RB

Media  

RB 2193

Claims over leefomstandigheden Hollandse kip misleidend

RCC 15 juli 2014, RB 2193, dossiernr. 2014/00382 (Albert Heijn)
Aanbeveling. Misleidende reclame. Voeding. Het betreft: 1. de krantenadvertentie met boven de afbeelding van een verpakking kipfilet de kop “De Hollandse Nieuwe is er!” 2. uitingen op de webpagina https://www.ah.nl/meerdoen/dierenwelzijn/kip met als titel “Steeds meer keuze in verantwoorde kip” en als subkop “Meer doen voor dierenwelzijn". De klacht: in de advertentie staan diverse mededelingen over de goede leefomstandigheden van de kippen. Het betreffen absolute claims die niet passen bij de thans geïntroduceerde Hollandse kip, die niet eens in aanmerking komt voor 1 van de 3 te verdienen Beter Leven-sterren van de Dierenbescherming. De Commissie acht de advertentie in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC en de website in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC en artikel 3 MRC.

Het oordeel van de Commissie
Ad I.
(...)
De Commissie begrijpt deze klacht aldus, dat Wakker Dier de aanduidingen “(100%) verantwoorde kip” en “goede leefomstandigheden” voor de Hollandse kip niet gerechtvaardigd acht gelet op de - volgens Wakker Dier - minimale verbeteringen in dierenwelzijn ten opzichte van de reguliere kip. Deze klacht treft doel.

Gelet op de context van de uitingen waarin de aanduiding “verantwoorde kip” wordt gebruikt, gaat de Commissie ervan uit dat de gemiddelde consument aan deze aanduiding ongeveer dezelfde betekenis zal geven als kip die is opgegroeid onder leefomstandigheden van een bepaald niveau, zodat ook in zoverre met name naar het welzijnsniveau van de Hollandse kip wordt verwezen.

Niet is weersproken dat de door Albert Heijn geïntroduceerde Hollandse kip zich wat betreft welzijnsniveau bevindt tussen de reguliere kip en de scharrelkip waaraan 1 Beter Leven ster van de Dierenbescherming is toegekend. Zo is gebleken dat in vergelijking met de reguliere kip, die voor de kipproducten van het Albert Heijn huismerk wordt gebruikt, bij de Hollandse kip het aantal kippen per m2 is teruggebracht van 21 naar 19, de Hollandse kip langzamer groeit en (enkele dagen) langer leeft en in de stallen van de Hollandse kip afleidingsmateriaal aanwezig is. Dat sprake is van verbeterde omstandigheden van de Hollandse kip ten opzichte van de reguliere kip betekent echter niet dat de Hollandse kip om die reden “verantwoord” mag worden genoemd en haar leefomstandigheden als “goed” mogen worden betiteld. De leefomstandigheden van de Hollandse kip zijn bijvoorbeeld voor de Dierenbescherming nog onvoldoende om de eerste van de drie te verkrijgen Beter Leven sterren toe te kennen. Ook de door Albert Heijn aangehaalde resultaten van het CAWA onderzoek en de door haar leverancier uitgevoerde steekproef vormen naar het oordeel van de Commissie, mede gelet op de gemotiveerde kritiek van Wakker Dier ter zake, onvoldoende basis om de absolute mededelingen dat de Hollandse kip “verantwoord” is en gehouden wordt onder “goede leefomstandigheden” te kunnen dragen.

Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde consument de zinsnede “eind 2015 is alle kip 100% verantwoord” aldus opvatten dat eind 2015, als alle reguliere kip is vervangen door Hollandse kip, het totale assortiment kipproducten van Albert Heijn 100% verantwoord is. In deze mededeling ligt besloten dat volgens Albert Heijn de Hollandse kip 100% verantwoord is. Hetgeen hiervoor is overwogen ten aanzien van de claim “verantwoord” geldt te meer voor de nog stelliger claim “100% verantwoord”.

Gelet op het voorgaande wordt door Albert Heijn in de advertentie en op de website met de mededelingen “100% verantwoorde kip”, “verantwoorde kip” en “goede leefomstandigheden” onjuiste informatie verstrekt over de voordelen van het aangeprezen product als bedoeld in de aanhef en onder b van artikel 8.2 NRC. Nu de Commissie tevens van oordeel is dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie

- in dit geval de koop van Hollandse kip - te nemen dat hij anders niet had genomen, zijn de bestreden mededelingen misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Ad II.
Op de website wordt vermeld dat de Hollandse kip “100% verantwoorde soja” krijgt. In de uitingen wordt niet nader toegelicht wat Albert Heijn in dit verband met “100% verantwoord” bedoelt. Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde consument deze woorden zo uitleggen dat sprake is van soja die is geproduceerd met zorg voor het milieu en de mens, zonder gebruik van genetische modificatie. Aldus is de mededeling “100% verantwoorde soja” aan te merken als een milieuclaim in de zin van artikel 1 van de Milieu Reclame Code (MRC). Op grond van artikel 3 MRC dient een adverteerder de juistheid van een milieuclaim aan te tonen, waarbij zwaardere eisen aan het bewijsmateriaal worden gesteld naarmate de claim absoluter is geformuleerd.

Naar het oordeel van de Commissie is Albert Heijn in dit bewijs niet geslaagd. Ter onderbouwing van de claim is verwezen naar de voor soja opgestelde RTRS-standaard en naar het gebruik van de term “verantwoord” voor RTRS-soja door het WNF, een van de initiatiefnemers van RTRS. De Commissie acht echter voldoende aannemelijk geworden, onder meer op grond van mededelingen op de website van WNF, dat de afgesproken RTRS-criteria moeten worden gezien als eerste stap in de richting van een verantwoorde sojateelt. Gelet hierop acht de Commissie de absolute aanduiding “100% verantwoord” voor de soja die gebruikt wordt voor de Hollandse kip niet juist en om die reden in strijd met artikel 3 MRC.

Ad III.
De mededeling “milieuvriendelijke mestafvoer” op de website dient te worden aangemerkt als een absolute milieuclaim in de zin van de MRC, waarvan adverteerder op grond van artikel 3 MRC de juistheid dient aan te tonen. Albert Heijn heeft erkend – op dit moment – aan die bewijslast niet te kunnen voldoen. De Commissie heeft nota genomen van de mededeling dat de claim “milieuvriendelijke mestafvoer” inmiddels van de website verwijderd is. Dit neemt echter niet weg dat ten tijde van het indienen van de klacht deze onbewezen milieuclaim op de website was opgenomen.

RB 2191

KPN is niet enige aanbieder van Begin Gemist

RCC 14 juli 2014, RB 2191, dossiernr. 2014/00414A (KPN televisiecommercial)
Zie eerder RB 2189. Aanbeveling. Misleidende reclame. Het betreft een televisiecommercial van KPN waarin wordt gezegd: ”Geen gehaast meer met Begin Gemist van KPN, daarmee ga je direct terug naar het begin van het tv-programma, ook als je de tv net aanzet. Dat kan alleen bij KPN, met Begin Gemist. Begin Gemist is één van de vele extra’s bij ‘Alles-in-één-thuis’. Waarna onder in beeld in kleine letters de tekst verschijnt: ”ga naar kpn.com voor de voorwaarden en beschikbaarheid.” Klager stelt dat adverteerder ten onrechte verkondigt dat zij de enige aanbieder van de dienst Begin Gemist is. Klager maakt immers al enige tijd bij een andere aanbieder, te weten Telfort, van deze dienst gebruik. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC en beveelt adverteerder om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Het oordeel van de Commissie
In de televisiecommercial wordt specifiek “alles-in-één-thuis” van KPN genoemd als het enige pakket op de markt waarbij men gebruik kan maken van Begin Gemist. Vaststaat echter dat ook Telfort een vergelijkbare dienst aanbiedt, zodat bedoelde mededeling onjuist dient te worden geacht. Dat Telfort een merk van KPN is, doet aan dit laatste niet af. In de televisiecommercial wordt Begin Gemist immers aangeprezen als een voordeel - in de zin van artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC) - dat uniek is voor “alles-in-één-thuis” van KPN. Derhalve wordt het voordeel gekoppeld aan een specifiek product van KPN en niet tevens aan merken die eveneens tot het KPN concern kunnen worden gerekend. Overigens is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument niet uit eigen wetenschap op de hoogte kan worden geacht van het feit dat Telfort een merk van KPN is. In de televisiecommercial staat ook geen verwijzing naar de andere KPN merken die eveneens Begin Gemist aanbieden. De consument zal Telfort daarom als een afzonderlijke, zelfstandige aanbieder beschouwen. Nu de gemiddelde consument door het voorgaande ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
RB 2190

Misleidende informatie over actie dagjes uit

RCC 24 juli 2014, RB 2190, dossiernr. 2014/00423 (Shell)
Aanbeveling. Misleidende reclame. Het betreft een folder over “DE SHELL DAGJES UIT-ACTIE”, waarin 50% korting wordt geboden op dagjes uit. Onder het kopje “OVERZICHT VAN DAGJES UIT” staat onder meer: “Zie hieronder een greep uit het aanbod voor de verschillende Dagjes Uit. Kijk voor het volledige en actuele aanbod* op www.shell.nl/voordeligdagjeuit”. De asterisk verwijst naar de mededeling links onderaan de folder: “Het aanbod kan gedurende de actieperiode wijzigen”. Onder het kopje “DIERENPARKEN” staat onder meer: “Dolfinarium”. Toen klaagster kaarten wilde bestellen voor het Dolfinarium bleek dat daarvoor geen gebruik kon worden gemaakt van de actie van 50% korting. Er wordt een ander aanbod gedaan: klaagster kan kaartjes bestellen met 25% korting. Klaagster meent echter dat zij in aanmerking komt voor 50% korting. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC.

Het oordeel van de Commissie
Dat het in het kader van de onderhavige actie ook kan gebeuren dat in het geheel geen korting wordt geboden, maar dat slechts de mogelijkheid bestaat te betalen door het inwisselen van AirMiles, acht de Commissie essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen. Nu deze informatie niet uitdrukkelijk in de onderhavige folder is opgenomen, is sprake van het verborgen houden van essentiële informatie als bedoeld in artikel 8.3 onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie, brandstof tanken bij Shell of aankopen doen in de shop, te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Dat in de folder staat: “Kijk voor het volledige en actuele aanbod* op www.shell.nl/voordeligdagjeuit” en “* Het aanbod kan gedurende de actieperiode wijzigen”, leidt niet tot een ander oordeel. Deze mededelingen lijken veeleer te duiden op de vraag of, op een bepaald moment, op een bepaald in de folder vermeld “dagje uit”, zoals bijvoorbeeld het Dolfinarium, de actie “Tot 50% korting” nog van toepassing is. Niet duidelijk is dat in een aantal gevallen in het geheel geen korting wordt geboden, maar slechts de mogelijkheid bestaat te betalen met AirMiles. Ook maken de disclaimers niet duidelijk dat de maximale korting per beschikbare partner kan verschillen.

Adverteerder heeft bij verweer nog meegedeeld dat zij, na te hebben vernomen dat klaagster alleen op de korting via de vouchers had gerekend, het bureau Ticketsplus in gesprek heeft laten gaan met het Dolfinarium, en dat vervolgens puur uit klantvriendelijkheid naast de Miles Only actie aan klaagster exclusief 25% korting op de kaartjes is geboden. Naar het oordeel van de Commissie maakt dit alleen voor klaagster geldende aanbod bovenstaand oordeel niet anders.
RB 2188

Aanbod “Earth, Wind & Fire Experience” tickets misleidend

RCC 7 juli 2013, RB 2188, dossiernr. 2014/00403 (www.tickettribune.nl)
Aanbeveling. Misleidende reclame. Het betreft adverteerders website www.tickettribune.nl waarop kaarten voor een concert worden aangeboden met de titel ‘Earth, Wind & Fire’. Onder de vetgedrukte kop “Earth, Wind & Fire” staat onder meer: “De Earth, Wind & Fire Experience, dat is een dertienkoppige band onder leiding van Al McKay.”.  Onderaan staat onder de kop: “Earth, Wind & Fire concert”: “Tickets voor Earth, Wind & Fire zijn razend populair. Tickets voor het concert van Earth, Wind & Fire zijn daarom snel uitverkocht. De liveoptredens zijn altijd zeer spraakmakend. Zorg daarom dat je op tijd Earth, Wind & Fire tickets bestelt...veel plezier bij het Earth, Wind & Fire concert.” De klacht: er wordt gesuggereerd dat men tickets kan bestellen voor een optreden van Earth, Wind & Fire. Dit bleek echter niet het geval. In de kleine letters staat dat het ‘de Earth, Wind & Fire Experience band’ betreft. Klager heeft deze tekst bij de bestelling niet gezien en is van mening dat adverteerder mensen om de tuin leidt door met deze advertentie een verkeerde voorstelling van zaken te geven. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC.

Het oordeel van de Commissie
Naar het oordeel van de Commissie blijkt uit de uiting onvoldoende duidelijk dat er tickets worden aangeboden voor een concert van ‘The Earth, Wind & Fire Experience van Al McKay’s band’ en niet voor een concert van Earth, Wind & Fire.
Gelet op de gehele uiting waarbij zowel de koptekst, de tussenkoppen als bij de benaming, aanprijzing en oproep tot de snelle aanschaf van de tickets uitsluitend wordt gesproken over “Earth, Wind & Fire”, kan verwacht worden dat consumenten in de veronderstelling verkeren tickets van de band Earth, Wind & Fire te kopen, terwijl dit niet het geval is.
Gelet op het voorgaande gaat de bestreden uiting gepaard met voor de gemiddelde consument onduidelijke informatie ten aanzien van de aard van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder a van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, acht de Commissie de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.


RB 2187

Consument voldoende geïnformeerd over beschikbaarheid juichpakken

Vz. RCC 14 juli 2014, RB 2187, dossiernr. 2014/00446 (Jumbo)
Voorzittersafwijzing. Beschikbaarheid. Het betreft de televisiecommercial voor het “Roy Donders Juichpak” waarin wordt gezegd dat men voor dit pak kan sparen en waarin de mededeling staat: “Op = Op”. Klager stelt dat de pakken niet meer verkrijgbaar bleken te zijn en ontving ook geen zegels meer. Het is klager bovendien niet duidelijk geworden hoe hij de juichpet moet bestellen. Klager vindt dat men de pakken moet kunnen leveren indien men daarvoor reclame maakt. De Commissie wijst de klacht af.

Het oordeel van de voorzitter
1) De voorzitter neemt aan dat klager bezwaar maakt tegen de televisiecommercial waarin wordt gemeld dat men kan sparen voor het Roy Donders Juichpak. Deze televisiecommercial is uitgezonden tot 30 mei 2014. In deze commercial wordt voldoende duidelijk gewezen op het beperkt voorradig zijn van het juichpak door middel van de mededeling “Op = Op”. Uit de door adverteerder overgelegde stukken blijkt overigens dat zij verrast was door het succes van de actie en dat zij, toen deze een succes bleek, een “forse” hoeveelheid juichpakken heeft bijbesteld. Uiteindelijk heeft dit niet ertoe geleid dat in de vraag kon worden voorzien. De voorzitter ziet in de gegeven omstandigheden geen aanleiding om te oordelen dat sprake is van misleiding met betrekking tot de beschikbaarheid van de juichpakken. De gemiddelde consument was geïnformeerd over de beperkte beschikbaarheid en adverteerder heeft aannemelijk gemaakt dat zij in voldoende mate heeft getracht in de vraag te voorzien.
2) Adverteerder stelt dat zij op 28 mei 2014 is gestopt met het actief verstrekken van spaarzegels voor het juichpak. Vanaf 30 mei 2014 tot en met 2 juni 2014 werd een televisiecommercial van adverteerder uitgezonden waarin werd gemeld dat er geen juichpakken meer verkrijgbaar zijn. Voorts heeft adverteerder op 1 juni 2014 in alle landelijke en regionale dagbladen een advertentie geplaatst waarin staat dat de juichpakken zijn uitverkocht. Van 3 tot 5 juni 2014 is een televisiecommercial uitgezonden waarin weliswaar de oranje juichpakken te zien zijn, maar waarin niet wordt gezegd dat men voor deze pakken sparen. Naar het oordeel van de voorzitter zal de gemiddelde consument op grond van het voorgaande niet menen dat nog steeds de mogelijkheid bestaat om te sparen voor een juichpak.
3) In hoeverre de onderhavige actie ordelijk is verlopen, doet voor het onderhavige geschil niet ter zake. Met betrekking tot de stelling van klager dat niet duidelijk is hoe de “juichpet” moet worden besteld, merkt de voorzitter op dat in de desbetreffende televisiecommercial een prijs voor dit artikel wordt genoemd, waaruit blijkt dat het artikel in de winkels van adverteerder kan worden gekocht.
RB 2186

Reclame voor spionnenpen zet aan tot strafbaar gebruik

Vz. RCC 14 Juli 2014, RB 2186, dossiernr. 2014/00464 (REC Pen)
Voorzitterstoewijzing. Strijd met wet. Het betreft: 1) een televisiecommercial waarin de zogenaamde REC Pen wordt aangeprezen. Dit betreft een ballpoint die is voorzien van een videocamera. In de televisiecommercial worden een aantal situaties nagespeeld waarin het nuttig zou zijn de REC Pen te gebruiken 2) de website www.teltv.com voor zover het betreft de aanprijzing van de hiervoor genoemde ballpoint. Op de website staat een link naar een commercial en onder meer de volgende tekst: “Met deze spionnenpen maakt u ongemerkt opnames!”. Klager stelt, samengevat, dat met de REC Pen in het geheim video opnamen kunnen worden gemaakt van personen in de privé-sfeer, dit zet aan tot wetsovertreding. De voorzitter acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 2 NRC.

Het oordeel van de voorzitter
1) De voorzitter constateert dat in de bestreden televisiecommercial en de commercial die op de bestreden webpagina kan worden geopend, het gebruik van de REC Pen in het bijzonder wordt aangeprezen als een mogelijkheid om daarmee heimelijk personen te filmen. De voorzitter verwijst naar de in de commercial getoonde scenes waarin personen in woningen en andere niet-publieke plaatsen worden gefilmd zonder dat dit kennelijk duidelijk vooraf is aangekondigd en met de bedoeling achter bepaalde geheimen te komen. Het betreft een moeder die op deze wijze ontdekt dat haar dochter een relatie met een leraar heeft, respectievelijk het ontdekken van het feit dat men door collega’s stiekem wordt uitgelachen en het ontdekken van schoenendiefstal. Het op een dergelijke wijze gebruiken van de REC Pen, dat wil zeggen zonder dat dit duidelijk vooraf is aangekondigd, kan ertoe leiden dat in strijd met artikel 139f Wetboek van Strafrecht wordt gehandeld. Nu het onderhavige product specifiek wordt aangeprezen voor een gebruik dat op zichzelf genomen verboden kan worden geacht, is de voorzitter van oordeel dat de onderhavige commercials in strijd zijn met de goede smaak en het fatsoen. Derhalve heeft adverteerder ten aanzien van de commercials gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
2) Ten aanzien van de tekst op de website ligt het voorgaande in zoverre anders, dat in deze tekst op meer algemene wijze wordt gewezen op de mogelijkheid de pen ongemerkt te gebruiken. Dit neemt evenwel niet weg dat deze tekst dient te worden bezien in samenhang met de commercial die op de website kan worden aangeklikt. Als gevolg van dit laatste zal de consument ook de tekst in deze zin uitleggen dat de REC Pen in het bijzonder geschikt is om daarmee heimelijk personen in een besloten ruimte te filmen. Ook bedoelde tekst dient, gelet op de hiervoor bedoelde commercial, in strijd met artikel 2 NRC te worden geacht.
3) Voor zover klager nog stelt dat de REC Pen zelf aanzet tot wetsovertreding, merkt de voorzitter op dat het adverteerder vrijstaat om reclame te maken voor het onderhavige product, mits deze reclame niet oproept of aanzet tot een gebruik dat een strafbaar feit kan opleveren en de reclame ook verder voldoet aan de eisen van de Nederlandse Reclame Code.
4) Ten aanzien van het verzoek van adverteerder om een termijn van 4 tot 6 weken te krijgen voor aanpassing van de reclame-uitingen, volstaat de voorzitter met op te merken dat dit verzoek niet aan de orde kan zijn, reeds omdat voorkomen moet worden dat de consument op grond van de uitingen de REC Pen zal kopen om daarmee heimelijk in woningen en andere niet-publieke plaatsen mensen te filmen, waardoor hij mogelijk een strafbaar feit zal begaan.

RB 2185

Aanduiding "advocatenkantoor" verwijst naar soort dienstverlening

Vz. RCC 14 juli 2014, RB 2185, dossiernr. 2014/00420 (Advocatenkantoor)
Voorzittersafwijzing. Geen misleidende reclame. Het betreft de websites www.telefoonboek.nl, www.insolad.nl, www.pro-deo-advocaat.nl, www.dels.nl, www.advocatenoverzicht.nl, www.advocatenzoeken.nl en www.curatoren.nl, telkens voor zover verweerder daar staat aangeduid als “advocatenkantoor”. Tevens de LinkedIn profielpagina van [naam betrokkene] voor zover hierop staat dat genoemde persoon op het “advocatenkantoor” van verweerder werkt. Klager stelt, samengevat, dat verweerder als “advocatenkantoor” adverteert terwijl hij als eenmanszaak staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Nu verweerder de enige advocaat op het kantoor is, is sprake van volksverlakkerij. De voorzitter wijst de klacht af.

Het oordeel van de voorzitter
1) Klager heeft diverse uitingen overgelegd die afkomstig zijn van internet, zonder dat evenwel steeds duidelijk is welke specifieke websites het betreft, nu op de uitingen een vermelding van het internetadres ontbreekt. Wel staat in deze uitingen telkens “Advocatenkantoor [naam]”. Verweerder heeft gesteld dat de uitingen geen reclame-uitingen zijn, althans geen reclame-uitingen door of ten behoeve van hem. Daarnaast stelt verweerder dat hij zijn kantoor in taalkundig opzicht mag aanduiden als “advocatenkantoor”.
4) Naar het oordeel van de voorzitter zal de gemiddelde consument het woord “advocatenkantoor” ook niet aldus opvatten dat binnen dat kantoor altijd meer dan één advocaat is gevestigd. Ook voor deze consument verwijst het woord “advocatenkantoor” naar de soort dienstverlening en niet naar het aantal binnen dat kantoor werkzame advocaten. Dit zou anders kunnen zijn indien het woord advocatenkantoor gepaard zou gaan met enige andere omschrijving of verwijzing die de suggestie wekt dat naast verweerder ook een of meer andere advocaten binnen het kantoor zijn gevestigd. Hiervan is echter geen sprake.
5) Ten aanzien van de LinkedIn profielpagina van [naam betrokkene], oordeelt de voorzitter dat deze pagina niet als reclame-uiting van verweerder kan worden beschouwd, zodat reeds hierom aan deze uiting dient te worden voorbijgegaan.
6) Het voorgaande voert tot de slotsom dat, voor zover sprake zou zijn van een reclame-uiting door of ten behoeve van verweerder, geen sprake is van misleiding. De klacht kan derhalve niet slagen.


RB 2184

Onjuiste informatie over samenstelling en werking afslankdrankje

RCC 10 Juli 2014, RB 2184, dossiernr. 2014/00250 (Tommy Teleshopping)
Aanbeveling. Afslankdrank. Onjuiste informatie. Het betreft de uitingen voor ‘Alcachofa de Laon’ afslankdrankjes: 1. Een tv-uitzending van 15 minuten, met onder meer testimonials. Deze testimonials zijn te downloaden via de website www.tommyteleshopping.com (hierna: uiting 1). 2. Uitingen op de website www.tommyteleshopping.com (hierna: uiting 2). 3. De gebruiksaanwijzing van ‘Alcachofa de Laon’, te downloaden via de website www.tommyteleshopping.com (hierna: uiting 3). De klager heeft bezwaren over uitingen die worden gedaan over de werking en (medische) claims van het product. De Commissie acht de uitingen 1 en 3 in strijd met artikel 2 NRC en uiting 2 in strijd met de artikelen 2 en 7 NRC.

Het oordeel van de Commissie
Ad b.
Door adverteerder is niet gesteld noch is de Commissie gebleken dat er sprake is van één of meer goedgekeurde gezondheidsclaim(s) in de zin van de Claimsverordening waar het betreft enerzijds artisjok/cynarine en/of L-carnitine en anderzijds het afslankende of gewichtsbeheersende effect of een vermindering van het hongergevoel. Evenmin is gesteld of gebleken dat adverteerder zich kan beroepen op de overgangsregeling van 28 lid 6 aanhef en onder b van de Claimsverordening, in die zin dat er sprake is van één of meer zogenaamde “on hold claim/s” en van een bepaalde aanbevolen dagdosering.
Gelet op het bovenstaande zijn de uitingen in strijd met artikel 10 lid 1 Claimsverordening, voor zover daarin een verband wordt gelegd tussen (de ingrediënten van) Alcachofa de Laon enerzijds en een afslankend of gewichtsbeheersend effect of een vermindering van het hongergevoel anderzijds, zoals bijvoorbeeld in de mededelingen:
“Je verliest (..) je overgewicht” in uiting 1;
“Stilt de honger” in uiting 2;
“Bevordert de vetverbranding” in uiting 2;
“(…) cynarine, het (…) meest krachtige gewichtssupplement ooit bekend” in uiting 2 en
“(…) artisjokextract (…) het helpt bij gewichtsbeheersing” in uiting 3.
Voorts zijn de claims die zinspelen op de snelheid of mate van gewichtsverlies, zoals bijvoorbeeld: “Ik ben 13 kg kwijtgeraakt in 1 maand” in uiting 1, “cynarine, het snelste en meest krachtige gewichtsverliessupplement ooit bekend” in uiting 2 en “een verschillend aantal kilo’s afvallen” in uiting 3 in strijd met artikel 12 sub b van de Claimsverordening.
Ad c.
Adverteerder heeft niet weersproken dat het product een kunstmatige zoetstof bevat, namelijk sucralose. Gelet hierop acht de Commissie is de mededeling “Alcachofa de Laon ingrediënten zijn 100% natuurlijk” in uiting 2 onjuist. Aldus gaat de uiting gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de samenstelling van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, zijn de uitingen misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.



RB 2183

Radio- en televisiecommercial voor 0.0 % bier is geen alcoholreclame

RCC 9 juli 2014, RB 2183, dossiernr. 2014/00435 (Amstel Radler)
Zie eerder RB 1807. Afwijzing. Bijzondere reclamecode. Niet-alcoholhoudende dranken.  Het betreft de televisiecommercial en radiocommercial voor “Amstel 0.0% Radler”. In de televisiecommercial worden beelden getoond van de kopgroep in een bergetappe in de Tour de France. Waarin de leider van de kopgroep vanuit de ploegleiderswagen, naar het gezien de vorm lijkt, een flesje bier wordt aangereikt. Even later deelt hij enkele van deze flesjes uit aan andere wielrenners van de kopgroep. De commentator in de commercial zegt onder andere “Ja, is dat een bidon? Nee joh, dat is bier!” Tijdens de beelden, waarin twee verpakkingen Amstel bier 0.0% Radler worden getoond, zegt de voice-over: “Amstel 0.0 Radler: de natuurlijke mix van Amstel bier en citroenwater is er nu ook alcoholvrij. Amstel 0.0 Radler, altijd verfrissend.” De klacht: de televisie- en radioreclame hebben betrekking op Amstel 0.0% Radler, maar kunnen volgens EUCAM tevens worden aangemerkt als alcoholreclame voor het merk Amstel en zijn alcoholhoudende Radler-varianten. De Commissie wijst de klacht af.

Het oordeel van de Commissie
In de commercials wordt Amstel 0.0% Radler aangeprezen als verfrissende dorstlesser die bij (top)sport gebruikt kan worden. Ook al wordt de kijker/luisteraar misschien even op het verkeerde been gezet over het drinken van bier door topsporters, is de situatie waarin dat gebeurt - een (berg)etappe in de Tour de France - zo onrealistisch dat voor de gemiddelde consument duidelijk is dat niet daadwerkelijk sprake is van het drinken van alcoholhoudend bier.

In de televisiecommercial wordt het logo van Amstel alleen getoond en in beide commercials wordt de naam Amstel alleen genoemd in combinatie met de toevoeging “0.0” of “0.0%”. Ook daardoor is voldoende duidelijk dat de reclame betrekking heeft op de alcoholvrije drank Amstel 0.0% Radler. In zoverre verschilt de onderhavige reclame van de televisiecommercial in dossier 2010/00381, over welke commercial de Commissie oordeelde dat daarin, naast reclame voor alcoholvrij bier, mede sprake was van reclame voor alcoholhoudend bier nu flesjes van dit alcoholhoudende bier in beeld werden gebracht en de naam en het logo van het biermerk, anders dan in de onderhavige reclame, niet steeds samen met “0.0%” werden getoond.

De vergelijking door EUCAM met de in dossier 1257/03.0157 beoordeelde reclame gaat eveneens mank. Die zaak uit 2003 betrof reclame voor Bavaria Malt op de shirts van een voetbalploeg, waarover het College van Beroep oordeelde dat door de lay-out van de merknaam Bavaria en het daaronder staande woord ‘malt’ op de shirts bij het publiek in het stadion of voor de televisie de nadruk bij uitstek lag op de naam Bavaria, waardoor mede sprake was van alcoholreclame. De onderhavige reclame-uitingen betreffen geen shirtreclame en reeds hierom kunnen de overwegingen van voornoemd College niet één op één worden overgenomen. Bovendien wordt in de hier aan de orde zijnde reclame geen ‘malt bier’ aangeprezen, maar een drank met de als gangbaar te beschouwen aanduiding voor alcoholvrije drank “0.0%”.

Het enkele gebruik van het woord “bier” maakt niet dat sprake is van reclame voor alcoholhoudende drank. Door adverteerder is voldoende aannemelijk gemaakt dat ‘bier’ een in de Bierverordening Productschap Dranken 2003 gereguleerd begrip is, dat ook alcoholvrije varianten omvat. Krachtens de Bierverordening mag en moet voor Amstel 0.0% Radler de aanduiding ‘alcoholvrij bier’ worden gebezigd.
De stelling van EUCAM dat het geven van een rondje en proosten sterke associaties oproepen met alcohol treft naar het oordeel van de Commissie evenmin doel. Deze handelingen zijn immers ook bij niet-alcoholhoudende drank niet ongebruikelijk.

Voor zover de mededeling door de voice-over aan het einde van beide commercials “De natuurlijke mix van Amstel bier en citroenwater is er nu ook alcoholvrij. Amstel 0.0 Radler” wellicht associaties mocht oproepen met alcoholhoudend Amstel bier, vloeien deze associaties voort uit het feit dat adverteerder zowel alcoholhoudend als alcoholvrij Amstel bier produceert. Het staat adverteerder vrij deze twee soorten bier te produceren en de mogelijke associatie met ander door adverteerder geproduceerd bier betekent daarom niet dat in dit geval sprake is van reclame voor alcoholhoudende drank. De mededeling door de voice-over heeft bovendien onmiskenbaar betrekking op de alcoholvrije variant van Amstel Radler.
Op andere blogs:
Hoogenraad & Haak



RB 2182

'Gratis' ooglaseren met kosten voor oogcontrole

RCC 7 juli 2014, RB 2182, dossiernr. 2014/00374 (Vision)
Aanbeveling. Ooglaserbehandeling. Misleidende reclame. Het betreft een uiting op www.vision-ooglaseren.nl. Daarin staat onder de aanhef “Win een ooglaserbehandeling” onder meer: "Ieder kwartaal verloten wij een gratis ooglaserbehandeling! Wilt u in aanmerking komen voor een gratis ooglaserbehandeling? Vul dan het formulier hieronder in” en een aan te vinken hokje met de tekst: “Ik ga akkoord met de voorwaarden van de winactie”. De klacht: na het invullen van het formulier wordt men telefonisch of per e-mail bericht dat men een oogcontrole dient te ondergaan. De kosten van deze oogcontrole, € 75,-, dient men zelf te betalen. Klaagster acht de reclame misleidend, ook al wordt in de voorwaarden op de kosten van € 75,- gewezen. Bij een winactie voor “gratis ooglaseren” verwacht men niet dat eerst € 75,- moet worden betaald. Op deze wijze heeft adverteerder de “gratis” ooglasering er snel uit. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC.

Het oordeel van de Commissie
Om in aanmerking te komen voor de in de uiting bedoelde “gratis ooglaserbehandeling” dient men een vooronderzoek te ondergaan, waarvoor in beginsel € 75,- moet worden betaald. Deze kosten zijn alleen dan niet verschuldigd, indien men, nadat blijkt dat men niet heeft gewonnen, toch een ooglaserbehandeling laat uitvoeren.
De verplichting om een vooronderzoek van in beginsel € 75,- te ondergaan, acht de Commissie dermate essentieel voor het onderhavige aanbod, dat hier in de uiting direct op had moeten worden gewezen, en niet pas in nog te raadplegen “voorwaarden”. Nu dat niet is gebeurd, is er sprake van een verborgen houden van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.