Keuze voor korting of een upgrade betrekking op huidige al betaalde hostingpakket
RCC 1 oktober 2015, RB 2555, dossiernr. 2015/00896 (Hostingpakket)
Aanbeveling. Uitzenden ICT. De uiting: Het betreft de volgende aanbieding van ‘hostingpakket 2’ op adverteerders website www.budgetwebhosting.nl: “Hostingpakket 2 (incl. E-mail Pakket)1250 MB, 12.5 GB, € 24,00, € 12,-” en: “Prijs € 12,00 per jaar (eenmalige set-up kosten € 8,65) Hostingpakket 2: Gratis domein! 1250 MB webruimte,12.5 GB dataverkeer per maand”. De klacht: In de uiting wordt als inhoud van ‘hostingpakket 2’ 1250 MB webruimte en 12.5 GB dataverkeer per maand beloofd. Nadat klager het pakket had besteld (en betaald), bleek dat hij slechts 250 MB webruimte en 2.44 GB dataverkeer kreeg. Nadat klager hierover contact had opgenomen met adverteerder, bleek hem dat onder in de uiting in kleine lettertjes staat dat incasso nodig is. Klager heeft de incasso in orde gemaakt door het invullen en aan adverteerder toesturen van het ‘formulier automatische incasso’ (welk formulier door klager is overgelegd [en in kopie als bijlage 2 aan deze uitspraak is gehecht]). Desondanks werd klagers limiet voor webruimte en dataverkeer niet verhoogd. Desgevraagd werd klager meegedeeld dat dit het gevolg is van zijn op het incassoformulier ingevulde keuze voor “10% korting” in plaats van voor “extra webruimte en dataverkeer”. Klager acht het niet duidelijk dat de keuze voor korting of een upgrade betrekking heeft op het huidige al betaalde hostingpakket.
Het oordeel van de Commissie:
In de bestreden uiting wordt ‘hostingpakket 2’ met 1250 MB webruimte en 12.5 GB dataverkeer per maand aangeboden voor € 12,00 per jaar in plaats van de gebruikelijke prijs van € 24,00. In de beschrijving van het ‘hostingpakket 2’ staat onder meer “Betaling per jaar middels automatische incasso”. Voorts staat onder in de uiting, na de beschrijving van alle door adverteerder aangeboden hostingpakketten en onder de links naar deze pakketten, in kleine letters (voor zover hier van belang): “Genoemde pakketten i.c.m. incasso excl. BTW & domein.” De Commissie acht voldoende aannemelijk geworden dat bij betaling per incasso het ‘hostingpakket 2’ met genoemde inhoud daadwerkelijk voor € 12,00 per jaar besteld kan worden. Op grond hiervan kan de bestreden uiting zelf niet onjuist of misleidend worden geacht. Niettemin is de Commissie van oordeel dat sprake is van oneerlijke reclame in de zin van artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), nu de gemiddelde consument in het op de uiting volgende bestelproces in verwarring wordt gebracht. Uit de klacht en de daarbij gevoegde e-mailcorrespondentie tussen klager en adverteerder blijkt immers dat het ontvangen van ‘hostingpakket 2’ met de geadverteerde inhoud van 1250 MB en 12.5 GB niet alleen afhankelijk is van betaling per incasso, maar ook van het uitdrukkelijk aangeven van de keuze “extra”/“5 keer meer webruimte en dataverkeer” op het ten behoeve van de automatische incasso in te vullen formulier. Wordt gekozen voor de andere optie “10% korting op uw totale factuurbedrag”, dan bestaat de inhoud van het ‘hostingpakket 2’, naar adverteerder niet heeft weersproken, uit 250 MB webruimte en 2.44 GB dataverkeer per maand. Naar het oordeel van de Commissie is voor de gemiddelde consument niet duidelijk dat de geadverteerde 1250 MB webruimte en 12.5 GB dataverkeer per maand kennelijk een upgrade betreffen van een basispakket met 250 MB en 2.44 GB, welke upgrade de consument alleen ontvangt indien hij deze keuze op het incassoformulier uitdrukkelijk vermeldt, en dat bij de keuze voor 10% korting niet de in de uiting genoemde webruimte en dataverkeer worden verkregen maar slechts een vijfde deel daarvan. Door bovengenoemde onduidelijkheid kan de consument op het verkeerde been worden gezet en tot een transactie besluiten waartoe hij niet besloten zou hebben indien hem duidelijk was gemaakt - in de uiting of tijdens het bestelproces - wat de gevolgen van zijn keuze voor korting of een upgrade zijn. De Commissie acht een dergelijke verwarrende wijze van informatieverstrekking in strijd met de vereisten van professionele toewijding als bedoeld in artikel 7 NRC. Daarom wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Keurmerk. Reclamerecht. Contractenrecht. Eiseres heeft zich in juli 2014 ingeschreven voor een bij gedaagde te volgen cursus tot het worden van zogenoemd Hijama-therapeut. Gedaagde voerde ten tijde van het sluiten van de overeenkomst op haar website ten onrechte een aantal kwaliteitskeurmerken, namelijk die van AVAR (visitatiebureau kwaliteitscontrole in de zorg), BVHC (Beroepsvereniging voor hijama en cupping), BAH (British Association Hirudotherapy) en NVF (Nederlandse Vereniging Fytotherapie). Indien een handelaar een kwaliteitslabel aanbrengt zonder daarvoor de vereiste toestemming te hebben, dan is op grond van artikel 6:193g aanhef en onder b BW onder alle omstandigheden sprake van een misleidende handelspraktijk. De overeenkomst is vernietigbaar omdat deze als gevolg van een oneerlijke handelspraktijk tot stand is gekomen.
Bijdrage ingezonden door Jetse Sprey,
Reclamerecht. Skyscanner exploiteert een vergelijkingswebsite voor vliegtickets. Bij de Stichting Reclame Code (SRC) konden klachten worden ingediend, zo is er een ingediend tegen Skyscanner. Er werden vliegtickets aangeboden zonder dat daarbij werd vermeld dat behalve de prijs ook onder meer een bedrag aan boekingskosten in rekening wordt gebracht. De rechtbank oordeelt dat ingeval van een onjuiste beslissing door de SRC en bijkomende omstandigheden, sprake kan zijn van onrechtmatigheid. Dit is het geval als ten tijde van de uitspraak bekend was of had moeten zijn dat de beslissing in rechte als onjuist zou worden bestempeld. Bijvoorbeeld als een andersluidende rechterlijke uitspraak is gedaan. Op grond van het
Voorzitterstoewijzing. Misleiding vastgoed. De uiting: Het betreft een per e-mail aan klager verzonden nieuwsbrief van adverteerder waarin onder meer een appartement aan de Hudsonstraat te Amsterdam te koop werd aangeboden. De klacht: Klager stelt, samengevat, dat hij op grond van de nieuwsbrief was geïnteresseerd in het genoemde appartement. Navraag bij de makelaar wees echter uit dat het appartement in de week voorafgaand aan het verzenden van de nieuwsbrief was verkocht. De makelaar deelde bovendien mee dat het vaker voorkomt dat adverteerder doet voorkomen dat woningen nog te koop staan, terwijl deze dan al verkocht zijn. Adverteerder maakt zich aldus schuldig aan een werkwijze waarbij potentiële kopers willens en wetens worden misleid.
Afwijzing. Elektronische apparaten. De uiting: Het betreft een uiting op de website van adverteerder www.tele2.nl, voor zover hierop staat: “Sim Only Abonnement v Maandelijks opzegbaar (…) v Gratis je bundel aanpassen (…) v Een 4G-ready simkaart. Je krijgt van ons een 3-in-1 simkaart die 4G-ready is en werkt in elke telefoon. Maar is jouw telefoon zelf wel 4G-ready? Doe de 4G-Ready Check en kom erachter.” De klacht: Klager heeft een mobiel telefoonabonnement bij adverteerder afgesloten omdat hij in de veronderstelling verkeerde dat hij dan direct kon beschikken over een 4G (internet)verbinding. Twee maanden later had hij echter nog steeds geen 4G verbinding (wel een 3G verbinding). De helpdesk heeft vervolgens aan klager meegedeeld dat het nog enkele maanden kon duren voordat hij over een 4G verbinding zou kunnen beschikken. Klager acht de uiting dan ook misleidend.
Onrechtmatige publicatie. Eiser heeft in Het Parool een advertentie geplaatst voor zijn praktijk die volgens de voorzitter van de Reclame Code Commissie [
Oneerlijke marktpraktijk. Verzoekster is een beroepsvereniging van taxichauffeurs in Barcelona. Zij vraagt in oktober 2014 om verweerster Uber Systems Spain te veroordelen op grond van oneerlijke mededinging en staken van haar (oneerlijke) activiteiten. De verwijzende Spaanse rechter (Handelsrechter Barcelona) moet er rekening mee houden dat verweerster verbonden is met Uber Technologies Inc, een internationaal platform dat zich zowel binnen als buiten de EU voornamelijk richt op het leveren van technische, organisatorische en om het even welke andere middelen om het gebruikers en eigenaars van motorvoertuigen (auto’s) mogelijk en eenvoudiger te maken om voor stedelijke verplaatsingen met elkaar in contact te komen. Zowel de autobezitter als het platform krijgt voor het verlenen van deze dienst een vergoeding. De pijn zit in het feit dat verweerster voor de diensten die zij in Spanje verricht niet over de nodige vergunningen beschikt zoals voorgeschreven in het stadsreglement van Barcelona. Ditzelfde geldt voor de uitvoerders van de diensten. De vraag is dan ook of het niet-beschikken over de voorgeschreven vergunningen moet worden beschouwd als een oneerlijke marktpraktijk. Verweerster stelt echter dat de door haar geleverde diensten vallen onder Richtlijn 98/34 en dus niet aan voorafgaande vergunningen onderworpen mogen worden. De verwijzende rechter zal dus moeten beslissen welke diensten het hier betreft: vervoersdiensten, diensten van de informatiemaatschappij dan wel een combinatie van beide. Hij legt het HvJEU de volgende prejudiciële vragen voor:
Vrij verkeer van diensten. Reclame. Verzoeksters maken bezwaar tegen een besluit van 25-06-2013 van verweerster AGCOM (Autorità per le garanzie nelle comunicazioni - reclameAut) waarin deze heeft beslist dat in het vervolg ook vennootschappen met statutaire zetel buiten Italiaanse een ‘verklaring omtrent economische gegevens’ (IES) moeten verstrekken, ook als deze al wordt verantwoord in jaarrekeningen. Volgens verweerster is deze aanpassing van de wet noodzakelijk geworden nadat bij wet van 18-05-2012 is bepaald dat ondernemingen die reclamediensten aanbieden via radio en televisie, dagbladen of tijdschriften, het web of andere vaste of mobiele digitale media verplicht zijn zich in te schrijven in het register van aanbieders van communicatiediensten (ROC) en daarnaast ook omzet (op de Italiaanse markt) afkomstig van reclame online en op de diverse platformen, ook in directe vorm, met inbegrip van de middelen vergaard door middel van zoekmotoren, sociale media en deelmedia is opgenomen onder de totale omzet van het geïntegreerde communicatiesysteem.
Voorzitterstoewijzing. De uiting: Het betreft de televisiecommercial en het op adverteerders facebookpagina (www.facebook.com/schollnederland) geplaatste filmpje. In deze uitingen is, na de in beeld verschijnende tekst “Wat als…oud recht geeft op nieuw?”, te zien hoe personen hun oude schoenen of hun auto zonder betaling omruilen voor nieuwe schoenen respectievelijk een nieuwe auto. Vervolgens wordt onder meer gezegd: “Nee, in het echte leven kun je niet de oude spullen voor nieuwe omwisselen. Wel, tot nu. Sluit je aan bij 350 Nederlandse vrouwen. Ruil je oude voetvijl nu in voor de nieuwe Scholl Express Pedi. (…) Ga naar www.scholl.nl om te weten hoe.”