RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Internet  

RB 898

"Twintig juristen staan achter u"

RCC 26 april 2011, Dossiernr. 2011/00209 (Keizersgracht Juristen)

Reclamerecht. Reclame voor Keizergracht Juristen: "twintig juristen staan achter u" en "met recht de beste." Klager acht reclame in strijd met waarheid, goede smaak en fatsoen omdat er geen twintig juristen werkzaam zijn. Acht reclame oneerlijk en misleidend. Verweerder stelt dat twintig juristen hen ter beschikking staan, zij werken echter niet allemaal in loondienst, maar ook via andere samenwerkingsverbanden. Repliek en dupliek. Commissie acht klacht ongegrond nu verweerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij 20 juristen tot haar beschikking heeft. Ook is de slogan "met recht de beste" niet in strijd met NRC. Wijst klacht af.

1. De slogan “twintig juristen staan achter u”.

Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde lezer deze tekst -in de context van de bestreden uitingen- opvatten in die zin dat er in het kader van de dienstverlening door De Keizersgracht Juristen in elk geval “twintig juristen” beschikbaar zijn, om de klant bij te staan. Noch in de slogan zelf, noch in de bestreden uitingen waarin deze slogan voorkomt, ligt naar het oordeel de suggestie besloten dat al deze juristen in loondienst zijn van de Keizersgracht Juristen, ook niet door de bij de klacht overgelegde opsomming op www.keizersgracht.nl van een aantal personen, en wel minder dan 20, met een meesterstitel.

Adverteerder heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij samenwerkt met diverse juristen waaronder advocaten in binnen- en buitenland, die op basis van het abonnement dat klanten bij adverteerder afsluiten, kunnen worden ingeschakeld. Naar adverteerder niet althans onvoldoende weersproken heeft meegedeeld, gaat het inmiddels om een veelvoud van 20 juristen, terwijl er 15 jaar geleden, toen de slogan gelanceerd werd, sprake was van een groep van 20 juristen.  

Nu adverteerder een beroep kan doen op tenminste 20 juristen, acht de Commissie de klacht ongegrond.

2. Voor zover in de bestreden uitingen met betrekking tot “De Keizersgracht Juristen” is vermeld: “met recht de beste”, leidt dat niet tot het oordeel dat die uitingen in strijd zijn met de Nederlandse Reclame Code. Deze tekst geeft duidelijk het subjectieve oordeel van adverteerder weer, waarbij sprake is van enige in reclame gebruikelijke, en toelaatbare overdrijving.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)

RB 890

1+1 actie Gilette bij Kruidvat misleidend

RCC 1 april 2011, Dossiernr. 2011/00150 (Gilette scheermesjes)

Reclamerecht. Uiting op website en uiting in winkel van Kruidvat over aanbieding 1+1 gratis op het gehele Gilette assortiment. Klager kocht twee 3-packs Gilette scheergel en moest de prijs van de twee producten betalen omdat volgens caissière de actie 1+1 gratis niet gold voor dit product. Nu dit niet bleek uit uitingen vindt klager deze misleidend. Verweerder stelt dat het ging om een actieverpakking en dat duidelijk is dat de 1+1 gratis actie niet voor actieverpakking geldt, dus vindt dat er geen sprake is van misleiding.

Commissie oordeelt dat er geen voorbehoud is gemaakt bij de 1+1 gratis actie en klager daarom terecht in de veronderstelling verkeerde dat tweede product gratis zou zijn. Acht de uiting onduidelijk (art. 8.2 aanhef en onder d NRC) en misleidend dus in strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling.

 

De mededeling “1+1 gratis” betekent dat men bij aanschaf van één product, er één product gratis bij krijgt. Klager verkeerde, naar het oordeel van de Commissie, daardoor terecht in de veronderstelling dat hij bij aanschaf van een 3-pack Gillette Fusion scheergel een tweede 3-pack Gillette Fusion scheergel gratis zou krijgen. Bovenin de uiting staat dat de actie geldt voor een keuze uit het hele Gillette heren en dames assortiment en dat alle combinaties mogelijk zijn. Er wordt geen enkel voorbehoud gemaakt, ook niet in de verschillende asterisken waarnaar in de tekst wordt verwezen. Er was dan ook geen enkele reden om te veronderstellen dat de actie niet zou gelden voor een 3-pack Gillette Fusion scheergel. Nu de actie niet voor dit product blijkt te gelden, acht de Commissie de uiting misleidend.

Blijkens het voorgaande acht de Commissie de uiting voor de gemiddelde consument  onduidelijk als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 7 en art. 8.2 aanhef en onder d.

RB 884

Geen logo van gratis tablet in uiting dus geen misleiding

Voorzitter RCC 8 april 2011, Dossiernr. 2011/00200 (Seats&Sofas)

Reclamerecht. Online folder op website waarin gratis touchscreen tablet wordt aangeboden bij aankoop bank. Klager acht uiting misleidend nu Apple iPad wordt afgebeeld en deze niet wordt weggegeven. Voorzitter oordeelt dat Commissie klacht zal afwijzen. Overweegt als volgt: er zijn tablets van verschillende merken op de markt en in de uiting is geen merk of logo te zien. Hierdoor kan niet de suggestie gewekt worden dat bij aankoop bank een iPad wordt weggegeven. Voorzitter wijst de klacht af.

De voorzitter is van oordeel dat de Commissie de klacht zal afwijzen en overweegt daartoe het volgende.

Er zijn inmiddels mediatablets van verschillende merken en modellen op de markt. In de bestreden uiting wordt door de afbeelding van de tablet, waarop geen merk of logo te zien is, en de tekst “10 inch touchscreen tablet” niet gesteld of de suggestie gewekt dat de bij aankoop van een bankstel aangeboden tablet een Apple iPad betreft.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)

RB 883

Proost!

RCC 11 april 2011, Dossiernr. 2011/00257 (Gall&Gall)

Reclamerecht. Digitale nieuwsbrief en website van Gall&Gall met reclame voor wijn. Klager stelt dat uiting in strijd is met art. 1 RvA nu overmatige consumptie wordt gestimuleerd. Ook acht klager de voorpagina van het boekje op de website in strijd met art. 18 RvA. Verweerder stelt dat er geen sprake is van strijd met art. 1 RvA en zegt dat er sprake is van reclame voor Gall&Gall en niet specifiek voor de wijn. De wijnfles is onderdeel van het logo van Gall&Gall.

Commissie oordeelt dat het verweerder vrij staat op wervende manier reclame te maken en dat er geen sprake is van stimulering van overmatige alcoholconsumptie. Acht uitingen derhalve niet in strijd met art. 1 RvA. Ook oordeelt Commissie dat uitingen in overeenstemming zijn met art. 18 RvA nu het boekje als geheel dient te worden gezien. Wijst klacht af.

Met betrekking tot de verschillende uitingen overweegt de Commissie het volgende:

Ad 1. De Commissie stelt voorop dat het adverteerder vrij staat om in reclame voor alcoholhoudende drank op een wervende manier te wijzen op de prijs van die drank. De wijze waarop dat in dit geval gebeurt, leidt niet tot het oordeel dat de uiting in strijd is met artikel 1 RvA, waarop klager zich beroept.
Door de woorden ‘Met zulke prijzen… blijf je proosten’ -waarbij sprake is van enige in reclame gebruikelijke overdrijving, nu men in het algemeen niet veel vaker dan één maal proost- wordt naar het oordeel van de Commissie geen overmatige of anderszins onverantwoorde consumptie gesuggereerd of gestimuleerd. Daarbij komt dat voor zover al vaker dan één maal wordt geproost, dat niet per definitie betekent dat meer dan anders wordt gedronken. Met één glas kan immers meermalen worden geproost.

Ad 2. Naar het oordeel van de Commissie moet de voorpagina van het ‘100 wijnen boekje’ niet op zichzelf worden beschouwd, maar in combinatie met de inhoud van dat boekje en dient dit geheel te worden aangemerkt als een reclame-uiting van Gall & Gall.

Adverteerder heeft meegedeeld dat de “100 wijnen onder 5 euro” zoals bedoeld op de voorpagina alle zijn opgenomen in het boekje, elk onder aanduiding van plaats, streek of land herkomst.
Gelet op het bovenstaande is er sprake van reclame die in overeenstemming is met artikel 18 RvA, waarin -voor zover hier van belang- staat: “Toegestaan is slechts reclame voor alcoholhoudende drank onder aanduiding van de merk of handelsnaam, en bij wijn tevens onder aanduiding van de plaats, streek of land van herkomst”.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: RvA art. 1, art. 18

RB 879

Adapter retour onmogelijk zonder contact

Voorzitter RCC 7 april 2011, Dossiernr. 2011/00172 (adapter retour)

Reclamerecht. Uiting op www.adaptercentrum.nl over "niet goed, geld terug"-garantie. Klager stelt geen contact te hebben kunnen krijgen met adverteerder om accu te retourneren. Klaagt ook over logo thuiswinkelkeurmerk op de website. Verweerder stelt aan klager te hebben laten weten dat accu geretourneerd kon worden. Nu klager deze onderhands heeft verkocht, kan verweerder niets meer voor hem doen aldus verweerder.

Voorzitter acht dat Commissie klacht zal toewijzen en baseert zich op het volgende: nu klager geen contact kon krijgen met adverteerder en dit niet door verweerder is weersproken, is niet voldaan aan eis van art. 15c lid 1 aanhef en onder b BW. Hierdoor handelt adverteerder in strijd met art. 2 NRC. Voorzitter kan niet oordelen over logo thuiswinkelkeurmerk op website nu klager hier geen bewijs van heeft overlegd en laat het derhalve buiten beschouwing. Voorzitter doet aanbeveling.

1)  De voorzitter is van oordeel dat de Commissie de klacht zal toewijzen. Hij overweegt daartoe het volgende.
2)  In de reclame-uiting staat als voorwaarde voor het terugstorten van het aankoopbedrag dat het product dient te worden retour gezonden, waarna binnen vijf dagen het aankoopbe­drag wordt teruggestort. Klager, die een niet-passende accu bij adverteerder heeft gekocht, heeft in verband hiermee diverse malen tevergeefs contact gezocht met adverteerder. Nu klager on­weersproken heeft gesteld dat hij, ondanks diverse pogingen, geen con­tact kon krijgen met adverteerder, is niet voldaan aan de eis van artikel 15c  lid 1 aanhef en onder b BW, dat adverteerder - kort gezegd - gege­vens dient te noemen die op gemakkelijke en directe wijze een snel contact en rechtstreekse en effectieve communicatie met hem moge­lijk ma­ken. Als gevolg hiervan heeft geen com­mu­nicatie kun­nen plaatsvinden tussen klager en ad­verteerder over de terugzending als bedoeld in de gewraakte uiting. Al­dus heeft adver­teer­der niet vol­daan aan een wettelijke verplichting die zich ook uitstrekt tot de reclame-uiting, en heeft adverteerder daardoor gehandeld in strijd met artikel 2 van de Ne­derlandse Recla­me Code (NRC).

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 2

RB 875

Bestaat Dago 30 jaar?

Voorzitter RCC 7 april 2011, Dossiernr. 2011/00147 (Dago)

Reclamerecht. Op website staat dat bedrijf al 30 jaar actief is. Klaagster stelt dat dit vorm van zekerheid suggereert en vindt dit niet het geval nu Dago pas sinds 2009 in de KvK is ingeschreven. Voorzitter oordeelt dat klaagster betwist dat Dago al 30 jaar bestaat en verweerder juistheid van deze mededeling niet heeft aangetoond. Hierdoor is sprake van onjuiste informatie (art. 8.2 aanhef NRC) volgens de voorzitter en zij acht de uiting in strijd met art. 7 NRC. Voorzitter doet aanbeveling.

Klaagster betwist dat adverteerder al sinds begin jaren ’80 actief is en adverteerder heeft de juistheid van de gewraakte mededeling niet aangetoond.

Van deze mededeling gaat, naar het oordeel van de voorzitter, de suggestie uit dat adverteerder al ruim 30 jaar ervaring heeft in de branche. Adverteerder heeft echter niet aannemelijk gemaakt dat dit het geval is.

Blijkens het voorgaande is onjuiste informatie verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef  van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf).
Regeling: NRC art. 7 en art. 8.2 aanhef

RB 873

Vectone tarieven misleidend

Voorzitter RCC 7 april 2011, Dossiernr. 2011/00146 (Vectone tarieven)

Reclamerecht. Smsbericht van 5 november 2010 waarin en website waarop staat dat voor 1ct/minuut naar vaste nummers in Marokka kan worden gebeld. Klager stelt dat hij op 6 november naar vast nummer in Marokko heeft gebeld, maar tarief nog niet was aangepast. Commissie leest deze klacht als dat het niet mogelijk was voor het tarief in genoemde sms naar Marokko te bellen. Nu adverteerder dit niet heeft betwist, is er volgens Commissie sprake van onjuiste informatie (art. 8.2 aanhef en onder d NRC en daarom misleidend. Voorzitter acht uitingen dus in strijd met art. 7 NRC en doet aanbeveling.

De voorzitter vat klagers bezwaar aldus op dat het, nadat adverteerder aan klager een sms bericht had gestuurd met de hierboven onder a bedoelde tekst, niet mogelijk was op voor 1 cent per minuut naar een vast nummer in Marokko te bellen.

Adverteerder heeft hetgeen klager stelt niet betwist, op grond waarvan de voorzitter van oordeel is dat adverteerder het geen hij in de advertentie stelt, niet is nagekomen.

Blijkens het voorgaande is onjuiste informatie verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef  en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden zijn beide  reclame-uitingen misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf).
Regeling: NRC art. 7 en art. 8.2 aanhef en onder d

RB 871

NavAudio omruilgarantie geen 100%

RCC 11 april 2011, Dossiernr. 2011/00199 (NavAudio)

Reclamerecht. Uiting op website navaudio.nl over 12 maanden omruilgarantie. Klager stelt dat verweerder cd/dvd speler niet wil omruilen nu apparaat niet meer werkt na 9 maanden. Verweerder stelt product te willen repareren, maar niet omruilen. "Omruilen is een gunst, geen moeten" volgens verweerder.

Commissie acht dat uiting doet vermoeden dat defect product vervangen en niet gerepareerd zal worden. Nu verweerder het product alleen wil repareren en niet vervangen, is er sprake van onjuiste informatie (art. 8.2 aanhef NRC). Commissie acht de uiting misleidend en dus in strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling.

Door het aanbod van “12 maanden NavAudio OMRUILGARANTIE” waarover onder meer wordt gesteld: “het defecte apparaat zal niet worden gerepareerd, maar direct vervangen worden door een nieuw exemplaar!” wordt gesuggereerd dat de consument er gedurende 12 maanden na aankoop op mag vertrouwen dat een defect apparaat zal worden vervangen in plaats van gerepareerd.  

Naar de Commissie begrijpt uit de klacht en het verweer heeft adverteerder zich binnen 12 maanden na aankoop van een navigatiesysteem, waarvoor de 12 maanden NavAudio OMRUILGARANTIE gold, niet bereid getoond om dit systeem te vervangen. Adverteerder heeft onder meer gesteld: “omruilgarantie is een gunst, geen moeten”. Aangezien de bestreden uiting anders doet vermoeden, gaat deze uiting gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de uiting de gemiddelde consument er bovendien toe kan brengen een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf).
Regeling: NRC art. 7 en art. 8.2 aanhef

RB 870

BMAir: vliegen naar Manilla voor 575 euro?

RCC 19 april 2011, Dossiernr. 2011/00251 (Vliegtickets naar Manilla voor 575 euro)

Reclamerecht. Op website wordt staat aanbieding voor vliegticket naar Manilla vanaf 575 euro. Klager stelt dat hij meerdere malen geprobeeerd heeft ticket voor deze prijs te boeken binnen 8 uur nadat aanbieding online kwam en dat het hem nooit gelukt is. Klager acht de uiting daarom misleidend. Verweerder stelt dat aanbieding geldt op basis van beschikbaarheid en in de door klager gekozen periode was vlucht met deze prijs niet beschikbaar.

Commissie leest de klacht als dat aanbieding feitelijk onmogelijk is door onvoldoende beschikbaarheid. Commissie acht onvoldoende aannemelijk dat verweerder in redelijke mate stoelen heeft gehad voor gestelde prijs, nu verweerder stelling klager niet heeft weersproken. Dat op website voorbehoud is gemaakt m.b.t. beschikbaarheid stoelen is niet voldoende aannemelijk geworden volgens Commissie. Strijd met art. V sub 1 RR.

De Commissie begrijpt de klacht in die zin dat volgens klager het boeken van een vliegreis naar Manilla vanaf Frankfurt voor de in de uiting genoemde prijs van € 575 feitelijk niet mogelijk is wegens onvoldoende beschikbaarheid.

Artikel V sub 1 van de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR) bepaalt, dat aanbieders (van reisdiensten) dienen te zorgen voor een redelijke beschikbaarheid van de door hen in reclame-uitingen aangeboden diensten voor de genoemde prijs. Voorts dienen aanbieders op grond van artikel VI RR de juistheid en beschikbaarheid van hun aanbiedingen aannemelijk te maken indien deze worden aangevochten.

De Commissie acht onvoldoende aannemelijk geworden dat BM Air Reizen in redelijke mate stoelen beschikbaar heeft (gehad) voor de aanbieding van een ticket vanaf Frankfurt naar Manilla voor de prijs van € 575,-. Daarbij neemt de Commissie in aanmerking dat door adverteerder is erkend dat voor de periode waarin klager wenste te vertrekken de aanbieding niet beschikbaar was, en bovendien door adverteerder klagers stelling dat het bij herhaling is voorgekomen dat al binnen enkele uren na het verschijnen van de aanbieding op internet een boeking tegen het aangeboden tarief van € 575 niet (meer) mogelijk blijkt, niet is weersproken. De mededeling van adverteerder dat op de website een voorbehoud is gemaakt met betrekking tot de beschikbaarheid van de aanbieding is niet met stukken onderbouwd en is om die reden naar het oordeel van de Commissie evenmin voldoende aannemelijk gemaakt. Gelet op het vorenstaande heeft adverteerder niet voldaan aan het bepaalde in artikel V sub 1 RR.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf).
Regeling: RR art. V sub 1, art. VI

RB 876

Reclame met citaten uit medische tijdschrift verboden?

HvJ EU 5 mei 2011, zaak C-249/09 (Novo Nordisk AS tegen Ravimiamet) Prejudiële vragen van Tartu ringkonna kohus, Estland.

Reclamerecht. Receptplichtige geneesmiddelen voor menselijk gebruik (UR-geneesmiddelen). Richtlijn 2001/83/EG. In medisch tijdschrift opgenomen geneesmiddelenreclame die is gericht op personen die gerechtigd zijn geneesmiddelen voor te schrijven of af te leveren (beroepsbeoefenaren). Mogelijkheid om informatie op te nemen die niet voorkomt in de van overheidswege goedgekeurde samenvatting van productkenmerken (SmPC). Geldt ook voor geneesmiddelenreclame richting beroepsbeoefenaren. Regels van toepassing op citaten ontleend aan medische tijdschriften of wetenschappelijke werken.

Verboden om in geneesmiddelenreclame gericht op beroepsbeoefenaren in tegenspraak met SmPC . Wat mag wel: beweringen die de in de SmPC opgenomen inlichtingen aanvullen, op voorwaarde dat deze beweringen de informatie uit de SmPC bevestigen of preciseren in een zin die ermee verenigbaar is en zonder de aard ervan te wijzigen, mits deze beweringen niet misleidend zijn (art. 87 lid 3 Richtlijn 2001/83/EG, vgl. 84 lid 4 Gw en art. 4.3 Gedragscode Geneesmiddelenreclame), deze beweringen het rationeel voorschrijfgedrag bevorderen door het objectief voor te stellen zonder de eigenschappen ervan te overdrijven (art. 87 lid 3 Richtlijn 2001/83/EG, vgl. art. 84 lid 3 Gw en art. 4.3 Gedragscode Geneesmiddelenreclame) en mits eventuele citaten, tabellen, illustraties etc. die zijn ontleend aan medische tijdschriften of wetenschappelijke werken getrouw worden weergegeven met de juiste bronvermelding (art. 92 lid 2 en 3 Richtlijn 2001/83/EG, vgl. art. 91 lid 4 Gw, art. 5.7 Gedragscode Geneesmiddelenreclame).

13. Bij beslissing van 6 juni 2008 heeft de Ravimiamet Novo Nordisk gelast de publicatie van de reclame voor het geneesmiddel Levemir te beëindigen en in de reclame voor dit geneesmiddel geen gegevens op te nemen die niet voorkomen in de samenvatting van de kenmerken van dit geneesmiddel (hierna: „bestreden beslissing”).

35. Gelet op een en ander, dient op de eerste vraag te worden geantwoord dat artikel 87, lid 2, van richtlijn 2001/83 aldus moet worden uitgelegd dat het tevens de aan medische tijdschriften of aan wetenschappelijke werken ontleende citaten omvat die voorkomen in reclame voor een geneesmiddel die gericht is op personen die gerechtigd zijn om geneesmiddelen voor te schrijven of af te leveren. (...)

41. Wat meer in het bijzonder artikel 87, lid 2, van deze richtlijn betreft, waarvan de uitlegging door de verwijzende rechter wordt gevraagd, dient vooreerst te worden vastgesteld dat de bewoordingen ervan verbieden dat in reclame voor een geneesmiddel beweringen worden opgenomen die in strijd zijn met de samenvatting van de kenmerken van het product.

42. De aspecten van reclame voor een geneesmiddel mogen met name nooit therapeutische indicaties, farmacologische eigenschappen of andere kenmerken suggereren die in tegenspraak zouden zijn met de samenvatting van de kenmerken van het geneesmiddel dat door de bevoegde autoriteit werd goedgekeurd bij de verlening van de vergunning voor het in de handel brengen van dit geneesmiddel.

43. Opgemerkt dient echter te worden dat de wetgever van de Unie in artikel 87, lid 2, van richtlijn 2001/83 niet heeft bepaald dat alle aspecten van reclame voor een geneesmiddel identiek moeten zijn aan die welke voorkomen in de samenvatting van de kenmerken van dit geneesmiddel. Deze bepaling vereist slechts dat de betrokken aspecten in overeenstemming zijn met deze samenvatting.

44. Wanneer het, zoals in het hoofdgeding, gaat om reclame die gericht is op beroepsbeoefenaars in de gezondheidssector, moet artikel 87, lid 2, van richtlijn 2001/83 gelezen worden in samenhang met de artikelen 91 et 92 van deze richtlijn. (…)

48. In die omstandigheden mag artikel 87, lid 2, van richtlijn 2001/83 niet aldus worden uitgelegd dat het vereist dat alle beweringen die voorkomen in reclame voor een geneesmiddel die gericht is op personen die gerechtigd zijn het voor te schrijven of af te leveren moeten voorkomen in de samenvatting van de kenmerken van het product of moeten kunnen worden afgeleid uit de in deze samenvatting verstrekte gegevens. Een dergelijke uitlegging zou immers zowel artikel 91, lid 1, als artikel 92 van deze richtlijn elke betekenis ontnemen. Deze bepalingen staan toe dat in reclame die gericht is op beroepsbeoefenaars in de gezondheidssector bijkomende gegevens worden verstrekt, onder voorbehoud van de verenigbaarheid ervan met bedoelde samenvatting.

49. Ten einde, overeenkomstig punt 47 van de considerans van richtlijn 2001/83, bij te dragen tot de voorlichting van personen die gerechtigd zijn om een geneesmiddel voor te schrijven of af te leveren en rekening houdend met de wetenschappelijke kennis waarover deze in vergelijking met het publiek in het algemeen beschikken, mag reclame voor een geneesmiddel die gericht is op dergelijke personen ook gegevens bevatten die verenigbaar zijn met de samenvatting van de kenmerken van het product, die een bevestiging of precisering zijn van de gegevens die, overeenkomstig artikel 11 van de betrokken richtlijn in de betrokken samenvatting voorkomen, op voorwaarde dat deze aanvullende gegevens in overeenstemming zijn met de in de artikelen 87, lid 3, en 92, leden 2 en 3, van deze richtlijn neergelegde eisen.

50. Deze gegevens mogen, met andere woorden, enerzijds niet misleidend zijn en moeten het rationele gebruik van een geneesmiddel bevorderen door het objectief voor te stellen zonder de eigenschappen ervan te overdrijven en moeten anderzijds exact, actueel, verifieerbaar en voldoende volledig zijn om de ontvanger in staat te stellen zich een eigen oordeel over de therapeutische waarde van het geneesmiddel te vormen. Ten slotte moeten citaten, tabellen en andere illustraties die aan medische tijdschriften of aan wetenschappelijke werken zijn ontleend getrouw worden weergegeven met de juiste bronvermelding zodat de beroepsbeoefenaar erover wordt geïnformeerd en ze kan controleren.

51. Gelet op het voorgaande moet op de tweede vraag worden geantwoord dat artikel 87, lid 2, van richtlijn 2001/83 aldus moet worden uitgelegd dat het verbiedt, in reclame voor een geneesmiddel die gericht is op personen die gerechtigd zijn het voor te schrijven of af te leveren, beweringen op te nemen die in tegenspraak zijn met de samenvatting van de kenmerken van het product, maar niet vereist dat alle in reclame voor een geneesmiddel opgenomen beweringen in de samenvatting van de kenmerken van het product voorkomen of uit die samenvatting kunnen worden afgeleid. Dergelijke reclame mag beweringen bevatten die de in artikel 11 van de betrokken richtlijn bedoelde gegevens aanvullen, op voorwaarde dat deze beweringen:
– de betrokken inlichtingen bevestigen of preciseren in een zin die ermee verenigbaar is en zonder de aard ervan te wijzigen, en
– in overeenstemming zijn met de in de artikelen 87, lid 3, en 92, leden 2 en 3, van deze richtlijn neergelegde eisen.

Lees de uitspraak hier (link)