RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Internet  

RB 936

Antwoord op kamervragen inzake NLse depositogarantiestelsel

Aanprijzing ‘Rabobank.be valt onder de Nederlandse wetgeving. Het zijn dus de banksector en de Nederlandse overheid die uw kapitaal garanderen. Uitstekende garanties kortom’?

5. Deelt u de mening dat het ongewenst is dat de Rabobank van plan is 25 miljard euro spaargeld via internet op te halen in Belgie, Frankrijk en Duitsland, waarbij de Nederlandse algemene middelen garant staan?

6. Hoe verhoudt deze manier van informeren zich tot de regel dat geen reclame mag worden gemaakt over een depositogarantiestelsel? Druist de bij vraag 2 genoemde aanprijzing niet in tegen het Nederlandse belang? Bent u niet van mening dat er geen Nederlands belang mee gediend is dat buitenlandse spaarders via het internet hun geld naar Nederlandse banken brengen, met garantie van de Nederlandse overheid?

Antwoord:

een financiële onderneming op grond van artikel3:264, lid 1, Wet op het financieel toezicht (Wft) niet is toegestaan deze informatie voor reclamedoeleinden te gebruiken. Lid 2 van dit artikel staat wel toe dat een bank in een reclame-uiting vermeldt dat op haar een vangnetregeling van toepassing is. Het is niet aan mij om te oordelen of de informatie die de Rabobank op haar website had opgenomen in strijd is met lid 1 van dit artikel. De Nederlandsche Bank (DNB) ziet hierop toe en kan zo nodig direct of indirect corrigerend optreden. Echter, ik kan me voorstellen dat de door de vraagsteller aangehaalde tekst wervend over kan komen, en dat de tekst niet voldoende tot uitdrukking brengt dat de kosten van het DGS ten laste komen van de banken. Ook de Rabobank heeft aangegeven dat de tekst op de Belgische website van de Rabobank de suggestie wekte dat deze voor reclamedoeleinden was bedoeld. De Rabobank heeft aangegeven dat dit niet had mogen gebeuren en heeft de tekst aangepast om deze suggestie weg te nemen.

Lees kamervragen hier (link en pdf)

Artikel 3:264 Wft
1.Het is een financiële onderneming niet toegestaan informatie over een vangnetregeling ten behoeve van reclamedoeleinden te gebruiken.
2.Het eerste lid is niet van toepassing op financiële ondernemingen die in een reclame-uiting vermelden dat op hen een vangnetregeling van toepassing is.

RB 929

Huis kopen in 2011 slimme zet

RCC 28 maart 2011, Dossiernr. 2011/00101 (NVM huis kopen)

Reclamerecht. Uiting op bilboard en website van de NVM dat in 2011 een huis kopen een slimme zet is. Klager stelt dat reclame misleidend is, nu huizen minder waard worden en niet zeker is dat hypotheekrente blijft bestaan. Verweerder stelt dat er sprake is van een kopersmarkt, een lagere hypotheekrente, dat huis kopen een goede investering is op lange termijn en de hypotheekrenteaftrek ongewijzigd blijft volgens kabinet.

Commissie oordeelt dat verweerder voldoende heeft onderbouwd dat er sprake is van een kopersmarkt. Op website worden ook voorbeelden hiervan genoemd. Uiting is derhalve niet misleidend of onjuist. Sprake van geoorloofde overdrijving. Kabinet heeft aangegeven hypotheekrenteaftrek niet te wijzigen dus deze mededeling door NVM is niet onjuist. Wijst klacht af.

Naar door adverteerder gemotiveerd is gesteld en is onderbouwd aan de hand van de door haar bijgevoegde stukken, is in de aan de uiting onderliggende periode sprake van een zogenoemde ‘kopersmarkt’, hetgeen kort gezegd inhoudt dat de woningmarkt voor huizenkopers in het algemeen gunstiger wordt geacht dan voor verkopers. Op de website worden verschillende voorbeelden genoemd van marktomstandigheden die voor de huizenkopers over het algemeen gunstig kunnen worden geacht: een lage rente, de Nationale Hypotheek Garantie en de mededeling dat ‘het kabinet heeft aangegeven dat de hypotheekrenteaftrek niet wordt gewijzigd’.

De Commissie acht het voor de gemiddelde consument duidelijk dat deze in de advertentie genoemde gunstige marktomstandigheden om een huis te kopen, die overigens op zichzelf niet in geschil zijn, betrekking hebben op het feit dat sprake is van een kopersmarkt. Dat adverteerder op grond van het voorgaande zegt dat het een ‘slimme zet’ is om in 2011 een huis te kopen, acht de Commissie derhalve niet onjuist of misleidend. Naar het oordeel van de Commissie is in de bewuste mededelingen gebruik gemaakt van een geoorloofde, bij dergelijke wervende teksten gebruikelijke wijze van overdrijving.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)

RB 928

KPN Glasvezelpakket reclame bevat omissie

RCC 28 maart 2011, Dossiernr. 2011/00102 (KPN Glasvezelpakket)

Reclamerecht. Uitingen in folder en op website over mogelijkheden KPN Glasvezel: twee programma's tegelijkertijd opnemen en Programma Gemist. Klager stelt dat alleen Nederlandse producties zijn terug te kijken via Programma Gemist en dat het niet mogelijk is twee programma's tegelijk op te nemen. Verweerder erkent dat mogelijkheid twee programma's tegelijk opnemen onduidelijk is uitgelegd in folder en alleen van toepassing is op het pakket Goud.

Commissie oordeelt dat uitingen een omissie bevatten (art. 8.3 aanhef en onder c NRC) nu verweerder niet heeft weersproken dat alleen Nederlandse producties kunnen worden teruggekeken en twee programma's tegelijk opnemen alleen mogelijk is met pakket Goud. Strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling.

In de bestreden uitingen wordt meegedeeld dat via Programma Gemist in het Pluspakket uitzendingen van Nederland 1, 2, 3, Net 5, SBS 6, Veronica, RTL 4,5,7 en 8 tot tien dagen kunnen worden teruggekeken. Klagers bezwaar dat dit voor wat betreft via SBS 6 uitgezonden programma’s alleen geldt voor Nederlandse producties is door adverteerder niet weersproken. Nu in de uitingen ten aanzien van deze beperking geen informatie is verstrekt, is sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over aanschaf van het glasvezelpakket te nemen dat hij anders niet had genomen, zijn de folder en de website op dit punt misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Ditzelfde geldt voor de mededeling “Je kunt tv kijken en tegelijkertijd 2 andere tv-uitzendingen opnemen”, nu niet is vermeld dat deze informatie, naar adverteerder heeft erkend, alleen geldt voor het glasvezelpakket Goud.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 7 en art. 8.3 aanhef en onder c

RB 935

Notariskamer: tarieven moeten kenbaar zijn

Notariskamer Hof Amsterdam 17 mei  2011, LJN BQ5629 (notatis-appellant tegen notaris-geïntimeerde)

Reclame. Tarieven. Geen melding van vaste kostenopslagen op offerte. Hoge leges, buitensporig hoge extra werkzaamheden. Kosten aan verkoper bij kopen "kosten koper". Onzorgvuldig akten passeren. Klager verwijt de notaris dat deze het publiek misleidt en in strijd handelt met de bepalingen van de verordening beroeps- en gedragsregels. Het hof bekrachtigt de beslissing waarvan beroep. Tuchtrechtelijke maatregelen.

3. De notaris heeft verklaard dat de tarieven zoals deze staan vermeld op de site van “degoedkoopstenotaris.nl” moeten worden beschouwd als een indicatie. De aanvragers kunnen daaraan geen rechten ontlenen. Op die site kan, door de daartoe bestemde knop aan te klikken, een offerte worden aangevraagd. Die aanvraag wordt aan het notariskantoor toegezonden. Nadat die offerteaanvraag is ontvangen wordt door het notariskantoor telefonisch contact gezocht met de aanvrager. Bij die gelegenheid wordt naar de precieze bedoeling van de aanvrager gevraagd. Besproken wordt wat de aanvrager nodig heeft en ook worden de bijkomende kosten meegedeeld. De bijkomende kosten hangen af van aard van de zaak die moet worden behandeld.

4.3 Wat betreft de klacht onder 2. sub (iii) is de Kamer van oordeel dat, wat er zij van de hoogte van de tarieven die de notaris voor meerwerk in rekening brengt, de notaris in beginsel vrij is in de vaststelling daarvan. Wel dienen deze tarieven op voorhand aan potentiële cliënten kenbaar te zijn. Dat zijn ze, naar het oordeel van de Kamer, in onvoldoende mate. De tarieven voor diverse meerwerk staan weliswaar vermeld in de algemene voorwaarden, maar die algemene voorwaarden staan niet op de website “degoedkoopstenotaris.nl” en evenmin op de website van de notaris zelf. Naar de verklaring van de notaris worden potentiële cliënten die algemene voorwaarden eerst op hun daartoe strekkend verzoek, danwel met de bevestiging van de verkregen opdracht, toegezonden. De Kamer oordeelt ook deze klacht gegrond.

Lees de uitspraak hier (link)

RB 921

Tele2 mobiel: 300 min voor 12,50 p.m.

RCC 13 april 2011, Dossiernr. 2011/00232

Reclamerecht. Internetbanner met Tele2 mobiel aanbieding: 300 minuten voor 12,50 per maand. Klager stelt dat deze aanbieding geldt voor tweejarig abonnement, waarbij het actietarief alleen voor het eerste jaar geldt en het tweede jaar 27,50 per maand moet worden betaald. Verweerder stelt dat banner te weinig ruimte biedt voor alle voorwaarden, daarom wordt verwezen naar website waarop alle essentiële informatie staat.

Commissie oordeelt dat er sprake is van onjuiste informatie (art. 8.3 onder c NRC) omdat essentiële informatie over de maandelijkse kosten op de banner ontbreekt. Acht de uiting in strijd met art. 7 NRC.

Op deze banner worden 300 belminuten voor € 12,50 per maand bij een gratis Samsung Galaxy S telefoon aangeboden. Vast staat dat de aanbieding betrekking heeft op een tweejarig mobiel abonnement, waarvan de maandelijkse kosten alleen gedurende het eerste jaar € 12,50 bedragen en gedurende het tweede jaar € 27,50. Naar het oordeel van de Commissie moeten de maandelijkse kosten gedurende de gehele looptijd van het tweejarige abonnement worden beschouwd als een van de kernvoorwaarden van het abonnement, die reeds in de banner zelf vermeld hadden dienen te worden. De Commissie volgt adverteerder niet in diens stelling dat de banner als medium daartoe te beperkte ruimte biedt. Dat de informatie is op te vragen via de in de banner opgenomen link naar de website van Tele2 neemt niet weg, dat adverteerder blijkens het voorgaande te laat essentiële informatie heeft verstrekt die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in artikel 8.3 onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). De Commissie is voorts van oordeel dat de bestreden uiting de gemiddelde consument ertoe kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 7 en art. 8.3 onder c

RB 919

Q10 en paradontale aandoeningen

RCC 11 mei 2011, Dossiernr. 2011/00093

Reclamerecht. Aanprijzing Lamberts Co-enzym Q10 30mg op website. Klager vindt deze uiting in strijd met art. 2, art.4, art. 6 t/m 9 NRC nu in uiting o.a. staat: "Een gebrek aan CoQ10 wordt geassocieerd met parodontale aandoeningen." Ook acht klager uiting in strijd met reclamecode van Keuringsraad KOAG/KAG. Verweerder zegt advertentie te hebben aangepast aan de regels.

Commissie toetst alleen aan NRC. Zij vat geciteerde zin uit de uiting op als verboden medische claim (art. 20 lid 2 onder a Warenwet) en oordeelt dat er strijd is met art. 2 NRC. Ook acht zij dat er sprake is van onjuiste informatie (art. 8.2 aanhef en onder b NRC) dus in strijd met art. 7 NRC. Voor wat betreft de overige onderdelen, treft de klacht geen doel.

2) Op het in de bestreden uiting aangeprezen product Lamberts Co-enzym Q10 30mg, dat in de vorm van capsules in de handel wordt gebracht en om die reden kan worden aangemerkt als een voor orale nuttiging door de mens bestemd middel, is de Warenwet van toepassing. Ingevolge artikel 20 lid 2 onder a van de Warenwet is het verboden eet- en drinkwaar aan te prijzen met gebruikmaking van vermeldingen of voorstellingen, die aan de waar eigenschappen toeschrijven inzake het voorkomen, behandelen of genezen van een ziek­te van de mens, of die toespelingen maken op zodanige eigenschappen. De mededeling “Een gebrek aan CoQ10 wordt geassocieerd met parodontale aandoeningen (tandvlees)” dient naar het oordeel van de Commissie te worden opgevat als een verboden medische claim in de zin van artikel 20 lid 2 onder a van de Warenwet. De uiting is daarom in strijd met artikel 2 NRC.

3) Klager heeft voorts aangevoerd dat sprake is van misleidende reclame, nu de uiting “onwaar en onjuist” is. Adverteerder heeft daarop niet aannemelijk gemaakt dat Lamberts Co-enzym Q10 30mg de in de uiting daaraan toegeschreven heilzame werking ten aanzien van parodontitis heeft. Dit impliceert dat de uiting onjuiste informatie bevat over de van het product te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC, welke resultaten als een van de voornaamste kenmerken van het product moeten worden beschouwd. Om die reden is de uiting tevens misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regelingen: NRC art. 2, art. 7, art. 8.2 aanhef en onder b; Warenwet art. 20 lid 2 onder a
Zie ook eerdere uitspraak over soortgelijk product: RB 896

RB 907

Manna actie in strijd met RVA

RCC 28 maart 2011, Dossiernr. 2011/00231 (Manna)

Reclamerecht. Actie van restaurant Manna op website. Klager acht uiting in strijd met art. 20 RVA. Verweerder stelt dat er sprake is van een ludieke actie en dat er geen reclame wordt gemaakt voor alcolhoudende dranken.
Commissie oordeelt dat er sprake is van uiting in zin van NRC. Oordeelt deze in strijd met art. 20 RVA omdat er gratis flessen worden weggegeven. Doet aanbeveling.

Vooropgesteld is de Commissie van oordeel dat sprake is van een reclame-uiting in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). In de tekst worden zowel het restaurant, als de rosé van Manna, onder de aandacht gebracht. Dat, naar verweerder stelt, sprake is van een ludieke actie, doet hier niet aan af.

Nu deze reclame-uiting een actie betreft waarbij gratis flessen rosé wijn worden weggegeven, is deze uiting in strijd met artikel 20 RVA, waarin is bepaald dat reclame waarbij alcoholhoudende drank door een lid van de branche gratis aan particulieren wordt aangeboden niet is toegestaan.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regelingen: NRC art. 1; RVA art. 20

RB 917

Steekproef: te kleine groep

Hof 's-Gravenhage 17 mei 2011, KG ZA 09-1645 (Architectenweb B.V. tegen Sdu Uitgevers B.V.) met dank aan Lars Bakers en Floor de Ruijter, Bingh Advocaten

In navolging van IEF 8857 en IEF 8510. Reclamerecht. Architectenweb stelt dat SDU zich van misleidende reclame heeft bediend bij aanprijzen vakblad De Architect. (6:194 BW) Vorderingen afgewezen in eerste instantie (IEF 8510). Steekproef als bewijs. Te kleine groep (82 v/d 9.699 in het 'architecten-segment'), nalaten melding van bredere context in brochure. Crossmediaal bereik komt vrijwel geheel voor rekening van het vakblad.

Geen verbod brochure, wegens ontbreken spoedeisend belang, brochure wordt niet (meer) openbaar gemaakt. Onvoldoende gespecificeerd verbod op mededelingen met overeenkomende strekking. Eisvermeerderingen, ongeoorloofde reclame in mailing, feitelijk onjuiste mededeling gebruikers op website en onrechtmatige wijze profiteren dmv domeinnaamregistratie) worden allen afgewezen. Ook geen overige onrechtmatig handelen. Wel rectificatie gedurende twee maanden op o.a. www.dearchitect.nl.

12. (...) Volgens Sdu is 82 dus ruim voldoende. Sdu laat evenwel na te vermelden deze dezelfde bladzijde, één zin later, wordt aanbevolen om een steekproefgrootte van minimaal 100 te nemen; dan is 82 dus ruim onvoldoende. Wat hier ook verder van zij, dergelijke algemene uitspraken zijn niet toegesneden op het onderhavige geval. Het hof gaat hier aan voorbij. In de derde plaats blijkt volgens Sdu uit de uitgevoerde non-response analyse dat 82 een representatieve steekproefgrootte is. Deze analyse is echter niet in het geding gebracht, zodat het hof ook deze stelling als onvoldoende onderbouwd passeert.

13. Uit het voorgaande volgt dat de gebruikte steekproefgrootte van 82 naar gebruikelijke normen te klein is om verantwoord de gewraakte uitspraak over de onderhavige populatie (de mededeling in de brochure) te kunnen doen.

14. (...) Architectenweb heeft aangevoerd dat 'architect' in Nederland een beschermd beroep en een beschermde titel is (Stb. 1987, 347), en dat het desbetreffende onderzoek van The Choice niet uitsluitend onder architecten heeft plaatsgevonden. De enquêtes zijn name afgenomen onder 82 respondenten 'binnen het segment architect, zo blijkt uit het rapport van The Choice (blz. 16). Het onderzoek blijkt te zijn gedaan onder diverse typen beroepen die in de architectenbranche voorkomen, zoals tekenaars, managers en secretaresses. Uit de vragenlijst blijkt ook niet dat specifiek naar beroep of registratie is gevraagd (rapport The Choice, blz. 4). Derhalve is niet uitgesloten dat ook niet-architecten in de (toch al te kleine) steekproef van 82 respondenten zijn opgenomen. (...)

Lees de uitspraak hier (pdf - let op: 5,7 Mb)

RB 898

"Twintig juristen staan achter u"

RCC 26 april 2011, Dossiernr. 2011/00209 (Keizersgracht Juristen)

Reclamerecht. Reclame voor Keizergracht Juristen: "twintig juristen staan achter u" en "met recht de beste." Klager acht reclame in strijd met waarheid, goede smaak en fatsoen omdat er geen twintig juristen werkzaam zijn. Acht reclame oneerlijk en misleidend. Verweerder stelt dat twintig juristen hen ter beschikking staan, zij werken echter niet allemaal in loondienst, maar ook via andere samenwerkingsverbanden. Repliek en dupliek. Commissie acht klacht ongegrond nu verweerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij 20 juristen tot haar beschikking heeft. Ook is de slogan "met recht de beste" niet in strijd met NRC. Wijst klacht af.

1. De slogan “twintig juristen staan achter u”.

Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde lezer deze tekst -in de context van de bestreden uitingen- opvatten in die zin dat er in het kader van de dienstverlening door De Keizersgracht Juristen in elk geval “twintig juristen” beschikbaar zijn, om de klant bij te staan. Noch in de slogan zelf, noch in de bestreden uitingen waarin deze slogan voorkomt, ligt naar het oordeel de suggestie besloten dat al deze juristen in loondienst zijn van de Keizersgracht Juristen, ook niet door de bij de klacht overgelegde opsomming op www.keizersgracht.nl van een aantal personen, en wel minder dan 20, met een meesterstitel.

Adverteerder heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij samenwerkt met diverse juristen waaronder advocaten in binnen- en buitenland, die op basis van het abonnement dat klanten bij adverteerder afsluiten, kunnen worden ingeschakeld. Naar adverteerder niet althans onvoldoende weersproken heeft meegedeeld, gaat het inmiddels om een veelvoud van 20 juristen, terwijl er 15 jaar geleden, toen de slogan gelanceerd werd, sprake was van een groep van 20 juristen.  

Nu adverteerder een beroep kan doen op tenminste 20 juristen, acht de Commissie de klacht ongegrond.

2. Voor zover in de bestreden uitingen met betrekking tot “De Keizersgracht Juristen” is vermeld: “met recht de beste”, leidt dat niet tot het oordeel dat die uitingen in strijd zijn met de Nederlandse Reclame Code. Deze tekst geeft duidelijk het subjectieve oordeel van adverteerder weer, waarbij sprake is van enige in reclame gebruikelijke, en toelaatbare overdrijving.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)

RB 890

1+1 actie Gilette bij Kruidvat misleidend

RCC 1 april 2011, Dossiernr. 2011/00150 (Gilette scheermesjes)

Reclamerecht. Uiting op website en uiting in winkel van Kruidvat over aanbieding 1+1 gratis op het gehele Gilette assortiment. Klager kocht twee 3-packs Gilette scheergel en moest de prijs van de twee producten betalen omdat volgens caissière de actie 1+1 gratis niet gold voor dit product. Nu dit niet bleek uit uitingen vindt klager deze misleidend. Verweerder stelt dat het ging om een actieverpakking en dat duidelijk is dat de 1+1 gratis actie niet voor actieverpakking geldt, dus vindt dat er geen sprake is van misleiding.

Commissie oordeelt dat er geen voorbehoud is gemaakt bij de 1+1 gratis actie en klager daarom terecht in de veronderstelling verkeerde dat tweede product gratis zou zijn. Acht de uiting onduidelijk (art. 8.2 aanhef en onder d NRC) en misleidend dus in strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling.

 

De mededeling “1+1 gratis” betekent dat men bij aanschaf van één product, er één product gratis bij krijgt. Klager verkeerde, naar het oordeel van de Commissie, daardoor terecht in de veronderstelling dat hij bij aanschaf van een 3-pack Gillette Fusion scheergel een tweede 3-pack Gillette Fusion scheergel gratis zou krijgen. Bovenin de uiting staat dat de actie geldt voor een keuze uit het hele Gillette heren en dames assortiment en dat alle combinaties mogelijk zijn. Er wordt geen enkel voorbehoud gemaakt, ook niet in de verschillende asterisken waarnaar in de tekst wordt verwezen. Er was dan ook geen enkele reden om te veronderstellen dat de actie niet zou gelden voor een 3-pack Gillette Fusion scheergel. Nu de actie niet voor dit product blijkt te gelden, acht de Commissie de uiting misleidend.

Blijkens het voorgaande acht de Commissie de uiting voor de gemiddelde consument  onduidelijk als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 7 en art. 8.2 aanhef en onder d.