commissie worden in de bestreden uiting de genoemde bepalingen van de RVV en de CVZ overtreden. In drie fragmenten rondom een - ruim 20 minuten durende - aflevering van GTST is te zien hoe een meisje alleen een Fruittella snoeppot leegeet. De indruk dat de consumptie van het snoep binnen een kort tijdsbestek plaatsvindt, wordt versterkt door het beeld van het op de achtergrond varende bootje, dat in het eerste fragment het beeld binnen komt varen en in de volgende twee fragmenten nauwelijks verder is gevaren. Aldus is in deze uiting, die overigens naar het oordeel van de Commissie niet specifiek op kinderen onder 13 jaar is gericht, sprake van overmatige consumptie c.q. excessief gebruik van Fruittella snoep.

Krachtens artikel 6 CVZ dient televisiereclame voor zoetwaren op een van de in dit artikel beschreven wijzen een door de Reclame Code Commissie vastgestelde, gestileerde afbeelding van een tandenborstel te tonen. Als erkend is komen vast te staan dat een dergelijke afbeelding in de onderhavige uiting ontbreekt. Het gegeven dat door adverteerder de onderhavige billboarding wordt gezien als sponsoring, laat onverlet dat de uitingsvorm van deze sponsoring een reclame-uiting is volgens de definitie van de Nederlandse Reclame Code en in de zin van de CVZ. Het voorschrift van artikel 6 CVZ is derhalve op de bestreden uiting van toepassing.

Daargelaten de vraag of in geval van een humoristisch karakter van de uiting deze niet strijdig met de RVV en de CVZ zou worden bevonden, is naar het oordeel van de Commissie in de onderhavige billboarding, die als zelfstandige uiting ter beoordeling is voorgelegd, geen sprake van de door adverteerder bedoelde ‘knipoog’.

RB 1464

Reclame omtrent niet nicotinehoudende e-sigaret mag

Vzr. RCC 10 juli 2012, dossiernr. 2012/00554 (Tommy Teleshopping)

Tabak. Strijd met de wet. Het betreft een commercial op Tommy Teleshopping, waarin de niet nicotinehoudende e-sigaret wordt aangeprezen als een alternatief voor gewone sigaretten.

Klager stelt dat voor de e-sigaret geen reclame mag worden gemaakt omdat, in afwachting van de nieuwe regels uit Brussel, de minister heeft vastgesteld dat ert niet mee geadverteerd mag worden.

De voorzitter wijst de klacht af. Er is geen regelgeving die reclame voor niet nicotinehoudende e-sigaretten verbiedt. Het staat de adverteerder vrij reclame te maken voor dit product.

Het oordeel van de voorzitter
De voorzitter is van oordeel dat de Commissie de klacht zal afwijzen. Hij overweegt daartoe het volgende. Adverteerder stelt dat de reclame-uiting betrekking heeft op een niet nicotinehoudende e-sigaret, hetgeen de voorzitter juist acht. Anders dan klager stelt, is er geen regelgeving die reclame voor niet nicotinehoudende e-sigaretten verbiedt. Derhalve staat het adverteerder vrij reclame te maken voor dit product. Wel dient adverteerder zich krachtens artikel 8.3 lid b van de Reclamecode te houden aan gedragscodes waaraan hij zichzelf gebonden verklaart. Uit verweer van adverteerder blijkt dat de “Gedragscode reclame-uitingen niet nicotine houdende elektronische sigaret” van 19 november 2008 van toepassing is. Nu niet is gesteld of gebleken dat de reclame in strijd is met deze gedragscode, acht de voorzitter de klacht ongegrond.

RB 1463

Gehandicapt dochtertje in commercial niet onfatsoenlijk

RCC 20 juli 2012, dossiernr. 2012/00638
RCC 20 juli 2012, dossiernr. 2012/00638A

RCC 20 juli 2012, dossiernr. 2012/00638B
RCC 20 juli 2012, dossiernr. 2012/00638C
RCC 20 juli 2012, dossiernr. 2012/00638D
RCC 20 juli 2012, dossiernr. 2012/00638E (Reclamespotje Diederik Samson)

Subjectieve normen. Ideële reclame. Het betreft een televisiecommercial, waarin Diederik Samson, partijleider van de PvdA, toelicht waarom hij de politiek in is gegaan en hoe hij de politiek bedrijft. Hierin zegt hij onder andere: “Mijn kinderen bepalen mede wie ik ben en hoe ik politiek bedrijf. De volgende generatie heeft voor mij twee heel concrete gezichtjes. (…) Ik geloof in de kracht van mensen. Ik geloof dat we samen tot grote dingen in staat zijn. Samen Nederland sterker en socialer maken. Thuis komt dat soms heel dichtbij. Mijn dochtertje is geboren met een handicap. Met heel veel oefenen en hulp van buitenaf komt ze er wel, want ze heeft het doorzettingsvermogen van een dieseltrein. Lopen kan ze al, en aan rekenen en schrijven werken wij nu hard. (…) Goede zorg, het beste onderwijs, een duurzame economie. Voor mijn kinderen, voor hun leeftijdgenootjes, voor de toekomst. Daar strijd ik voor, met alles wat ik in me heb.”

De klachten bestaan uit het feit dat het dochtertje van Diederik Samson voor politieke doeleinden wordt gebruikt en de PvdA hiermee alle fatsoensnormen te buiten gaat. Ook wordt geklaagd over de privacy van het dochtertje en de ongepaste beïnvloeding van potentiële PvdA stemmers.

De Commissie oordeelt het van belang dat het in het onderhavige geval gaat om een reclame-uiting van een politieke partij. Het is de keuze van Samson om in het kader van de verkiezingscampagne een kijkje te geven in zijn gezinssituatie. De Commissie stelt vast dat niet kan worden geoordeeld dat de wijze waarop hieraan invulling is gegeven deze in strijd is met de goede smaak en het fatsoen. Ongeacht hoe men denkt over het laten figureren van familieleden in een commercial en de mogelijke gevolgen die dit wellicht voor de betrokkene(n) kan hebben, geldt niet dat daardoor sprake is van een reclame-uiting die naar hedendaagse maatschappelijke opvattingen als ontoelaatbaar moet worden beschouwd.

Alle klachten worden afgewezen.

Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met criteria zoals de goede smaak of het fatsoen, zoals klager kennelijk met zijn klacht bedoelt, stelt de Commissie zich terughoudend op. In een dergelijk geval dient immers te worden getoetst aan subjectieve normen waarbij, anders dan bij objectieve normen, de persoonlijke waardering een belangrijke rol speelt. Bij toetsing van een uiting aan subjectieve normen beoordeelt de Commissie of volgens huidige maatschappelijke opvattingen de grenzen van het toelaatbare zijn overschreden. Voorts is van belang dat in het onderhavige geval sprake is van een reclame-uiting van een politieke partij. Indien een dergelijke uiting voor denkbeelden in strijd met de Nederlandse Reclame Code (NRC) wordt bevonden, dan kan de Commissie de adverteerder slechts vrijblijvend adviseren zich voortaan van een dergelijke wijze van reclame maken te onthouden.

In de on­derhavige televisiespot presenteert Diederik Samsom zijn politieke visie en verwijst daarbij onder meer naar zijn dochter die een handicap heeft. Het is de keuze van Samsom om in het kader van de verkiezingscampagne een kijkje te geven in zijn gezinssituatie. Niet kan worden geoordeeld dat de wijze waarop hieraan invulling is gegeven, op grond van het loutere feit dat sprake is van een gehandicapt kind, in strijd met de goede smaak en het fatsoen is. Ongeacht hoe men denkt over het laten figureren van familieleden in een commercial als de onderhavige en de mogelijke gevolgen die dit wellicht in de toekomst voor de betrokkene(n) kan hebben, geldt naar het oordeel van de Commissie dat niet reeds daardoor sprake is van een reclame-uiting die naar hedendaagse maat­schap­pelijke opvattingen als ontoelaatbaar moet worden beschouwd.

RB 1462

Geen reis voor actietarief beschikbaar

CVB RCC 19 juli 2012, dossiernr. 2012/00343 (NS Hispeed)

Bijzondere Reclamecode. Betreft het aanbod van treinreizen met de Thalys naar Parijs op de website van NS Hispeed voor het tarief van € 35,-.

Klaagster heeft een aantal tickets met een totaalprijs van € 140,- geselecteerd tegen het actietarief van € 35,- per persoon. Bij het afrekenen verscheen echter de volgende mededeling op de site: “De prijs is aangepast. Tijdens het boeken blijkt het geselecteerde tarief niet meer beschikbaar te zijn. De nieuwe prijs wordt € 320,-”. Volgens een medewerkster van NS Hispeed zijn er rondom weekenden slechts zeer weinig tickets voor het actietarief beschikbaar en dient men zeker 3 maanden van te voren te boeken. Klaagster twijfelt of NS Hispeed ingevolge de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR) voldoet aan het zorg dragen voor een redelijke beschikbaarheid van de aangeboden diensten tegen het actietarief.

De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC en in strijd met de zorgplicht voor een redelijke beschikbaarheid van de door haar aangeboden dienst voor de genoemde prijs van € 35,-.

Volgens het College had NS Hispeed maatregelen dienen te nemen om te voorkomen dat de consument die een reis voor een actietarief meent te boeken later wordt geconfronteerd met het feit dat geen reis voor dit tarief beschikbaar blijkt. Op de website van NS Hispeed wordt bij stap 2 van het bestellen het volgende getoond: 'indicatief op basis van beschikbaarheid'.

De gemiddelde consument moet daaruit afleiden dat de reis die hij heeft geselecteerd mogelijk toch niet voor de prijs op basis van het actietareif beschikbaar is. De uiting is dus in strijd met artikel V onder 2 RR in verbinding met artikel 7 NRC, misleidende reclame. Volgens het College was er sprake van een redelijke beschikbaarheid van stoelen tegen het actietarief. Het College vernietigt de beslissing van de Commissie voor zover het betreft het oordeel van de Commissie dat in verband met het aantal beschikbare tickets voor het actietarief artikel V onder 1 RR is overtreden.

Ten aanzien van Grief 1
2. Het College is van oordeel dat voorgaande handelwijze niet voldoet aan de eisen van ar­tikel V onder 2 Reclamecode Reisaanbiedingen (RR). Ingevolge dit artikel dienen reclame-uitingen voor diensten die niet meer beschikbaar zijn onverwijld te worden gestaakt. Tot deze ver­plichting dient ook te worden gerekend het onverwijld stoppen van het tonen van actie­tarieven voor dagen dat uitsluitend nog voor een regulier tarief kan worden geboekt. Uit het bepaalde in artikel V onder 2 RR, zoals dat artikel in samenhang met de rege­ling inzake misleidende reclame in de artikelen 7 en 8 van de Neder­land­se Reclame Code (NRC) dient te wor­den uitgelegd, volgt immers dat de consument erop moet kunnen vertrouwen dat hij de rei­zen die hij in een boe­kings­module kan se­lec­teren, ver­vol­gens daad­werkelijk kan boe­ken, óók in­dien een actietarief van toepassing is. NS Hispeed had op grond van de hiervoor genoemde bepalingen maatregelen dienen te ne­men ten­ein­de te voorkomen dat de consument die via haar website een reis voor een actie­tarief meent te boeken later wordt gecon­fron­teerd met het feit dat geen reis voor dit tarief beschikbaar blijkt.

3. Door het ontbreken van deze maatregelen en nu in stap 2 geen enkele mededeling staat waaruit de consument kan afleiden op welke dagen het nog wel mogelijk is te boe­ken voor het actie­tarief, dient de consument die wil boeken voor dat ­tarief en die daarin niet slaagt omdat na stap 2 voor de geselecteer­de reis geen actietarief be­schikbaar blijkt, telkens op­nieuw een reis te se­lec­­teren tot­dat hij proefondervindelijk erin slaagt een reis voor het actietarief te boeken. Dit kan niet van de con­su­ment wor­den gevergd. Niet gesteld of gebleken is overigens dat het voor NS Hispeed niet mogelijk zou zijn om door middel van een technische voorziening ervoor te zor­gen dat de consument niet langer reizen kan selecteren die tegen een actietarief worden aangeboden, maar die niet meer voor een dergelijk tarief beschikbaar zijn.

4. Aan de in artikel V onder 2 RR bedoelde verplichting, zoals dat artikel in samen­hang met de rege­ling inzake misleidende reclame in de artikelen 7 en 8 NRC dient te worden uitgelegd, wordt niet voldaan door in stap 2 de volgende medede­ling te tonen: “indi­ca­tief op basis van beschik­baar­heid”. Deze mededeling houdt overigens een aan­wijzing (indicatie) in die niet zo duidelijk is, dat de gemiddelde consument daaruit moet afleiden dat de reis die hij heeft geselecteerd mogelijk toch niet voor de prijs op basis van het actietarief be­schikbaar is. Het College komt derhalve, zij het op ande­re gronden dan de Com­mis­sie, tot het oordeel dat de uiting in strijd is met de Re­cla­mecode Reisaan­bie­din­gen, te weten met artikel V onder 2 RR, in verbinding met artikel 7 NRC.

Ten aanzien van grief 2
5. Het College stelt voorop dat ten aanzien van de vraag of in een concreet geval spra­ke is van een redelijke beschikbaarheid, geen vaste ondergrens geldt. Een der­gelijke on­der­­grens volgt ook niet uit de door NS Hispeed genoemde beslis­singen. Derhalve zal, mede gelet op de toelichting bij artikel V onder 1 RR, van geval tot geval dienen te worden beoor­deeld of er een re­de­lijke beschikbaarheid is.

6. Uitgaande van de door NS Hispeed in beroep overgelegde gegevens, die geïnti­meer­de onvoldoende heeft betwist, waren er op 22 juni 2012 in totaal 132 stoelen voor het actietarief be­schikbaar en op 25 juni 2012 67 stoelen. Ook indien deze stoelen, zoals geïntimeerde stelt, over verschillende treinen dienen worden ver­deeld, is naar het oordeel van het College in het onderhavige geval sprake van een redelijke beschikbaar­heid. Grief 2 treft derhalve doel, zodat wordt beslist als volgt.